Plan: | Bedrijventerreinen (Treurenburg, Maaspoort, Hambakenwetering, Brabantpoort, D... |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002178-1401 |
De gemeente 's-Hertogenbosch heeft in 2003 de ambities in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke StructuurVisie (RSV). Deze RSV is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.
In de RSV is de lagenbenadering van het destijds geldende provinciale streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur.
De RSV is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voorzover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's. De RSV is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.
De belangrijkste aandachtspunten/onderdelen uit de StructuurVisie zijn:
In de RSV wordt er, naast de wens om te komen tot uitbreiding van bedrijventerreinen (o.a. uitbreiding De Brand, Rosmalense Plas), naar gestreefd om de bestaande voorraad bedrijventerreinen op peil te houden. Om ook op middellange en lange termijn over voldoende bedrijventerrein te beschikken wordt het volgende voorgestaan:
Begin 2011 heeft de gemeenteraad de nota Kantoren- en Bedrijventerreinenbeleid vastgesteld. In deze nota is het gemeentelijke beleid voor bedrijventerreinen en kantoorlocaties tot 2020 vastgelegd. Als gevolg van o.a. ontwikkelingen in de kantoren- en bedrijventerreinenmarkt (krimpende beroepsbevolking, verplaatsing van productie bedrijven naar lage lonenlanden, opkomst van het flex- en thuiswerken en verdienstelijking van de werkgelegenheid), de economische crisis en een bredere benadering van de duurzaamheid is het bestaande beleid aangescherpt en herzien.
Bedrijventerreinen
De verwachting is dat de stad op de middellange termijn voldoende ruimte heeft om de bedrijven te kunnen huisvesten. Een groot deel van de bedrijven zal kunnen worden gehuisvest op de bestaande bedrijventerreinen. De laatste jaren zijn het aanbod en de leegstand, zoals beschreven in het vorige hoofdstuk, sterk toegenomen. De gemeente zet daarom zwaar in op herstructurering en verbetering van bestaande terreinen. Ook landelijk en provinciaal wordt meer ingezet op herstructurering. De provincie Noord-Brabant heeft een herstructureringsprogramma 2010-2013 opgesteld, waarin men ernaar streeft om circa 1.000 ha bedrijventerrein te herstructureren. Voor ’s-Hertogenbosch is in dit programma de Rietvelden, de Vutter en Ertveld opgenomen. De herstructurering van dit bedrijventerrein loopt momenteel. Daarnaast worden de komende jaren nog andere bedrijventerreinen aangepakt, waarbij de aandacht ligt op revitalisering, herprofilering of transformatie. Dit zijn:
Herstructurering tempert de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen. Met de voorraadontwikkeling wordt pas op de plaats gemaakt omdat anders een overaanbod aan bedrijventerreinen ontstaat. Wel blijft er tegelijkertijd behoefte aan nieuwe terreinen en bedrijfspanden. Voor een deel is dit noodzakelijk vanwege de transformatie van bedrijventerreinen, waarbij bedrijven moeten worden uitgeplaatst. Daarnaast moet er ruimte blijven voor bedrijven die in het kader van de verbetering van hun concurrentiepositie nieuwe moderne huisvesting vragen. Ook zijn er bedrijven die door hun groei in woongebieden niet zijn te handhaven. In dat kader is de planontwikkeling voor bedrijventerreinen Empel Zuid en Rosmalense Plas afgerond. Daarnaast zal ook worden gestart met de planontwikkeling voor de Brand II. Het gaat hierbij om een zogenaamd ‘nat’ bedrijventerrein, dat tegelijkertijd met de omlegging van de Zuid Willemsvaart wordt gerealiseerd.
Ook voor de langere termijn blijft het noodzakelijk ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen te reserveren. De autonome groei van de bedrijvigheid en de transformatie van bedrijventerreinen vragen om voldoende ruimte. Bovendien is de vraag naar bedrijfsruimte zeer gedifferentieerd en moet in de verschillende segmenten voldoende aanbod worden geboden.
Kantoren
Op de kantorenmarkt is de laatste jaren door verschillende oorzaken (vraaguitval ICT, stagnerende groei en inkrimping bedrijven door kredietcrisis, overaanbod, flexplekken en thuiswerken) de animo tot nieuwbouw afgenomen. De invulling van de grote kantoorlocaties duurt hierdoor wat langer. Zo werd er in 2003 nog van uit gegaan dat de bouw van het Paleiskwartier rond 2010 zou kunnen worden afgerond. Nu wordt rekening gehouden met een doorlooptijd tot zeker 2015. Eerst daarna zal een overstap moeten worden gemaakt naar Station Oost en/of Avenue2. Afhankelijk van de marktontwikkeling zal in de toekomst worden bezien of al de geplande kantoorlocaties gereserveerd moeten blijven.
Naast de vraag naar grootschalige kantoorruimte bestaat een substantiële vraag naar kleinschalige kantoorruimte. Een groeiend aantal ondernemers, ZZP-ers en starters zoekt kantoorruimte van 50 à 500 m2. De gemeente wil voor de kleine kantoorgebruikers een gedifferentieerd aanbod bieden, zodat iedere ondernemer de ruimte kan kiezen die past bij de fase van ontwikkeling, waarin het bedrijf zich bevindt. Deze kantoorgebruikers kunnen terecht in kantoorpanden in de binnenstad, de Kom Rosmalen, aan de stedelijke verbindingsassen, in de plinten van woningbouwcomplexen en verzamelkantoorgebouwen, of desgewenst tijdelijk in de kantorenmarktformules als Regus en Seats to Meet.
Overigens wordt, naar aanleiding van de huidige crisis in de kantorenmarkt, opgemerkt dat de gemeente al jaren een restrictief kantorenbeleid hanteert. De gemeente opereert proactief bij het uit de markt nemen van incourante kantoorruimte. Dit beleid heeft in het verleden zijn vruchten afgeworpen, waardoor het aanbod van kantoorruimte was gedaald. Onder invloed van de economische crisis is dit aanbod weer gestegen.
Speciale aandacht in het beleid gaat uit naar kantoren op bedrijventerreinen. Het bestaande beleid zal worden voortgezet. In hoofdlijn houdt dit in dat zelfstandige kantoren op bedrijventerreinen worden geweerd, vanwege de schaarste aan bedrijventerrein en vanwege de stagnerende kantorenmarkt. Op bepaalde plekken op bestaande bedrijventerreinen wordt echter een geleidelijke verkantorisering toegestaan. Dit is het geval op bedrijventerrein De Herven en langs de A2 en aan de voorzijde van het Hightech park Den Bosch (invalsweg naar binnenstad). Op de lange termijn zal ook op de zichtlocatie op bedrijventerrein de Brand langs de A2 (Het Zuiderkruis) een geleidelijke verkantorisering worden toegestaan.
Voorzieningen op bedrijventerreinen
Er is een voortdurende druk vanuit allerlei voorzieningen, zoals detailhandel, medische, sport- en vrije tijdsvoorzieningen, om zich op bedrijventerreinen te vestigen. Het bestaande beleid, om deze voorzieningen op bedrijventerreinen te weren, blijft in beginsel gehandhaafd.
Voor wat betreft detailhandel zijn er uitzonderingen op dit uitgangspunt. Op een aantal bedrijventerreinen worden volumineuze detailhandel (de zogenaamde ABC-goederen, inclusief keuken, sanitair- en tegelverkoopzaken) en bouwmarkten toegelaten. Op woonboulevard De Herven kunnen grootschalige winkels passend in het thema wonen een plaats krijgen. Een verruiming voor de grootschalige detailhandelvestigingen (de zogenaamde megastores) op deze locatie wordt overwogen. In de volgende paragraaf zal nader worden ingegaan op het gemeentelijk detailhandelsbeleid.
Medische, sport- en vrijetijdsvoorzieningen zullen zoveel mogelijk in de woonwijken, en dus niet op bedrijventerreinen, gevestigd moeten worden. Belangrijkste argumenten hiervoor zijn de bijdrage tot de levendigheid van de woongebieden, de korte afstand tot de gebruikers en de goede bereikbaarheid.
Onder de sportvoorzieningen hebben de fitnesscentra de laatste tien jaren een sterke ontwikkeling doorgemaakt. De meeste fitnesscentra zijn te vinden in de woonwijken. Een aantal kleinere fitnesscentra is gevestigd op de binnenstedelijke bedrijventerreinen. Gelet op de ligging dicht bij woongebieden is hieraan medewerking verleend. Buiten de reeds gerealiseerde fitnesscentra worden geen nieuwe fitnesscentra op bedrijventerreinen toegestaan. Een uitzondering geldt voor grootschalige fitnesscentra (minimum oppervlak 1.500m2) voor de locaties stadion de Vliert en omgeving en de Bossche WoonBoulevard.
Bedrijfswoningen
Bedrijfwoningen worden gezien als oneigenlijk gebruik van bedrijventerrein. Nieuwvestiging van bedrijfswoningen op bedrijventerreinen is daarom niet meer gewenst.
In dit bestemmingsplan zal het bovenstaande bedrijfs- en kantorenbeleid zoveel als mogelijk worden vertaald op de verbeelding en in de regels.
Op 11 oktober 2011 heeft de gemeenteraad de nota Detailhandel 's-Hertogenbosch 2011 vastgesteld. Het betreft een actualisatie van de detailhandelsnota uit 2006. De doelstelling van het eerdere beleid is niet wezenlijk gewijzigd. Behoud en versterking van een vitale, fijnmazige winkelstructuur voor zowel burgers als bedrijven, van binnenstad tot buurtsteunpunt is nog steeds uitgangspunt.
Er wordt veel waarde gehecht aan behoud van de sterke positie van de binnenstad en van de winkelconcentraties aan de basis van de winkelpiramide: buurtwinkelcentra en buurtsteunpunten. Die laatsten zijn van groot belang voor de leefbaarheid in de wijken.
Het Bossche detailhandelsbeleid is in bepaalde opzichten restrictief en blijft dat ook in de komende jaren, echter zonder vernieuwing en kwaliteitsverbetering in de weg te staan. Dat is nodig voor het behoud van buurtwinkelgebieden en om overaanbod op perifere locaties te voorkomen. Dat laatste is van belang voor een goed functionerend winkelapparaat in de binnenstad.
De in 2006 door de gemeenteraad vastgelegde drie hoofduitgangspunten voor het detailhandelsbeleid blijven voor de komende periode van kracht. Wij spreken dan ook niet van nieuw, maar van geactualiseerd detailhandelsbeleid.
Deze indeling volgt de lijnen van het drieslagmodel, gebaseerd op koopgedrag en koopmotief van de consument: recreatief winkelen (binnenstad), doelgericht winkelen (periferie), boodschappen doen (woonwijken).
Woonboulevard
Voor dit bestemmingsplan is met name het detailhandelsbeleid voor de periferie, zoals op bedrijventerreinen, van belang. Met het restrictieve detailhandelsbeleid in de periferie is bewust een rem gezet op vestiging van grootschalige winkels (megastores) aan de rand van de stad. Alleen op de woonboulevard op bedrijventerrein De Herven voorziet het huidige beleid, naast woonwinkels in volumineuze producten als meubels en tapijten, in vestiging van grootschalige winkels binnen het thema wonen (verlichting en andere niet-volumineuze woninginrichtingartikelen).
Het nieuwe beleid geeft woonboulevard De Herven ruimte tot uitbreiding. De woonboulevard heeft op dit moment vanwege zijn beperkte omvang amper bovenregionale aantrekkingskracht. De huidige grootte is op den duur niet goed levensvatbaar. Voorts mist ’s-Hertogenbosch als centrumstad kansen bij afwezigheid van megastores op zo’n perifere locatie. Dat zijn redenen om tot een tweeledige uitbreiding van de woonboulevard te komen:
In dit bestemmingsplan, dat een beheersplan betreft, zal het beleid tot uitbreiding van de woonboulevard
echter niet worden opgenomen. Aan uitbreiding van de woonboulevard qua oppervlakte en/of branchering,
zal pas planologisch medewerking worden verleend, indien zich daarvoor een concreet initiatief aandient.
Bouwmarkten
Een bijzondere vorm van perifere detailhandel zijn bouwmarkten en tuincentra. Gezien hun aard en omvang kunnen ze niet terecht in reguliere winkelcentra. Ze zijn aangewezen op de rand van de stad en zijn veelal solitair gevestigd. Door de schaalvergroting van de afgelopen decennia zijn ze nagenoeg verdwenen uit woonwijken en terecht gekomen aan de rand van de stad en op bedrijventerreinen.
Voorzover deze op een dergelijke locatie zijn gevestigd, worden ze nu ook positief bestemd. In het plangebied zit er een grote bouwmarkt op woonboulevard De Herven.
Verspreide bewinkeling
Op verspreid liggende locaties in de stad, zoals sommige bedrijventerreinen, vindt verkoop van zogenaamde ABC-goederen (auto’s, boten, caravans en motoren, banden, (landbouw) werktuigen, machines) plaats. Goede bereikbaarheid, zichtbaarheid, een hoogwaardige uitstraling en sterke profilering spelen een belangrijke rol.
Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan vindt verkoop van ABC-goederen plaats op bedrijventerrein De Herven en bedrijventerrein Maaspoort. Het vigerende bestemmingsplan laat deze verkoop ook toe. In het nieuwe bestemmingsplan zal dit gebruik op deze bedrijventerreinen ook weer worden toegelaten.
In het Beleidsplan Horeca is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen.
In het plangebied zijn enkele horecabedrijven gevestigd. Deze zullen positief bestemd worden.
In het beleidsplan verkeer en vervoer "'s-Hertogenbosch Bereikbaar" van 2000 zijn voor alle vervoersmodaliteiten (openbaar vervoer, fiets en auto) de lijnen uitgezet die moeten leiden tot een goede interne en externe bereikbaarheid van de stad. Deze nota meldt tevens, dat bij nieuwe ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening verkeer een steeds nadrukkelijker rol gaat spelen. Bereikbaarheid is van essentieel belang voor de stad. Zeker waar het gaat om (nieuwe) locaties voor wonen en/of werken.
Een aantal jaren geleden is gestart met de herijking van de hoofdinfrastructuur. Hierbij gaat het om de vraag in hoeverre de hoofdinfrastructuur van de stad binnen het totale integrale kader de noodzakelijke autobereikbaarheid kan (blijven) garanderen. Concreet luidt de doelstelling: "Het verder verbeteren van de autobereikbaarheid en luchtkwaliteit van de stad door het ontwikkelen en realiseren van een stedelijk verkeersnetwerk voor de auto dat een antwoord geeft op de mobiliteitsstromen (relaties), de ruimtelijke ontwikkelingen en de eisen ten aanzien van de luchtkwaliteit".
Op 21 mei 2008 heeft de gemeenteraad een aantal ambities en wensen uitgesproken die moeten leiden tot een bereikbare, leefbare en economisch sterk functionerende stad. Deze ambities zijn verder uitgewerkt in het door de gemeenteraad in 2009 vastgestelde Uitwerkingsplan Koersnota.
De gemeentelijke ambities en wensen, die fors inzetten op de fiets, het openbaar vervoer en transferia, zullen moeten leiden tot een afname van 15,8 miljoen autoritten per jaar, wat overeen komt met 10 procent van het huidige aantal autoritten. Voor de autostructuur wordt hierbij uitgegaan van het doorstroomassenmodel. De toekomstige verkeersstructuur wordt hierin gevormd door de ruit rondom de stad (A2, A59 en nieuwe Randweg) en de zogenaamde doorstroomassen. Doorstroomassen zijn de belangrijkste hoofdroutes voor het autoverkeer en zorgen voor de verbinding van de stadsdelen en bundelen het verkeer. Daarnaast hebben deze wegen een belangrijke functie voor het ontsluiten van de stad op het hoofdwegennet en de ruit om de stad heen. Door deze concentratie van verkeer op doorstroomassen ontstaat er ruimte op het onderliggende wegennet. De ruimte in deze contra-mal is bedoeld voor het openbaar vervoer en fietsverkeer. Het stelsel van doorstroomassen bestaat uit een drietal routes:
Deze geambieerde wijzigingen in de hoofdinfrastructuur zullen op termijn tot uitvoering worden gebracht.
Deze wijzigingen hebben geen directe gevolgen voor het plangebied.
In de Nota parkeernormen (vastgesteld door de gemeenteraad in 2003) zijn de parkeernormen voor verschillende functies vastgelegd. Uitgangspunt hierbij is het voorzien in de eigen parkeerbehoefte op eigen terrein. De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw. Daarbij kan, indien mogelijk, rekening worden gehouden met onderlinge uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen voor verschillende functies. Hierdoor is het niet noodzakelijk de som van het aantal parkeerplaatsen van de functies in een gebied aan te leggen, maar slechts een deel ervan. De mogelijkheden voor uitwisselbaarheid in een gebied hangen af van de locatiekeuze van de parkeerplaatsen en de mate waarin de maximale parkeerbehoefte van verschillende functies in de tijd samenvalt.
In het bestemmingsplan zijn in de regels bepalingen opgenomen om ervoor te zorgen dat er bij nieuwbouw of functiewijziging voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden aangelegd. In een dergelijk geval zal getoetst worden aan de gemeentelijke parkeernormen.
Op 26 januari 2010 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch het Bomenbeleidsplan vastgesteld. Met het Bomenbeleidsplan wil de gemeente haar eigen bomenbestand en dat van derden duurzaam behouden en ontwikkelen. In het Bomenbeleidsplan is een belangrijke rol weggelegd voor het structurerende groen: waardevol groen dat op stadsniveau functioneert. Deze structuren moeten worden behouden, worden ontwikkeld en nieuw worden aangelegd. Het functioneel groen is het groen van de wijken, kantorenparken en bedrijventerreinen. Dit groen is in elke wijk weer anders van opzet. Deze differentiatie wordt gezien als een pluspunt en speelt per plek in op de aanwezige kwaliteiten.
Er wordt gestreefd naar een evenwichtige leeftijdsopbouw in het bomenbestand, waarbij kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. In de nota worden bomen in drie categorieën onderscheiden:
In het plangebied staan twee monumentale bomen. Deze staan in het (voormalig) sportpark De Vliert, ten zuid-westen van het transferium. Het betreffen twee eiken.
Afbeelding 15 Situering monumentale bomen binnen het plangebied (zie groene stippen)
Verder komen er in het plangebied en direct aansluitend aan het plangebied meerdere boomstructuren voor. Deze structuren, die zijn opgenomen op onderstaande structurenkaart, zijn gelegen langs hoofdwegen en hoofdontsluitingen. Het betreffen de volgende boomstructuren:
De opname op de structurenkaart zegt niets over de werkelijke situatie buiten. Hier kunnen bomen staan die al aan het streefbeeld voldoen, maar het kan ook voorkomen dat geen bomen aanwezig zijn en het streefbeeld nog gerealiseerd moet worden.
Afbeelding 16 Structurenkaart Bomenbeleidsplan
Het bestemmingsplan betreft een beheersplan en maakt geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen
mogelijk. Het plan heeft derhalve geen gevolgen voor de in het plangebied voorkomende (en direct aan het
plangebied grenzende) monumentale bomen en boomstructuren.
Het doel van het Waterplan "Waterstad 's-Hertogenbosch" (14 juli 2009) is het bereiken van een veilig en een duurzaam watersysteem in en om 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen. Het Waterplan betreft een koepelplan voor alle waterzaken. Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater.
Het Waterplan omvat het gemeenschappelijk beleid van gemeente en de waterschappen. Dit gemeenschappelijke beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene Delta. De bijdrage aan energiebesparing vanuit het watersysteem zijn verkend met het oog op de doelstelling om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ambities zijn hierbij verwoord naar beleid op hoofdlijnen. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGrp) is het beleid ten aanzien van afvalwater, regenwater en grondwater verder uitgewerkt.
Het bestemmingsplan betreft een beheersplan en maakt geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk. Bij toekomstige ontwikkelingen (buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan) is het van belang om eerdergenoemde uitgangspunten op het gebied van water mee te nemen in de planvorming.