Plan: | Kantoorontwikkeling Meerendonkweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002122-1501 |
Het oppervlaktewater maakt deel uit van het totale systeem dat zorgt voor de wateraanvoer, waterafvoer en waterberging. Water is daarmee een expliciete ruimtelijke functie. Het oppervlaktewater dient daarom ruimtelijk bestemd te worden als 'water' op de plankaart.
De bestemming 'water' is in dit bestemmingsplan opgenomen voor gronden die primair bestemd zijn voor waterhuishoudkundige voorzieningen, waterberging, waterlopen met bijbehorende taluds, bermen, groenvoorzieningen, kunstwerken en kademuren.
Voor de ontwikkeling wordt bovengenoemd beleid nagestreefd. Afvalwater en schoon regenwater blijven van elkaar gescheiden. Huishoudelijk afvalwater wordt via de riolering afgevoerd. Dit vuile water gaat via het rioolgemaal aan het Zuiderpark richting rioolwaterzuivering Treurenburg. De verwerking van het schone hemelwater is hieronder beschreven.
Bergingsopgave
In het plangebied zijn meerdere innovatieve oplossingen bedacht om met de wateropgave van de nieuwbouw om te gaan. Er zal gewerkt worden met groene daken van verschillende typen en met infiltratie onder parkeerplaatsen en het bouwblok.
Door eerder genoemde innovatieve oplossingen neemt in het plangebied van ca. 7000m2 het totale verharde oppervlak slechts met 1740m2 toe. Hiervoor is 83m3 berging nodig in infiltratievoorzieningen. Het sedumdak heeft een oppervlak van 931m2 en heeft een kleinere afvoercoëfficiënt dan het omringende gebied, waardoor hier slechts 26m3 berging voor nodig is. De parkeerplaatsen hebben een hoge doorlatendheid en bergingscapaciteit, waardoor hiervoor geen extra berging nodig is. In totaal is voor dit plan 109m3 berging nodig. Dit kan op onderstaande manieren worden gerealiseerd.
De ontwikkeling staat bodeminfiltratie in principe niet in de weg. Regenwater moet daarom bij voorkeur in de nieuwe situatie in de bodem worden gebracht en daar worden geborgen. Om afdoende bergingscapaciteit te garanderen moet de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zijn afgestemd op de infiltratiecapaciteit van de bodem ter plekke. Het heeft de voorkeur om het overtollige regenwater oppervlakkig af te voeren naar infiltratievoorzieningen in de groene ruimte. Wanneer de infiltratiecapaciteit niet groot genoeg is in deze openbare ruimte, kunnen als tweede keuze in de flanken van de stallingsgarage bergingsvoorzieningen aangelegd worden. Met de aanleg van infiltratievoorzieningen ontstaan binnen het plangebied kansen om naastgelegen delen van het bestaande stedelijk gebied af te koppelen van de gemengde riolering.
Uit zorg voor een goede kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater moet bij de ontwikkeling worden afgezien van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen in daken, gevels, verhardingen en erfafscheidingen en regenwatervoorzieningen (goten en leidingen).
De kosten van bovenstaande maatregelen komen voor rekening van de ontwikkelaar.
Beheer en onderhoud
Er vindt een ingreep plaats in het talud van de legger-waterloop aan de oostkant van het plangebied en tevens wordt deze waterloop verbreed aan de overkant (oostzijde van de waterloop). Over het beheer en onderhoud van de legger-waterloop zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen waterschap, gemeente en initiatiefnemer.