direct naar inhoud van 5.7 Duurzaamheid en energie
Plan: Zuiderparkweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002173-1501

5.7 Duurzaamheid en energie

Het waarborgen van de kwaliteit van de leefomgeving is een belangrijke opgave van de gemeente. Van ontwerp, aanleg, inrichting tot beheer wordt de stedelijke ontwikkeling steeds duurzamer vorm gegeven. De gemeente 's-Hertogenbosch wil een voortrekkersrol blijven spelen op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling.

Onder duurzame stedelijk ontwikkeling wordt verstaan: het rekening houden met milieuaspecten gedurende planontwikkeling, bouw, inrichting en beheer van de nieuwe wijk. Belangrijke onderwerpen zijn: energie, water, afval, verkeer, materiaalgebruik, bodem, geluid en natuur.

Duurzaam Bouwen

Bij duurzaam bouwen sec ligt de prioriteit bij energiebesparing, het toepassen van niet-uitlogende materialen (integraal waterbeheer) en het toepassen van duurzaam geproduceerd hout (FSC). Dat zijn de minimale randvoorwaarden. Gebiedsgewijs kunnen extra ambities worden gesteld vanuit de nationale pakketten Woningbouw en Utiliteitsbouw, zeker voor wat betreft de kostenneutrale en kostenbesparende maatregelen. Voor het openbare gebied gelden vanzelfsprekend de voorwaarden met betrekking tot niet-uitlogende materialen en FSC-hout en is het streven gericht op het Nationale Pakket Grond- Weg- en Waterbouw.

Voor duurzaam bouwen is door de gemeente besloten om drie speerpunten te hanteren: 25% CO2-besparing, afkoppelen van hemelwater en toepassing van hout uit goed beheerde bossen (FSC-hout).

Energie- en Klimaatbeleid

Energie is één van de speerpunten van het gemeentelijke milieubeleid. Voor nieuwbouw wordt minimaal 25% energiebesparing gerealiseerd ten opzichte van de wettelijke normen uit het bouwbesluit op het moment van de bouwaanvraag.

De gemeenteraad streeft met haar Energie- en Klimaatprogramma 2008-2015 naar een klimaatneutrale gemeente: in 2020 een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie, in 2035 een klimaatneutrale gebouwde omgeving en een klimaatneutrale stad in 2050. Op korte termijn betekent dit minimaal een energiebesparing van 25-75 procent voor nieuwe woningen en bedrijven en klimaatneutrale nieuwbouw waar mogelijk.

Belangrijke uitgangspunten voor de uitvoering van het Energie- en Klimaatprogramma zijn samenwerking, duurzame energieproductie en integrale aanpak. Energieverbruik staat in relatie met alle beleidsvelden. Zo bepalen de locatie van voorzieningen de vervoerskeuze en het daarmee samenhangende energieverbruik. De ligging van gebouwen/gebieden bepalen de mogelijkheden voor opwekking en uitwisseling van duurzaam opgewekte energie.

Integraal waterbeheer

Hemelwaterafvoer dient te gebeuren middels infiltratie naar de bodem of oppervlakkige afvoering naar het oppervlaktewater, of via een gescheiden rioolstelsel. Voor het bepalen van de mogelijkheden op de betreffende locaties is de watertoets het uitgangspunt.

Als infiltratie of afvoer naar het oppervlaktewater gezien de locatie niet mogelijk is en er geen gescheiden rioolstelsel is, wordt er een dubbel rioolstelsel tot aan de controleput aangelegd zodat bij aanleg van een geschieden rioolstelsel er eenvoudig alsnog hierop aangesloten kan worden.

Om verontreiniging van het oppervlaktewater en/of het grondwater te voorkomen worden alleen materialen toegepast die geen schadelijke emissie naar het regenwater hebben.

Hout uit duurzaam beheerde bossen

Om duurzaam bosbeheer te waarborgen en roofbouw en illegale kap te voorkomen wordt hout uit duurzaam beheerde bossen toegepast. Dit wordt gewaarborgd met het FSC-certificaat. Dat betekent dat materialen wordt betrokken bij FSC-gecertificeerde toeleveranciers.