direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding - Gas
Plan: Hoogwater 's-Hertogenbosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002125-1401

Artikel 13 Leiding - Gas

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding- Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. De aanleg, instandhouding en/of bescherming van de gasleiding;
  • b. Groenvoorzieningen
13.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m worden gebouwd ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de leiding.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de gasvoorziening dient te zijn gewaarborgd;
  • b. Het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
13.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. Het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen;
  • b. Het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • c. Het aanbrengen van hoogopgaand en/of diepwortelende beplanting, waaronder rietbeplanting;
  • d. Het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • e. Het verrichten van grondroeractiviteiten anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. Het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • g. Het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • h. Het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • i. Het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • j. Het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  • k. Diepploegen;
  • l. Het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • m. Het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
  • n. Het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.
13.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 13.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden;
  • b. Reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
13.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 13.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leiding zijn gewaarborgd. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de betreffende leidingbeheerder.