direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Waterparagraaf
Plan: Zuiderparkweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002173-1501

Hoofdstuk 6 Waterparagraaf

6.1 Algemeen

De watertoets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Het doel van de watertoets is dat de waterbelangen evenwichtig worden meegewogen in het planvormingsproces. Hierbij wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk.

Het plan is in het kader van de watertoets digitaal getoetst en dit resulteerde in een korte procedure. In deze waterparagraaf is het plan en de relatie met water verwoord. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.

Beleidskader

Onderhavige ontwikkeling valt binnen het beheergebied van waterschap Aa en Maas. In het waterbeheerplan beschrijft het waterschap de hoofdlijnen voor het te voeren beleid voor de periode 2001-2004, en geeft tevens een doorkijk tot 2018. Van belang zijn de beleidsuitgangsprincipes ten aanzien van het duurzaam omgaan met water.

  • Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater. Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen de wijk Zuid verwerken van het schone hemelwater. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden op het (reeds aanwezige gemengde) rioolstelsel. Het waterschap zal echter niet akkoord gaan met de aanleg van nieuwe gemengde rioolstelsels.
  • Doorlopen van de afwegingsstappen: 'hergebruik – infiltratie – buffering – afvoer'. In aansluiting op het landelijke beleid (NW4, WB21) hanteert het waterschap het beleid dat bij nieuwe plannen altijd onderzocht dient te worden hoe omgegaan kan worden met het schone hemelwater. Hierbij worden de afwegingsstappen 'hergebruik – infiltratie – buffering – afvoer' (afgeleid van de trits 'vasthouden – bergen – afvoeren') doorlopen. Hergebruik van hemelwater wordt voornamelijk overwogen bij grootschalige voorzieningen als scholen, kantoorgebouwen en dergelijke. Voor particuliere woningen wordt dit niet gestimuleerd.
  • Hydrologisch neutraal bouwen. Nieuwe ontwikkelingen dienen te voldoen aan het principe van hydrologisch neutraal bouwen, waarbij de hydrologische situatie minimaal gelijk moet blijven aan de uitgangssituatie. Hierbij mag de natuurlijke GHG (Gemiddeld Hoogste Waterstand) niet verlaagd worden en mag bijvoorbeeld bij transformatie van landelijk naar bebouwd gebied de oorspronkelijke landelijke aanvoer in de normale situatie niet overschreden worden. Het waterpeil sluit aan bij optimale grondwaterstanden en in poldergebieden worden seizoensfluctuaties toegestaan.
  • Water als kans. 'Water' wordt vaak benaderd als een probleem: 'er moet ook ruimte voor gecreëerd worden en m2 zijn duur'. Dat is erg jammer, want 'water' kan ook een meerwaarde geven aan het plan. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de belevingswaarde van water. Zo is 'wonen aan het water' erg gewild. Een mooie waterpartij met bijbehorend grond wordt door veel inwoners gewaardeerd.
  • Meervoudig ruimtegebruik. 'Er moet ruimte voor water gecreëerd worden, en m2 zijn duur'. Maar door bij de inrichting van een plangebied ruimte voor twee of meer doeleinden te gebruiken, is het 'verlies van m2 als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water te beperken. Zo is het in bepaalde gevallen mogelijk om flauwe taluds ook te gebruiken als onderhoudsstrook. Flauwe taluds geven veel ruimte voor buffering van water, maar zijn ook te gebruiken voor recreatieve doeleinden (een fietspad dat af en toe niet te gebruiken is).
  • Voorkomen van vervuiling. Bij de inrichting, het bouwen en het beheer van gebieden wordt het milieu belast. Vanuit zijn wettelijke taak ten aanzien van het waterkwaliteitsbeheer streeft het waterschap ernaar om nieuwe bronnen van verontreiniging zoveel mogelijk te voorkomen. Deze bronaanpak is ook verwoordt in het Emissiebeheersplan. Het waterschap besteedt hier reeds aandacht aan in de fase van de watertoets, zodat dit aspect als randvoorwaarde kan worden meegenomen in het verdere ontwerpproces.
  • Wateroverlastvrij bestemmen. Het doel is hierbij om locaties aan te wijzen waarbij met een nieuwe functie het gebied nog blijft voldoen aan de NBW-normen. Wanneer een gebiedsfunctie verandert van landbouw naar stedelijk, hoort hier een kleinere kans op inundatie bij volgens de NBW-normen. Het is daarbij efficiënt om de locaties voor nieuwe ontwikkelingen zo te kiezen dat ook met een nieuwe functie het gebied blijft voldoen.
  • Waterschapsbelangen. Overige waterschapsbelangen zoals ecologische verbindingszones, tegengaan van verdroging en de Keur.

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft samen met waterbedrijf Brabant Water, waterschap De Dommel en de voormalige waterschappen De Aa en De Maaskant het waterbeheerplan (Nelen en schuurmans, 2009. Waterstad 's-Hertogenbosch) opgesteld. In het waterplan worden oppervlaktewater, grondwater en riolering in hun samenhang bekeken. Eén van de aspecten die hierbij wordt nagestreefd, is om er voor te zorgen dat regenwater niet meer direct via het riool wordt afgevoerd (afkoppeling verhard oppervlak). Onderhavig plan wordt ook getoetst aan het waterbeheerplan.

Huidige situatie

Het plangebied ligt in het afwateringsgebied Zuid 1, met een vast peil op 2,60 m NAP. Het is opgehoogd met zand uit de Zuiderplas, tot circa 4,5 m NAP.

Het gebied is gemengd gerioleerd. Het rioolstelsel voldoet aan de eisen behorend bij de Leidraad Riolering. Bij een bui 8 treedt er geen water op straat op. Het oppervlaktewatersysteem voldoet aan de inundatienormen (Royal Haskoning, 2007, Watersysteemanalyse 's-Hertogenbosch fase 2 deel 1 stedelijke wateropgave 's-Hertogenbosch). Het ten westen gelegen Zuiderpark inundeert wel regelmatig, maar gezien de functie is dat geen probleem.

Ruimtelijke vertaling beleid

Het totale terrein is in de huidige situatie nagenoeg geheel verhard. In de toekomstige situatie blijft het verhard oppervlak gelijk. Er is dus geen toe- of afname van de belasting van het watersysteem wanneer het regent. Er is dan ook geen bergingsopgave.

Het hemelwater en afvalwater moet gescheiden worden aangeleverd. Gescheiden aanleveren is reeds mogelijk, omdat er een gescheiden rioolstelsel aanwezig is.