direct naar inhoud van 4.6 Externe veiligheid
Plan: Uitbreiding hockeyvelden HC Den Bosch
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002104-1501

4.6 Externe veiligheid

4.6.1 Plaatsgebonden risico en groepsrisico

Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het projectgebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's moeten worden beoordeeld aan de hand van twee maatstaven:

  • Plaatsgebonden risico. Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn et cetera), waarbij de 10-6 contour (kans van 1 op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.
  • Groepsrisico. Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm). Voor elke verandering van het groepsrisico in het invloedsgebied moet verantwoording worden afgelegd over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van groepsrisico moeten andere kwalitatieve aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Onderdeel van deze verantwoording is overleg met (en advies vragen aan) de regionale brandweer.
4.6.2 Toetsing

Als bij een ontwikkeling (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan moet worden getoetst aan het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen. (Beperkt) kwetsbare objecten zijn onder andere woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels, restaurants. In het kader van een project moet bekeken worden of er in of in de nabijheid sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan.

Een hockeycomplex is een kwetsbaar object. Over de rijksweg A2 worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De rijksweg A2 heeft geen plaatsgebonden risicocontour 10-6. Door de uitbreiding van het hockeycomplex zal het groepsrisico niet significant toenemen en is er geen verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Externe veiligheid vormt daarmee geen belemmering voor de uitbreiding van het hockeycomplex.