direct naar inhoud van 7.2 Beleidskader
Plan: Kruisstraat 28a Rosmalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002158-1501

7.2 Beleidskader

In het waterbeheerplan van het Waterschap en het Waterplan van de gemeente en de waterpartners is het waterbeleid geschetst aan de hand van een aantal kernthema's. Hierbij zijn oppervlaktewater, grondwater en riolering in hun samenhang bekeken. Eén van de kernthema's betreft het omgaan met water in bebouwd gebied. Hierbij zijn de acht doelen van de watertoets uitgewerkt en gerelateerd aan de situatie van 's-Hertogenbosch. Dit zijn:

7.2.1 Gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater

Het streefbeeld is het afvoeren van het vuile water via de riolering en het binnen het plangebied verwerken van het schone hemelwater. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse kan een compromis gesloten worden, waarbij de minimale inzet (in bestaand bebouwd gebied) is om het vuile en het schone water gescheiden aan te bieden op het (reeds aanwezige) gemengde rioolstelsel. Het waterschap zal echter niet akkoord gaan met de aanleg van nieuwe gemengde rioolstelsels.

Door het vuilwater af te voeren naar het gemeentelijk rioolstelsel en het hemelwater vast te houden in het plangebied zullen beide waterstromen gescheiden blijven.

7.2.2 Hydrologisch neutraal ontwikkelen

Als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling zal het verharde oppervlak binnen het plangebied met circa 280 m² toenemen. De oppervlakte van de nieuwe woning bedraagt 132 m², de oppervlakte van de berging/garage 55 m². Voor de overige verharding rondom wordt uitgegaan van circa 93 m² (50% van het oppervlak aan bebouwing). De hoeveelheid verharding in de toekomstige situatie dient geen negatieve verandering in de waterhuishoudkundige situatie van het plangebied tot gevolg te hebben. Door middel van de HNO-tool van het waterschap is berekend wat in de nieuwe situatie de benodigde hemelwaterberging is bij twee extreme neerslagomstandigheden: eens in de 10 jaar (T=10) en eens in de 100 jaar (T=100). Voor T=10 is een berging berekend van 14 m³, voor T=100 is dit 19 m³. De parameters die gebruikt zijn voor deze berekening en de uitkomsten ervan zijn in de bijlage bij voorliggende ruimtelijke onderbouwing opgenomen.

Het waterschap vereist een berging van hemelwater in een T=10 situatie. De bergingsvoorziening van 14 m³ kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden onder de nieuw aan te leggen halfverharding of in de tuin. Daarnaast kan er ook voor worden gekozen het water (tijdelijk) op te vangen in een vijver of andersoortige waterpartij. De exacte ligging en uitvoering van de bergingsvoorziening wordt na overleg met het waterschap en de gemeente bepaald.

7.2.3 Voorkomen van vervuiling

Om verontreiniging van grondwater te voorkomen worden enkel duurzame (niet-uitlogende of gecoate) materialen toegepast. Tevens wordt aangeraden om terughoudend te zijn met bestrijdingsmiddelen en strooizout.

7.2.4 Doorlopen van de afwegingsstappen: 'hergebruik - infiltratie - buffering - afvoer'

Hergebruik van hemelwater is in het plangebied geen geschikte oplossing. De bodem is echter zeer geschikt voor infiltratie, zodat gekozen wordt voor een bergingsvoorziening om het hemelwater (tijdelijk) te bergen.

Buffering is geen optie, vanwege de afwezigheid van oppervlaktewater. Afvoer van hemelwater vindt alleen plaats wanneer de bergingsvoorziening de hoeveelheid water tijdelijk niet aan kan (noodoverloop op tuin).

7.2.5 Meervoudig ruimtegebruik

'Er moet ruimte voor water gecreëerd worden, en m2 zijn duur'. Maar door bij de inrichting van een plangebied ruimte voor twee of meer doeleinden te gebruiken, is het 'verlies' van m2 als gevolg van de toegenomen ruimtevraag vanuit water te beperken. Zo is het in bepaalde gevallen mogelijk om het flauwe taluds ook te gebruiken als onderhoudsstrook. Flauwe taluds geven veel ruimte voor buffering van water, maar zijn ook te gebruiken voor recreatieve doeleinden (een fietspad dat af en toe niet te gebruiken is). De bergingsvoorziening kan door middel van de vijver(s), onder de halfverharding of in de tuin gerealiseerd worden.

7.2.6 Water als kans

'Water' wordt vaak benaderd als een probleem: 'er moet ook ruimte voor water gecreëerd worden en m2 zijn duur'. Dat is erg jammer, want 'water' kan ook een meerwaarde geven aan het plan. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de belevingswaarde van water. Zo is 'wonen aan het water' erg gewild. Een mooie waterpartij met bijbehorend groen wordt door veel inwoners gewaardeerd.

7.2.7 Wateroverlastvrij bestemmen

Het doel is hierbij om locaties aan te wijzen waarbij met een nieuwe functie het gebied nog blijft voldoen aan de NBW-normen. Wanneer een gebiedsfunctie veranderd van landbouw naar stedelijk, hoort hier een kleinere kans op inundatie bij volgens de NBW-normen. Het is daarbij efficiënt om de locaties voor nieuwe ontwikkelingen zo te kiezen dat ook met een nieuwe functie het gebied blijft voldoen.

In het plangebied wordt geen wateroverlast vanuit oppervlaktewater verwacht.

7.2.8 Waterschapsbelangen

Overige waterschapsbelangen zoals ecologische verbindingzones, tegengaan van verdroging en de Keur.

In het kader van vooroverleg wordt de waterparagraaf beoordeeld door het waterschap.