direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Kom Nuland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002315-1401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor het plan

Op basis van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening dient een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw te worden vastgesteld. Het vigerende bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' van is vastgesteld door de gemeenteraad van Maasdonk op 14 februari 2006 en grotendeels goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 26 september 2006. Het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' is vervolgens op 1 augustus 2007 onherroepelijk geworden. Het bestemmingsplan voor dit gebied dient daarom opnieuw te worden vastgesteld.

1.2 Doel van het plan

Doel van deze actualisatie van het bestemmingsplan is het vertalen van de bestaande planologische regeling voor Nuland naar een actuele regeling, die helder en eenduidig is voor eenieder en die voldoet aan alle huidige standaarden.

In de jaren na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' heeft er een aantal planologische wijzigingen plaatsgevonden in Nuland. Uitgangspunt van dit plan is om de bestaande situatie te actualiseren. Toekomstige ontwikkelingen zullen niet in dit plan betrokken worden. Hiervoor zullen aparte ruimtelijke procedures worden gevoerd.

Voor de belangrijkste ontwikkelingen in Nuland, te weten ontwikkeling van woningbouwlocatie de Pelgrimsche Hoeve en de vernieuwing en uitbreiding van de bedrijven(terreinen) in Nuland-Oost (de Terp) zijn twee separate bestemmingsplannen van kracht, gericht op ontwikkeling.

Bij deze actualisatie spelen de volgende aspecten:

1] In de jaren na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' zijn er ontwikkelingen gerealiseerd met behulp van zogenaamde projectprocedures of postzegel bestemmingsplannen en hebben initiatiefnemers gebruik gemaakt van de verschillende wijzigingsbevoegdheden, die voor enkele percelen zijn opgenomen in het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk'. Om versnippering te voorkomen worden deze ontwikkelingen van de afgelopen jaren meegenomen in dit nieuwe geactualiseerde plan.

2] Gedurende de looptijd van het vigerende bestemmingsplan zijn de regels voor de opzet en de inhoud van bestemmingsplannen veranderd. Dit betekent dat het voorheen analoge bestemmingsplan bij de actualisatie digitaal moet worden gemaakt en moet worden opgemaakt volgens de SVBP 2012 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen). Dit houdt ook in dat regelingen, die volgens de oude systematiek zijn toegepast maar niet langer in de nieuwe bestemmingsplansystematiek passen, een actuele vertaling moeten krijgen, zonder dat de mogelijkheden worden beperkt.

3] Tenslotte is er de wens, nadat Nuland bij de gemeentelijke herindeling bij 's-Hertogenbosch is gekomen, de opzet van het bestemmingsplan te harmoniseren met de elders in 's-Hertogenbosch gebruikte opzet.

1.3 Ligging en begrenzing van het plangebied

Nuland ligt ongeveer 10 km van het centrum van 's-Hertogenbosch. Het plangebied omvat min of meer de bebouwde kom van Nuland, behoudens de ontwikkelgebieden in Nuland Oost en wordt verder omgeven door bestemmingsplan Buitengebied Maasdonk 2012. De exacte plangrens voor dit bestemmingsplan is bepaald door de aansluiting op de plangrenzen van deze omliggende bestemmingsplanen. De plangrens staat in het rood aangegeven op afbeelding 1.1 overzichtskaart bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0001.jpg"

Afbeelding 1.1: Overzichtskaart bestemmingsplan

1.4 Vigerende bestemmingsplannen

Vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Maasdonk:

- Kernen Maasdonk (Nuland), vastgesteld op 14 februari 2006

- Kernen Maasdonk, wijzigingsplan Duyn en Daelseweg 12, vastgesteld op 13 maart 2007

- Kernen Maasdonk, Heiweg 35, 37 en 39 Nuland, vastgesteld op 5 april 2011

- Kernen Maasdonk, herziening Duyn en Daelseweg 2, 2a en 2b Nuland, vastgesteld op 20 december 2011;

- Kernen Maasdonk, herziening De Hazenkamp Nuland, vastgesteld op 5 juni 2012;

- Kernen Maasdonk, herziening De Bendels ongenummerd 3 woningen te Nuland, vastgesteld op 25 september 2012;

- Kernen Maasdonk, herziening Kerkstraat 16-18 Nuland, vastgesteld op 28 oktober 2014;

- Heiduinen Nuland, vastgesteld op 28 oktober 2014;

- Kernen Maasdonk, herziening Rijksweg ongenummerd naast 21 te Nuland, vastgesteld op 9 december 2014;

Vastgesteld door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch:

- Kernen Maasdonk, herziening Zandstraat 6 Nuland, vastgesteld op 12 mei 2015;

- Kernen Maasdonk, herziening Heuvelstraat 3 Nuland, vastgesteld op 1 december 2015;

- Achtersteweg 11C Nuland, vastgesteld op 26 januari 2016;

- Kerkstraat 11 Nuland, vastgesteld op 3 april 2017;

- Tweede herziening Rijksweg ongenummerd naast 21 Nuland, vastgesteld op 30 januari 2018.

Naast het bestemmingsplan is op 15 december 2015 een voorbereidingsbesluit door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch vastgesteld. Het voorbereidingsbesluit is getroffen vanwege het ontbreken van planologische bescherming van het bodemarchief, omdat de Erfverordening van Maasdonk op 1 januari 2015 bij de herindeling is komen te vervallen. Het voorbereidingsbesluit is op 12 december 2016 door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch verlengd omdat er geen ontwerpbesluit ter inzage is gelegd in de termijn dat het voorbereidingsbesluit van kracht was. Ter bescherming van de archeologische waarden is besloten het voorbereidingsbesluit te verlengen.

Het andere bestemmingsplandeel van het bestemmingsplan Kernen Maasdonk (14 februari 2006), binnen de gemeentegrenzen van de gemeente 's-Hertogenbosch betreft de Kern Vinkel. Hiervoor is een aparte procedure gevolgd.

1.5 Inhoud van de toelichting

Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. De regels en de verbeelding vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen rechtstreeks bindende werking, maar is wel van belang als verklaring en hulpmiddel voor de interpretatie en toepassing van de regels en de verbeelding.

In hoofdstuk 2 wordt de functionele en ruimtelijke structuur van Kom Nuland beschreven. Het beleidskader is opgenomen in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 wordt een planbeschrijving gegeven. In hoofdstuk 5 worden de milieu- en waardenaspecten behandeld. In hoofdstuk 6 volgt de waterparagraaf. Hoofdstuk 7 betreft de cultuurhistorische en archeologische paragraaf. In hoofdstuk 8 volgt de juridisch bestuurlijke paragraaf. In hoofdstuk 9 is de economische uitvoerbaarheid beschreven en tot slot wordt in hoofdstuk 9 de resultaten van inspraak en vooroverleg opgenomen.

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied

2.1 Ontstaansgeschiedenis

Het gebied Nuwelant

Nuland is op de oostflank van een dekzandrug ontstaan langs de doorgaande wegen van oost naar west. Ten noorden van het gebied lag het stroomgebied van de Maas. Op de overgang tussen het zand en klei ontstonden een aantal gehuchten, die over de tijd langzaam met elkaar zijn vergroeid. De mensen profiteerden van de lager gelegen vruchtbare gronden voor de landbouw en woonden zelf op de veiligere hoger gelegen gronden.

Rond 1100 begon men met bedijking van het land tegen het wassende rivierwater van de Maas. Vanaf de Dieze tot aan Oss werd van hoogte naar hoogte en langs het dekzandplateau op de grens van het stroomgebied van de Maas een dijk aangelegd. Bij Nuland wijkt de dijk, vanwege de aanwezige laagte (Laagkant) ten oosten van de kern, af naar het zuidoosten (Zomerdijk/Papendijk) om dan vervolgens ten westen van Geffen weer naar het noorden te buigen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0002.png"

De kern van Nuland lag oorspronkelijk meer ten noorden van de huidige kern, waar nu nog Heeseind, Kerkdijk, Nulandsestraat kruisen. Door de toenemende wateroverlast verdween echter de meeste bebouwing ten noorden van de dijk. Alleen de bebouwing rondom het voormalige kasteel van Geffen, in 1795 door de Fransen afgebroken, bleef behouden. In 1857 werd ook de polderkerk, die door het hoge water van de Beerse Overlaat vaak niet te gebruiken was, gesloopt. De nieuwe kerk werd binnen de dijk weer opgebouwd, aan de huidige Kerkstraat. Hier werd ook een klooster gebouwd en zijn later de belangrijkste ouderenvoorzieningen ontstaan. In 2006 zijn in het landschap de contouren van de voormalige polderkerk weer zichtbaar gemaakt. De Laagkant is tot op de dag van vandaag een open gebied met graslanden dat vrijwel geheel vrij is van bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0003.png"

Ontstaan van de kern

Op de oostflank van de dekzandrug kruisten de doorgaande wegen (oost-west) met meer noord-zuid gerichte wegen. Langs deze hoger gelegen wegen en daar waar zij elkaar kruisten ontstonden buurtschappen (bebouwingslinten). Ook nu nog zijn deze buurtschappen terug te vinden in de Nulandse structuur zoals Helschehoek, 't Heike, Schotsheuvel, Papendijk en De Terp.

Aan de rand van de kern waren verschillende voorname landhuizen te vinden zoals “Duynendael”, “Den Elsbosch”, “Hei en Wei” en “De Pelgrimsche Hoeve”. Door de tijd heen zijn deze landhuizen verdwenen. Hun namen bleven echter in de topografie voortleven.

In het midden van de 19e eeuw werd ook de nieuw aangelegde rijksweg van 's-Hertogenbosch naar Grave een belangrijke as waarlangs ontwikkelingen plaatsvonden. Eén van de belangrijkste ontwikkelingen daar was de bouw van een windmolen en aan de weg gerelateerde neringen. Hier is tot op de dag van vandaag ook de meeste bedrijvigheid van het dorp te vinden.

Na de Tweede wereldoorlog, toen Nuland wat harder ging groeien, werden woningen eerst langs straten tussen de buurtschappen gebouwd. Vanaf de jaren zeventig werd dit anders en zijn er rondom de kern enkele buurtjes met een geheel eigen ontsluitingsstructuur aangelegd.

De wederopbouw

Nuland heeft tijdens de tweede wereldoorlog veel te lijden gehad. Op 22 oktober 1944 vond de Britse hoofdaanval plaats vanuit Oss om de stad 's-Hertogenbosch te bevrijden. Deze liep via Geffen-Nuland-Rosmalen. Daarbij werd Nuland eerst door de Britten onder vuur genomen. Toen de Duitsers echter inzagen dat zij Nuland niet konden behouden, hebben zij de kerktoren opgeblazen (waarbij ook de kerk onherstelbaar is beschadigd). Om vervolgens de opmars van de Britten te vertragen, beschoten de teruggetrokken Duitsers op hun buurt vanuit Rosmalen vooral de kruisingen van doorgaande wegen in Nuland.

In deze strijd is veel van de (historische) bebouwing in Nuland vernietigd. Na de tweede Wereldoorlog is Nuland weer opgebouwd. Hiervan getuige de naoorlogse kerk en de vele wederopbouw boerderijen in en rondom de kern. Daar waar Duyn en Daelseweg, de Dorpstraat, De Zandstraat, Heuvelstraat en de Kerkstraat bij elkaar kwamen werd een nieuw plein aangelegd, het Prins Bernhardplein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0004.png"

Huidige ontwikkeling

Aan het begin van de 20ste eeuw is er een tweetal grote ontwikkelingen in Nuland gaande: ontwikkeling van woningbouwlocatie De Pelgrimsche Hoeve en vernieuwing en uitbouw van bedrijventerrein de Terp, grenzend aan de A59. Beide ontwikkelingen vallen buiten dit bestemmingsplan. Daarnaast zijn er kleinere ontwikkelingen aan de westzijde van de kern, binnen dit bestemmingsplan, voorzien. In het kader van de visie Groene Schil bestaat hier op oude agrarische gronden de mogelijkheid om in lage dichtheden te transformeren naar woningbouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0005.png"

2.2 Ruimtelijke structuur

2.2.1 Relatie plangebied met de omgeving

Nuland ligt samen met Geffen en Vinkel in het meer landelijke overgangsgebied tussen de steden 's-Hertogenbosch en Oss. Nuland ligt op een kruispunt van routes de oostelijke flank van een dekzandrug. Nuland is een dorp van aan elkaar gegroeide kleinschalige bebouwingsconcentraties, welke zich gevormd hebben langs een aantal historische linten. Deze bijzondere ligging in het buitengebied en de randen daarmee zijn bepalend voor de herkenbaarheid en karakteristiek van Nuland.

Aan de westzijde ligt Nuland op de rand van de plaatselijke dekzandrug. Deze is voornamelijk bebost met naaldbomen, maar hier liggen ook de Nulandse Heide en de Nulandse Zandverstuiving. De westrand van Nuland is hier minder rigide, maar kent in verschillende concentraties meer vrijstaande bebouwing in een bosrijke omgeving. Een geleidelijke overgang. Vroeger was dit de locatie voor de Nulandse Buitens, waarvan er nog enkele bestaan. Ook Sint-Jozefoord, oorspronkelijk een klooster nu een verpleeg- en verzorgingstehuis, is hier gelegen.

De zuidzijde van de kern is duidelijker vormgegeven omdat deze zich van oorsprong langs de Rijksweg heeft gevormd. Vanwege de hoge verkeersintensiteiten is de bebouwing hier nooit de weg “overgestoken”. De bebouwing langs de oude Rijksweg (en nu de A59) betrof voornamelijk bedrijfsbebouwing. Bij de dorpsentree van Nuland heeft van der Valk zich gevestigd.

Aan de oostzijde van de Kern worden nu de woningbouwlocatie Pelgrimsche Hoeve en bedrijventerrein de Terp herontwikkeld. Ten oosten hiervan, aan de uiterste oostzijde van de kern, liggen twee nu nog vrij liggende kernen: Schotsheuvel en Hoolstraat. Het beeld hier wordt bepaald door vrijliggende agrarische bebouwing afgewisseld met incidentele groenopstanden in de vorm van windsingels, bosjes hakhout en erf- en laanbeplanting.

Aan de noordzijde kent de kern een heldere fysieke begrenzing in de vorm van de Zomerdijk. Met uitzondering van de bebouwing rondom de kerk ligt alle bebouwing hier ten zuiden van de dijk. Dit levert een sterk contrast met het noordelijk gelegen open polderlandschap. In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het herstel en de ontsluiting van de Zomerdijk als langzaamverkeerroute en groene overgang naar het landschap. Bij verdere ontwikkeling Nuland is het belangrijk dat deze groene overgangszone naar het open landschap hersteld en versterkt wordt.

2.2.2 Ruimtelijke situatie

De structuur van Nuland is opgebouwd rondom een aantal met elkaar verbonden historische linten. Deze wegen vormen nog steeds de belangrijkste ontsluitingswegen van het dorp en zijn vrijwel overal aangeplant met bomen. Veel bebouwing langs deze linten is in de Tweede Wereldoorlog verwoest of beschadigd. In de wederopbouwperiode en daarna is weer veel gebouwd langs deze wegen. Dit heeft geleid tot een eenvoudige, maar herkenbare architectuur langs de linten. Vaak betreffen het eenvoudige volumes opgebouwd uit een laag met een kap, zonder ingewikkelde toevoegingen.

In de overgebleven ruimten tussen de linten zijn later in de loop der jaren een aantal woonbuurten aangelegd. Elk van deze woonbuurten is aangelegd volgens de toen geldende inzichten en is vaak exemplarisch voor zijn tijd. Wat deze buurten wel gemeen hebben, is dat deze vaak zijn ingevuld met vrijstaande woningen of twee-onder-een-kap woningen zijn met relatief grote kavels. Slechts in enkele gevallen zijn er in Nuland rijwoningen of appartementen terug te vinden.

Bedrijvigheid en andere voorzieningen liggen van oudsher verspreid door het dorp. Ouderenzorg bij het klooster en de winkels centraal aan de oude linten. De (agrarische) bedrijven liggen niet enkel aan de linten, maar ook vaak iets daarbuiten. Met de groei van het dorp zijn de bedrijven vaak in de knel gekomen en is er gezocht naar een alternatieve locatie aan de rand van het dorp. Om deze reden is bedrijventerrein de Terp tot ontwikkeling gekomen en zijn in het dorp zelf diverse locaties langs de oude linten herontwikkeld met woningbouw. Langs de Rijksweg is van oudsher een grotere concentratie aan bedrijvigheid te vinden. In dit gebied wordt nog steeds geïnvesteerd in verdere uitbreiding ten gunste van deze bedrijven.

2.2.3 Functionele situatie
2.2.3.1 Wonen

Kom Nuland bestaat met name uit percelen met een woonbestemming. Om tot woningbouwbeleid voor te komen, dienen de kenmerken van de bevolking en de woningvoorraad in ogenschouw te worden genomen.

Bevolking     Nuland     Gemeente Totaal  
Aantal inwoners (1-1-2016)   4.325 (3.303 Kom Nuland)   151.610  
Leeftijdsopbouw (1-1-2016)
tot 18 jaar
18 t/m 29 jaar
30 t/m 54 jaar
55 t/m 64 jaar
65 t/m 74 jaar
75 jaar en ouder    

886
589
1.357
649
414
430  

20%
14%
31%
15%
10%
10%  

20.038
18.258
38.783
13.886
10.571
7.597  

20%
15%
36%
13%
10%
17%  
Wonen     Kom Nuland absoluut   Kom Nuland relatief  
Aantal huishoudens
Aandeel 1 persoonshuishoudens
Aandeel 2 persoonshuishoudens
Aandeel 3 persoonshuishoudens
Aandeel 4 persoonshuishoudens
Aandeel 5 persoonshuishoudens   

298
475
162
251
107  

22%
36%
12%
19%
8%  
Eigendomssituatie
Koop
Huur (corporaties)    

1.003
322  

76%
24%  

Tabel 2.1. Statistische gegevens Kom Nuland / gehele gemeente per 1-1-2016

In de kom Nuland staan circa 1325 woningen. 76 % van deze woningen (1.003) zijn koopwoningen. Van de 322 huurwoningen worden er 305 door een corporatie verhuurd. De meeste woningen zijn grondgebonden. De appartementen (66 totaal) zijn voornamelijk te vinden rondom het Prins Bernhardplein.

In Nuland is veel behoefte aan woningen voor starters en ouderen. Hierin wordt actief voorzien op nieuwbouwlocatie de Pelgrimsche Hoeve,waar voornamelijk grondgebonden starterswoningen worden gerealiseerd. Bij transformatie in het bestaand stedelijk gebied is meer gestapelde bouw voorstelbaar. Deze bouw is meer geschikt voor bewoning door senioren. De gemeente stuurt niet actief op deze ontwikkelingen, maar kan hierin wel faciliteren.

Nieuwbouw voor starters wordt mogelijk gemaakt in de Pelgrimsche Hoeve, dat buiten dit bestemmingsplan valt. In dit bestemmingsplan wordt, vanwege het beheerskarakter van het plan en het doel van actualisatie transformatie van bepaalde bestemmingen naar wonen (voor starters en senioren) niet vooruitbestemd of anderszins mogelijk gemaakt. De gemeente kiest ervoor dergelijke transformaties af te wegen en te faciliteren in separate procedures toegesneden op de specifieke ontwikkeling.

2.2.3.2 Bedrijven

Veel grootschalige bedrijvigheid uit de kern van Nuland is inmiddels verplaatst naar bedrijventerrein de Terp. De achtergebleven locaties zijn vaak ontwikkeld naar woningbouw. Tegelijkertijd is er een nieuwe tendens zichtbaar waarbij meer en meer mensen vanuit huis werken. Het betreft de traditionele aan huis gebonden beroepen, maar ook een groeiend aantal nieuwe beroepen en zzp-ers.

2.2.3.3 Detailhandel

Vanuit de ontwikkeling van Nuland van een aantal gebieden met lintbebouwing naar een sterke dorpsgemeenschap is de detailhandel van oudsher verspreid over de huidige kern. De ligging langs de doorgaande wegen zorgt voor een goede bereikbaarheid. De matige concentratie zorgt ervoor dat winkels in Nuland slechts beperkt van elkaars nabijheid kunnen profiteren.

Waar in 2003 nog bijna 20 winkels aanwezig waren in Nuland is dit aantal in 2015 bijna gehalveerd. In oktober 2015 was er volgens het verkooppuntenbestand van Locatus ongeveer 1000 m2 (wvo) aan winkels voor dagelijkse boodschappen en 3500 m2 (wvo) voor niet dagelijkse boodschappen in Nuland. In totaal stond ongeveer 1000 m2 (wvo) leeg. Het overige aanbod is juist iets toegenomen. Daarbij moet gedacht worden aan horeca, cultuur en ontspanning en enkele dienstverleners.

Gelet op het sterke aanbod in de omliggende plaatsen (Geffen, Heesch, Rosmalen en Berlicum) kent de detailhandel in Nuland de eigen kern als voornaamste verzorgingsgebied.

2.2.3.4 Overige functies binnen het plangebied

In het plangebied worden verder de volgende niet-woonfuncties van elkaar onderscheiden;

- Agrarisch - Bedrijf;

- Agrarisch met waarden;

- Bedrijf - Nutsvoorziening;

- Centrum;

- Cultuur en ontspanning;

- Detailhandel;

- Groen;

- Horeca;

- Kantoor;

- Maatschappelijk;

- Recreatie;

- Sport;

- Verkeer;

- Water.

De regels van deze bestemmingen zijn uitgewerkt in de regels. In de juridisch bestuurlijke paragraaf (Hoofdstuk 8) worden de bestemmingen nader toegelicht.

2.2.4 Wegenstructuur

Oude linten vormen nog steeds de hoofdontsluiting van Nuland. Belangrijkste doorgaande route loopt Noord-Zuid van Kerkstraat, Dorpsstraat en Hoogstraat. De wegen in de bebouwde kom zijn aangewezen en ingericht als 30 kilometer gebied. De fietssnelweg F59 is aangelegd.

2.2.5 Groen- en waterstructuur

De kern Nuland kent nauwelijks open water. Alleen rondom het voormalige kasteel is dit nog enigszins beleefbaar. In de groenstructuren van Nuland is steeds de menselijke hand duidelijk herkenbaar. De waarde hiervan is afhankelijk van de ouderdom en het doel van het groen.

In het stedelijk gebied bepaalt de laanbeplanting met bomen het beeld langs de doorgaande wegen/linten. De bomen zijn vaak geplant in het openbaar gebied, maar staat in sommige situaties ook wel eens in privétuinen van bewoners. Bij het Prins Bernhardplein waar deze linten samenkomen is een inrichting voorzien met groenvakken en parkeerplaatsen. Bij de samenkomst van de Heiweg, Dorpsstraat en Hoogstraat is de ruimte ingericht als plantsoen.

De Zomerdijk/Papendijk is de oude waterkering op de overgang tussen hoog en laag. De aanplant met groenopstanden markeert deze overgang tussen de kern en het buitengebied en heeft een belangrijke ecologische en recreatieve functie.

De historische houtwallen tussen de agrarische kavels langs het spoor, ten noordwesten van de Kern Nuland hebben een grote cultuurhistorische waarde. Bij de uitbreiding van de Kern Nuland ter plaatse zijn deze houtwallen opgenomen in het wijkontwerp (onder andere Heiduinen). Deze houtwallen hebben, afhankelijk van de ligging in of aan de rand van de wijk, voornamelijk een cultuurhistorische en in mindere mate nog een ecologische betekenis. Zij maken niet langer onderdeel uit van een lineaire groenstructuur.

Tenslotte kent de kern Nuland verschillende vormen van openbaar groen in de wijken zelf in de vorm van plantsoenen, trapveldjes of blokgroen. De groengebieden direct grenzend aan de achtertuinen en zijerven staan onder druk omdat het onderhoudsniveau niet aansluit bij de ligging in een woongebied enerzijds en de omwonenden het openbaar gebied betrekken bij en inrichten als hun eigen tuin anderzijds.

2.2.6 Ecologie

Bepalend voor de ecologische structuur van Nuland is de ligging op de overgang van het rivierengebied naar het dekzandgebied. Op de grens van de hogere zandgronden en het rivierengebied is sprake van een overgangszone tussen hoog en laag, droog en nat, voedselarm en voedselrijk. Met name het gebied net ten noorden van de Kern Nuland aan de andere zijde van de Zomerdijk heeft bijzondere ecologische kenmerken. Regenwater, dat op de zandgronden valt, stroomt ondergronds naar de lager gelegen overgangszone waar het plaatselijk weer aan de oppervlakte komt (kwel). Dit water is afkomstig van enkele kilometers afstand tot aan de Belgische grens. De kwel is normaliter kalkrijk en voedselarm, waardoor een specifieke flora kan ontstaan.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Inleiding

Ieder bestemmingsplan moet worden getoetst aan rijks-, provinciaal -, regionaal - en gemeentelijk beleid. Op deze manier ontstaat er een goed beeld van het kader waarbinnen het bestemmingsplan mag worden opgesteld. Het beleidskader moet een volledig beeld opleveren van het relevante planologische beleid dat voor het gebied is vastgelegd en de ruimtelijke overwegingen die binnen dit kader zijn gedaan om tot een invulling te komen.

Het voorliggend bestemmingsplan heeft echter een conserverend karakter. Het laat geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen toe dan alleen die welke de geldende bestemmingsplannen al toe liet. De bestaande feitelijke planologische situatie wordt gehandhaafd en van een actuele regeling voorzien die aansluit bij de meest actuele wettelijke standaarden. Bij het opstellen van het geldende bestemmingsplannen is al uitgebreid stilgestaan bij het beleid van de verschillende overheidsinstanties dat tijdens de vaststelling van deze bestemmingsplannen gold. Omdat dit bestemmingsplan slechts een conserverend karakter heeft, wordt in dit hoofdstuk alleen aangegeven welk beleid van toepassing is op het gebied en de rest van de kern Nuland.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in werking getreden. Met de Structuurvisie brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid:

  • 1. een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren;
  • 2. ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie;
  • 3. ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen;
  • 4. efficiënt gebruik van de ondergrond;
  • 5. een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio’s inclusief de achterlandverbindingen;
  • 6. betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen;
  • 7. het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen;
  • 8. verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s;
  • 9. ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling;
  • 10. ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten;
  • 11. ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten;
  • 12. ruimte voor militaire terreinen en activiteiten;
  • 13. zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Het laatstgenoemde nationaal belang houdt in dat bij stedelijke ontwikkelingen de ladder van duurzame verstedelijking (zoals opgenomen in artikel 3.1.6 lid 2 Bro) dient te worden gemotiveerd.

De actualisatie van het bestemmingsplan voor de Kom van Nuland heeft geen ontwikkelingen tot gevolg en treft geen nationaal belang.

3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Dit besluit stelt eisen aan een bestemmingsplan daar waar het gaat om gebieden van nationaal belang:

  • rijksvaarwegen;
  • project Mainportontwikkeling Rotterdam;
  • kustfundament;
  • grote rivieren;
  • waddenzee en waddengebied;
  • defensie;
  • hoofdwegen en hoofdspoorwegen;
  • elektriciteitsvoorziening;
  • buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • ecologische hoofdstructuur;
  • primaire waterkeringen buiten het kustfundament;
  • IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte);
  • erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.

Kom Nuland betreft geen gebied van nationaal belang. Het Barro stelt dan ook geen extra eisen aan het bestemmingsplan plan.

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie 2010 - partiële herziening 2014

De provinciale Structuurvisie ruimtelijke ordening 2010 geeft in hoofdlijnen het ruimtelijk beleid van de provincie Noord Brabant weer tot en met het jaar 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening haar biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch, mobiliteits-, sociaal, cultureel, milieu- en natuurbeleid. Met deze structuurvisie geeft de provincie ook (mede) gestalte aan nationale ruimtelijke belangen en doelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0006.png"

Afbeelding 3.1: uitsnede provinciale structuurvisie

De Meierij maakt volgens het gebiedspaspoort onderdeel uit van het dekzandplateau. Het gebied bestaat uit verschillende dekzandruggen, afgewisseld door dekzandvlaktes. Over grote oppervlakten ligt Brabants leem in de ondergrond. Aan de noordkant wordt het gebied begrensd door de grote en brede oost-west lopende dekzandrug tussen Oss en Waalwijk. Beken stroomden vanuit zuid naar het noordoosten richting de laagten van het huidige Dommeldal. In het oosten ligt het dal van de rivier de Aa. Deze beek wordt gevoed vanuit het Peelhorstgebied en de daar aanwezige veenmoerassen.

In de Meierij is een kleinschalig mozaïek ontstaan van oude en jonge ontginningslandschappen afgewisseld met woeste gronden. De woeste gronden werden, voor de introductie van de kunstmest, gebruikt voor beweiding door vee. De oude ontginningen bestaan uit dorpen met oude akkercomplexen en broekgebieden in de laagten met waterlopen en de beken. Op de hogere gronden langs beken zoals de Dommel en de Aa met hun zijlopen is bebouwing ontstaan in de vorm van linten, dorpen en gehuchten. Vanuit deze bebouwing is de ontginning van de omliggende gronden min of meer organisch gegroeid. Vinkel ligt volgens de provinciale structuurvisie in het mozaïek landschap en is een kern in het landelijk gebied.

De kernen in Noord-Brabant hebben elk hun eigen karakter en relatie met het Brabantse landschap. De grotere kernen hebben door hun grotere regionale betekenis meer groei doorgemaakt. Sommige kernen hebben hun dorpse karakter grotendeels verloren en hebben een suburbaan karakter ontwikkeld. De kleinere kernen maken meer deel uit van het omliggende landschap en hebben nog een natuurlijke overgang richting het landschap. Dit verschil in ontwikkeling heeft geleid tot de meer suburbane kernen, de dorpen en de plattelandskernen.

Het beleid van de provincie is in het algemeen dat in de landelijke kernen met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking alleen de lokale behoefte voor verstedelijking wordt opgevangen. Dit geldt voor wonen, werken en voorzieningen. In overleg met de gemeenten worden de regionale verbanden voor wonen en werken bepaald. Deze kunnen verschillend van omvang zijn voor de thema's wonen, werken en voorzieningen. Bij het zoeken naar ruimte voor nieuwe verstedelijking is zorgvuldig ruimtegebruik voorwaarde.

Over de ruimtelijke kwaliteit is de provincie van mening dat de gemeenten in hun ruimtelijke plannen aandacht moeten bieden aan de wijze waarop stedelijke ontwikkelingen het eigen karakter van de kernen en de relatie met het landschap kunnen versterken. De stedelijke ontwikkelingen moeten qua maat en schaal bij de kern passen. De ontwerpopgave hangt daarnaast samen met de historische gegroeide identiteit van de kern en omliggend landschap en met de fase van verstedelijking van de kern (suburbaan, dorps of plattelandskern). De kern Nuland is geleidelijk gegroeid maar heeft haar dorpse karakter behouden en kan om die reden als dorpse kern worden beschouwd.

Er is ruimte beschikbaar voor bijzondere verbeterprojecten van enige omvang. Het gaat om kwalitatieve verbeteringen in bestaand stedelijk gebied zoals het saneren van milieuhinderlijke bedrijvigheid in de kern en het behouden van vrijkomende cultuurhistorisch waardevolle complexen. Regionale afstemming vindt plaats in de regionale agenda's voor wonen.

Voor werklocatie hanteert de provincie in de kernen in het landelijk gebied als uitgangspunt dat alleen bedrijven worden gevestigd die qua aard, schaal en functie in de omgeving passen. Gemeenten hebben ruimte voor vestiging van kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid. Als doorgroei van bedrijven er toe leidt dat deze qua aard, schaal of functie niet meer passen in de omgeving, wil de provincie dat deze worden opgevangen op een daarvoor geschikt bedrijventerrein in het stedelijk concentratiegebied.

In de kernen in het landelijk gebied hanteert de provincie als uitgangspunt dat er alleen voorzieningen worden gevestigd die qua aard, schaal en functie in deze kernen passen. Dit zijn voorzieningen met een lokaal verzorgingsgebied.

Om de ambities zoals genoemd in de structuurvisie juridisch veilig te stellen heeft de provincie de verordening Ruimte opgesteld. De verordening is de juridische vertaling van de structuurvisie.

Het plangebied ligt voor een groot gedeelte binnen de aanduiding "Stedelijk concentratiegebied''. Gedeeltelijk ligt het daarnaast binnen de aanduidingen "zoekgebied verstedelijking" en "gemengd landelijk gebied". Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk.

3.3.2 Verordening ruimte 2014

Volgens de provinciale Verordening ruimte ligt de kern Nuland binnen de aanduiding “bestaand stedelijk gebied”. De provincie onderscheidt binnen de stedelijke structuur 'stedelijk concentratiegebied' en 'kernen in het landelijk gebied'. Nuland is in de verordening aangeduid als ''stedelijk concentratiegebied''.

Het beleid van de provincie is er op gericht om stedelijke ontwikkeling in stedelijke concentratiegebieden te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en culturele motor te scheppen en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de stedelijke concentratiegebieden.

Hoofdregel van het beleid is dat stedelijke ontwikkeling binnen het bestaand stedelijk gebied plaatsvindt. Alleen als daarvoor geen mogelijkheden bestaan, kan een stedelijke ontwikkeling buiten het bestaande stedelijke gebied plaatsvinden binnen daarvoor in de verordening aangeduide zoekgebieden (Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling in landelijk gebied).

De provincie ziet de stedelijke concentratiegebieden en de daarbij behorende zoekgebieden als ruimtelijk samenhangende verstedelijkte gebieden. Binnen deze gebieden liggen mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Bij de begrenzing van de concentratiegebieden is aangesloten op bestaande, veelal historisch gegroeide, grote stedelijke concentraties en de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Daarnaast is de ligging aan belangrijke wegen, spoorwegen en vaarwater van belang omdat de stedelijke concentraties ook in de toekomst goed bereikbaar moeten zijn. De gebieden zijn zo ruim dat ze de komende 20 à 25 jaar voorzien in de ruimtebehoefte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0007.png"

Afbeelding 3.2: Uitsnede Verordening Ruimte 2014

De provincie hanteert als uitgangspunt dat grote bedrijven niet passen in kernen in landelijk gebied. Bij doorgroei tot een groot bedrijf dat naar zijn aard, omvang en functie niet langer in landelijk gebied past, is verplaatsing gewenst naar een bedrijventerrein in stedelijk concentratiegebied of op de speciaal aangewezen regionale bedrijventerreinen. Deze terreinen zijn speciaal aangewezen in die delen van het landelijk gebied die op grote(re) afstand liggen van stedelijk concentratiegebied.

Waar mogelijk zal de provincie gewenste ontwikkelingen stimuleren en ongewenste ontwikkelingen tegengaan. Om te voorkomen dat verhouding tussen de schaal van het bedrijf en die van zijn omgeving wordt verstoord, geldt voor bedrijven in kernen een maximum kavelgrootte van 5.000m². Maatwerk is echter mogelijk; gemeenten hebben een zekere mate van vrijheid om bestaande, grote bedrijven te laten groeien. Bij een voorgenomen uitbreiding of vestiging van een bedrijf dat groter is of wordt dan 5.000m², is een specifieke afweging nodig.

Het plangebied ligt volgens de Verordening ruimte grotedeels binnen de aanduiding "bestaand stedelijk gebied, kern in landelijk gebied". Het bestemmingsplan is een conserverend plan dat geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt.

Veehouderijbeleid

Uit artikel 4.11, 25 en 34 van de Verordening ruimte blijkt dat voor de bestaande veehouderijen binnen het bestemmingsplan Kom Nuland, de rechtstreeks werkende regels van de provincie van toepassing zijn. In dergelijke gebieden geldt sinds 1 oktober 2010 (vergaande) beperkingen voor intensieve veehouderijen, ook wel bekend als het 'slot op de muur'. Doel is om een verdere intensivering vanwege ontwikkelingen in de veehouderij in de aangeduide gebied tegen te gaan.

In dit bestemmingsplan is in artikel 3 Agrarisch - Bedrijf, rekening gehouden met de Verordening ruimte. De bestaande veehouderijen zijn positief bestemd, echter is het uitgangspunt dat vestiging, uitbreiding en omschakeling ten behoeve van een veehouderij niet is toegestaan.

3.4 Gemeentelijk Beleid

3.4.1 Visie Groene Schil

In de structuurvisie van 21 april 2009 heeft de voormalige gemeente Maasdonk in nauw overleg met de provincie een visie op de ontwikkeling van de randen van Nuland opgesteld. Met de ontwikkeling van deze Groene Schil zijn de volgende doelstellingen beoogd: verbeteren ruimtelijke kwaliteit, vormgeven van de dorpsranden / het uitloopgebied van Nuland en vormgeven van de dorpsentree. De kwaliteitsslag wordt bereikt door de aanleg van grootschalige groenstructuren / parken, de reconstructie van oude linten en dijken en de verplaatsing en sloop van (agrarische) bedrijven in het plangebied. De hiervoor benodigde middelen worden vrijgemaakt door het toevoegen van (woningbouw)programma in deze gebieden. Realisatie van de visie is daarmee afhankelijk van de grondeigenaren in het gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0008.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0009.png"

Aan de noordrand van Nuland, ten noorden van de Zomerdijk/Papendijk zijjn geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gewenst. De Structuurvisie Groene Schil Nuland beschrijft in samenhang een aparte ontwikkelingsrichting voor de oost-, de west- en de zuidrand van Nuland. De west- en zuidrand van Nuland vallen binnen dit bestemmingsplan en zijn hieronder kort beschreven.

Westrand

De Westrand vormt de overgang tussen de bossen rond Sint Jozefsoord en de kom van Nuland. De visie voor de Westrand komt voort uit de oorspronkelijke Structuurvisie Westrand Nuland Gemeente Maasdonk van 15 mei 2008, die op advies van de Provinciaal Planologische Commissie (PPC) is opgesteld. Daarbij is tevens invulling gegeven aan de aanduiding “integratie stad–land” zoals deze toentertijd is omschreven in het provinciale uitwerkingsplan Waalboss.

In de Structuurvisie geeft de gemeente aan, hoe zij in de gebieden, die in het uitwerkingsplan “Waalboss” de aanduiding “integratie stad-land” hebben gekregen, nieuwe stedelijke en landschappelijke ontwikkelingen gelijktijdig en in samenhang met elkaar wil ontwikkelen. Dit houdt in: versterking van de natuur en landschappelijke waarden in combinatie met incidentele woningbouw.

Ingevolge het provinciaal Streekplan ligt het gehele gebied in de 25-jaarszone van het grond-waterbeschermingsgebied rondom de waterwinning van Nuland. Binnen deze zone is volgens de provincie incidentele bebouwing mogelijk, mits voldaan wordt aan de eisen en regels van de Provinciale Milieuverordening. Naar mening van de provincie is met het aantal beoogde woningen in de visie het maximum aantal bereikt. De concrete bestemmingsplannen dan wel bouwplannen in de Westrand moeten voldoen aan de eisen vanuit de Provinciale Milieuverordening en door de waterbeheerder gesteld aan dit soort plannen binnen de 25-jaarsbeschermingszone voor een zeer kwetsbare grondwaterwinning. De aanduiding is ook meegenomen in dit geactualiseerd bestemmingsplan.

Zuidrand

In de Structuurvisie Groene Schil Nuland zijn oorspronkelijk aan de zuidelijke rand aan de parallelweg langs de A59 bedrijvigheid en kantoorfuncties gedacht. De provincie heeft echter duidelijk aangegeven dat hiermee het provinciaal belang wordt geschaad en dat er hier geen behoefte is aan nieuwvestiging van een dergelijk programma. Nieuwe bedrijvigheid dient te worden gehuisvest op bedrijventerrein de Terp en op het nieuwebedrijventerrein Heesch-West, aan de andere zijde van de A59.

Oostrand

In het uitwerkingsplan Waalboss is het gebied tussen Geffen en Nuland aangemerkt als landschapsontwikkelingszone / landschapsecologische zone. In de voormalige gemeente Maasdonk is dit gebied verder uitgewerkt in het landschapsplan Visie Geffen–Nuland. Dit plan is vertaald in het bestemmingsplan Buitengebied en valt buiten dit bestemmingsplan Kom Nuland.

Conclusie

De visie Groene Schil Nuland staat versterking van landschappelijke waarden voor, gefinancierd uit particuliere initiatieven. In dit bestemmingsplan zijn reeds gerealiseerde of vergunde initiatieven opgenomen in de geactualiseerde bestemmingsplanverbeelding. Verder zijn in dit geactualiseerde plan de bestaande bestemmingen overgenomen uit de bestemmingsplannen Kernen Maasdonk en Buitengebied Maasdonk. Toekomstige ontwikkelingen die met de uitvoering van de visie Groene Schil gemoeid gaan, zullen per initiatief en met een aparte procedure worden geregeld binnen de kaders van de visie. Voor de Westrand is toegezegd dat er niet meer woningen zullen worden gebouwd dan in de Visie is voorgesteld.

3.4.2 Nota Wonen

Het woonbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vastgelegd in de Nota Wonen 2012 die is vastgesteld door de gemeenteraad op 11 september 2012. De ambitie voor het woonbeleid van 's-Hertogenbosch is het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus zodat mensen naar tevredenheid in onze stad kunnen wonen en leven. Er wordt gestreefd naar een stad waar voldoende, betaalbare en passende woningen zijn en voldoende keuzemogelijkheden in gevarieerde en sterke buurten waarin mensen zich thuis kunnen voelen.

Deze ambitie is in de nota Wonen 2012 uitgewerkt in vier speerpunten van beleid: voldoende woningen, betaalbaar wonen, passend wonen, in sterke en vitale buurten.

De beleidsinzet van de gemeente voor woningbouw is dan als volgt:

  • voorzien in de toekomstige woningbehoefte door te streven naar de realisatie van gemiddeld 700 (met een bandbreedte van 500 tot 800) nieuwe woningen per jaar in de periode tot 2030;
  • voorzien in de behoefte aan voldoende betaalbaar wonen voor specifieke doelgroepen door minimaal 25% van de nieuwbouw in het sociale segment (huur en koop) te realiseren. Dit percentage kan per woningbouwlocatie verschillen, van maatwerk kan sprake zijn;
  • het vergroten van de woningdifferentiatie en -variatie in buurten en wijken, waardoor enerzijds het soms eenzijdige woningaanbod in buurten wordt doorbroken en anderzijds de keuzemogelijkheden voor woonconsumenten worden vergroot.
  • het innemen van een positieve en proactieve houding t.o.v. (kansrijke) initiatieven, door (binnen wettelijke kaders) meer ruimte te bieden, meer flexibiliteit en maatwerk te leveren bij bouwplanontwikkeling;
  • woonconsumenten meer mogelijkheden geven om hun woonwensen te realiseren door middel van o.a. (collectief) particulier opdrachtgeverschap.

Het voorliggend bestemmingsplan conserveert de bestaande planologisch juridische situatie binnen het plangebied en laat geen nieuwe ontwikkelingen toe. De bestaande woningen zijn positief bestemd. Het bestaande aantal woningen is dan ook het uitgangpunt. Het bestemmingsplan laat geen splitsing van woningen toe.

In het bestemmingsplan zijn de bestaande woningen als zodanig bestemd.

3.4.3 Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan (de GVVp)

De voormalige gemeente Maasdonk heeft alle wegen duurzaam veilig gecategoriseerd. Daarom vallen alle wegen binnen de bebouwde kom binnen een 30 km/uur regime. In bestaande woonwijken heeft dit o.a. geleid tot herinrichting van de straten of aanleg van extra snelheidsbeperkende voorzieningen. De wegen in de kern Nuland zijn reeds in de ontwerpfase dusdanig vormgegeven zodat zonder of met zo min mogelijk kunstmatige snelheidsbeperkende maatregelen getroffen waardoor aan dit 30 km/uur regime kan worden voldaan.

3.4.4 Nota Parkeernormering 2016

Voor ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft de gemeente 's-Hertogenbosch een eigen parkeernormenbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in de nota Parkeernormen, dat is vastgesteld d.d. 21 september 2016. De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie en per stadsdeel gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw.

In het bestemmingsplan Kom Nuland is het beleid uit de Nota Parkeernormen indirect vertaald. In het bestemmingsplan zijn algemene regels gesteld dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Hierbij worden de normen van de Nota Parkeernormen gehanteerd. Als de beleidsregels ten opzichte van parkeren worden gewijzigd, moet volgens de regels bij nieuwe ontwikkelingen met die wijziging rekening gehouden.

3.4.5 Prostitutiebeleid

In hoofdstuk 3 van de A.P.V. is het gemeentelijk prostitutiebeleid verwoord, voor zover dat in het kader van de algemene plaatselijke verordening van toepassing is.

In de regels van het bestemmingsplan is de vestiging van een seksinrichting uitgesloten, behalve daar waar de aanduiding 'seksinrichting' is gebruikt. Dit is ter plaatse van Rijksweg 27.

3.4.6 Antenne-installaties

Het beleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is neergelegd in de Beleidsnotitie GSM antennemasten en vertaald in een zoneringskaart voor GSM/antenne-installaties. Er zijn drie gebieden te onderscheiden, namelijk gebieden waar dergelijke installaties zonder uitzondering niet zijn toegestaan, gebieden waar zij niet zijn toegestaan, tenzij, en gebieden en zones waar antenne-installaties zijn toegestaan.

Gebieden waar zonder uitzondering geen GSM/antenne-installaties zijn toegestaan, betreffen landschappelijk waardevolle gebieden en natuurzones. In verband met de kwetsbaarheid van de historische delen van de gemeente wordt voorgesteld die delen die zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht geen GSM/antenne-installaties toe te staan, tenzij de welstands- en monumentencommissie positief adviseren, in die zin dat wordt voldaan aan hoge eisen van welstand. De richtlijnen van de Rijksdienst voor Monumentenzorg vormen mede een leidraad bij de plaatsing van installaties op of aan monumenten.

Gebieden waar GSM/antenne-installaties zijn toegestaan (op basis van een positief advies welstands-/monumentencommissie (redelijke eisen van welstand)), betreft:

  • op portalen van hoofdautowegen en de zone aan weerszijden van en 100 meter uit de as van de weg;
  • op portalen van de Nederlandse Spoorwegen;
  • op hoogspanningsmasten;
  • binnen de zone aan weerszijden van en 50 meter uit de as van wijkontsluitingswegen zoals aangeduid op de zoneringskaart;
  • bedrijven- en/of kantorenterreinen.

Er zal terughoudend worden omgegaan met plaatsing van antenne-installaties binnen woongebieden.

Site-sharing is inmiddels van hoger hand waar mogelijk verplicht gesteld aan de aanbieders van mobiele telefonie, zodat het aantal antenne-installaties kan worden beperkt.

3.4.7 Detailhandel

In het detailhandelsbeleid voor Nuland en Vinkel, vastgesteld op 11 juli 2017 door de gemeenteraad 's-Hertogenbosch, zijn er voor Nuland en Vinkel concentratiegebieden aangewezen. Voor Nuland houdt dat in dat deze kern getypeerd wordt als buurtwinkelcentrum. De vestiging van winkels en dorpsvoorzieningen vindt plaats in het concentratiegebied. Dit concentratiegebied omvat volgens het besluit in Nuland het Prins Bernardplein en de aansluitende Kerkstraat tot aan de supermarkt Albert Heijn alsmede het plein rond de Sint Janskerk en aansluitende delen van de Kerkstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0010.png"

De concentratiegebieden zijn ingesteld om winkels zoveel mogelijk te concentreren en zo van elkaars aanwezigheid te laten profiteren. Dit vergroot het perspectief voor de ondernemers en versterkt de leefbaarheid en ontmoetingsfunctie voor de bevolking. Vestiging van nieuwe initiatieven of verplaatsen van detailhandel en centrumvoorzieningen, vindt daarom in deze gebieden plaats.

Buiten het concentratiegebied is de aanwezigheid van detailhandel en aanverwante voorzieningen niet structuurbepalend. De rechten van bestaande detailhandel buiten het concentratiegebied worden wel gerespecteerd. Invulling van leegstaande of leegkomende (winkel)panden met andere dan winkel- of centrumfuncties is buiten het concentratiegebied mogelijk. Per geval zal dit worden beoordeeld.

3.4.8 Nota Grondbeleid

In de Nota Grondbeleid 2005 (februari 2005) stelde de gemeenteraad primair de kaders vast voor het door het college te voeren grondbeleid. Grondbeleid wordt door de gemeente 's-Hertogenbosch gezien als het beleid dat, ten behoeve van de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, streeft naar het creëren van ruimte voor wonen, werken, winkelen en recreëren in zowel uitleggebieden als bestaand stedelijk gebied, door het oppakken of ondersteunen van concrete ontwikkelinitiatieven.

In de Nota Grondbeleid zijn vastgelegd: de kaders voor actief en passief grondbeleid, het prijsbeleid, de financiële grondslagen, het risicomanagement en de mate waarin voorzieningen worden opgenomen in de grondexploitatie.

In het hoofdstuk 9 'Economische uitvoerbaarheid' wordt aandacht besteed aan de financieel-economische uitvoerbaarheid van dit plan.

3.4.9 Welstandsnota

Op 11 oktober heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch besloten om de Maasdonkse Welstandsnota in 2017 en verdere jaren in afwachting van de implementatie in het kader van de Omgevingswet in stand te houden.

Om te voorkomen dat voor Nuland en Vinkel geen welstandsbeleid geldt blijft de Maasdonkse Welstandsnota in 2017 en volgende jaren in stand. Dit in afwachting van implementatie van het welstandsbeleid in het kader van de Omgevingswet.

De Welstandsnota van de gemeente Maasdonk uit 2004 is dus nog steeds op Kom Nuland van toepassing. Bij een ontwikkeling binnen dit gebied zal getoetst worden aan deze nota.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Beheersplan

Bestemmingsplan Kom Nuland legt de situatie vast die feitelijk of juridisch-planologisch bestaat en maakt in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Dit betekent niet dat er helemaal geen mogelijkheden zijn tot functieverandering. Het huidige bestemmingsplan laat al enige vrijheid toe. De bestaande functieveranderingsmogelijkheden van de vigerende bestemmingsplannen zijn zoveel als mogelijk overgenomen in het onderhavige bestemmingsplan.

Uitgangspunt van het bestemmingsplan Kom Nuland is en blijft: het behouden en, zo nodig, versterken van de woonfuncties in de kern.

Hoofdstuk 5 Milieu-aspecten

5.1 Milieu, Veiligheid en duurzaamheid

Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien de beleidsvelden naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling, dient onderzocht te worden welke milieuaspecten daarbij een rol kunnen spelen. Het is daarnaast van belang om nieuwe milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.

In dit hoofdstuk worden de milieuaspecten beschreven. Het bestemmingsplan is een beheersplan, dat inhoudt dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in dit plan niet mogelijk worden gemaakt. Voor de reeds bestaande situaties vindt daarom ook geen afweging plaats ten aanzien van de diverse milieu-items. Wel is het beheersplan gebaseerd op de meest actuele toepasselijke milieuregelgeving en richtlijnen. Landelijke regels (zoals het 'Besluit externe Veiligheid voor Inrichtingen' of 'besluit externe veiligheid buisleidingen') kunnen in de loop der tijd zodanig zijn gewijzigd of van kracht zijn geworden dat ze een doorwerking hebben in vigerende bestemmingsplannen. Indien dit het geval is worden deze bij de aspecten nader beschouwd.

5.2 Geluid

De beoordeling van het aspect geluid in ruimtelijke plannen vindt zijn grondslag in de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. Daarnaast vindt de beoordeling zijn grondslag in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op grond van een 'goed woon- en leefklimaat'. Het aspect geluid kent voor een aantal bestemmingen (zoals wonen) in combinatie met een aantal typen geluidsbronnen een wettelijk kader die van belang zijn bij het nieuwe ontwikkelingen in ruimtelijke plannen.

Omdat er in het plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is het niet noodzakelijk akoestisch onderzoek te verrichten. In deze paragraaf is een kwalitatieve beschrijving van de akoestische situatie opgenomen.

5.2.1 Geluid afkomstig van bedrijven

Het plangebied omvat de kern van Nuland, binnen de gemeente 's-Hertogenbosch. Naast vele woningen bevinden zich diverse functies als detailhandel, maatschappelijke organisaties, horeca, lichte en agrarische bedrijvigheid binnen dit gebied. Deze aanwezige functies zijn qua hinder passend in dit gemengde gebied en wordt via de milieuwetgeving gereguleerd.

5.2.2 Geluid afkomstig van wegverkeer

Geluid als gevolg van verkeersbewegingen komt met name van het verkeer over de doorgaande straten zoals de Hoogstraat, Kerkstraat, Dorpsstraat en Zandstraat. In het grootste deel van dit gebied geldt een snelheidsregime van 30 km/h dat (naast de verkeersveiligheid) de geluidsbelasting ten goede komt. In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen opgenomen, die een nadere afweging van de akoestische belasting vereisen.

Het spreekt voor zich dat in het geval van toekomstige functiewijzigingen, de geluidsbelasting onderdeel uitmaakt van de beoordeling van dergelijke initiatieven. Voor dergelijke initiatieven worden de daarvoor nodige procedures en wettelijke bepalingen gevolgd.

5.3 Bodem

Bij het opstellen van bestemmingsplannen of het wijzigen daarvan is altijd de hoofdvraag of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik van die bodem en hoe deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit als gevolg van aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag de bodemkwaliteit niet verslechteren door grondverzet (bijvoorbeeld graafwerkzaamheden). Uit beschikbare gegevens van de gemeente 's-Hertogenbosch blijkt dat op dit moment in het gebied van het bestemmingsplan "Kom Nuland" geen locaties bekend zijn waar op korte termijn een sanering in het kader van de Wet bodembescherming dient plaats te vinden.

Onderhavig bestemmingsplan heeft in het geheel betrekking op het conserveren van een bestaande situatie. Voor de bestaande situatie is in principe geen bodemonderzoek noodzakelijk. Wanneer binnen het conserverend bestemmingsplan (incidenteel) nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn dient nader onderzoek te worden uitgevoerd naar de bodemgesteldheid. In eerste instantie moet minimaal een historisch onderzoek van de locatie, die van bestemming verandert, en de directe omgeving ervan worden uitgevoerd. Mocht uit het historisch onderzoek blijken dat de locatie verdacht is, dan dient alsnog een bodemonderzoek te worden uitgevoerd.

Als er binnen het conserverend bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn dient - ook zonder dat daarvoor een bestemmingsplanwijziging moet plaatsvinden - altijd een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. In dit bestemmingsplan is dat echter niet het geval.

Bij een eventuele toekomstige herinrichting van het gebied en daarmee gepaard grondverzet, dient vrijkomende grond te worden behandeld conform het Besluit bodemkwaliteit.

5.4 Luchtkwaliteit

Bij lucht gaat het enerzijds om de productie van luchtverontreiniging als gevolg van nieuwe plannen – waarop de luchtkwaliteitseisen van de Wet Milieubeheer van toepassing zijn – als om de zorg van kwetsbare functies in luchtbelaste zones uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Via wet- en regelgeving wordt een goede luchtkwaliteit gereguleerd om burgers te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van luchtverontreiniging. Hiertoe zijn normen opgenomen die gelden bij gevoelige objecten zoals woningen. De normen voor luchtkwaliteit staan in de Wet milieubeheer onder titel 5.2 (luchtkwaliteitseisen).

Binnen het plangebied worden geen directe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, zodat een luchtonderzoek of toets aan de geldende grenswaarden hier niet aan de orde is. Voor wat betreft de kwaliteit van de lucht blijkt uit het gemeentelijk luchtsoftware programma 'PROMIL-Spatial' dat de aanwezige concentraties van de 2 relevante stoffen NO2 (stikstofdioxide) en PM10 (fijnstof) voor beiden onder 25 microgram/m3 (jaargemiddeld) liggen. Hiermee liggen de concentraties ver onder de wettelijke grenswaarden (van 40 micogram/m3). Ook zal daarom de optredende concentratie van het fijnere fractie van PM10, namelijk PM2,5 ruim onder de daarvoor geldende grenswaarde liggen. De luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied is daarmee goed te noemen voor de bestaande woningen.

5.5 Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op het beheersen van risico's die samenhangen met activiteiten en handelingen met gevaarlijke stoffen. Het kan hierbij gaan om inrichtingen (bedrijven) waarin gevaarlijke stoffen worden gebruikt of opgeslagen, maar ook door het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, water, spoor of ondergrondse buisleidingen.

5.5.1 Toetsingskader

De normering van risico's is tweeledig, namelijk een grenswaarde (strikte wettelijke norm) voor het Plaatsgebonden risico (PR) en de oriëntatiewaarde van het Groepsrisico (GR). Zowel het PR als GR zijn een maat voor de veiligheidsrisico's op de leefomgeving, waarbij het PR is te vertalen naar een veiligheidsafstand waarbij wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarde van 1 kans op de 1 miljoen jaar dan men komt te overlijden als gevolg van een calamiteit of ramp met gevaarlijke stoffen. Het GR is daarentegen de kans dat grotere groepen slachtoffers vallen en is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Voor het GR geldt een oriënterende waarde van 1. Een toename of overschrijding van de zogenaamde oriëntatiewaarde van het GR dient verantwoord te worden.

5.5.2 Plaatsgebonden risico

Bedrijven

CNG-tankstation Rijksweg 40

Een tankstation met CNG valt onder het Activiteitenbesluit. Door de wetgever is ervoor gekozen in het Activiteitenbesluit enkel veiligheidsafstanden op te nemen omdat veel risicovolle situaties niet aanwezig zijn bij een CNG tankstation. CNG wordt aangevoerd via een buisleiding en niet via tankauto's. Risico's als los-en laadhandelingen en gevulde tankauto's zijn hier niet aan de orde. Om deze reden wordt voor de brandstof CNG het risico niet berekend, maar is aangesloten bij het Activiteitenbesluit. Een groepsrisicoberekening maakt hier geen onderdeel van uit.

Voor het overige zijn er in het plangebied geen risicovolle bedrijven en/of ondergrondse buisleidingen aanwezig.

Transport A59

Over de rijksweg A59 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Uit een inventarisatie naar het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeente 's-Hertogenbosch en berekeningen ten behoeve van het Basisnet Weg is gebleken dat er geen knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico zijn rond de genoemde weg. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico van de A59 wordt ter hoogte van 's-Hertogenbosch nergens overschreden. Voor de A59 is in het kader van het Basisnet geen veiligheidszone vastgesteld, wat inhoudt dat geen beperkingen worden opgelegd aan ruimtelijke ontwikkelingen in de directe nabijheid van deze wegen. Van een plasbrandaandachtsgebied is bij deze weg ook geen sprake.

Spoor

Over de spoorlijn die het plangebied aan de noordzijde begrenst, vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Uit een berekening van het plaatsgebonden risico vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, uitgevoerd ten behoeve van een andere ruimtelijke ontwikkeling, volgt dat er geen plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar buiten het spoortracé optreedt. Het wettelijk vereiste niveau van basisbescherming wordt hiermee geboden. Het groepsrisico neemt als gevolg van de planologische actualisatie niet toe. Zowel in de huidige situatie als de toekomstige situatie ligt het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde. Vanuit het plaatsgebonden risico en het groepsrisico zijn er derhalve geen belemmering voor de actualisatie van het bestemmingsplan.

5.5.3 Groepsrisico (GR)

Aangezien risicobronnen afwezig zijn ligt het GR binnen het plangebied vanzelfsprekend onder de oriënterende waarde van 1. Binnen het plangebied vinden geen ontwikkelingen plaats die het GR zouden kunnen beïnvloeden. Derhalve hoeft geen onderzoek of verantwoording van het GR plaats te vinden. Indien zulke initiatieven zich voordoen, worden de daarvoor nodige procedures en wettelijke bepalingen gevolgd. Een advies aan de Veiligheidsregio voor dit plan is niet relevant en derhalve ook niet gevraagd.

5.5.4 Conclusie extrene veiligheid

De externe veiligheid vormt geen belemmering voor onderhavig conserverend bestemmingsplan.

5.6 Bedrijvigheid en milieuzonering

Naast bedrijven op bedrijventerreinen komen verspreid over het plangebied van oudsher verschillende bedrijven voor. Deze bedrijven zijn, voor zover legaal aanwezig en/of ruimtelijk en stedenbouwkundig inpasbaar, positief bestemd met een specifieke aanduiding van het bedrijfstype. In alle gevallen gaat het om bedrijven in milieucategorie 1, 2 of 3 volgens de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" uit 2009. Zwaardere bedrijven komen niet voor. Het merendeel van de bedrijven is bovendien gevestigd in de oude dorpslinten, waar reeds een menging van functies aanwezig is. Ten aanzien van de bestaande bedrijven doen zich geen onaanvaardbare knelpunten vanuit milieuhygiënische oogpunt voor. Bij initiatieven tot nieuwe bedrijvigheid (met name aan huis gebonden bedrijven) dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele hindercirkels en de indicatieve afstanden zoals deze zijn opgenomen in de VNG-uitgave "Bedrijven en Milieuzonering". Daarbij gelden voor bedrijfsactiviteiten diverse regels en normen (volgens het “Besluit Algemene Regels voor inrichtingen milieubeheer”) om hinder en milieugevaar te voorkomen. Nieuwe bedrijfsmatige activiteiten worden met dit plan niet mogelijk gemaakt. Het spreekt voor zich dat in het geval van toekomstige andere bedrijfsmatige functies, het eventuele hinderaspect onderdeel uitmaakt van de beoordeling van een dergelijk initiatief. Voor zulke initiatieven worden de daarvoor nodige procedures en wettelijke bepalingen gevolgd. Uitgangspunt hierbij is dat hinder bij woningen voorkomen dient te worden en de belangen van bedrijven niet worden geschaad, c.q. hun activiteiten kunnen uitoefenen binnen de gangbare milieuvoorschriften.

5.7 Geur

De binnen en buiten het plangebied aanwezige agrarische bedrijvigheid veroorzaakt geur in meer of mindere mate. In onderhavig plan worden geen meer of andere ontwikkelingen mogelijk gemaakt dan reeds bestemd, zodat een toetsing van het aspect geur aan normen of richtlijnen hier formeel niet aan de orde is. Wel wordt hier de mate van woon- en leefklimaat beschreven. Voor de herziening van de geurverordening (op grond van de Wet geurhinder en Veehouderij) in 2011 van voormalig gemeente Maasdonk is de geurbelasting in beeld gebracht (achtergrond) van alle aanwezige relevante agrarische bedrijvigheid. Deze situatie is in beeld gebracht voor zowel de huidige situatie conform de geldende agrarische milieuvergunningen, alsook voor de toekomstige situatie, waarbij de veehouderijen zijn gegroeid tot hun maximale omvang. Deze maximale omvang is bepaald door de ligging en de geurnorm van bestaande geurgevoelige objecten die in de omgeving zijn gelegen of door de maximale waarde voor de geuremissie die als plafond is ingesteld. Veehouderijen die zijn gelegen in een extensiveringsgebied hebben geen groeimogelijkheden.

Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen bij agrarische bedrijven zullen de wettelijke bepalingen en nodige procedures worden gevolg alsook worden aangesloten bij het gemeente geurbeleid. Binnen het plangebied zijn enkele agrarische bedrijven gesitueerd. In onderstaande tabel is de omvang van de stankcirkels voor deze bedrijven weergegeven.

Adres   Plaats   Stankcirkel  
Duyn en Daelseweg 19   Nuland   100 meter  

Binnen deze stankcirkels zijn geen stankgevoelige objecten (waaronder woningen) toegestaan. Het bestemmingsplan voorziet daarin ook niet rechtstreeks.

Geur vormt geen belemmering voor onderhavig conserverend plan.

5.8 Energie en duurzaamheid

Het Rijk heeft ambitieuze klimaatdoelen gesteld die via diverse convenanten en akkoorden (zowel met het bevoegd gezag, bedrijfsleven en marktpartijen) zijn geborgd. Deze doelen zijn vast gelegd in het 'nationaal energiebeleid' en komen voort uit de afspraken die internationaal zijn vastgelegd in onder meer het Kyotoprotocol.

Ook binnen het gemeentelijke milieubeleid is ons klimaat- en energiebeheer een belangrijk speerpunt. De ambitie is om als stad tussen 2040 en 2050 klimaatneutraal te zijn. Dit is een enorme ambitie waarbij 'alles uit de kast' moet worden gehaald. Deze doelstellingen betekenen dat we niet alleen als gemeente veel moeten doen, maar ook alle bedrijven, inwoners, maatschappelijke groepen, woningcorporaties zullen hierin moeten investeren, samenwerken, creatief zijn en vooruitdenken. Onze gemeentelijke energie-ambitie en doelstellingen zijn vast gelegd in het "Energietransitieprogramma 2016-2020 's-Hertogenbosch". Dit beleidsplan zal na de looptijd een vervolg krijgen met hetzelfde doel om op termijn een klimaatneutrale gemeente te worden.

Ruimtelijke plannen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het bewust en zorgvuldig omgaan met energie. Daarbij zijn de principes van de Trias Energetica zeer goed bruikbaar. Dit houdt in dat eerst gekeken wordt naar de mogelijkheden voor het beperken van de energievraag (besparing). Vervolgens wordt gekeken in hoeverre de energie die toch nodig is op duurzame wijze kan worden opgewekt. De derde stap in de Trias Energetica is het streven naar een zo efficiënt mogelijke opwekking van energie uit de resterende fossiele brandstoffen. De ruimtelijke relevantie van het energiethema spitst zich toe op energiebesparing en de opwekking van duurzame energie. Opwekking van duurzame energie kan goed met andere functies gecombineerd worden.

Voor energie, als speerpunt van het gemeentelijk milieubeleid, wordt voor nieuwbouw van woningen uitgegaan van een energieverbruik dat tenminste voldoet aan de wettelijke normen uit het Bouwbesluit op het moment van de bouwaanvraag. De ambitie blijft natuurlijk klimaat neutraal. Deze – en meer – afspraken staan beschreven in het energie- en klimaatprogramma.

In het kader van duurzaam bouwen dient bij de ontwikkeling en realisering van nieuwe gebouwen rekening te worden gehouden met:

  • uitsluitend toepassen van materialen die geen schadelijke emissie naar het regenwater zullen hebben. Dit ter voorkoming van verontreiniging van oppervlaktewater en/of grondwater;
  • uitsluitend toepassen van(hard)hout uit duurzaam beheerde bossen toegepast. Dit wordt gewaarborgd met een FSC-certificaat danwel met het Keurhout-duurzaam-keurmerk. Dit ter voorkoming van roofbouw en illegale kap en om duurzaam bosbeheer te waarborgen;
  • bevorderen van het toepassen van duurzame materialen (zoals bijvoorbeeld gebakken gevelstenen, keramische dakpannen, en/of waterbesparende voorzieningen).

Het huidige bestemmingsplan laat geen nieuwe ontwikkelingen toe. Het spreekt voor zich dat in het geval van toekomstige ontwikkelingen of functiewijzigingen – ook zonder dat daarvoor het bestemmingsplan hoeft te worden gewijzigd – zal worden aangesloten bij de uitgangspunten van het dan geldende energiebeleid. Voor dergelijke initiatieven worden de daarvoor nodige procedures en wettelijke bepalingen gevolgd.

Hoofdstuk 6 Waterparagraaf

6.1 Ruimtelijke vertaling van beleid

Ruimte maken voor water: dat is de kern van het waterbeleid voor de 21e eeuw. Met de ondertekening van de 'Startovereenkomst Waterbeheer' door verschillende overheden, is de watertoets van toepassing op ruimtelijke plannen. Vanaf 1 november 2003 is deze juridisch vastgelegd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro).

De watertoets moet ingevuld worden als een procedure. Het omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Het doel van de watertoets is het evenwichtig meewegen van de waterbelangen in het planvormingsproces. Hierbij wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk. Kansen worden benut en functies zoveel mogelijk gecombineerd.

De beleidsdoelen voor integraal waterbeheer zijn door de gemeente vastgesteld in het Waterplan (2017). Hierin staat dat we in 's-Hertogenbosch een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem willen creëren, ook is hierin het hemelwaterbeleid vastgelegd. Dit is gebiedsspecifiek gedaan, kijkend naar de watersystemen en de uitgangspunten per wijk. Het hemelwaterbeleid is verankerd in de gemeentelijke Verordening Hemelwater en Grondwater 2017.
De doelen van het waterschap Aa en Maas zijn vastgelegd in de Keur (2015).

De afspraken uit de watertoets worden in een waterparagraaf vastgelegd. In deze waterparagraaf is toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan. Deze waterparagraaf is tot stand gekomen na diverse overlegmomenten tussen waterschap en gemeente. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.

Uitgangspunten voor integraal waterbeheer
De uitgangspunten bij het toetsen van ruimtelijke plannen zijn:

- Gescheiden houden van vuil (afval)water en schoon hemelwater;
- Voorkomen van vervuiling van water;

- Schoon hemelwater kan volgens de voorkeursvolgorde worden verwerkt:

  • 1. Hergebruik
  • 2. infiltratie/bergen
  • 3. afvoer;

- Hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO), zodat een ontwikkeling niet leidt tot een hydrologische achteruitgang zowel in als buiten het plangebied. Ook mogen er geen hydrologische knelpunten ontstaan voor huidige en vastgelegde toekomstige landgebruiksfuncties. Dit betekent dat:

  • De afvoer uit het gebied niet groter wordt dan in de referentiesituatie;
  • De grondwateraanvulling in het plangebied gelijk blijft of toeneemt;
  • Grond- en oppervlaktewaterstanden in de omgeving gelijk blijven, of verbeteren voor de huidige en toekomstige landgebruiksfuncties;
  • (grond)waterstanden in het plangebied aansluiten op de (nieuwe) functie(s) van het plangebied;
  • Het plangebied zo wordt ingericht dat de hydrologische gevolgen van vastgestelde toekomstige ontwikkelingen in de omgeving niet leiden tot knelpunten in het plangebied.

Daarnaast zien we water als kans voor meervoudig ruimtegebruik en vergroting van de beleving van water.

Deze uitgangspunten dragen bij aan een mooi, robuust en klimaatbestendig watersysteem.

Aan de hand van deze waterparagraaf wordt toegelicht hoe het waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichting in dit bestemmingsplan.

Het betreft hier echter een consoliderend bestemmingsplan. Er worden met dit plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De hoeveelheid verharding wijzigt niet. Er is dus ook geen moment om aansluiting te zoeken bij de uitgangspunten van het waterplan dan wel het hemelwaterbeleid. Ook is er geen opgave voor waterberging. Bij eventuele ontwikkelingen en daarmee te wijzigen plannen, gelden en hanteren we het op dat moment actuele hemelwaterbeleid van de gemeente en de op dat moment actuele Keur van het waterschap.

6.2 Beschermingszone watergangen

De in het plangebied gelegen leggerwatergangen en schouwsloten, zijn op de plankaart aangegeven. Primair vallen deze watergangen en de bijbehorende beschermingszone onder de werking van de Keur Oppervlaktewateren van Waterschap Aa en Maas. De breedte van de beschermingszone bedraagt voor een leggerwater 5 meter, gemeten vanaf de insteek aan weerszijden van de watergang, en voor een schouwsloot 3 meter, gemeten vanaf de insteek. De beschermingszones zijn tevens als dubbelbestemming op de plankaart aangegeven. Daarbij is gekozen voor een standaardbreedte van 5 meter. Binnen de dubbelbestemming mag alleen met vrijstelling worden gebouwd en is een aanlegvergunningplicht opgenomen voor werken, geen bouwwerken zijnde, die tot een aantasting van de watergang kunnen leiden.

6.3 Grondwaterbeschermingsgebied

Van bijzonder belang is de ligging van komplan Nuland en een deel van Vinkel in het zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebied Nuland. Op de als bijlage bij de voorschriften gevoegde deelkaart 1 zijn de 25- en 100-jaarszone van het grondwaterbeschermingsgebied aangegeven. Ruimtelijke ontwikkelingen in dit gebied mogen niet leiden tot een aantasting van de kwaliteit van het grondwater. Bescherming van het grondwaterbeschermingsgebied vindt primair plaats via de Provinciale Milieuverordening (PMV). De PMV is richtinggevend binnen het grondwaterbeschermingsgebied. Het bestemmingsplan vervult een aanvullende functie, waarbij de nadruk ligt op afstemming met de PMV. Daartoe is het grondwaterbeschermingsgebied aangewezen als een dubbelbestemming, waarbinnen een aanlegvergunningenstelsel geldt voor werken, geen bouwwerken zijnde, in de bodem. Daarnaast zal een directe afstemming plaatsvinden bij de toepassing van vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden. Voor zover nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen slechts met een vrijstelling of wijziging toelaatbaar zijn, is als voorwaarde voor die vrijstelling of wijziging bepaald, dat voldaan moet worden aan de PMV. In Nuland betreft het daarbij vooral vrijstellingsbevoegdheden voor de uitbreiding van bedrijven, winkels, horeca en dergelijke. Afgezien van deze beperkte afstemming, gelden het bestemmingsplan en de PMV, voor zover van toepassing, als zelfstandig toetsingskader naast elkaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0011.png"

Hoofdstuk 7 Cultuurhistorie en archeologie

7.1 Inleiding

De Erfgoedwet verplicht gemeenten om cultuurhistorische waarden en verwachtingen op te nemen in ruimtelijke plannen. Ten behoeve van het bestemmingsplan Kom Nuland is door de Afdeling SO/Erfgoed van de gemeente 's-Hertogenbosch een cultuurhistorische paragraaf opgesteld waarin de cultuurhistorische achtergronden en kenmerken van dit plangebied worden toegelicht en waarin de randvoorwaarden ten aanzien van cultuurhistorie zijn uitgewerkt.

7.2 Landschappelijke informatie

Het bestemmingsplangebied ligt landschappelijk gezien in het dekzandlandschap. Het dekzandlandschap is ontstaan tijdens de laatste ijstijd (120.000 – 10.000 jaar geleden). Hoewel er in deze ijstijd geen landijsbedekking in Nederland was, was het er wel zeer koud. In de laatste fase van de ijstijd was er sprake van zeer droge omstandigheden en ontbrak de vegetatie. Hierdoor konden grote hoeveelheden zand door de wind worden verplaatst. Op deze manier ontstond een reliëfrijk dekzandlandschap bestaande uit hoge dekzandkoppen en ruggen en lager gelegen dekzandwelvingen en vlakten. Na afloop van de ijstijd werd het klimaat warmer en zorgde de begroeiing ervoor dat het bestaande dekzandlandschap werd vastgelegd. Door het smelten van het landijs steeg de zeespiegel. Als gevolg hiervan steeg ook de grondwaterspiegel waardoor de lagere delen van het dekzandlandschap zeer nat werden en veen kon gaan groeien. Toen in de Middeleeuwen op grote schaal bossen werden gekapt en heidegebieden werden afgeplagd, kwam het onderliggende dekzand weer vrij te liggen. Onder invloed van de wind traden lokaal opnieuw verstuivingen op. In sommige gevallen ontstonden op deze manier grote stuifzandgebieden die maar moeilijk waren te beteugelen en niet zelden omliggende akkers onbruikbaar maakten. Een grote stuifzandvlakte lag direct ten westen van het plangebied. Ook de wal rondom Sint-Jozef, ten westen van de kern, is vermoedelijk te herleiden tot een door stuifzand opgeblazen duin.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0012.png"

De kern Nuland ligt hoofdzakelijk op een langgerekte dekzandrug. Naar het zuiden en noordoosten toe gaat de dekzandrug over in een dekzandvlakte. Het verhaal gaat dat de naam Nuland afkomstig is van nieuwland, land dat door inpoldering is gewonnen op de Maas. Een andere etymologische verklaring van de naam is dat het afkomstig is van 'noleind'. Een 'nol' betekent hoogte, zandheuvel, duin of dijk. Het zou dan “einde van een hoogte, zandheuvel, duin of dijk" kunnen betekenen. Gelet op de ligging van de kern op de oostelijke flank van de dekzandrug is dit ook een waarschijnlijke verklaring.

7.3 Bewoningsgeschiedenis

Op basis van de ontwikkeling van het landschap kan de bewoning van de kern van Nuland teruggaan tot in de Oude en Midden Steentijd (resp. Paleolithicum en Mesolithicum). Het dekzandlandschap was tijdens warmere fasen aantrekkelijk voor rondtrekkende jagers en verzamelaars. Het reliëfrijke landschap bood in deze perioden namelijk een grote rijkdom aan zoogdieren, vis, vogels, vruchten en water. Vermoedelijk leefden de jagers en verzamelaars in kleine kampementjes en van de sporen die ze hebben achtergelaten zijn vaak alleen de vuurstenen artefacten bewaard gebleven. Dergelijke vuursteenvondsten zijn niet aangetroffen in de Kern Nuland maar op basis van vondsten uit de omgeving is de kans groot dat deze in de toekomst nog wel tevoorschijn komen. In de Nieuwe Steentijd (Neolithicum) trokken de mensen niet langer door het landschap als jagers en verzamelaars maar ging men geleidelijk over naar een bestaan als landbouwer en veehouder. Er ontstonden vaste nederzettingen met boerderijen, erven en akkers. In deze periode werd voor het eerst aardewerk gemaakt en gebruikt. Uit de Kern Nuland en de directe omgeving zijn geen sporen uit het Neolithicum bekend. Mogelijk was de vruchtbaarheid van de bodem nog onvoldoende goed ontwikkeld maar het is ook mogelijk dat de vindplaatsen nog niet ontdekt zijn. Uit de Bronstijd, de periode na het Neolithicum, zijn ook nog geen bewoningssporen in de Kern Nuland gevonden. De oudste bewoningssporen uit de kom Nuland dateren uit de Late Middeleeuwen (vanaf 1050 jaar na Chr.).

Rond 1100 begon men met bedijking van het land tegen het wassende rivierwater van de Maas. Vanaf de Dieze tot aan Oss werd van hoogte naar hoogte (donk naar donk) en langs het dekzandplateau op de grens van het stroomgebied van de Maas een dijk aangelegd. Deze dijk liep vanaf Orthen via de Heinis, Rosmalen, Bruggen, Kruistraat en Heeseind naar Nuland. In Nuland wijkt de dijk, vanwege de aanwezige laagte ten oosten van de kom, af naar het zuidoosten (Zomerdijk/Papendijk) om dan vervolgens ten westen van Geffen weer naar het noorden te buigen. Via Geffen (Kloosterstraat, Bergstraat) loopt deze dijk dan weer enigszins parallel aan de Maas richting Oss.

Nuland is ontstaan langs doorgaande wegen van noord naar zuid en van west naar oost die elkaar kruisten. De belangrijkste wegen zijn van zuid naar noord: Hoogstraat, Dorpstraat, Kerkstraat, Kerkdijk, en van west naar oost: Duyn en Daelseweg / Heuvelstraat en de Zandstraat. Langs deze hoger gelegen wegen en daar waar zij elkaar kruisten ontstonden buurtschappen. Ook nu nog zijn deze buurtschappen terug te vinden in de Nulandse structuur zoals Helschehoek, 't Heike, Schotsheuvel, Papendijk en De Terp. In 1299 werd “Nuwelant" voor het eerst in geschriften genoemd. Hertog Jan II verleende op 11 november van dat jaar gebruiksrecht aan de Nulanders van gemeenschappelijke gronden in de buurt van Vinckel.

De kom van Nuland lag oorspronkelijk meer ten noorden van de huidige kom, waar nu nog Heeseind, Kerkdijk, Nulandsestraat kruisen. De polderkerk die tot medio 19e eeuw op de hoek Kerkdijk / Nulandsestraat stond, is daar nog een relict van. Door het wassende water is het centrum van de kom naar het zuiden, achter de Zomerdijk, komen te liggen. Hier werd een nieuwe kerk gebouwd. In 1857 werd de polderkerk, die door het hoge water van de Beerse Overlaat vaak niet te gebruiken was, gesloopt. Sinds 2006 zijn in het landschap de contouren van de voormalige polderkerk weer zichtbaar gemaakt.

Nuland was samen met Geffen een heerlijkheid. Deze heerlijkheid behoorde van 1505 toe aan de belangrijke Bossche familie Van Vladeracken. Johan van Vladeracken bouwde kort na 1505 het kasteel van Geffen, pal ten zuidoosten van de toenmalige kom Nuland. Dit kasteel is in 1795 door de Fransen afgebroken. Van dit kasteel is alleen de singelgracht ten noordoosten van de huidige kom nog in het landschap zichtbaar.

Ten noorden van de kom werd in 1880 de spoorlijn 's-Hertogenbosch - Nijmegen aangelegd. Nuland had daaraan ook een stopplaats. Tot 1970 heeft daartoe bij de spoorwegovergang Kerkstraat/Kerkdijk een klein stationgebouw gestaan.

In het begin van de 19e werd ook de rijksweg van 's-Hertogenbosch naar Grave een belangrijke as waarlangs ontwikkelingen plaatsvonden. De belangrijkste ontwikkelingen daar waren de bouw van een windmolen (1832) en aan de weg gerelateerde neringen. De windmolen is tijdens de bevrijding in 1944 zwaar beschadigd geraakt en daarna afgebroken. Nuland heeft tijdens de tweede wereldoorlog veel te lijden gehad. Op 22 oktober 1944 werd vanuit Oss door de Britten een aanval ingezet om de stad 's-Hertogenbosch te bevrijden. De hoofdaanval liep via Geffen-Nuland-Rosmalen. Vooruit op de troepen werd mortiervuur gegeven, waarbij vooral de kerktoren het doel was om observatie door de Duitsers van de aanval te voorkomen. Toen de Duitsers inzagen dat zij Nuland niet konden behouden, hebben zij de toren opgeblazen, zodat deze niet meer als observatiepost voor de geallieerden kon dienen. Daarbij is ook de kerk onherstelbaar beschadigd. Nadat Nuland door de Britten was bevrijd, werd de kom door de Duitsers vanuit Rosmalen onder vuur genomen. Veel van de historische bebouwing in Nuland is daardoor verdwenen.

Na de tweede wereldoorlog is Nuland weer opgebouwd. Hiervan getuige vele wederopbouw boerderijen in en rondom de kom. Daar waar de Duyn en Daelseweg, de Dorpstraat, De Zandstraat, Heuvelstraat en de Kerkstraat bij elkaar kwamen werd het nieuwe Prins Bernhardplein aangelegd.

Nuland is een lange tijd een sterk agrarisch dorp gebleven met slechts enkele honderden inwoners. Het inwonertal groeide langzaam. Begin 19e eeuw telde het dorp circa 650 zielen. Aan het einde van de 19e eeuw was het inwonertal de 1000 gepasseerd. Pas na de tweede wereldoorlog (1957) mocht het dorp de 2000-ste inwoner begroeten.

7.4 Algemeen archeologiebeleid gemeente 's-Hertogenbosch

De archeologische waarden en verwachtingenkaart vormt de basis voor het gemeentelijke archeologiebeleid. Tot 1 januari 2015 was het archeologiebeleid van de toenmalige gemeente Maasdonk vastgelegd in het bestemmingsplan en een Archeologieverordening. Met het samenvoegen van de gebiedsdelen Nuland en Vinkel bij de gemeente 's-Hertogenbosch kwam de archeologieverordening te vervallen en werd het archeologiebeleid van 's-Hertogenbosch leidend. Dit archeologiebeleid is in juni 2010 vastgesteld. Ten behoeve van het beleid zijn voor archeologische waarden en archeologische verwachtingsgebieden binnen de gemeentegrenzen specifieke eisen of voorwaarden opgesteld en verwerkt tot een archeologische beleidskaart. De zones met een hoge en middelhoge archeologische verwachting zijn op de beleidskaart vertaald in zones waar verspreide nederzettingen en grafvelden uit de prehistorie, Romeinse tijd en Middeleeuwen aanwezig zijn (al dan niet afgedekt door een recent ophogingspakket). Voor de zones met een lage verwachting zijn op de beleidskaart geen nadere eisen opgenomen. Wel zal bij m.e.r. plichtige projecten en projecten die onder de Tracéwet vallen nader onderzoek worden verlangd.

Archeologisch onderzoek is noodzakelijk wanneer de geplande ingrepen de vrijstellingsgrenzen uit het bestemmingsplan overschrijden. Wettelijk geldt dat de kosten van het archeologisch onderzoek ten laste komen van de initiatiefnemer ('de verstoorder betaalt'). Als onderdeel van een omgevingsvergunning moet dan ook een waardestellend archeologisch onderzoek worden overlegd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan aan de vergunning bijvoorbeeld de voorwaarde tot het laten uitvoeren van een opgraving worden verbonden. Om te voorkomen dat men onnodig archeologisch onderzoek laat uitvoeren, is het raadzaam om tijdig contact op te nemen met de afdeling SO/Erfgoed van de gemeente 's-Hertogenbosch. Gezamenlijk kan worden bekeken wat de consequenties van het (voorlopige) bouwplan zijn voor de archeologie. Wellicht kan met aanpassing van het bouwplan archeologisch onderzoek worden voorkomen en kosten worden bespaard.

Voor het aanbrengen van heipalen is over het algemeen geen archeologisch onderzoek vereist. Een uitzondering geldt voor het beschermd archeologisch monument. Ook wanneer er sprake is van zeer veel heipalen kan een archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Bij een hoge dichtheid aan heipalen wordt de ondergrond immers toch intensief verstoord. Vroegtijdig overleg met de Afdeling SO/Erfgoed kan duidelijkheid geven over de noodzaak van een archeologisch onderzoek.

7.5 Archeologische waarden en verwachtingen Kom Nuland

In 2010 is voor de toenmalige gemeente Maasdonk een archeologische waarden en verwachtingenkaart opgesteld. Deze kaart vormde voor veel bestemmingsplannen de archeologische ondergrond. In 2015 zijn de gebiedsdelen Nuland en Vinkel bij de gemeente 's-Hertogenbosch gekomen. Om de archeologische ondergrond van Nuland en Vinkel beter op die van 's-Hertogenbosch te laten aansluiten, is in 2016 een nieuwe archeologische waarden en verwachtingenkaart opgesteld. Deze kaart vormt de basis voor het huidige bestemmingsplan kom Nuland.

De archeologische waarden en verwachtingenkaart omvat naast de reeds bekende archeologische vindplaatsen ook een overzicht van de gebieden waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden, de zogenaamde verwachtingsgebieden. Deze verwachtingsgebieden worden opgesteld door gebruik te maken van informatie over de ondergrond en het landschap in combinatie met archeologische en historische informatie. Op deze manier kan een onderscheid worden gemaakt in gebieden met een hoge, middelhoge of lage archeologische verwachting. Gebieden waar geen archeologische resten meer verwacht worden omdat bijvoorbeeld de bodem reeds sterk verstoord is of omdat de archeologische resten zijn opgegraven, krijgen geen archeologische verwachting. Hoewel getracht wordt de (begrenzingen van) archeologische verwachtingen zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, blijft het een relatief grove kaart. De verwachtingsgebieden geven op hoofdlijnen aan in welke mate men met mogelijke archeologische resten rekening moet houden. Of er ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, zal gericht archeologisch onderzoek moeten uitwijzen.

Voor het plangebied kom Nuland geldt dat de hoge dekzandrug een hoge archeologische verwachting heeft (afbeelding 2). De lagere delen van het dekzandgebied, zoals de flanken van de dekzandruggen, hebben een middelhoge archeologische verwachting. De laagste delen van het dekzandlandschap, de dekzandvlaktes, hebben een lage archeologische verwachting.

Op basis van historisch kaartmateriaal kunnen in het plangebied ruwweg twee historische kernen worden onderscheiden. De begrenzing van deze zones is bepaald op basis van de kadastrale minuutkaart uit circa 1832. Op de kaart van 1832 zijn in het plangebied geïsoleerde huisplaatsen en erven te zien die langs de doorgaande wegen liggen. De kaart van 1832 is echter een momentopname. Hoe de bewoning er vóór 1832 heeft uitgezien is onbekend. Voor het bepalen van de historische kom is er van uitgegaan dat de zone direct langs de doorgaande wegen de meest kansrijke zone is voor het aantreffen van sporen van bewoning. Daarom is aan weerszijden van de doorgaande wegen een buffer aangegeven waarbinnen de verwachting op het aantreffen van historische bebouwing hoog is. De breedte van de buffer is bepaald door de globale diepte van de bewoonde percelen van 1832.

In het plangebied bevinden zich geen vastgestelde archeologische waarden. Het waardevolle archeologische terrein met sporen uit de Middeleeuwen (Kasteel Vladeracken) bevindt zich ten noordoosten van de kom Nuland.

Eventueel aanwezige archeologische vindplaatsen uit de periode Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen bevinden zich in de top van het dekzand. Deze top ligt naar verwachting, afhankelijk van het dekzandreliëf en de dikte van een bouwvoor en plaggendek, tussen 0,3 en 1,0 m beneden het maaiveld. Sporen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd kunnen aan of direct onder het maaiveld voorkomen of op enige diepte in het plaggendek.

Voor het hele plangebied geldt dat door (oudtijdse) ontzandingen, de aanleg van kelders, regulier grondgebruik en grootschalige ruilverkavelingen sterke verstoringen van de ondergrond kunnen hebben plaatsgevonden. De verstoring van de bodem is lokaal en soms zelfs per perceel bepaald. Met name hogere dekzandkoppen zijn hierbij vaak sterk aangetast waardoor van archeologische vindplaatsen alleen nog dieper ingegraven grondsporen bewaard zijn gebleven. Op de flanken van de dekzandkoppen kunnen echter nog wel intacte vindplaatsen aanwezig zijn. In gebieden die zijn afgedekt door een plaggendek kunnen vindplaatsen in de top van het dekzand verstoord zijn geraakt door de eerste aanleg van de akkers. De geleidelijke ophoging zal echter na verloop van tijd tevens als een beschermende buffer voor bodemingrepen zoals ploegen hebben gefungeerd zodat onder het plaggendek nog relatief intacte bewoningssporen zijn te verwachten.

7.5.1 Vertaling naar bestemmingsplan

Ten behoeve van het bestemmingsplan kom Nuland is op basis van het bestaande archeologiebeleid van de gemeente een aantal archeologische dubbelbestemmingen opgenomen (zie afbeelding 3 en tabel 1).

Voor de zone binnen de historische kom (4E) wordt een archeologische onderzoeksplicht opgenomen voor alle ingrepen die groter zijn dan 50 m² en dieper dan 50 cm beneden het maaiveld reiken. Dit geldt zowel voor bouwen als voor aanleggen.

Voor de zone met een hoge en middelhoge verwachting (5A) geldt een archeologische onderzoeksplicht bij ingrepen die groter zijn dan 100 m² en dieper dan 50 cm beneden het maaiveld reiken. Dit geldt zowel voor bouwen als voor aanleggen.

Voor de zone met een lage verwachting (6) is geen archeologisch onderzoek vereist. Wel zal bij m.e.r.-plichtige projecten en projecten die onder de tracéwet vallen, nader onderzoek worden verlangd.

In zijn algemeenheid geldt dat, indien tijdens werkzaamheden geïsoleerde, zogenaamde 'losse' archeologische vondsten worden gedaan, men wettelijk verplicht is dergelijke vondsten te melden aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Ook de gemeentelijk archeoloog wordt in dit geval op de hoogte gebracht.

7.6 Bouwhistorische waarden

De bebouwingsstructuur van Nuland dateert overwegend uit de relatief recente periode vanaf ca. 1850. Veel van de bebouwing heeft ernstige schade opgelopen tijdens de oorlog (bevrijding 1944), waardoor de periode van wederopbouw sterk is vertegenwoordigd. Uit de periode van “jongere bouwkunst” 1850-1940 zijn géén objecten als monumenten aangewezen als zijnde van landelijk belang (MIP-MSP project), een achttal objecten uit deze periode is naderhand beschermd als gemeentelijk monument, de overige uit de naoorlogse periode.

De door de voormalige gemeente Maasdonk als gemeentelijk monument beschermde objecten in de kern Nuland, voor zover gelegen binnen het plangebied:

Adres   Functie   Datering   Architect   Opmerkingen  
         
Dorpstraat 7   vm. Raadhuis   1948      
Dorpstraat 11   woning   1934      
Dorpstraat 20   woning   1901-1902      
Duyn en Daelseweg 8   kortgevelboerderij   1849      
Duyn en Daelseweg 34   woning   Ca. 1930      
Duyn en Daelseweg 36   woning   Ca. 1930     Westelijk deel huis  
Duyn en Daelseweg 38   woning   Ca. 1930     Oostelijk deel huis  
Kerkstraat 28   vm. Klooster   1913      
Kerkstraat 30   pastorie   1884   H.C. Dobbe    
Kerkstraat 34   kerk   1951   J. Magis    
Kerkstraat 44   woning   1940      

In het door de voormalige gemeente Maasdonk gehanteerde beleid is een aantal panden aangeduid als karakteristiek pand. Dit betreft gebouwen, welke vanwege hun beeldbepalende karakter in het landschap of dorpsgezicht als cultuurhistorisch waardevol worden beschouwd. Uitgaande van het huidige monumentenbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch zal een aantal van deze panden nader worden gewogen in hoeverre zij in aanmerking komen voor bescherming als gemeentelijk monument. De term karakteristieke objecten komt in het bestemmingsplan Nuland niet meer terug. Hierbij zullen als criteria niet alleen de stedenbouwkundige c.q. landschappelijke waarde van het object worden gewogen, maar ook de bouw- of architectuurhistorische waarde en eventuele historische herinneringswaarde. De tot dusver door de voormalige gemeente Maasdonk aangewezen karakteristieke objecten die onderzocht zullen worden voor mogelijke bescherming, zijn de hiernavolgende:

Adres   Functie   Datering  
     
Duyn en Daelseweg 19   Wederopbouwboerderij   Ca. 1950  
Kerkstraat (bij) nr. 34   Muur kerkhof   1884 - 1951  

Aan bovengenoemd lijstje worden nog de volgende panden toegevoegd die ook worden onderzocht om eventueel beschermd te worden en de status van gemeentelijk monument verwerven.

Adres   Functie   Datering  
     
Dorpstraat 5G   Veldwachterswoning    
Raadhuisstraat 3   Veldwachterswoning   1938  

Voor alle bovengenoemde panden geldt dat in 2018 de procedure wordt gestart voor een mogelijke aanwijzing als gemeentelijk monument.

7.7 Overige cultuurhistorische elementen

Behalve de archeologische en bouwhistorische kenmerken van het plangebied moeten ook de overige cultuurhistorische aspecten zoals historisch geografische elementen in het bestemmingsplan worden betrokken. De gemeente 's-Hertogenbosch heeft hiertoe voor de hele gemeente een inventarisatie van zichtbare cultuurhistorische elementen/relicten laten uitvoeren. In 2016 is deze inventarisatie uitgebreid met de gebiedsdelen Vinkel en Nuland. De gemeente is ook voornemens om de cultuurhistorische inventarisatie uit te werken in een cultuurhistorisch beleid. Vooruitlopend hierop is voor omgevingsplan kom Nuland bekeken welke cultuurhistorische elementen van belang zijn (zie afbeelding 4).

De kom Nuland omvat de bestaande bebouwing en de bijbehorende infrastructuur. Op basis van historisch kaartmateriaal kan de bebouwing globaal in drie fasen worden ingedeeld:

  • voor 1832;
  • tussen 1832-1960;
  • na 1960

Hiermee is duidelijk de ontwikkeling en uitbreiding van de bebouwde kom door de tijd heen te volgen. Veel van de doorgaande wegen waren al in 1832 aanwezig en vormen dus de oude hoofdstructuur van het wegennet (zie afbeelding 4). Een opvallend element is de Zomerdijk. Van deze dijk zijn slechts nog fragmenten bewaard gebleven. Ooit vormde deze dijk bescherming tegen het water van de Beerse Maas.

De percelering in en rond de historische kom is grotendeels modern. Op een paar plaatsen is de percelering nog vergelijkbaar met die van 1832 (zie afbeelding 4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0013.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0014.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0015.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0016.png"

Hoofdstuk 8 Juridisch bestuurlijke aspecten

8.1 Planmethode

In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het beleid en de planuitgangspunten zijn verwoord in de planregels. Zo wordt een toelichting gegeven op het juridische systeem en op alle afzonderlijke bestemmingen.

8.2 Opzet van de planregels

Het bestemmingsplan 'Kom Nuland' heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken binnen het plangebied.

Bij het opstellen van voorliggend bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Gestreefd is hierbij naar uniformering en standaardisering van bestemmingen en regels.

De Wet ruimtelijke ordening biedt mogelijkheden voor het opstellen van verschillende bestemmingsplanvormen, van zeer gedetailleerd tot zeer globaal. De planopzet van dit bestemmingsplan is gericht op beheer en instandhouding van de bestaande situatie. Behoud van de bestaande functies is het primaire doel van de planopzet. Eén en ander komt tot uitdrukking in de regels en blijkt ook uit de verbeelding. Daarnaast biedt dit bestemmingsplan de mogelijkheid in te spelen op gewenste kleinschalige ontwikkelingen.

Het bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding (plankaart). De verbeelding en de regels vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. Beide onderdelen moeten altijd in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

8.2.1 Bestemmingsregels

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  • 1. Inleidende regels: hierin worden de begrippen toegelicht en de wijze van meten omschreven. Deze aspecten zijn belangrijk voor het toepassen en intrepeteren van de regels in de overige hoofdstukken.
  • 2. Bestemmingsregels: hierin zijn de regels verbonden aan de (dubbel)bestemming en aanduiding opgenomen. Deze regels geven per bestemming een doeleindeomschrijving, bouwregels, mogelijke afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden aan. Ook geven de regels onder (dubbel)bestemmingen bevoegdheden aan tot het stellen van nadere eisen en/of de plicht voor een werk, geen bouwwerk zijnde, een omgevingsvergunning aan te vragen.
  • 3. Algemene regels: in dit hoofdstuk staan de anti-dubbeltelregel en de algemene aanduidings- bouw-, gebruiks- en afwijkingsregels; onder dit hoofdstuk zijn ook de regels opgenomen die gelden voor aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied', 'aanduiding - karakteristiek dorpsgezicht' en 'aanduiding - beeldbepalende panden;
  • 4. Overgangs en slotregels: in dit hoofdstuk zijn de gebruikelijke regels te vinden zoals de overgangsregels voor bouwwerken en gebruik en de citeertitel.

Bestemming Agrarisch - Bedrijf

De bebouwingscontouren zijn vastgelegd in een bouwvlak. De bebouwingscontouren zijn echter dusdanig vastgelegd dat daarmee voldaan wordt aan de eisen zoals gesteld in de provinciale Verordening ruimte. De Verordening ruimte staat geen uitbreiding voor de veehouderijbedrijven in dit gebied toe vanwege het 'slot op de muur'.

Voor het agrarisch bedrijf zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van omzetting naar een bestemming 'Wonen' en/of boerderijsplitsing, dit laatste in geval van een cultuurhistorisch waardevolle boerderij. Daarnaast is er een wijzigingsbevoegdheid meegenomen voor de omzetting naar een agrarisch technisch / verwacht bedrijf.

Bestemming Agrarisch met waarden

De bestemming Agrarisch met waarden is gegeven aan het onbebouwde agrarisch gebied. Doel is het behouden van het karakter van het aanwezige landschap en behoud, herstel en versterking van cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

Binnen de bestemming moet een aanlegvergunning worden aangevraagd voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, geen gebouwen zijnde. Het betreft dan bijvoorbeeld het weghalen van bestaand houtgewas of het vergraven van de gronden. Voor het uitvoeren van normaal onderhoud/gebruik hoeft geen vergunning te worden aangevraagd.

Bestemming Bedrijf

De binnen het plangebied voorkomende bedrijven die qua schaal en uitstraling niet met de woonfunctie verenigbaar zijn, zijn opgenomen in deze aparte bedrijfsbestemming. De bestaande bedrijfsbebouwing heeft de bestemming 'Bedrijf'. Verdere uitbreiding is nagenoeg onmogelijk. Dit heeft diverse oorzaken: de maat en schaal van de bebouwing heeft een limiet bereikt wat betreft milieucontouren of wat betreft het parkeren op eigen terrein. Gezorgd moet worden dat er geen sprake is van overlast voor de (woon)omgeving.

In de categorisering van de bedrijven wordt uitgegaan van de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging (Bijlage 1). Categorie A en B bedrijven uit deze Staat zijn toegestaan. Voor zover specifieke aanduidingen voor het type bedrijf waren opgenomen zijn deze er zoveel mogelijk afgehaald. Dit is in uitzondering niet gebeurd voor de aanduiding 'hovenier' en de aanduiding 'bouwbedrijf', omdat het bij beiden gaat om gevoelige locaties.

Op veel bedrijfspercelen is een bedrijfswoning aanwezig. Deze bedrijfswoningen mogen alleen worden bewoond door een huishouden waarvan minstens één van leden een volwaardige baan heeft bij het bedrijf.

In de regeling is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten kan het bevoegd gezag de bedrijfsbestemming hiermee onder voorwaarden omzetten naar de bestemming 'Wonen', waarbij de bedrijfswoning een normale woning wordt.

Bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening

Binnen de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' zijn de nutsvoorzieningen ondergebracht. Er zijn binnen het plangebied een aantal nutsvoorzieningen aanwezig die een zeer beperkte omvang hebben.

Bestemming Centrum

Binnen Kom Nuland zijn de meeste centrumfuncties (winkels/horeca/kantoren en maatschappelijke voorzieningen) ondergebracht in een bestemming 'Centrum' conform het bestemmingsplan Kernen Maasdonk. Deze mengbestemming laat een normale en gewenste dynamiek binnen deze functies toe en bevordert daarmee ontwikkeling en versterking van het centrumgebied in Nuland.

Binnen de bestemming 'Centrum' kunnen onder andere winkels, dienstverlenende en maatschappelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en detailhandel en aan detailhandel gerelateerde diensten zich in beginsel overal vestigen. Wel gelden enkele uitzonderingen en beperkingen. Zo is het alleen toegestaan een supermarkt te exploiteren ter plaatse van de aanduiding 'Supermarkt'. Daarnaast zijn de gevestigde horecabedrijven gecategoriseerd en is enkel horeca van categorie 2 of 3 mogelijk daar waar een aanduiding is gebruikt op de verbeelding. Hiervoor is in artikel 7.5.2 een afwijking meegenomen voor het vestigen van een nieuw horecabedrijf of een horecabedrijf met een categorie die op dat moment nog niet mogelijk is.

Voor zover specifieke aanduidingen voor het type bedrijf/winkel waren opgenomen zijn deze eraf gehaald. Dit is conform de standaard die in 's-Hertogenbosch bij bestemmingsplannen wordt toegepast en dit laat ook meer ruimte voor omvorming van het bedrijf/de winkel passend binnen een detailhandelbestemming.

Bestaande woningen binnen de bestemming 'Centrum' zijn aangeduid met de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - wonen' en 'specifieke vorm van centrum – wonen 1' om onderscheid te maken tussen al dan niet wonen op de verdieping. De regels voor de erfbebouwing bij deze woningen worden overeenkomstig de bestemming 'Wonen' bekeken.

Bestemming Cultuur en Ontspanning

Conform de SVBP 2012 is het pand aan de Dorpsstraat 5G in Nuland bestemd als 'Cultuur en Ontspanning', nu hier sprake is van een sauna/welness. Ondergeschikt is daarbij een hotel toegestaan dat ten dienste staat van deze sauna / welness.

Op dit perceel is een bedrijfswoning aanwezig. Deze bedrijfswoning mag alleen worden bewoond door een huishouden waarvan minstens één van de leden een volwaardige baan heeft bij het bedrijf. De erfbebouwingsregeling uit de bestemming 'Wonen'' is hierop van overeenkomstige toepassing.

Bestemming Detailhandel

Bestaande winkel en detailhandelgerelateerde dienstverlenende bedrijven zijn bestemd als 'detailhandel' conform het bestemmingsplan kernen Maasdonk.

Voor zover specifieke aanduidingen voor het type bedrijf/winkel waren opgenomen zijn deze eraf gehaald. Dit is conform de standaard die in 's-Hertogenbosch bij bestemmingsplannen wordt toegepast en dit laat ook meer ruimte voor omvorming van het bedrijf/de winkel passend binnen een detailhandelbestemming. Een supermarkt is echter binnen de bestemming 'Detailhandel' algemeen uitgesloten.

Ter plaatse van 'Villa Maasdonk' is ondergeschikte horeca toegestaan ter grootte van 200 m² conform het bestemmingsplan kernen Maasdonk.

Bestaande woningen binnen de bestemming 'Detailhandel' zijn aangeduid met de aanduiding 'wonen'. De regels voor de erfbebouwing bij deze woningen worden overeenkomstig de bestemming 'Wonen' bekeken.

Bestemming Groen

De in het plangebied aanwezige groenvoorzieningen zijn bestemd tot 'Groen'.

Binnen deze bestemming zijn ook de aanduidingen 'Groensingel' en 'Bos' meegenomen. De aanduiding 'groensingel' is toegekend aan (bestaande) groenelementen met een afschermende functie. Daartoe behoort ook de Zomerdijk aan de noordoostzijde van Nuland, die tevens een belangrijke cultuurhistorische waarde heeft. De bestemming Groen wordt middels een aanlegvergunningenstelsel beschermd. Alle overige groengebieden, alsmede groen- en reststroken zijn bestemd tot 'Groen'.

In de bestemming zijn een aantal specifieke aanduidingen meegenomen die zien op een landschappelijke inpassing en de waterbergende functie, bijvoorbeeld in de vorm van een bergbezinkbassin.

Binnen de bestemming ligt achter de Ijzerkampen een schietterein van het schuttersgilde die door middel van een aanduiding specifiek is bestemd.

Bestemming Horeca

Bestaande horecabedrijven zijn bestemd als 'Horeca' conform het bestemmingsplan kernen Maasdonk. Binnen deze bestemming is een nadere indeling in subbestemmingen gemaakt, overeenkomstig de in de 1.38 begrippenlijst toegepaste categoriën 1 tot en met 4.

In de bestemming horeca is daarnaast een aanduiding voor Hotel Nuland meegenomen als specifieke vorm van horeca - nieuw. Voor deze aanduiding is een nadere gedetailleerde bestemmingsomschrijving opgenomen en worden eisen gesteld voor wat betreft de landschappelijke inpassing.

Ter hoogte van Rijksweg 27 is de aanduiding 'seksinrichting' meegenomen.

Bestemming Maatschappelijk

Maatschappelijke instellingen zoals onder andere de school, de kerk en de gemeentewerf zijn bestemd als 'Maatschappelijk'. Deze bestemming is ruim geformuleerd. Mogelijkheden zijn gelegen in educatieve doeleinden, maatschappelijke dienstverlening, religieuze doeleinden en sociaal-culturele en maatschappelijke doeleinden.

Bestemming Recreatie

De enige recreatieve voorziening binnen het bestemmingsplangebied is 't Heike in Nuland. Toegestaan is dagrecreatie en recreatieve voorzieningen in de vorm van een kinderboerderij ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij'. In het algemeen zijn alleen gebouwen toegestaan binnen het bouwvlak. Een uitzondering hierop vormt de aanduiding 'kinderboerderij'. Deze is apart aangeduid op de plankaart. Verspreid over het terrein staan gebouwen, zoals dierenverblijven en een voederopslag.

Op het terrein van de kinderboerderij mag buiten het bouwvlak maximaal 225 m² aan gebouwen worden opgericht. Voor het overige komt de bestemming grotendeels overeen met de bestemming 'Sport'.

Bestemming Sport

De bestaande sportvelden en -accomodaties vallen onder de bestemming 'Sport'. Rond de aanwezige gebouwen is op de verbeelding een bouwvlak aangegeven.

Het bestaande parkeerterrein is niet specifiek aangeduid. Bepaald is dat maximaal 10% van de gronden binnen de bestemmingsvlakken als parkeerterrein mag worden gebruikt.

Bestemming Verkeer

Bestaande openbare wegen, woonerven, parkeerterreinen en het plein in het plangebied hebben de bestemming 'Verkeer'.

Binnen de bestemming zijn geen bouwvlakken gelegen. Het is enkel mogelijk een bouwwerk, geen gebouw zijnde te realiseren ten behoeve van de bestemming. De voorwaarden zijn hiervoor opgenomen in de regels.

Bestemming Water

Bestaande watergangen en waterpartijen hebben de bestemming 'Water'.

Binnen de bestemming zijn geen bouwvlakken gelegen. Het is enkel mogelijk een bouwwerk, geen gebouw zijnde te realiseren ten behoeve van de bestemming. De voorwaarden zijn hiervoor opgenomen in de regels.

Bestemming Wonen

Juridische toelichting met betrekking tot de in het bestemmingsplan opgenomen woningbouw typologieën

Het bestemmingsplan maakt in de bestemming 'Wonen' onderscheid tussen verschillende woningtypologieën. Hiermee kan sturing worden gegeven aan de ruimtelijke impact van verschillende woningtypologieën op de omgeving. Deze ruimtelijke impact komt tot uiting in de bouwmassa (hoogte en situering), maar ook in het aantal woningen. De woningdichtheid is van invloed op de parkeerbehoefte en daarmee op de parkeerdruk en de leefbaarheid in de omgeving.

Om te voorkomen dat de woningdichtheid in de kom te groot wordt, maakt het bestemmingsplan onderscheid tussen grondgebonden en gestapelde woningen. Grondgebonden woningen zijn rechtstreeks toegankelijk op straatniveau en één van de bouwlagen sluit aan op het maaiveld. Deze zijn onderverdeeld in verschillende typen: vrijstaand, twee-aaneen, geschakeld of aaneengebouwd.

Gestapelde woningen zijn geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning gelegen. Gestapelde woningen zijn uitsluitend toegestaan, als dit middels een aanduiding op de verbeelding is aangegeven. Hiermee wordt voorkomen dat grondgebonden woningen kunnen worden verbouwd tot gestapelde woningen.

Juridische toelichting met betrekking tot erfbebouwingsregeling van de bestemming 'Wonen'

Voor het realiseren van erfbebouwing op zijerven van hoekpercelen is een aparte afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen. Dit is gedaan omdat hoekpercelen met de daarop aanwezige hoofdbebouwing zeer (beeld)bepalend kunnen zijn voor de bebouwingskarakteristiek van de aanwezige stedenbouwkundige opzet. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat de percelen overhoekst (van twee zijden) waarneembaar zijn en de bebouwing bijzonder van aard kan zijn. Verder geldt dat vanuit verkeersveiligheid erfbebouwing op hoekpercelen niet wenselijk kan zijn.

Onder een zijerf wordt verstaan een gedeelte van een perceel gelegen naast een woning en aan een hoek van twee wegen c.q. het openbaar gebied. In het onderstaande figuur wordt met de oranje/bruine kleur het te bebouwen hoekperceel aangegeven in een standaard situatie.

Voorwaarden voor erfbebouwing op hoekpercelen:

  • de oppervlakte van de bebouwing mag maximaal 25 m² bedragen;
  • de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • de bebouwing dient te worden opgericht achter de denkbeeldige (verlengde) lijn die het snijpunt van de voorgevellijn en de zijgevellijn raakt en ligt onder een hoek van 45° ten opzichte van de voorgevellijn, maar niet door het bouwvlak van het betreffende hoofdgebouw heen gaat;
  • de voorgevel van een aangebouwd bijgebouw dient evenwijdig te zijn aan de voorgevel van de hoofdbebouwing;
  • de breedte van een aangebouwd bijgebouw bedraagt maximaal 3 meter.

Naast de bovenstaande voorwaarden kunnen er nadere eisen worden gesteld aan de minimale afstand van het bijgebouw tot de naar de openbare weg gekeerde zijdelingse perceelsgrens vanuit stedenbouwkundige opzet van de omgeving, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden en bezonning van de aangrenzende gronden.

Op een hoekperceel is, net als voor woningen die niet op een hoekperceel zijn gelegen, een afwijkingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opgenomen om onder voorwaarden voor de voorgevellijn te kunnen bouwen (bijvoorbeeld een erker).

Voorwaarden voor de afwijkingsmogelijkheid:

  • de oppervlakte van de bebouwing mag maximaal 25 m² bedragen;
  • de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • de stedenbouwkundige opzet van de omgeving mag niet onevenredig worden aangetast.

De maximale oppervlakte van de bebouwing van 25 m² geldt voor het gehele voorerfgebied. Dit betekent dat de oppervlakte van alle bebouwing naast het hoofdgebouw (naast de zijgevellijn) en alle bebouwing voor de voorgevellijn tezamen niet meer dan 25 m² mag bedragen.

Aan huis gebonden beroepen en bedrijven

Binnen de bestemming 'Wonen' zijn niet publieksaantrekkende aan huis gebonden beroepen en bedrijven die niet meldingsplichtig in het kader van het activiteitenbesluit Wet milieubeheer dan wel vergunningsplichtig zijn volgens artikel 2.1 lid 1 sub e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) direct toegestaan. Voorop staat dat de woonfunctie de overheersende functie binnen de bestemming 'Wonen' dient te blijven.

Voor andere aan huis gebonden beroepen en bedrijven is voor de toelaatbaarheid een (milieuhygiënische) afweging noodzakelijk. Daarom is in het bestemmingsplan voor de vestiging van meldingsplichtige aan huis gebonden beroepen en bedrijven een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Uitgangspunt is dat de activiteit het goede woon- en leefklimaat op aanliggende woonpercelen niet aantast.

Ook voor publieksaantrekkende aan huisgebonden beroepen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Uitgangspunt bij het toelaten van dergelijke activititeiten is dat het de parkeer- en verkeerssituatie ter plaatse niet onevenredig aantast.

Dubbelbestemmingen - Waarde - Archeologie 1 en Waarde - Archeologie 2

Het bestemmingsplan heeft een regeling opgenomen ter bescherming van de te verwachten archeologische waarden in drie verschillende dubbelbestemmingen. De regeling is gedifferentieerd per archeologische verwachtingszone. Waar de verwachtingswaarde hoger is, worden strengere eisen gesteld aan het uitvoeren van werkzaamheden onder maaiveld. Er zijn drie dubbelbestemmingen opgenomen waarbij een verschillende oppervlaktemaat en/of diepte geldt.

Dubbelbestemming   Minimale oppervlakte   Minimale diepte  
Waarde - Archeologie 1   25 m²   0,5 meter  
Waarde - Archeologie 2   50 m²   0,5 meter  
Waarde - Archeologie 3   100 m²   0,5 meter  

Gebiedsaanduidingen

Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

De 25- en 100-jaarszone rond het waterwingebied Nuland zijn aangegeven op de plankaart met de aanduiding milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied. Dit betreft een gebiedsaanduiding die is verwoord in de algemene aanduidingsregels. In het bestemmingsplan is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen in de algemene aanduidingsregels waarmee ingerepen in de bodem, die tot aantasting van de grondwaterkwaliteit zouden kunnen leiden, vergunningplichtig worden gesteld.

8.2.2 Algemene regels

In de algemene regels zijn de anti-dubbeltelbepaling, de algemene bouwregels en gebruiksregels alsmede de algemene afwijkingsregels opgenomen. In deze regels is bijvoorbeeld de Nota Parkeernormering meegenomen voor wat betreft het realiseren en in stand houden van voldoende parkeergelegenheid conform de Nota Parkeernormering 2016. Als deze beleidsregels wijzigen, dan wordt met die wijziging rekening gehouden.

8.2.3 Overgangs- en slotbepaling(en)

In dit hoofdstuk zijn tot slot de bepalingen omtrent overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik, persoonsgebonden overgangsrecht en de slotregel verwoord.

Persoonsgebonden overgangsrecht

In het kader van de plannen van Rijkswaterstaat rondom de A59 en de aansluiting daarop is de woning gelegen aan de Rijksweg 34 in het verleden wegbestemd. De huidige bewoning valt onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk. De woning kan volgens vast jurisprudentie niet opnieuw onder het reguliere overgangsrecht worden gebracht. Hierdoor hebben wij de afweging gemaakt of de woning opnieuw positief bestemd kan worden.

Er kan bij deze woning geen goed woon- en leefklimaat worden gewaarborgd. Uit akoestisch onderzoek (bijlage 1) blijkt dat de geluidsbelasting op zeven punten te hoog is. Op de eerste etage is op drie gevels de geluidsbelasting hoger dan het hoogst toelaatbare. Conform de gemeentelijke "Nota hogere grenswaarden geluid" is maximaal één dove gevel per woning acceptabel. Een dove gevel mag geen te openen delen bevatten. Hiermee acht de gemeente meerdere dove gevels - hoewel ze geluidhinder wegnemen - niet bevorderlijk voor een goed woon- en leefklimaat en moet het beperkt worden tot maximaal één per woning. De woning kan hierdoor niet positief bestemd worden.

Op grond van artikel 3.2.3 Besluit ruimtelijke ordening kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van een situatie die met het bestemmingsplan strijdig is, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen. Persoonsgebonden overgangsrecht kan alleen aan natuurlijke personen worden toegekend. Dit houdt in dat tegen de huidige bewoners van de woning die in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, niet handhavend kan en zal worden opgetreden. Zodra de ingeschreven personen overlijden of verhuizen en zich uitschrijven vervalt het persoonsgebonden overgangsrecht. Een rechtsopvolger kan, onder bijzondere of algemene titel, geen aanspraak maken op het persoonsgebonden overgangsrecht. Anderen dan de hierboven genoemde personen mogen niet woonachtig zijn op het adres; dit is in strijd met het bestemmingsplan. Tegen deze personen kan en wordt wel handhavend opgetreden.

Door het dermate slechte woon- en leefklimaat is het niet wenselijk om steeds nieuwe mensen in de woning te laten wonen. Met objectgebonden overgangsrecht is er wel de mogelijkheid dat andere mensen, dan de mensen die ten tijden van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, op deze locatie komen wonen. Om deze reden is ervoor gekozen om gebruik te maken van het persoonsgebonden overgangsrecht.

Met de keuze voor persoonsgebonden overgangsrecht is er rekening gehouden met de compensatie, voor het planologische nadeel, die de eigenaar reeds heeft ontvangen.

Hoofdstuk 9 Economische uitvoerbaarheid

In het kader van artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening dient de financieel-economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan te worden aangetoond. Voorliggend bestemmingsplan is met name een beheersplan.

Gesteld kan worden dat de ruimtelijke planvorming zoals neergelegd in dit bestemmingsplan in financieel-economisch opzicht haalbaar c.q. uitvoerbaar is.

Hoofdstuk 10 Inspraak en vooroverleg

10.1 Voorontwerpfase

10.1.1 Vooroverleg

In het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de wettelijke instanties.

  • Provincie Noord-Brabant

In het voorontwerp is ten westen en noordwesten van de Korte Kerkstraat de bestemming groen opgenomen. Op de verbeelding van de Verordening ruimte is dit gebied gelegen binnen de gebiedsstructuur Natuur Netwerk. Op onze natuurbeheerplankaart is sprake van het natuurdoeltype droog bos en op een luchtfoto uit 2016 is inderdaad bestaand bos te zien in onderhavig gebied. Wij zijn van mening dat met de bestemming groen en bijbehorende planregeling de natuurwaarden in onderhavig gebied niet voldoende worden beschermd. In het vigerend bestemmingsplan kernen van Maasdonk heeft een gedeelte van het gebied de bestemming bos; deze bestemming doet wel recht aan de natuurwaarden. Wij verzoeken u om in het bestemmingsplan Kom Nuland voor het gehele gebied met de aanduiding Natuur Netwerk Brabant een bestemming op te nemen die voldoende recht doet aan de bescherming.

Reactie Gemeente:

Vanwege de actualisering van het bestemmingsplan is er voor verschillende percelen die voorheen de bestemming Bos hadden, gekozen om met de eenduidige bestemming Groen te werken. Om tegemoet te komen aan de opmerkingen van de provincie is binnen de bestemming Groen op het gebied dat door de provincie is aangewezen als Natuur Netwerk Brabant een aanduiding Bos opgenomen ter bescherming en behoud van de natuurlijke, landschappelijke, ecologische en/of cultuurhistorische waarden. Het woord 'ecologisch' is aangevuld in de aanduiding 'bos' die al was opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan onder artikel 10.1 onder h van de regels.

  • Waterschap Aa en Maas

Het waterschap geeft aan dat binnen het plan geen sprake is van concrete plannen voor verhardingstoename. Het plangebied is gelegen in grondwaterbeschermingsgebied. In het noordwesten van het plangebied is een A-watergang gelegen. A-watergangen zijn de belangrijkste wateren van de regio, zoals grotere sloten, beken en waterplassen, die belangrijk zijn voor een goede waterhuishouding. Deze wateren worden door of namens het waterschap onderhouden. Naast A-watergangen zijn aan beide zijden een onderhoudsstrook van 5 meter aanwezig. Bij voorkeur deze strook op de verbeelding weer te geven met de aanduiding 'vrijwaringszone-watergang' met de opmerking dat de gronden ter plaatse mede bestemd zijn voor het beheer en onderhoud van de waterloop. Deze strook moet vrij zijn van obstakels zijn voor het beheer van de watergang, in de Keur zijn hier regels over opgenomen.

Reactie Gemeente:

Vanwege de opmerking van het waterschap is voor de percelen die naast een A-watergang zijn gelegen een aanduiding 'vrijwaringszone-watergang' opgenomen zodat deze gronden bestemd zijn voor het beheer en behoud van de waterloop.

10.1.2 Inspraak

Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening is voor het voorontwerpbestemmingsplan 'Kom Nuland' een inspraakprocedure gevoerd. Het voorontwerpbestemmingsplan 'Kom Nuland' lag ter inzage van maandag 20 februari tot en met maandag 3 april 2017. Gedurende de inspraaktermijn kon iedereen schriftelijk of mondeling een inspraakreactie bij het college van burgemeester en wethouders naar voren brengen. Er zijn twintig inspraakreacties ingediend.

De ingekomen inspraakreacties en beantwoording van deze reacties is opgenomen in het 'Eindverslag vooroverleg en inspraak voorontwerpbestemmingsplan 'Kom Nuland', dat als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan is gevoegd.

De namen en adressen van insprekers zijn opgenomen in een aparte bij dit eindverslag behorende lijst (Lijst van insprekers) die niet actief openbaar wordt gemaakt. Dat betekent dat de namen en adressen van insprekers, in verband met de bescherming van persoonsgegevens, niet op internet worden geplaatst. In dit eindverslag wordt daarom gesproken van insprekers 1 tot en met 20. De nummers verwijzen naar de namen en adressen, zoals opgenomen in de Lijst van insprekers.

Omdat de verzonden inspraakreacties van insprekers 3 en 4 en insprekers 5 tot en met 11 identiek zijn, zullen deze als één worden behandeld.
De ingekomen inspraakreactie wordt samengevat weergegeven. Dit betekent niet dat die onderdelen van de reactie die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken: de inspraakreactie is in zijn geheel beoordeeld. De inspraakreactie wordt cursief voorzien van gemeentelijk commentaar.


Beantwoording inspraakreacties
Inspreker 1
Inspreker geeft aan dat de carport niet is ingetekend in de ondergrond op het perceel Korte Kerkstraat 6A. Het bouwvlak is op een correcte manier ingetekend, maar de carport is echter niet middels een grijze lijn zichtbaar. Uit tekeningen en het taxatierapport dat de carport al sinds 30 jaar aanwezig is. De carport is ongeveer 24 m² blijkt uit het taxatieverslag. Vraag van inspreker is om de carport juist mee te nemen in het bestemmingsplan Kom Nuland.


Gemeente:
De carport is naar aanleiding van de inspraakreactie in het ontwerpbestemmingsplan op de juiste manier in de ondergrond verwerkt.


Inspreker 2

Inspreker vraagt welke motieven er ten grondslag liggen om de huidige verkeersbestemming voor de parkeerplaats vóór Dorpstraat 7 (het voormalige gemeentehuis) te wijzigen in een bedrijfsbestemming. Deze openbare ruimte heeft namelijk een belangrijke functie als openbare parkeerplaats, zowel voor directe omgeving als voor een breder deel van de Nulandse bevolking. De ruimte fungeert ook als ontmoetingsplaats bij Koningsdag en andere feestdagen. Verzoek om de toezegging van 9 maart gestand te doen en de bestemming om te vormen naar een verkeersbestemming.

Ter plaatse van Dorpstraat 5-G is de gemeente voornemens een deel van de (huidige) bedrijfsbestemming van de voorruimte/tuinen te wijzigen in een verkeersbestemming. Dat voornemen conflicteert met het huidige gebruik als tuin. Verzoek van inspreker is dit aan te passen, wat overeenkomt met het feitelijke gebruik.

Overigens wijkt de feitelijke situatie op tal van andere plaatsen aan de Dorpstraat af van de in het voorontwerp, voorgestelde grens van de verkeersbestemming.

Inspreker geeft daarnaast aan dat er een nieuwe bestemming is gegeven aan het perceel Dorpstraat 5-G met toelichting. De tekst 'met ondergeschikte horeca' is gewijzigd in 'ondergeschikt is een hotel toegestaan'. Verzoek om te bevestigen dat het huidige gebruik ook onder de nieuwe bestemming onverkort kan worden gecontinueerd.


Gemeente:

De parkeerplaats voor het voormalige gemeentehuis (Dorpstraat 7) is in het voorontwerpbestemmingsplan abusievelijk bij de naastgelegen kantoorbestemming getrokken, omdat het parkeren van het kantoor/voormalige gemeentehuis hier ook is gelegen. Inspreker en anderen wijzen erop dat deze parkeerplaats ook voor openbaar parkeren en andere activiteiten wordt gebruikt, omdat het perceel tot het openbaar gebied behoort en omdat deze parkeerplaats ook in het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' de verkeersbestemming had. In het ontwerpbestemmingsplan is de kantoorbestemming voor de parkeerplaats aangepast naar een verkeersbestemming.

Ter plaatse van de Dorpstraat 5G en het perceel dat hiervoor is gelegen is de grens tussen de verkeersbestemming en de bestemming 'Cultuur en ontspanning' conform de concrete kadastrale situatie. Het perceel (NLD03B 04326) is feitelijk eigendom van de gemeente. Voor een dergelijk klein perceel, dat gemeentelijk eigendom is en met openbaar groen is ingericht, ligt het voor de hand dat de bestemming van de naastgelegen verkeersbestemming wordt overgenomen. De gemeente gaat niet in op het verzoek de bestemming aan te passen.

Op aanwijzing van de inspreker is de begrenzing van de verkeersbestemming ter hoogte van de Dorpstraat nagekeken en is gebleken dat de kadastrale situatie overeenkomst met de planologische situatie zoals weergegeven in het bestemmingsplan.

In bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' was een bedrijfsbestemming met aanduiding saunabedrijf opgenomen. Dit is niet conform de actuele standaard. Daarom is in voorliggende bestemmingsplan de bestemming "Cultuur en Ontspanning" opgenomen, waarbij ondergeschikt een hotel is toegestaan. Op verzoek van de inspreker hierbij de bevestiging dat het huidige gebruik ook onder deze nieuwe bestemming onverkort kan worden gecontinueerd. Voor de duidelijkheid is de aanduiding horeca van categorie 1 in plaats van de bewoording 'hotel' in de bestemming 'Cultuur en Ontspanning' opgenomen. Dit betekent dat het om een horecabedrijf gaat dat is gericht op het bieden van logies en hotels. Dit is nog steeds ondergeschikt en ten dienste van de sauna en welness.


Inspreker 3 en 4

Specifiek ziet de inspraakreactie op de openbare parkeerplaats bij het oude gemeentehuis op de hoek Dorpstraat - Raadhuisstraat. De parkeerplaats is al meer dan 25 jaar in gebruik als openbare parkeerplaats en heeft een belangrijke functie voor omliggende bedrijven en bewoners. De bestemming zou Verkeer moeten zijn en niet Kantoorruimte.


Gemeente:
Zoals ook weergegeven bij de beantwoording van inspraakreactie 2 is de omissie aangepast en heeft de openbare parkeerplaats in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming 'Verkeer' gekregen.


Inspreker 5 t/m 11
In het voorontwerpbestemmingsplan heeft de gemeente een strook grond achter de woningen Heijcamp 40 tot en met 56 aangemerkt als 'houtwal'. Een houtwal is een verzameling van hoge en lage houtachtige beplanting waar geen regelmatig onderhoud aan wordt gepleegd. De strook grond is ingezaaid met gras en wordt regelmatig gemaaid door de gemeente, met enkele beplanting. Van een houtwal is absoluut geen sprake.

Gezien de feitelijke situatie van deze strook is de bestemming groenstrook hier van toepassing. Vraag is dan ook om dit te wijzigen in 'groenstrook', nu bewoners die mogelijkheid bij de vaststelling van het huidige bestemmingsplan in 2014 niet hebben gehad.


Gemeente:

Insprekers stellen de definitie van een houtwal ter discussie met daaraan gekoppeld een omschreven onderhoudsregime. Ook wordt het onderhoudsniveau van het gebied ter discussie gesteld.

Tientallen jaren heeft achter de woningen aan de bestaande Heijcamp een houtwal gestaan op de scheiding van percelen. De bewoners zijn hier altijd van op de hoogte geweest, de houtwal stond namelijk achter hun achtertuin bij bouw of koop van hun pand.

De strook achter de perceelsgrenzen (van circa 8 meter breed) is in eigendom van de gemeente 's-Hertogenbosch. In het bestemmingsplan Heiduinen en vervolgens in het geactualiseerde bestemmingsplan is deze strook opgenomen als bestemming Groen met aanduiding houtwal om zo een overgangsgebied te creëren tussen de woonwijk en het open buitengebied. Zowel de gemeente Maasdonk als de provincie was daar destijds voorstander van bij planvorming rondom het plan Heiduinen.

De cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle houtwal was vóór 2013 volledig intact en bestond uit een aantal flinke bomen en nog meer struiken. Met de bewoners is later afgesproken dat het bosplantsoen op een strook direct grenzend aan de perceelsgrenzen weer verwijderd zou worden. De houtwal op korte afstand van de perceelsgrenzen zorgde voor overlast bij omwonenden. Ook is de houtwal in de rest van de strook, in het kader van regulier onderhoud gedund door de gemeente. Daarna zijn er echter bomen illegaal gekapt, totdat van de planting nauwelijks iets over is gebleven. Dit is, zoals uit luchtfoto's blijkt, gebeurd in de periode 2013-2014.

De graszone wordt sindsdien door de gemeente tweewekelijks gemaaid volgens een 'gazonbestek'. Inmiddels is de gemeentelijke aanplant met bosplantsoen vrijwel geheel verdwenen/verwijderd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0017.png"  afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002315-1401_0018.png"

Situatie 2013 Situatie 2014

Bewoners hebben verzoeken gedaan bij zowel de gemeente Maasdonk als de gemeente 's-Hertogenbosch om dit gemeentelijk perceel op te delen, te verkopen en bij de woonpercelen te betrekken. Beide gemeentes zijn hierin niet meegegaan en de gemeente 's-Hertogenbosch gaat dit ook in de toekomst niet doen:

  • dit lineair/structureel groen vormt een belangrijke schakel in de groenopstanden aan de westelijke dorpsrand en een duurzame groene overgang naar het landschap dat de kern omringt.
  • de houtwal die al in bestemmingsplan was aangeduid is op zichzelf cultuurhistorisch en ecologisch waardevol. Al bij de ontwikkeling van de wijk Heiduinen in met de provincie Noord-Brabant overeengekomen dat deze houtwal zou worden gehandhaafd als groene overgang naar het landschap

Naar aanleiding van deze inspraakreacties blijft de aanduiding 'houtwal' op het perceel gehandhaafd en is besloten de houtwal weer te herstellen en terug te brengen op deze locatie. De eerste twee meter vanaf de perceelsgrenzen wordt vrijgehouden van houtopstanden en deze strook zal conform huidig gebruik en onderhoud als grasstrook blijven bestaan. De overige 6 meter wordt opnieuw herplant in de winter van 2017/2018 vanwege het plantseizoen. Wanneer en hoe de houtwal terug zal worden aangebracht zal met de direct aanwonenden per brief nader gecommuniceerd worden.


Inspreker 12
Inspraakreactie ziet op het perceel aan de Rijksweg 34 te Nuland alsmede het perceel gemeente Nuland, sectie E nr. 1018, ook wel aangeduid als 'het Sijsenaar-perceel'. Het laatste perceel is gesitueerd op de strook grond tussen de A59 en de Rijksweg, bij de entree van de kern van Nuland.

Rijksweg 34
Op dit perceel is een woning aanwezig. In het kader van de ombouw van de A59 was het aanvankelijk de bedoeling van de voormalige gemeente Maasdonk om de woning te verkopen en te saneren. Vooruitlopend daarop heeft de raad van de gemeente Maasdonk de bestemming gewijzigd in 'Groenvoorzieningen'. Nadien heeft de gemeente het plan voor aankoop van de woning laten varen. Ingevolge het voorliggende plan zou op het perceel de bestemming 'Groen' komen te liggen. Ingevolge die bestemming is een woning niet toegestaan, evenmin het gebruik daarvan.

In het kader van een onteigeningsprocedure wijst inspreker op een overweging waarin de rechtbank aangeeft dat er door het wegbestemmen van de woning onvoldoende rekening is gehouden met de waardebepaling. De overweging houdt in dat de eigenaar recht heeft op een bestemming als burgerwoning bij de eerstvolgende bestemmingsplanwijziging. Inspreker geeft aan dat dit voorontwerpbestemmingsplan 'Kom Nuland' betreft. Gelet op de uitspraak en gelet op het voortdurende gebruik is inspreker van mening dat de bestemming 'Wonen' op het perceel moet worden gelegd. Temeer omdat in het kader van de onteigeningsprocedure geen vergoeding aan cliënt is toegekend voor de betreffende waardevermindering.

Vervolgens worden meerdere uitspraken aangehaald die inhouden dat 1) bebouwing die volgens een rechtsgeldige vergunning is opgericht, ook als zodanig bestemd moet worden en 2) dat bebouwing en gebruik in beginsel niet voor een tweede keer onder het overgangsrecht mogen worden gebracht.


Sijsenaar-perceel
Inspreker geeft aan bekend te zijn met het feit dat toekomstige ontwikkelingen niet in onderhavig plan worden betrokken. Anderzijds verwijst inspreker naar paragraaf 3.4.1. waarin onder andere de Visie Groene Schil wordt aangehaald met het oog om de randen van Nuland den de beoogde dorpsentree vorm te geven. Het Sijsenaar-perceel vormt samen met het tegenovergelegen brandstofservicepunt de dorpsentree.

Inspreker herhaalt dat zij op het perceel een bedrijfsgebouw willen ontwikkelen. In een brief van 10 maart 2015 heeft het college gesteld dat een stedelijke ontwikkeling op het perceel denkbaar is; geadviseerd is op zoek te gaan naar een functie die past in een paviljoen met groene setting dat niet op een bedrijventerrein / centrumvoorzieningengebied thuis hoort. Tot op heden hebben zij nog geen geschikte invulling kunnen vinden. Om die reden verzoeken zij in het plan een wijzigingsbevoegdheid op te nemen voor de ontwikkeling van een bedrijfsgebouw binnen de door het college geschetste kaders.

Gemeente:
Rijksweg 34
In het kader van de plannen van Rijkswaterstaat rondom de A59 en de aansluiting daarop is de woonbestemming gelegen aan de Rijksweg 34 in het verleden wegbestemd.

De gemeente werkt planologisch niet mee aan het positief bestemmen van deze woning middels het toekennen van een woonbestemming. Allereerst is dit strijdig met het gemeentelijk beleid conform de Visie Groene Schil die in april 2009 door de voormalige gemeente Maasdonk is vastgesteld. Daarnaast valt op deze locatie vanwege milieutechnische aspecten geen goed woon- en leefklimaat meer te waarborgen. Een woning op deze locatie is met andere woorden in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Wij achten het dan ook niet mogelijk om een woonbestemming aan dit perceel toe te kennen.

Vanwege het feit dat de woonbestemming op het perceel in het verleden is wegbestemd en onder overgangsrecht is komen te vallen heeft de eigenaar van het perceel aan de Rijksweg 34 al een tegemoetkoming in de planschade (ex. artikel 6.1 Wro) ontvangen. Daarmee is tegemoet gekomen aan de schade die door het wegbestemmen van de woning publiekrechtelijk is ontstaan.


Sijsenaar-perceel
In het bestemmingsplan is inderdaad aangegeven dat toekomstige ontwikkelingen niet in het bestemmingsplan worden meegenomen. Daarom voorzien wij in dit geval ook niet in een wijzigingsbevoegdheid voor bedrijvigheid deze locatie. De plannen op deze locatie zijn onvoldoende concreet. De gemeente wenst enkel medewerking te verlenen aan een initiatief dat voldoet aan de (in detail beschreven) stedenbouwkundige en juridische randvoorwaarden die niet te vatten zijn in een algemene wijzigingsbevoegdheid voor bedrijf. Met name omdat het belangrijk is dat voldaan wordt aan provinciale regelgeving (ladder voor duurzame verstedelijking - actuele regionale behoefte) en aangetoond moet worden dat de wijzigingsbevoegdheid binnen de planperiode te realiseren valt, achten wij het niet mogelijk dit te vatten in een wijzigingsbevoegdheid.



Inspreker 13
De bestemming "Wonen" op het naastgelegen en achterterrein van perceel Duyn en Daelseweg 10 ontbreekt. Waarom hebben deze gedeeltes van het perceel een bestemming Agrarisch met Waarden terwijl bij omliggende percelen aan de Duyn en Daelseweg wel één grote woonbestemming van toepassing is voor het gehele perceel.

De bijgebouwen achterop het perceel die buiten de woonbestemming vallen staan er langer dan het huis. Vergunningen zijn niet voorhanden, maar dateren van voor omstreeks 1960/1965. Op het gehele perceel (waar nu een Agrarisch met Waarden bestemming op ligt) heeft uit het verleden altijd een bedrijfsbestemming gelegen. Vraag is waarom deze er nu afgehaald is? En waarom is de bestemming dan niet verandert in Wonen in plaats van Agrarisch met Waarden? De WOZ-waarde wijkt dermate af van de taxatiewaarde van de woning dat inspreker de link legt tussen de WOZ-waarde en de specifieke bestemming in het bestemmingsplan en concludeert dat de WOZ-waarde voor zijn perceel is gebaseerd op de veronderstelling dat het gehele perceel een woonbestemming heeft. Sinds de bedrijfsbestemming eraf is gehaald wordt door de gemeente een WOZ-waarde gehanteerd die gebaseerd is op een woonbestemming.


Gemeente:
De bestemming Wonen in combinatie met de bestemming Agrarisch is onveranderd overgenomen uit het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk'. Waarom de bedrijfsbestemming er in 2006 afgehaald is en waarom hier geen bezwaar tegen is gemaakt lijkt nu minder relevant. Gekeken naar de totstandkoming van de huidige situatie op het perceel en het feitelijke gebruik kunnen de opstallen niet los gezien worden van de woonbestemming.

In het bestemmingsplan zal daarom de woonbestemming vanaf het bestaande bestemmingsvlak Wonen recht naar achteren worden uitgebreid tot de achterste perceelsgrens, conform het verzoek. De schuur die in het verleden in gebruik is geweest als woonhuis wordt daarbij in het ontwerpbestemmingsplan niet als woning aangemerkt. Bovendien is de totale oppervlakte van de bijgebouwen, die zich in deze (uitgebreide) woonbestemming bevinden, groter dan toegestaan conform de reguliere bijgebouwenregeling in het bestemmingsplan, wat betekent dat deze bijgebouwen zich onder het overgangsrecht bevinden.

De naastgelegen percelen op de hoek Duyn en Daelseweg en de Heiweg behouden hun bestemming Agrarisch met Waarden. Hier kunnen geen woningen, (bij)gebouwen of erfscheidingen worden gebouwd.


Inspreker 14
Inspreker geeft aan dat ter plaatse van Zandstraat 6 in Nuland een centrumbestemming is opgenomen. De aanduiding 'Wonen' ontbreekt echter op de verbeelding van dit perceel, terwijl het vigerende bestemmingsplan (herziening Zandstraat 6) ter plaatse maximaal 8 woningen uitsluitend op de verdieping toelaat. Doordat er geen koppeling is tussen artikel 7 van het bestemmingsplan en artikel 18.2.2. heeft het maximum aantal wooneenheden, geen juridische status.


Gemeente:
Er is sprake van een omissie voor wat betreft de aanduiding Wonen die ontbreekt voor het perceel Zandstraat 6. Dit aangepast door een aanduiding wonen-1 op te nemen onder 7.1 onder i waardoor de acht woningen op de verdieping op een correcte manier in het ontwerpbestemmingsplan zijn verwerkt. Daarnaast is in artikel 7.2.2 onder c de aanduiding maximum aantal wooneenheden meegenomen.


Inspreker 15
In het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen dat er onderzoek wordt gestart of de woning aan de Dorpstraat 17 te Nuland in aanmerking komt voor een monumentale status. Enerzijds zijn insprekers verrast over deze ontwikkeling, het geeft aan dat het pand een bepaalde status heeft. Maar anderzijds heeft dit ook gevolgen voor de toekomst die zowel kansen als beperkingen kan geven. Een medewerker van de gemeente heeft aangegeven dat hiervoor een aparte procedure wordt gevolgd.

Middels de brief willen insprekers bevestigen dat wij betrokken willen worden in deze procedure.


Gemeente:
De reactie is ter kennisgeving doorgestuurd naar de afdeling Erfgoed binnen de gemeente 's-Hertogenbosch. Zoals aangegeven tijdens de inloopavond en in de toelichting van het bestemmingsplan wordt er een separate procedure opgestart voor panden die op de nominatielijst staan voor de status gemeentelijk monument. De desbetreffende eigenaren zullen naar verwachting rond de zomer per brief op de hoogte worden gesteld van de ontwikkelingen voor wat betreft de aanwijzing tot gemeentelijk monument.


Inspreker 16
Inspreker is eigenaar van het perceel aan de Pelgrimstraat 2 (B4333) te Nuland. Hierop staat volgens inspreker een schuur met bestemming bedrijvigheid (industrie), op het perceel is in kader van lijst inbreidings- en herstructureringslocaties (dd 14-02-2006), de bouw voor een vrijstaande woning toegestaan. Op de verbeelding die inspreker getoond werd bij de inloopavond in de Meent te Nuland, is de bestemming van de schuur niet aangegeven en tevens is er ook geen bouwblok zichtbaar.

In de nabije toekomst willen insprekers de woning gaan bouwen , maar schuur dan toch ook zeker blijven gebruiken.


Gemeente:
1] voor wat betreft de bedrijfsbestemming: De bestemming wonen is overgenomen uit het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' van 2006. Hierin is geen bedrijfsbestemming opgenomen en is geen bouwvlak voor een woning opgenomen.


Onderzoek door de afdeling milieu heeft uitgewezen dat er nooit een milieuvergunning voor dit pand of dit perceel is verleend. Tevens is er nooit een melding ontvangen in het kader van het Activiteitenbesluit. In november 2010 is door de gemeente Maasdonk op verzoek van de inspreker een huisnummer aan "een vrijstaand bijgebouw" toegekend. Daarbij is opgemerkt dat voor dit gebouw geen vergunning is verleend. Wij zijn dan ook niet voornemens een bedrijfsbestemming aan dit perceel toe te kennen.


2] De lijst met inbreidingslocaties is van september 2000. De lijst is toentertijd door de gemeente Maasdonk opgesteld voor overleg met de provincie ter onderbouwing van het gewenste woningbouwcontingent. De lijst is daarna toegevoegd als bijlage aan het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' van 2006. De lijst betreft een indicatie en heeft geen enkele juridische status.


Aan de lijst konden geen rechten worden ontleend. Zij gaf een indicatie dat op de desbetreffende percelen mogelijk ruimte is voor een extra woning binnen de bestaande stedelijk structuur. Iedere aanvraag op basis van de lijst diende daarbij op zijn merites te worden beoordeeld en ingepast te kunnen worden conform de laatste planologische regels en het gemeentelijk beleid.


Gezien de ouderdom van de lijst en omdat de meeste van deze locaties inmiddels zijn onderzocht en in uitvoering zijn of tot uitvoering zijn gebracht, is de indicatieve lijst niet langer als bijlage opgenomen bij dit bestemmingsplan. De paar locaties op de lijst, die nog niet onderzocht zijn, kunnen niettemin (net als nieuwe kansen die zich voordoen) worden voorgelegd aan gemeente in de vorm van een informatieve bouwaanvraag.


Gemeente raadt inspreker dan ook aan een informatieve bouwaanvraag in te dienen bij de gemeente met daarin de gewenste ontwikkeling duidelijk omschreven en met tekeningen onderbouwt zodat deze (los van de actualisatie van het bestemmingsplan) kan worden beoordeeld.


Inspreker 17
Inspreker verzoekt een tekstuele wijziging aan te brengen op de verbeelding van het voorontwerpplan Kom Nuland. In de voorbereiding van het bestemmingsplan Heiduinen is een beeldkwaliteitsplan gemaakt. Daarin is beoogd om zoveel mogelijk groen en bestaande houtwallen te behouden. De eigenaren diende de erfafscheidingen en groen aan te leggen. Die aanbeveling is in grote meerderheid door de woningeigenaren overgenomen. Inspreker hebben dan ook een mooie groene wijk.

Het Beeldkwaliteitsplan is vrij gedetailleerd beschreven. Niet alleen zijn de aandachtspunten in de wijk beschreven maar ook de breedte van de wadi's, het groen en de houtwallen.

De bestaande houtwallen op een breedte van 2.90 m.

De zijgevel van de woning van inspreker bevat de aanduiding houtwal terwijl dat de situatie feitelijk gezien anders is. De feitelijke situatie is dat er tot 1 meter van de woning geen begroeiing aanwezig is. Door het opnemen van de bestemming Groen met de specifieke aanduiding houtwal tot aan de woning wordt voorzien dat het onderhoud zich vooral zal gaan richten op de bestemming Houtwal.

De grens tussen de houtwal en het aanwezige groen dient duidelijk te worden weergegeven op de verbeelding.

Tevens vraagt inspreker aandacht voor het middenterrein van de wijk Heiduinen. Vanaf de oostzijde loopt de bestemming Groen met aanduiding Houtwal door tot aan de bestaande woningen. De feitelijke situatie is een grasveld wat grenst aan de aanplant van struiken en de bestaande houtwal.


Gemeente:
Het is goed om te zien dat de gedetailleerde beschrijving van het beeldkwaliteitsplan en de aanbevelingen aan de woningeigenaren hebben bijgedragen tot een kwalitatieve goede wijk, die gewaardeerd wordt door de bewoners. De aanbevelingen en specifieke omschrijvingen uit het beeldkwaliteitsplan zijn echter niet juridisch bindend. Het bestemmingsplan heeft, anders dan het beeldkwaliteitsplan, wel een juridische status om bestaande belangen te behartigen en (in dit geval) bewoners rechtszekerheid te bieden.

Details uit planvormingsdocumenten (als exacte bemetingen uitgedrukt in centimeters) worden over het algemeen niet overgenomen in het bestemmingsplan. De bestemming houtwal is gelegd op het groengebied, waar de houtwal zich bevindt. Dit betekent niet dat overal waar deze aanduiding op ligt een boom staat. Hier kan ook sprake zijn van de aanwezigheid van bijvoorbeeld lagere begroeiing of onderbeplanting (ook onderdeel van de houtwal), wandelpaden, onderhoudsstroken, ruimte onder de kronen van de bomen in de houtwal zelf, of ruimte voor de uitgroei in de tijd. Al deze functies vallen onder de bestemming 'Groen' met de aanduiding houtwal.

Inspectie ter plaatse heeft inzichtelijk gemaakt dat in het bestemmingsvlak 'Groen' met de aanduiding houtwal onderbegroeiing aanwezig is en een aangeplante beukenhaag langs de oprit van het naastgelegen perceel van Heicamp 70. Ter plaatse van het door de initiatiefnemer genoemde middengebied, waar initiatiefnemer aandacht voor vraagt, ligt naast een smallere zone met goed onderhouden onderbegroeiing (tbv de sociale veiligheid in de wijk) inderdaad een grasstrook binnen de groenbestemming met aanduiding 'houtwal'. De kronen van de bomen hangen hier gedeeltelijk boven en kunnen hier in de toekomst ook verder boven uitgroeien.

De gemeente past derhalve bij deze actualisatie de begrenzing van de aanduiding houtwal niet aan, maar neemt de begrenzing uit het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' van 2006 over. Voor naastwonenden van de houtwal is het van belang om te realiseren dat de grond in bezit is van de gemeente en dat zij niet voornemens is dit structurele en beeldbepalende groen in de toekomst te verkopen aan de bewoners van de naastgelegen woningen. Bouw van opstallen en erfafscheidingen in dit gebied is dan ook niet mogelijk.


Inspreker 18
De inspraakreactie ziet op het deel van het voorontwerpbestemmingsplan dat is vervangen voor het bestemmingsplan 'Heiweg 35, 37 en 37 Nuland'. De regels die afwijken van de regels van het bestemmingsplan Maasdonk zou initiatiefnemer graag overgenomen zien worden in het nieuwe bestemmingsplan en anders een overleg hierover voeren.


Er is in het kader van de eerdere planontwikkeling al een archeologisch onderzoek uitgevoerd. De aanduiding kan dus van de verbeelding worden verwijderd.


De verwijzingen die opgenomen zijn bij de regels 'Afwijken van de bouwregels' zijn op diverse plekken niet juist. Waarom een erker bij de afwijkingen? Deze zijn nu rechtstreeks toegestaan. Inspreker vindt dit jammer van de extra regeldruk en de extra kosten voor de burgers.
De regels van het zwembad zijn verdwenen.


Gemeente:
Het bestemmingsplan 'Heiweg 35, 37 en 37 Nuland' van 2011 is eerder opgesteld om de bouw van woningen te regelen, waar dat in het toentertijd vigerende bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk' van 2006 nog niet mogelijk was. Bij een actualisatie worden dergelijke 'postzegelbestemmingsplannen' meegenomen in het onder/omliggende bestemmingsplan zodat er weer een regeling ontstaat voor het geheel.


Met de voorliggende actualisatie heeft de gemeente behalve de wettelijke verplichting tot het tienjaarlijks actualiseren conform de laatste vereisten, ook invulling willen geven aan eenduidigheid van alle bestemmingsplannen conform de Bossche systematiek. Zo kan worden gekomen tot een eenduidige regeling voor de hele Kern Nuland en de andere kernen van de gemeente en wordt voorkomen dat voor iedere paar woningen verschillende regelingen van toepassing zijn. Tegen deze achtergrond zijn de regels uit het postzegelbestemmingsplan niet één-op-één doorvertaald in de regels van het voorliggende bestemmingsplan. De rechten van de eigenaren mogen daarbij echter niet worden beperkt. Met deze insteek beantwoordt de gemeente de vragen en opmerking van de inspreker als volgt:


1] In het kader van de eerdere planontwikkeling is in 2010 archeologisch onderzoek uitgevoerd door econsultancy. Dit is inderdaad een reden om de algemene onderzoeksverplichting naar archeologie, die voor grote delen van Nuland van toepassing is, niet op te nemen voor dit deel van het bestemmingsplan. De gemeente zal de bestemmingsplanverbeelding voor dit deel aanpassen.


2] De regels die in het voorliggende bestemmingsplan zijn opgenomen onder 'Afwijken van de bouwregels' zijn afgestemd op de gangbare Bossche systematiek. In die zin wijkt de regeling inderdaad af van de specifieke regeling van het vigerende postzegelbestemmingsplan. Erkers vallen daarbij inderdaad onder de afwijkingen van de bouwregels, waar dat in het in het postzegelbestemmingsplan echter rechtstreeks was toegestaan. De gemeente hecht echter ook waarde aan een eenduidige regeling voor de hele kern. Indien bewoners van deze drie adressen zich aan de gestelde regels voor erkers houden, zal gewoon medewerking verleend worden. De kosten blijven dan beperkt voor een vergunningaanvraag voor het bouwen (van de erker) met een binnenplanse afwijking. De gemeente stelt daarom voor de gemeentebrede regeling in dit bestemmingsplan van toepassing te laten zijn en voorliggende bestemmingsplan hier niet op aan te passen.


3] In de vigerende regeling van het postzegelbestemmingsplan zijn nog specifieke regels opgenomen voor zwembaden. Binnen de voorgestelde gemeentebrede systematiek wordt voor zwembaden (en bijvoorbeeld ook voor carports) geen aparte regeling gehanteerd, maar vallen deze onder de aan- en bijgebouwenregeling, specifiek onder bouwwerken, geen gebouwen zijnde (artikel 18.2.4). Onder c staat hierin uitgelegd dat de maximale oppervlakte 75 m² bedraagt voor bouwwerken geen gebouwen zijnde. De regeling is dus ruimer dan de regeling in het vigerende bestemmingsplan Heiweg 35, 37 en 39 onder 3.2.4 onder d, waarin zwembaden een maximale oppervlakte mogen hebben van 50 m².


Inspreker 19
De inspraakreactie ziet op de locatie Hotel Van der Valk Nuland.

  • 1.
    1. Bestemming horeca, bijgebouwen bij de woning. In het vigerende plan is een zone voor bijgebouwen bij de bedrijfswoning opgenomen, deze ontbreekt in het voorontwerp;
  • 2.
    2. Bestemming horeca, bijgebouwen bij de woning. Het vigerende bestemmingsplan laat 90 m² bijgebouwen bij de bedrijfswoning toe met een bouwhoogte van 5 meter. Het voorontwerp 75 m² met een hoogte van 4,5 meter. Dit graag aanpassen
  • 3.
    3. Bestemming horeca, vliegende verkoop. Het artikel is letterlijk overgenomen. Voorstel om gemeente Maasdonk te vervangen door Kom Nuland.
  • 4.
    4. Bestemming Bedrijf, bouwhoogte luifel/overkapping pompstation. In het vigerende plan mag de luifel boven het pompstation 6 meter zijn (binnen de bestemming bedrijf). Het voorontwerp staat dit niet toe;
  • 5.
    5. Dubbelbestemming Archeologie. Archeologisch onderzoek heeft ter plaatse uitgewezen dat geen waarden verwacht worden die bescherming vereisen.


Vraag is om deze vijf aspecten aan te passen in het ontwerpbestemmingsplan.


In afwijking van / aanvulling op het voorontwerp nog het verzoek om de volgende wijzigingen mee te nemen:

  • 6.
    6. Verzoek om binnen het bouwvlak, binnen de zone waar de hoogtebepaling 5 meter goot en 5 meter nok geldt op te nemen dat tevens een overbouwing is toegestaan van 9 meter. Dit om op verdiepingsniveau een overdekte en dichte verbinding te kunnen maken tussen hotel en hotelvleugel waar vrachtwagens onderdoor kunnen blijven rijden. Indien de overbouwing maximaal 10% mag beslaan is dat voldoende;
  • 7.
    7. Toevoeging van twee burgerwoningen. In het verleden is een bestemmingsplan in voorbereiding geweest voor de realisatie van 2 woningen noordelijk van de bedrijfswoning en 4 zuidelijk van de bedrijfswoning. Het verzoek om de noordelijke bouwmogelijkheid van 2 woningen alsnog op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan;
  • 8.
    8. Bestemming horeca, goothoogtebepalingen aanpassen. Vanwege bouwplannen met het hoofdgebouw die in een vergevorderd stadium zijn de vraag om de goothoogten van de hoofdbouwmasse binnen het bouwvlak (die van 4 meter) te schrappen en hier alleen de bouwhoogten op te nemen zoals staan vermeld in het voorontwerpbestemmingsplan;
  • 9.
    9. Bestemming verkeer, aanduiding reclamemast. Verzoek om de aanduiding reclamemast op te schuiven zodat hij niet onder de grondeigendommen van Rijkswaterstaat is gelegen, maar binnen de gronden van Van der valk. De aanduiding moet dan in noordwestelijke richting opgeschoven worden.


Gemeente:
1-2. De gemeente heeft beiden weer aangepast naar de regeling zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk, herziening hotel Nuland'.

3. De gemeente vervangt 'gemeente Maasdonk' door 'Kom Nuland'.

4. Het bestemmingsplan wordt aangepast op dit punt.

5. In het kader van het bestemmingsplan 'Kernen Maasdonk, herziening hotel Nuland' van 2013 is reeds archeologisch onderzoek uitgevoerd. Dit is inderdaad een reden om de algemene onderzoeksverplichting naar archeologie, die voor grote delen van Nuland van toepassing is, niet op te nemen voor dit deel van het bestemmingsplan.

6-8. Bij de actualisatie van het bestemmingsplan worden puur de bestaande rechten en plichten overgenomen in de nieuwe systematiek. De gemeente neemt daarbij geen nieuwe ontwikkelingen mee. Aparte ontwikkelingen worden elk op hun merites beoordeeld. Inspreker is hierover reeds in gesprek met de gemeente en gemeente is dan ook met deze plannen bekend. Hiervoor zal echter een aparte planologische procedure worden doorlopen.

10. De aanduiding reclamemast is verplaatst conform de wens van inspreker.


Inspreker 20
Verzoek ziet op de woning Duyn en Daelseweg 28A te Nuland. In januari 2008 is een vergunning verleend voor de bouw van een woning middels goedkeuring van een inbreidingslocatie ex. Artikel 19 WRO. Op de terinzage liggende tekening is de woning echter niet meegenomen.


Gemeente:
Op de verbeelding bij dit voorontwerp is het bouwvlak voor deze woning inderdaad niet meegenomen. De gemeente neemt, naar aanleiding van deze inspraakreactie, alsnog een bouwvlak op voor de woning op. Dit bouwvlak is daarbij, in overleg met de inspreker, rondom het huidige hoofdgebouw getrokken, de overige bebouwing op het perceel wordt daarmee tot bijgebouw gerekend.

10.2 Ontwerpfase

Het ontwerpbestemmingsplan 'Kom Nuland' lag ter inzage van maandag 29 mei 2017 tot en met maandag 10 juli 2017. De terinzagelegging is bekend gemaakt in het Gemeenteblad en de Staatscourant van 26 mei 2017. Gedurende deze termijn kon iedereen schriftelijk of mondeling een zienswijzen kenbaar maken bij de gemeente 's-Hertogenbosch. Er zijn in totaal acht verschillende zienswijzen ingediend.

De zienswijzen betreffen schriftelijke zienswijzen die op één na binnen de termijn zijn ontvangen c.q. verzonden. De zienswijzen zijn daarom, met uitzondering van zienswijze 8, ontvankelijk en in behandeling genomen. De beantwoording van de zienswijzen is opgenomen in de nota zienswijzen.

De namen en adressen van reclamanten zijn opgenomen in een aparte bij de nota zienswijzen behorende lijst (Lijst indieners zienswijzen) die niet actief openbaar wordt gemaakt. Dat betekent dat de namen en adressen van reclamanten, in verband met de bescherming van persoonsgegevens, niet op internet worden geplaatst. In de nota zienswijzen wordt daarom gesproken van raclamanten 1 tot en met 8. De nummers verwijzen naar de namen en adressen, zoals opgenomen in de Lijst indieners zienswijzen.

Zienswijze 8 wordt niet besproken aangezien deze niet ontvankelijk is. De andere ingekomen zienswijzen worden samengevat weergegeven. Dit betekent niet dat die onderdelen van de zienswijzen die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zijn betrokken: de zienswijzen is in zijn geheel beoordeeld. De volledige stukken liggen ter inzage in het kader van de (verdere) besluitvorming.