direct naar inhoud van Artikel 8 Natuur
Plan: Hoogwater 's-Hertogenbosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002125-1401

Artikel 8 Natuur

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur / landschapselementen / bos en de bijbehorende groeiplaats;
  • b. Behoud, herstel en/of ontwikkeling van de houtteelt/houtproductie;
  • c. Verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • d. Water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. Een steiger, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • f. Extensief recreatief medegebruik;
  • g. Behoud, herstel en/of ontwikkeling van hydrologische waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hydrologisch waardevol gebied'.
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat – inlaatwerk' is tevens een inlaatwerk ten behoeve van water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'steiger' mag een steiger worden gebouwd, waarvan de totale oppervlakte, inclusief het gedeelte dat in de bestemming Water is gelegen, niet meer mag bedragen dan 200 m2.
8.2.2 Ondergronds bouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd.

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
8.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Algemeen:
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0.40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd.
    • 2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0.40 m onder maaiveld, voorzover gronden;
    • 3. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
    • 4. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage m.u.v. grondwateronttrekkingen;
    • 5. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
    • 6. het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
    • 7. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
    • 8. het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² per perceel.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hydrologisch waardevol gebied':
    • 1. het verzetten grond van meer dan 100 m3 of op een diepte van meer dan 0.60 m onder maaiveld een en ander voorzover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet.
    • 2. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage.
    • 3. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen.
    • 4. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m2 anders dan een bouwwerk.
8.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 8.3.1 op werken en werkzaamheden welke:

  • a. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. Reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
8.3.3 Toelaatbaarheid

De in lid 8.3.1 verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologische waardevolle gebieden.