Plan: | Omgevingsvergunning Orthen-Links, fase Nul - 50 appartementen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002197-1401 |
De woningen zijn geluidgevoelige objecten in het kader van de Wet geluidhinder (Wgh). Voor het bouwplan is dan ook een geluidsonderzoek opgesteld (Oranjewoud, projectnummer 0233087, 14 juni 2012), waarbij de aspecten railverkeerslawaai, wegverkeerslawaai, industrielawaai en het geluid afkomstig van de Weenergroep zijn beschouwd. Aan de hand hiervan is beoordeeld in hoeverre de situatie voldoet aan de Wgh en het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) geldende grenswaarden.
In de berekeningen is uitgegaan van het reeds voorziene en binnenkort op te richten scherm ten gevolge van het Tracébesluit Sporten in Den Bosch. Dit scherm wordt onder andere opgericht ter hoogte van het plangebied met een hoogte van ca. 4,5 meter.
Het rekenmodel ten behoeve van het tracébesluit 'Sporen in Den Bosch' is rechtstreeks overgenomen voor het model van deze 50 appartementen. Het bouwplan is gelegen binnen de geluidzone van het traject 731 Den Bosch - Utrecht. Uitgaande van het laatstelijk vastgestelde Tracébesluit "Sporen in Den Bosch" - inclusief het voorziene scherm voor Orthen-Links - worden op hoogten van de 1e verdieping tot en met de 5e verdieping geluidwaarden berekend van 58 dB t/m 64 dB. Hiermee wordt de voorkeursgrenswaarde van 55dB ter plaatse overschreden.
In situaties waar nieuw te bouwen geluidgevoelige bestemmingen een geluidbelasting ondervinden hoger dan de voorkeursgrenswaarde, dient allereerst onderzocht te worden of deze geluidbelasting gereduceerd kan worden door het treffen van maatregelen aan de bron of in de overdracht.
Maatregelen aan de bron
Maatregelen aan de bron zijn bij het spoor in de vorm van raildempers reeds voorzien (zie het Tracébesluit 'Sporen in Den Bosch'). Extra maatregelen kunnen alleen in overleg met de railinfrabeheerder worden getroffen en zijn reeds niet voorzien.
Maatregelen in de overdracht
Maatregelen in de overdracht betreffen het plaatsen van een geluidscherm. Hierdoor kan het geluid op de gevel worden verlaagd.
In het tracébesluit is reeds een geluidsscherm voorzien. Verlening danwel verhoging van het geplande scherm evenwijdig aan en langs het spoor, zal het geluid vanwege het railverkeer echter slechts laten afnemen met maximaal 3 dB. De voorkeursgrenswaarde van 55 dB wordt nog steeds (ruim) overschreden. De kosten hiervan bedragen echter ca. € 350.000 tot € 500.000,--. Hoewel uiteraard een groter aantal woningen dan enkel de appartementen hiervan zal profiteren, worden deze kosten voor dit bouwproject als excessief beschouwd. Omdat de kosten niet opwegen tegen de baten, de grenswaarde wordt immers nog steeds overschreden, wordt gesteld dat verlening dan wel verhoging van het geplande scherm onvoldoende doeltreffend is.
Hogere grenswaarden
Het is in alle redelijkheid niet mogelijk maatregelen aan de bron en in de overdracht te realiseren. Het verlenen van een hogere grenswaarde is echter mogelijk, nu de maximaal te ontheffen waarde voor dit soort gebieden in de zone van een drukke spoorlijn op 68 dB ligt en de maximaal berekende geluidwaarde 64 dB is. Voor de beoordeling van railverkeerslawaai en het verlenen van een hogere grenswaarden heeft de gemeente, aanvullend op de Wet geluidhinder, een tweetal beleidsstukken opgesteld, te weten:
Het gebiedsgerichte geluidbeleid richt zich op het realiseren van een passende geluidskwaliteit in elk gebied binnen de gemeente. Binnen elke gebiedstypering zijn ambitiewaarden (streefwaarden) en een bovengrens gedefinieerd voor de toelaatbare geluidbelasting op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen.
De omgeving van het plan is conform het geluidbeleid het beste te typeren als “Stromingszone”. Bij een “Stromingszone” is een ambitiewaarde “onrustig” en een bovengrens “lawaaiig” gegeven. Dit komt overeen met een geluidbelasting van 55 tot 58 dB en 58 tot 68 dB voor de respectievelijke geluidklassen. Op deze locatie direct aan een druk bereden spoortraject is een geluidsbelasting die valt binnen de bovengrens van onze uitgangspunten te verdedigen. Zeker als voldaan wordt aan de hierbij gestelde uitgangspunten.
Het gemeentelijk geluidbeleid kent nog een aantal criteria voor het verlenen van hogere waarden voor geluidbelastingen in de geluidklasse “lawaaiig”. Deze aanvullende criteria worden hieronder besproken:
De overige voorwaarden zijn opgenomen en gemotiveerd in het ontwerpbesluit Hogere Grenswaarde Fase Nul - 50 appartementen.
Voor deze appartementen zal dan ook een procedure hogere grenswaarden worden gevolgd. Aan de te verlenen ontheffingen voor het spoorweglawaai zijn maatregelen gekoppeld om een binnenniveau van 33 dB te garanderen, waarbij voorzichtigheidshalve wordt uitgegaan van een 2/3 dB hogere gevelbelasting. Dit ontwerpbesluit zal tegelijkertijd met de ontwerpomgevingsvergunning ter visie worden gelegd.
Het appartementencomplex ligt binnen de invloedssfeer van de zone-plichtige wegen Orthen/Hambakenweg, de Zandzuigerstraat en van de Ertveldweg. Het betreft woningen in stedelijk gebied. De appartementen zijn gelegen binnen de geluidszone van aanwezige wegen in stedelijk gebied. De grenswaarde is hier 48 dB. Akoestisch onderzoek voor bestemmingen binnen de zones van deze wegen is verplicht.
De Adelheidstraat en de St. Salvatorstraat zijn 30 km/uur wegen en zijn in de zin van de Wet geluidhinder niet-zoneplichtig. Een akoestisch onderzoek is voor dergelijke wegen derhalve niet noodzakelijk. Uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening zijn in het akoestisch onderzoek ook de Adelheidstraat en St. Salvatorstraat bezien.
De berekende belastingen van de zone-plichtige wegen Orthen/Hambakenweg, Zandzuigerstraat en Ertveldweg blijven beneden de grenswaarde van 48dB.
De berekende belasting van de 30 km/uur wegen, de Adelheidstraat beloopt ten hoogste 60 dB, van de St. Salvatorstraat slechts 36 dB, voornamelijk door de klinkerbestrating. De belasting van de Adelheidstraat is niet hoger dan van een normale buurtweg. Deze belastingen zijn acceptabel, nu dit een bestaande weg betreft met relatief weinig verkeersintensiteiten en alleen voor en door bestemmingsverkeer wordt gebruikt. Er is dan ook sprake van een goed woon- en leefklimaat. Maatregelen zijn niet noodzakelijk.
Het appartementencomplex ligt binnen de geluidszone van het industrieterrein De Rietvelden/het Ertveld. De algemene voorkeursgrenswaarde voor nieuwbouw ten gevolge van industrielawaai bedraagt 50 dB(A). In het akoestisch onderzoek is uitgegaan van het reeds bestaande akoestisch zonemodel van De Rietvelden. Er is gerekend met de opgevulde geluidzone. De geluidbelasting van De Rietvelden overschrijdt de grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde tot maximaal 54 dB(A).
Maatregelen aan de bron
Bronmaatregelen zijn met name zinvol voor de meest maatgevende bedrijven. Aangezien de bedrijven voldoen aan de vigerende vergunning/melding kunnen de kosten voor bronmaatregelen niet verhaald worden op de bedrijven. De kosten voor het treffen van bronmaatregelen kan oplopen tot miljoenen euro's. Dit is technisch en financieel gezien niet haalbaar.
Maatregelen in de overdracht
Maatregelen in de vorm van een scherm zijn niet realistisch. Schermen hebben het meeste effect wanneer ze zo dicht mogelijk tegen de bron zijn gelegen. Naast de kosten (ca. 750,-- per m2, totaal ca. € 3.000.000,-), bestaat de kans, dat door de plaatsing van schermen nabij de bedrijven, de bedrijven hun werkzaamheden niet goed meer kunnen uitvoeren. Technisch en financieel gezien zijn deze maatregelen in het overdrachtsgebied dan ook niet haalbaar.
(Feitelijk zal het scherm voor de onderste woonlagen langs het spoor ook voor het industrielawaai een beperkte afscherming bieden.)
Ontheffing hogere grenswaarde
In de gemeentelijke nota 'Hogere Grenswaarde' en het 'Gebiedsgericht geluidbeleid gemeente 's-Hertogenbosch' is opgenomen dat voor de twee gezoneerde industrieterreinen binnen de gemeente (Rietvelden Ertveld en Zuid 66) geldt, dat bij het projecteren van een geluidsgevoelige bestemming binnen de zone van deze terreinen er geen nadere ambitiewaarden zijn geformuleerd ten aanzien van de geluidsbelasting op de gevels van die geluidsgevoelige bestemming. Dit omdat de geluidzone bepalend is voor de hoeveelheid geluid die op het industrieterrein geproduceerd mag worden. Het reduceren van de geluidsbelasting van het gezoneerde industrieterrein binnen een planontwikkeling behoort nauwelijks tot de mogelijkheden en het projecteren van een geluidsgevoelige bestemming binnen die zone is een planologische keuze waarbij het planologische instrument richtinggevend is.
Om geen beperkingen op te leggen aan de geluidruimte van het bedrijventerrein en derhalve aan de bedrijfsvoering van de bedrijven, wordt een maximale belasting in de hogere waardeprocedure van 55 dB geaccepteerd. Doordat er een geluidluwe zijde aanwezig is door de verplichte woningindeling, is er sprake van een goed woon- en leefklimaat.
Aan de te verlenen ontheffingen voor het spoorweg- en industrielawaai zijn maatregelen gekoppeld om een binnenniveau van 33 dB te garanderen, waarbij voorzichtigheidshalve wordt uitgegaan van een 2/3 dB hogere gevelbelasting als gevolg van toename van het treinverkeer in de toekomst.
In de directe omgeving van het plangebied bevindt zich één bedrijf, de Weener Groep. Er is ook hiervoor een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De grenswaarde is 50 dB(A) etmaalwaarde. Uit het onderzoek blijkt dat er een overschrijding van de grenswaarde is, te weten 65 dB(A), waarbij de wasstraat de maatgevende bron is en daarna zijn mede de houtmotafzuiging en de afzuiging van de soldeerdampen maatgevend.
Gelet op de overschrijding van de grenswaarde van 50 dB(A) dient onderzocht te worden of er maatregelen ter beperking van het geluid aan de bron mogelijk zijn dan wel dat er maatwerkvoorschriften kunnen worden opgelegd voor de Weener Groep, waarin hogere waarden kunnen worden vastgelegd.
Uit het onderzoek volgt dat aan het toetsingskader gedefinieerd in het Activiteitenbesluit kan worden voldaan, indien zowel aan de wasstraat, de houtmotinstallatie en de soldeerdampen geluidbeperkende maatregelen worden getroffen. Op het terrein van de Weener Groep worden de volgende maatregelen getroffen:
Met deze maatregelen zal voldaan worden aan de toegestane geluidsniveaus.
De hoge belastingen van het spoorweg- en industrielawaai maken dat een mogelijke extra geluidbelasting in de toekomst onwenselijk is. Spoorweglawaai wordt gestuurd via geluidproductieplafonds. Dit zijn beoordelingspunten op 50 meter van het spoor op 4 meter hoogte. Beoordeling via deze geluidproductieplafonds kan, indien intensivering of uitbreiding op of van het spoor zou plaatsvinden, voor een beperkte toename zorgen op de hogere etages van het geplande appartementencomplex. Om dit tegen te gaan kan gekozen worden voor een verhoging en/of verlenging van het scherm, maar dat is kostbaar. Om toekomstige verhoging op te vangen is het verstandig de gevelwering 2 à 3 dB hoger uit te voeren dan wettelijk verplicht. De kosten hiervan zijn relatief laag. Op deze wijze wordt het woon- en leefklimaat toekomstvast uitgevoerd. Dit is in de onderhavige procedure geen eis, maar wordt wel aan de initiatiefnemer geadviseerd.
Voor de ontwikkeling van het appartementencomplex met 50 appartementen in Orthen-Links is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Ten behoeve van de planologische procedure is de geluidbelasting vanwege railverkeerslawaai, wegverkeerslawaai en industrielawaai ter plaatse van het bouwplan bepaald.
Railverkeer
De geluidbelasting ten gevolge van het railverkeer bedraagt ten hoogste 64 dB. Deze geluidbelasting is hoger dan de voorkeursgrenswaarde conform de Wet geluidhinder, maar ligt binnen de ambitiewaarde/bovenwaarde conform het gemeentelijk geluidbeleid. Bron- en overdrachtsmaatregelen om de geluidbelasting te reduceren zijn onderzocht. De bron- en overdrachtsmaatregelen stuiten echter op technische en financiële bezwaren. Er zal een hogere grenswaarde worden verleend waarbij voor de appartementen een indelingsverplichting geldt, zodat aan minimaal één zijde aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan.
Wegverkeer
Met betrekking tot de zoneplichtige wegen blijkt dat de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de Zandzuigerstraat, Hambakenweg/Orthen en de Ertveldweg de grenswaarde van 48 dB niet wordt overschreden. Met betrekking tot de niet-zoneplichtige wegen blijkt dat de geluidbelasting vanwege de Adelheidstraat ten hoogste 60 dB is en vanwege de St. Salvadorstraat ten hoogste 36 dB. De belasting van de Adelheidstraat is niet hoger dan van een normale buurtweg, wat vooral ontstaat als gevolg van de klinkerbestrating. Deze belastingen zijn gezien de lage verkeersintensiteiten en het bestemmingsverkeer acceptabel voor een goed woon- en leefklimaat. Maatregelen zijn dan ook niet noodzakelijk.
Industrielawaai
Het nieuw te bouwen appartementencomplex komt binnen de zone van het geluidsgezoneerd industrieterrein De Rietvelden te liggen. De geluidbelasting van De Rietvelden overschrijdt de grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde tot maximaal 54 dB(A). Maatregelen aan bron en overdracht om hiermee de belasting omlaag te brengen zijn niet doeltreffend nu deze zeer kostbaar zijn en mogelijk de bedrijfsvoering van de bedrijven kan belemmeren. Er wordt een hogere waarde verleend. Deze zal worden vastgesteld op de maximale waarde van 55 dB(A), zodat hiermee geen beperking worden opgelegd aan de geluidsruimte van het industrieterrein.
Ten aanzien van de geluidbelasting van de Weener Groep blijkt dat de vigerende situatie niet voldaan kan worden aan het gestelde toetsingskader van het Barim. De voorkeursgrenswaarde is 50 dB(A) en het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau bedraagt maximaal 65 dB(A). Er dienen ofwel maatregelen genomen te worden aan de maatgevende bronnen (wasstraat, houtmotinstallatie en afzuiging van de soldeerdampen) danwel maatwerkvoorschriften te worden opgelegd. Deze activiteiten zullen worden verplaatst, vervangen dan wel van maatregelen worden voorzien. Hierover zijn afspraken met de Weener Groep gemaakt. Hiermee zal voldaan worden aan de toegestane geluidsniveaus.
Onderhavig appartementencomplex kan, gezien het bovenstaande, voldoen aan een goed woon- en leefklimaat.