direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Empel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002142-1401

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken;
  • b. kinderdagverblijven;
  • c. voor- en naschoolse opvang;
  • d. onderwijsvoorzieningen;
  • e. openbare dienstverlening;
  • f. praktijkruimtes;
  • g. medische voorzieningen;
  • h. sociale voorzieningen;
  • i. culturele voorzieningen;
  • j. religieuze voorzieningen;
  • k. verenigingsleven;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats;
  • m. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, openbare verblijfsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen bijbehorende verhardingen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

12.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijzondere bebouwingsregeling 1' gelden onverminderd het bepaalde onder c de volgende regels:
    • 1. de gebouwen moeten worden gebouwd met een kap;
    • 2. de dakhelling van een kap als bedoeld onder 1 mag in afwijking van het bepaalde in lid 1.38 niet minder bedragen dan 35° en niet meer dan 65°.
12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • b. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag in afwijking van het bepaalde onder a vanaf de voet gemeten niet meer bedragen dan 2 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' mag de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 4 m2;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' mogen in afwijking van het bepaalde onder a en c grafmonumenten worden gebouwd met een oppervlakte per grafmonument van niet meer dan 10 m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 3,5 meter.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen de stedenbouwkundige opzet van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
12.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden en gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd.