direct naar inhoud van 8.1 Vooroverleg
Plan: De Bellaard 3
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002169-1501

8.1 Vooroverleg

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt het voorontwerpwijzigingsplan toegezonden aan de volgende instanties:

  • Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving, Provincie Noord-Brabant;
  • Waterschap Aa en Maas;
  • VROM-inspectie regio Zuid;
  • Bestuursraad voor Engelen en Bokhoven.

1. Waterschap Aa en Maas

8.1.1 Waterschap Aa en Maas

Opmerking 1

Het waterschap beschouwt een mestzak ook als een vorm van verhardingstoename omdat deze geen water doorlaat. Hierdoor kan er plaatselijk geen water infiltreren. Omdat het afstromende hemelwater direct rondom de mestzak in de bodem infiltreert, gaat het waterschap hiermee akkoord..

Commentaar

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Opmerking 2

Daarnaast wordt in het voorontwerp melding gemaakt van de aanleg van kuilvloerplaten. Hiermee wordt de suggestie gewekt dat het hier om een verhardingsuitbreiding gaat. Telefonisch heeft de gemeente aangegeven dat het om een bestaande situatie gaat. Het waterschap verzoekt dit ter verduidelijking tekstueel aan te passen.

Commentaar

In paragraaf 4.2 van het voorontwerpwijzigingsplan is aangegeven 'Behalve een locatie voor de mestzak worden ook de bestaande kuilvoerplaten, die gelegen zijn buiten het bestemmingsvlak, in het bouwvlak opgenomen'. In hoofdstuk 5 wordt abusievelijk de suggestie gewekt dat het gaat om de aanleg van kuilvoerplaten. Overeenkomstig de reactie wordt dit in het ontwerpwijzigingsplan aangepast.

Opmerking 3

Het waterschap verzoekt om het beheerplan 2010-2015 en de uitgangspunten watertoets te refereren of deze afzonderlijk te benoemen.

Commentaar

Hoofdstuk 5 is aangepast. De uitgangspunten van het waterbeheerplan en de watertoets worden benoemd in dit hoofdstuk.

8.1.2 Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving van Noord-Brabant

Opmerking 1

In tegenstelling tot wat is vermeld in het voorontwerpbestemmingsplan is de projectlocatie binnen de Verordening ruimte niet gelegen in agrarisch gebied maar in de groenblauwe mantel. Er is strijdigheid met de Verordening ruimte.

Artikel 6.3 lid 1 sub a van deze verordening geeft aan dat een plan dat is gelegen in de groenblauwe mantel strekt tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.

Ingevolge artikel 6.3 lid b van de verordening stelt een bestemmingsplan dat is gelegen binnen de groenblauwe mantel regels ter bescherming van de ecologische, landschappelijke en hydrologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden. In het voorontwerp wijzigingsplan wordt niet ingegaan op het gestelde in artikel 6.3 van de Verordening ruimte.

Ingevolge artikel 6.4 lid 1c van de verordening kan een bestemmingsplan dat is gelegen in de groenblauwe mantel voorzien in de uitbreiding van een grondgebonden agrarisch bedrijf. Voorwaarde is dat uit de toelichting blijkt dat deze uitbreiding noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering en een positieve bijdrage levert aan de bescherming van ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken. Deze gevraagde toelichting ontbreekt. In de toelichting is sprake van een AAB-advies, maar dit advies is niet bijgevoegd.

Commentaar

Op het moment van terinzagelegging van het voorontwerpwijzigingsplan was het bedrijf aan De Bellaard 3 niet gelegen in een gebied dat op de kaart 2, onderwerp Natuur en Landschap uit de Verordening Ruimte is aangewezen als groenblauwe mantel (zie figuur 1). Volgens de kaartgegevens op de website was dat op 19 oktober 2011 nog steeds niet het geval. Na contact met de provincie blijkt de kaart die op de website van de provincie staat, niet de juiste te zijn. Alleen op de website www.ruimtelijkeplannen.nl staat volgens de provincie de juiste versie.

Tijdens de terinzagelegging van het voorontwerpwijzigingsplan is op 13 september 2011 een wijziging van de provinciale Verordening ruimte vastgesteld. Met deze wijziging is het gebied aangewezen als groenblauwe mantel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002169-1501_0008.png"

Figuur 1: Uitsnede kaart 2, onderwerp Natuur en Landschap uit de Verordening ruimte. De groenblauwe mantel is groen/blauw aangegeven. In de rode cirkel is het plangebied aangegeven. Bron: www.brabant.nl, 19 oktober 2011

Het voorontwerpwijzigingsplan is opgesteld voor een agrarische bedrijfskavel aan De Bellaard 3. Met de bouwblokvergroting worden bestaande kuilvoerplaten in het bouwblok ondergebracht. Van een aantasting van de groenblauwe mantel is dus geen sprake, omdat het hier gaat om een bestaande situatie. Daarnaast wordt de aanleg van een mestzak mogelijk gemaakt. Deze mestzak is noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering, zo heeft ook de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen aangegeven. Binnen het bestaande bouwblok is voor deze mestzak geen ruimte. Een vergroting van het bouwblok is noodzakelijk. Met de landschappelijke inpassing die wordt gevraagd (en juridisch is vereist) worden de bestaande landschappelijke waarden versterkt. Een definitief beplantingsplan dient te worden ingediend op het moment dat de omgevingsvergunning voor het plaatsen van de mestzak wordt aangevraagd.

Het advies van de AAB is opgenomen in paragraaf 4.5

Opmerking 2

De doorvertaling van de in artikel 6.3 van de Verordening ruimte gevraagde bescherming en positieve ontwikkeling van de groenblauwe mantel dient gecombineerd te worden met de verplichte kwaliteitsverbetering van het landschap. Dat is voorgeschreven in artikel 2.2 van de Verordening ruimte.

Commentaar

In artikel 2.2. lid 1 van de Verordening is aangegeven dat de toelichting bij een bestemmingsplan een verantwoording bevat van de wijze waarop verzekerd is dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiƫle kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in de hoofdlijnen heeft beschreven.

In de hoofdstukken 4 en 5 van de toelichting is aangegeven hoe met de bodem, water, natuur en landschap wordt omgegaan. Met de landschappelijke inpassing die verbonden is met de bouwblokvergroting, en ook als zodanig is vastgelegd in de regels, worden de kwaliteiten van het bestaande landschap versterkt.

Het landschap waarin het bedrijf ligt is een open landschap. Beplanting bevindt zich van oudsher rond de agrarische bedrijven. Met het beplanten van de randen van de agrarische bouwblokken ontstaat een herkenbaar patroon van een open polder met agrarische bedrijven met beplanting.

In het tweede lid van artikel 2.2. van de Verordening ruimte is aangegeven dat ingeval van vestiging van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling verzekerd is dat gebruik wordt gemaakt van een bestaand bestemmingsvlak of bouwblok waarbinnen het geldend bestemmingsplan het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken toestaat, behoudens ingeval in deze verordening anders is bepaald. Uitbreiding van het op grond van het geldende bestemmingsplan toegestane ruimtebeslag is slechts toegestaan mits de financiƫle, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde ruimtelijke ontwikkeling binnen dat toegestane ruimtebeslag te doen plaatsvinden.

Onderhavige ontwikkeling betreft een vergroting van een bestaand bouwblok. In paragraaf 4.1 is aangegeven dat extra mestopslagcapaciteit niet binnen het bestaande bestemmingsvlak kan worden ingepast. Ook op afbeelding 3 in paragraaf 4.2 is te zien dat binnen het bestaande bouwvlak mogelijkheden ontbreken om een mestzak te plaatsen. Daarom dient een uitbreiding van het bestemmingsvlak plaats te vinden.

In het derde lid van artikel 2.2. van de Verordening ruimte is aangegeven dat ten behoeve van het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit de toelichting bij een bestemmingsplan een verantwoording bevat waaruit blijkt dat:

a. in het bestemmingsplan rekening is gehouden met de gevolgen van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling voor de in het plan begrepen gronden en de naaste omgeving, in het bijzonder wat betreft de bodemkwaliteit, de waterhuishouding, de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, de cultuurhistorische waarden, de ecologische waarden, de aardkundige waarden en de landschappelijke waarden alsmede de op grond van deze verordening toegelaten ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden;

b. de omvang van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, in het bijzonder wat betreft de omvang van de beoogde bebouwing, past in de omgeving;

c. een op de beoogde ruimtelijke ontwikkeling afgestemde afwikkeling van het personen- en goederenvervoer, waaronder een goede aansluiting op de aanwezige infrastructuur van weg, water of spoor, waaronder openbaar vervoer, is verzekerd, een en ander onder onverminderd hetgeen in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening, hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en elders in deze verordening is bepaald.

Ten aanzien van punt a: Onderhavig plan betreft een wijzigingsplan dat mogelijk is op basis van de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied. Ten tijde van de vaststelling van dat bestemmingsplan zijn de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten, de cultuurhistorische waarden, de ecologische waarden, de aardkundige waarden en de landschappelijke waarden afgewogen. In de hoofdstukken 4 en 5 van de toelichting op het wijzigingsplan is gemotiveerd dat de bouwblokvergroting niet strijdig is met de bodemkwaliteit en waterhuishouding.

Ten aanzien van punt b: de mestzak behoort bij het agrarisch bedrijf aan De Bellaard 3 en is nodig voor de continuering van de bedrijfsvoering. De vergroting van het bestaande bestemmingsvlak wordt aan de noordzijde van het perceel, aansluitend op de bestaande bedrijfsbebouwing, mogelijk gemaakt. Behalve een locatie voor de mestzak worden ook de bestaande kuilvoerplaten, die gelegen zijn buiten het bestemmingsvlak, in het bouwvlak opgenomen. Het betreft dus voor een klein deel een nieuwe ontwikkeling en daarnaast het juridisch vastleggen van de bestaande kuilvoerplaten.

Ten aanzien van punt c: De bouwblokvergroting heeft geen gevolgen voor de afwikkeling van goederen of personen. De mestzak is bedoeld voor de opslag van vloeibare mest van het bestaande bedrijf aan De Bellaard 3.