direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Zuiderparkweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002173-1501

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. naschoolseopvang;
  • b. onderwijs;
  • c. openbare en maatschappelijke dienstverlening;
  • d. praktijkruimte;
  • e. religie;
  • f. verenigingsleven;
  • g. welzijnsinstelling;
  • h. sociaal-cultureel centrum;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg': tevens voor gezondheidszorg, waaronder mede een hostel wordt verstaan;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakterras' is een dakterras toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'kantoren' zijn tevens kantoren toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens voor horecabedrijven met als hoofddoel het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, automaten, broodjeszaken en dergelijke) met een maximum bruto-vloeroppervlak van 365 m2;
  • m. vergaderaccomodatie met een maximum bruto-vloeroppervlak van 550 m2;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens voor een terras ten behoeve van een horecabedrijf;
  • o. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, openbare verblijfsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en dergelijke.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

4.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders aangegeven in de bestemming;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals ten dienste van een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 100 m2 per bestemmingsvlak; de bouwhoogte van deze gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter. Deze gebouwen dienen binnen het achtererfgebied gebouwd te worden.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. terrein- en erfafscheidingen mogen van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dakterras' is een dakterras toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de hoogte van afscheidingen aan de Zuiderparkweg niet meer bedraagt dan 1 meter gemeten ten opzichte van de vloer waarop wordt gebouwd;
    • 2. de hoogte van afscheidingen aan de achterzijde, gericht naar de woningen aan de Van der Nootstraat, niet minder dan 2,5 meter en niet meer bedraagt dan 3 meter gemeten ten opzichte van de vloer waarop wordt gebouwd en wordt uitgevoerd in een gesloten scherm;
    • 3. luifels bevestigt aan de hoofdbebouwing met de aanduiding 'gezondheidszorg', met een bouwhoogte van maximaal 8 meter.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de situering van het laden en lossen op het perceel.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
4.4.2 Afwijken met betrekking tot gebouwen

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 4.2.2 en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 100 m2 bedraagt;
  • b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 3 meter bedraagt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 4.5 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.