direct naar inhoud van 8.2 Inspraak
Plan: Grintweg 19 Rosmalen
Status: onherroepelijk
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002101-1501

8.2 Inspraak

Ingevolge de gemeentelijke Inspraakverordening is voor het concept ontwerpwijzigingsplan een inspraakprocedure gevoerd. Het voorontwerp is daarvoor vanaf 9 november 2009 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegd, met de mogelijkheid om binnen die periode op het plan (mondeling dan wel schriftelijk) te reageren.

Er is één schriftelijke inspraakreactie ingediend. Hieronder is de ingekomen schriftelijke inspraakreactie samengevat weergegeven en voorzien van gemeentelijk commentaar. Dit betekent niet, dat die onderdelen van de reactie die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De inspraakreactie wordt in zijn geheel beoordeeld.

Mevr. M. Trines, De Buis 18, 5247 LN Rosmalen, schriftelijke inspraakreactie d.d. 14 december 2009, ingekomen 16 december 2009

Reactie a. Bezwaar als bewoner van de Watertuinen in de Groote Wielen

Bezwaar tegen uitbreiding van de varkenshouderij zo dicht in de buurt van een nieuwe mooie woonwijk. Gemeld wordt dat veel last van stank wordt ervaren van de huidige varkenshouderijen. Opgemerkt wordt dat door de uitbreiding de stal dichterbij het woongebied komt te liggen. Betoogd wordt dat dit een negatieve invloed heeft op woonplezier van inspreker, terwijl inspreker geacht wordt te wonen in een stad en niet op het platte land.

Commentaar: Voor het beoordelen van het aspect geur afkomstig van dierenverblijven van veehouderijen, is de Wet geurhinder en veehouderij (verder afgekort Wgv) het toetsingskader. De gemeenteraad heeft op 21 mei 2008 een geurverordening vastgesteld op basis van de Wgv. Tevens is een gebiedsvisie vastgesteld ter onderbouwing van deze verordening. Het doel van de geurverordening is tweeledig. Ten eerste is het doel met het opleggen van geurnormen een goed woon- en leefklimaat binnen de gemeente te waarborgen. Ten tweede moeten de uitbreidingsmogelijkheden voor de veehouderijen gewaarborgd blijven.

Er zijn twee soorten geurbelasting waar rekening mee dient te worden gehouden: voorgrondbelasting en achtergrondbelasting. Onder voorgrondbelasting wordt verstaan de individuele geurbelasting van de betreffende veehouderij op de locatie. Onder achtergrondbelasting wordt verstaan de cumulatieve geurbelasting op de locatie als gevolg van de aanwezige veehouderijen in de omgeving. Als vuistregel geldt dat de voorgrondbelasting maatgevend is, indien die tenminste de helft (of meer) bedraagt van de achtergrondbelasting en vice versa.

Voorgrondbelasting bedrijf Grintweg 19 op Watertuinen

Voor de gemeente is er een norm van 1 Oue/m3 (geur uitgedrukt in odourunits per kubieke meter lucht) opgenomen voor zogeheten geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom. Deze komt in plaats van de wettelijke norm van 3 Oue/m3. De norm van 1 Oue/m3 geldt dan ook ter plaatse van de gevels van de gerealiseerde delen van de nieuwbouwwijk De Groote Wielen. In een v-stacks-vergunning berekening die onderdeel uitmaakt van de revisievergunning, is de geurbelasting van het bedrijf aan de Grintweg 19 inclusief de uitbreiding uitgerekend op zes woningen van de nieuwbouwwijk De Watertuinen van de Groote Wielen. Uit deze berekening blijkt dat op geen enkele woning de norm van 1 Oue/m3 wordt overschreden.

Achtergrondbelasting Watertuinen

De woonwijk Watertuinen wordt als een niet-concentratiegebied van veehouderij beschouwd. Het geurbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch heeft voor stedelijk gebied een streefwaarde van 2 tot 5 Ou/m3. Bij een achtergrondbelasting van 2 Ou/m3 zijn er 6% geurgehinderden. Bij een achtergrondbelasting van 5 Ou/m3 zijn er 12% geurgehinderden. Deze 12% geurgehinderden wordt nog als acceptabel beschouwd in het geurbeleid van de gemeente. Deze 12% geurgehinderden wordt ook landelijk als acceptabel beschouwd. De achtergrondbelasting van geur is ter plaatse van de wijk Watertuinen van de Groote Wielen 2 tot 5 Ou/m3. Dit is aangegeven op een kaartje dat aan de toelichting van het wijzigingsplan is toegevoegd.

Maatgevende belasting

De voorgrondbelasting (= individuele geurbelasting van het bedrijf Grintweg 19 op de woningen van de Watertuinen) overschrijdt nergens de norm van 1,0 Ou/m3 op de woningen van de Watertuinen en is dus kleiner dan de helft van de achtergrondbelasting die 2 tot 5 Ou/m3 bedraagt. Dit betekent dat de achtergrondbelasting maatgevend is voor het woon- en leefklimaat. De achtergrondbelasting van geur is ter plaatse van de wijk Watertuinen van de Groote Wielen 2 tot 5 Ou/m3 en dit is conform de streefwaarde voor stedelijk gebied. De conclusie is dan ook dat vanwege het bedrijf aan de Grintweg 19 geen negatieve invloed uitgaat op het woon- en leefklimaat in de woonwijk Watertuinen.

Naar aanleiding van deze opmerking is de toelichting van het wijzigingsplan aangevuld met een toelichting over de voorgrondbelasting en achtergrondbelasting, waarbij tevens een plaatje van de achtergrondbelasting van geuremissie 2009 van de omgeving is toegevoegd.

Reactie b. Bezwaar als recreant in het Brabantse land

Gemeend wordt dat wandelend of fietsend de stank van varkenshouderijen soms zo heftig is dat je er misselijk van wordt. Betoogd wordt dat Brabant zijn best doet de recreant hierheen te halen, en dat de stank in dat verband geen reclame is.

Commentaar: In de reconstructieplannen voor het buitengebied van Brabant wordt het landelijk gebied verdeeld in drie zones:

  • extensiveringsgebieden: wonen, natuur en recreatie krijgen volop de ruimte;
  • verwevingsgebieden: verschillende functies bestaan naast elkaar. In deze zone kunnen intensieve veehouderijen slechts onder specifieke voorwaarden uitbreiden.
  • landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's): intensieve veehouderij krijgt in deze zones meer ruimte.

Het bedrijf aan de Grintweg 19 is gelegen in het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Boven Kruisstraat (Hoefgraaf). Een LOG is een gebied waar de intensieve veehouderij de ruimte krijgt. Agrarische ondernemers kunnen er hun bedrijf vergroten of een nieuw bedrijf vestigen. Een LOG is niet bedoeld om er recreatief te verblijven. De betreffende gebieden zijn juist aangewezen om intensieve veehouderijen de mogelijkheid te geven om uit te breiden binnen het gemeentelijk geurbeleid. Met ditzelfde geurbeleid worden de recreatiegebieden die de gemeente 's-Hertogenbosch heeft juist beschermd.

Reactie c. Bezwaar om gezondheidsreden

Betoogd wordt dat het houden van zoveel varkens op één plaats zowel voor mensen als dieren niet echt gezond is gebleken. Het wordt als onnodig ervaren om een plan te wijzigen om de gezondheid van mensen en van dieren in gevaar te brengen door het bouwen van grotere stallen.

Commentaar: Schaalvergroting in de veehouderij is een gevolg van de steeds hogere eisen aan onder meer efficiëntie, kwaliteit en innovatie, zoals dit ook speelt in andere delen van onze economie. Deze schaalvergroting gaat uit van verplaatsing van productie en niet van uitbreiding, aangezien de veestapel is gelimiteerd door het mestbeleid. De verplaatsing van intensieve veehouderijbedrijven vindt plaats van extensiveringsgebieden naar landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s). Voor gezondheidsrisico's is die beweging in principe gunstig omdat intensieve veehouderij een plek krijgt in minder bevolkte gebieden. De aandacht voor de relatie met gezondheid blijft voornamelijk in Nederland een punt van zorg als gevolg van de hoge dichtheid van zowel mensen als dieren in ons land. Voor volksgezondheid is in de Wet publieke gezondheid (artikel 2, lid 2 sub c) vastgelegd dat het college van burgemeesters en wethouders de taak heeft om gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen te bewaken.

In 'Megabedrijven in de intensieve veehouderij', worden de kansen en bedreigingen van zogenaamde megabedrijven beschreven. Hoewel het bedrijf aan de Gintweg 19 geen megabedrijf is c.q. wordt, worden hier toch enkele kansen beschreven voor schaalvergroting in het algemeen.

Allereerst zal de milieukwaliteit op regionale en nationale schaal verbeteren, doordat een veehouder pas mag uitbreiden als hij varkens- en pluimveerechten van een stoppende veehouder koopt (mestbeleid). Deze stoppende veehouder komt vaak uit de buurt van natuur en woonkernen waar de milieudruk vermindert. Daarnaast worden grotere bedrijven vaak professioneler geleid. Op grotere bedrijven zullen management en vakmanschap een steeds grotere rol gaan spelen. Bovendien wordt de huisvesting ook professioneler. Daarbij worden vaker luchtwassers toegepast die de geuremissie, ammoniakemissie en fijnstofemissie verminderen. In het geval van het bedrijf aan de Grintweg 19 wordt het gehele bedrijf door de gevraagde uitbreiding IPPC-plichtig. Door de nieuwe stallen te voorzien van luchtwassers wordt de ammoniakemissie per dierplaats in de stallen zodanig laag dat voor het gehele bedrijf door interne slagaddering uiteindelijk wordt voldaan aan het Besluit huisvesting en de Beleidslijn IPPC- omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij. Zo bedraagt de ammoniakemissie op basis van de eerder bestaande rechten 6835,1 kg per jaar. De ammoniakemissie op basis van de aanvraag bedraagt 5168,0 kg per jaar. De ammoniakemissie neemt dus af met 1667,1 kg per jaar.

Er zijn naast diverse bedreigingen ook kansen bij schaalvergroting. De volgende kansen van megabedrijven en 'gewoon' grote bedrijven ten aanzien van volksgezondheisaspecten die worden benoemd: mogelijkheden maatregelen te treffen wat betreft hygiëne en ventilatie die insleep en versleep van micro-organismen kunnen verminderen, de mogelijkheid tot integreren van meerdere schakels van de productie op een bedrijf (gesloten bedrijfsvoering), meer mogelijkheden investeringsruimte voor het inzetten van nieuwe technologieën, en ten slotte samenwerkingsverbanden voor het verwerken van reststromen (zoals mest). Het bedrijf aan de Grintweg 19 betreft een gesloten bedrijf. De balans hangt sterk af van de wijze waarop de bedrijfsvoering en het stalconcept worden ingevuld. Het welzijn van de dieren wordt in overwegende mate bepaald door hun directe omgeving, zoals de groepssamenstelling, de geboden ruimte, de verzorging van de dieren en het daarbij behorende management. In de regel is bij grotere bedrijven een goede bedrijfsvoering en een goed stalconcept aanwezig om ziekten te voorkomen maar ook om de verspreiding van deze ziekten te voorkomen.