direct naar inhoud van 5.6 Externe veiligheid
Plan: Tuincentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002179-1401

5.6 Externe veiligheid

De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving voor het beheersen van risico's van activiteiten met gevaarlijke stoffen (zoals het gebruik, de opslag, de productie als het transport). Het beleid is erop gericht te voorkomen dat er dichtbij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden.

Transport over weg, spoor en water:

De gemeente heeft onderzoek uitgevoerd naar de risico's als gevolg van gevaarlijk transport over de weg, het spoor en over het water. Doel is zorg te dragen voor het feit dat geen onnodig hoge risico's worden gelopen. Naar voren is gekomen dat gevaarlijk transport over de weg en het spoor niet relevant is.

Over het water:

Over de huidige Zuid-Willemsvaart vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Ook over de toekomstige 'nieuwe' Zuid-Willemsvaart zal vervoer van gevaarlijke stoffen plaats gaan vinden. Voor dit bestemmingsplan is de toekomstige 'nieuwe' Zuid-Willemsvaart relevant. In het kader van het tracébesluit voor het omleggen van de Zuid-Willemsvaart is uitgebreid gekeken naar de risico's van de nieuwe Zuid Willemsvaart. Uit het onderzoek is gebleken dat de normen van het plaatsgebonden risico en de oriënterende waarde van het groepsrisico niet worden overschreden en dat maakt dat geen maatregelen zijn vereist.

Inrichtingen:

Daarnaast is ook gekeken naar externe veiligheid als gevolg van inrichtingen. Op een afstand van 350 meter ligt de dichtstbij gelegen Bevi-inrichting, namelijk het LPG-tankstation aan het Westeind 2. Het invloedsgebied van deze Bevi-inrichting bedraagt 150 meter vanaf het vulpunt. Het tuincentrum ligt dus op voldoende afstand. Het plaatsgebonden risico (10-6) en het groepsrisico heeft geen invloed. Externe veiligheid als gevolg van inrichtingen is niet relevant.

Ondergrondse transportleiding:

Op en in de directe omgeving van het tuincentrum is geen ondergrondse leiding aanwezig, waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Externe veiligheid als gevolg van ondergrondse transportleidingen is niet relevant.

Conclusie:

Op basis van gegevens van de gemeente en de risicokaart van de provincie Noord-Brabant kan worden vastgesteld dat er op en in de omgeving van het tuincentrum geen belastende bedrijven/activiteiten aanwezig zijn. Geconcludeerd kan worden dat externe veiligheid geen belemmeringen oplevert.