direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Aquasingel De Groote Wielen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002189-1401

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van woningen, niet zijnde woonwagens, en bijzondere woonvoorzieningen al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen zoals tuinen, erven en terreinen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdbebouwing/Hoofdgebouw

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd;
  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend als aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
  • d. met betrekking tot de bouwhoogte van een hoofdgebouw geldt:
    • 1. de bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
    • 2. de bouwhoogte van de voorgevel van het hoofdgebouw dient tenminste 10,20 meter te bedragen.
  • e. met betrekking tot de dakvorm van een hoofdgebouw geldt:
    • 1. hoofdgebouwen mogen worden voorzien van een plat dak, kap, lessenaarsdak of zadeldak.
    • 2. een opgetilde kap is niet toegestaan;
  • f. dakterrassen en balkons zijn niet toegestaan.
4.2.2 Bijgebouwen

Binnen deze bestemming mogen bijgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. bijgebouwen in de vorm van aan- of uitbouwen van het hoofdgebouw of in de vorm van vrijstaande bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. Voor bijgebouwen in het bouwvlak geldt het bepaalde in lid 4.2.1, sub b;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. dakterrassen en balkons zijn niet toegestaan.
4.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn met uitzondering van trappen, uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de bepaling in lid 4.2.1, sub b;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag met uitzondering van het bepaalde in sub d en e niet meer dan 4,40 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van trappen mag niet meer dan 2,20 meter bedragen;
  • e. terrein- en erfafscheidingen mogen van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 3,20 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden en bezonning van de aangrenzende gronden.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken met betrekking tot hoofdbebouwing

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, sub f en lid 4.2.2, sub c voor het bouwen van dakterrassen en balkons met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. dakterrassen en balkons zijn toegestaan op/aan hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen van hoofdgebouwen;
  • b. nadere eisen kunnen worden gesteld aan de minimale afstand van een dakterras/balkon tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens vanuit de stedenbouwkundige opzet van de omgeving en de gebruiksmogelijkheden, bezonning en privacy van de aangrenzende gronden;
  • c. nadere eisen kunnen worden gesteld aan de oppervlakte van een dakterras/balkon vanuit de stedenbouwkundige opzet van de omgeving en de gebruiksmogelijkheden, bezonning en privacy van de aangrenzende gronden;
  • d. nadere eisen kunnen worden gesteld aan de hoogte van een borstwering van een dakterras/balkon vanuit de stedenbouwkundige opzet van de omgeving en de gebruiksmogelijkheden, bezonning en privacy van de aangrenzende gronden.
4.4.2 Afwijken met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3, sub e met betrekking tot de voorgeschreven hoogtemaat voor erfafscheidingen tot respectievelijk 1,50 meter en 3,70 meter, uitsluitend voor open, pergola-achtige constructies.
4.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming;
  • b. Gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik in strijd met de bestemming aangemerkt, ingeval dit gebruik niet ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en niet voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 3. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de wet milieubeheer zijn niet toegestaan;
    • 4. er mag geen detailhandel plaatsvinden.
  • c. Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen gebruik van ruimten binnen de woning en bijgebouwen voor:
    • 1. publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
    • 2. prostitutie en een seksinrichting.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5, sub c.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en bijgebouwen voor een publieksaantrekkende beroeps- en bedrijfsactiviteit aan huis voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden.
    • 1. maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de woning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen, tot ten hoogste in totaal 50 m2 mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 3. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
    • 4. de activiteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
    • 5. de activiteit mag niet vergunningplichtig ingevolge de Wet milieubeheer zijn;
    • 6. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit.
  • b. Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 4.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.