Eerste Hoefsteeg 6

4.2 Omschrijving van het landschap

De locatie te Rosmalen is gelegen in een centrale riviervlakte. Ten zuiden van de locatie zijn de middelhoge zandgronden gelegen.

 

Figuur . Fysisch-geografische landschappen

De geologische en geomorfologische ondergrond in de omgeving van de locatie is een rivierkleivlakte.

4.2.1 Rivierklei

Rivierklei is gedurende het hele Quartair afgezet op de plekken waar rivieren stroomden. In de loop der tijd hebben de Rijn, IJssel, Schelde en Maas hun benedenlopen in de Hollandse Kustvlakte meerdere malen verlegd. Daardoor is in de ondergrond ook op sommige plekken waar tegenwoordig geen rivier meer stroomt rivierklei te vinden. Tegelijkertijd is een ingewikkeld netwerk van oude (zandige) stroomruggen in de ondergrond van het rivierengebied bewaard gebleven.

Komgrond of komklei bestaat uit zeer zware rivier of zeeklei. Deze gronden zijn zeer moeilijk te bewerken en zijn eigenlijk alleen geschikt voor grasland, dat komt door de geringe draagkracht van de bodem, en vooral de hoge grondwaterstand. Ontwatering is niet mogelijk vanwege klink. De vele boomgaarden in het rivierengebied komen door de grote oppervlakte aan oeverwallen, die bestaan uit zand en zware zavel wat wel prima is voor boomgaarden. Is grondbewerking noodzakelijk dan moet dat in ieder geval voor de winter gebeuren, omdat dan door inwerking van de vorst de klei kapotvriest tot prisma-achtige deeltjes.

Laaggelegen gebieden langs de rivieren werden vroeger regelmatig overstroomd. Hoe verder deze gebieden van de rivier af lagen des te kleiner was daar de stroming. Hierdoor werden zeer fijne kleideeltjes afgezet, die uiteindelijk de komgrond vormden.

4.2.2 Landgebruik

Het landgebruik in de omgeving van de projectlocatie is gevarieerd. Akkerbouw en grasland wisselen elkaar af. Als akkerbouwgewassen worden met name maïs en bieten geteeld. De wisselende ondergrond van zand en rivierklei speelt een rol in het afwisselende areaal.

4.2.3 Landschappelijke inpassing

Het bouwplan voor het oprichten van een tweede bedrijfswoning wordt getoetst aan de welstandscriteria. Er is voor de gehele locatie, waar de tweede bedrijfswoning onderdeel vanuit maakt, een dusdanige vormgeving en opstelling gekozen (compact) dat het plan goed past in de omgeving. De landschappelijke invulling is agrarisch.

Tevens is een passend erfbeplanting- en inrichtingsplan opgesteld. De landschappelijke structuur ondergaat een kwaliteitsimpuls, zoals voorgesteld in het gemeentelijke, provinciale en reconstructiebeleid. De erfbeplanting zorgt voor een nog landelijkere uitstraling die de streek waardevoller maakt.