direct naar inhoud van Artikel 3 Kantoor
Plan: Kantoorontwikkeling Meerendonkweg
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002122-1501

Artikel 3 Kantoor

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is uitsluitend een parkeergarage toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' is een overbouwing ten behoeve van kantoren toegestaan;
  • d. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers-, parkeer-, en groenvoorzieningen, taluds, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gerealiseerd. Hierbij geldt een norm van 1 parkeerplaats per 30 m2 bruto vloeroppervlak.

3.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders aangegeven in de bestemming;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' is het bouwen uitsluitend toegestaan vanaf een hoogte van 12 meter, met uitzondering van (ondergeschikte) delen ten behoeve van de overbouwing, mits de functie van de overbouwing niet wordt geschaad.
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals ten dienste van een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel; de bouwhoogte van deze gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. terrein- en erfafscheidingen mogen van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van reclame' zijn bouwwerken ten behoeve van reclame uitsluitend toegestaan in de vorm van gevelreclame.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Ontheffing met betrekking tot de bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van reclame' ontheffing verlenen van het bepaalde onder 3.2.3 onder c. voor bouwwerken voor uitsluitend reclamedoeleinden, mits dit aanvaardbaar kan worden geacht uit het oogpunt van verkeersveiligheid in relatie tot de rijksweg A2, waarvoor vooraf advies wordt ingewonnen van de wegbeheerder, en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

3.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 3.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.