direct naar inhoud van 8.3 Regels
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002067-1401

8.3 Regels

De regels bestaan uit vier hoofdstukken:

  • Inleidende regels (hoofdstuk I)
  • Bestemmingsregels (hoofdstuk II)
  • Algemene regels (hoofdstuk III)
  • Overgangs- en slotregels (hoofdstuk IV)

Hoofdstuk I Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel wordt een aantal begrippen verklaard dat in de regels voorkomt. Hiermee wordt voorkomen dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.

Artikel 2 Wijze van meten

In het artikel "Wijze van meten” is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden.

Hoofdstuk II Bestemmingsregels

In dit hoofdstuk zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gebouwen, bouwwerken en bijbehorende erven is toegestaan en welke bebouwingsregels er gelden. Tevens zijn waar mogelijk flexibiliteitsbepalingen opgenomen.

A. Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

Binnen de bestemming “Bedrijf” zijn bedrijfsactiviteiten toegelaten, die daar thans zijn gevestigd naast bedrijven welke passend worden geacht in een gebied met functiemenging als de Binnenstad. De bedrijfscategorieën zijn aangegeven in een bij de regels behorende bijlage Staat van Inrichtingen "functiemenging". Zoals hiervoor aangegeven in hoofdstuk 7 Milieuaspecten is bij de selectie van bedrijfsactiviteiten gebruik gemaakt van de staat van inrichtingen uit de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de VNG (versie 2009). Op basis van de in de brochure voorkomende lijst voor gemengde gebieden zijn in het voorliggende plan de bedrijfsactiviteiten in categorie A, B of C toelaatbaar gesteld. Daarbij zijn de categorieën A en B overal toegestaan en categorie C-bedrijven uitsluitend voor zover deze direct ontsluiten via de bestemming “Verkeer”.Voor de duidelijkheid wordt hierbij vermeld dat het hier gaat om andere bedrijvigheid dan die op grond van de bestemmingsomschrijving reeds anderszins is toegelaten (detailhandel, maatschappelijke dienstverlening e.d.).

Voorts zijn bestaande bedrijfsactiviteiten, die niet in de categorie A,B of C voorkomen, per bedrijf beschreven en toegevoegd als categorie D1, D2, D3, D4 en D5 aan deze Staat van Inrichtingen. De woningen op de verdiepingen in het voormalige complex Pompen en Verlouw aan de Vughterstraat zijn aangeduid met een functie-aanduiding 'wonen'.

Artikel 4 Centrum

De bestemming “Centrum” is toegekend aan het kernwinkelgebied van de binnenstad (o.a Markt,Pensmarkt e.o, Schapenmarkt e.o) en waartoe ook de drie hoofdstraten Orthenstraat, Hinthamerstraat en Vughterstraat horen. Verder zijn ook de Visstraat e.o. en de uitlopers richting de Arena en de Parade zijn als “Centrum” bestemd.

Binnen de bestemming zijn diverse functies toelaatbaar. Hierbij wordt echter wel een onderscheid gemaakt tussen functies die op de begane grond (en souterrain) toelaatbaar zijn en die op de bovengelegen etages.

Op de begane grond (en het souterrain) zijn detailhandel, dienstverlening, wonen, kantoren, maatschappelijke dienstverlening, publiekverzorgend ambacht en andere binnen een gebied met functiemenging als de binnenstad passend geachte bedrijvigheid (de toelichting bij art. 3 is ook hier van toepassing) toegelaten. Ook is functie-ondersteunende horeca mogelijk, mits beperkt tot 20% van het netto-vloeroppervlak van de hoofdfunctie en altijd kleiner dan 35 m2 en beperkt tot winkels, die verkoop van etenswaren als hoofdactiviteit hebben,zoals brood, banket, chocolade, ijs, vlees, vis, groenten, fruit etc..

Op de etages van de panden binnen het kernwinkelgebied zijn centrumfuncties (anders dan wonen) slechts toegelaten, indien ze reeds aanwezig zijn. Overigens is een woonfunctie toegelaten. Uitbreiding van begane grond functies naar de etages is mogelijk via gebruikmaking van een afwijkingsbevoegheid als blijkt dat de instandhouding van het pand in het gedrang komt en vestiging van genoemde functies een wezenlijke bijdrage levert aan die instandhouding, danwel indien gebleken is dat de mogelijkheden inzake de haalbaarheid van wonen voor het betreffende bouwperceel of onderdeel daarvan geheel zijn uitgeput.

De bestaande verschillende vormen van horeca en seksinrichtingen, zijn met een aanduiding in de verbeelding vastgelegd. Ook hier geldt, dat op de verdieping slechts een woonfunctie is toegelaten, tenzij in de bestaande situatie reeds een andere functie aanwezig is. Vanwege de gevoeligheid van de horeca-functie is in een bijlage van deze toelichting aangegeven, welke panden in de bestaande situatie zowel een publieksgerichte horeca-functie op de begane grond als op de verdieping hebben. In de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze aanduidingen van de kaart te verwijderen, indien dit gewenst wordt geacht ingeval de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. Daarnaast zijn andere bestaande functies, die niet als algemeen rechtstreeks toelaatbaar in de bestemming zijn opgenomen, zoals een parkeergarage, de overkluisde binnendieze met een functie-aanduiding in de bestemming opgenomen.

Artikel 5 Centrum-Horeca

Voor Hotel Central aan de Markt en het restaurant aan het Wilhelminaplein is de bestemming “Centrum-Horeca” opgenomen omdat het hier specifieke monofuncties voor Horeca betreft, van belang voor het voorzieningenniveau in het centrum, maar waarvoor de multifunctionele bestemming Centrum zich niet leent.

Artikel 6 Centrum 1

Voor een aantal grootwinkelvestigingen in het kernwinkelgebied is een aparte bestemming opgenomen: “Centrum 1”. Deze grootwinkelvestigingen, waaronder de Hema, de V&D en de Bijenkorf zijn de trekkers van het kernwinkelgebied en kenmerken zich door de aanwezigheid van detailhandelsfuncties en andere publieksgerichte functies over alle etages van het pand. In de grootwinkelvestigingen komt vaak ook functie-ondersteunende horeca voor, die daarom als ondergeschikte functie ook in de bestemming is toegelaten tot een maximum van 20% van het netto-vloeroppervlak van de hoofdfunctie.

Artikel 7 Cultuur en ontspanning

Voor de voorzieningen in de sfeer van cultuur en ontspanning als bioscoop, theater, museum, creativiteitscentrum etc. is de bestemming “Cultuur en ontspanning” opgenomen. Binnen de bestemming zijn culturele functies en functies voor ontspanning toegelaten. Vaak komt hier ook functieondersteunende horeca voor, die daarom als ondergeschikte functie ook in de bestemming is toegelaten tot een maximum van 20% van het netto-vloeroppervlak van de hoofdfunctie.

Artikel 8 Gemengd

Buiten het kernwinkelgebied met de uitlopers daarvan komt in de binnenstad ook veel diversiteit in functies voor. De publiekstrekkende functie is er in het algemeen minder groot dan in het kernwinkelgebied. Het betreft hier grote delen van de secundaire straten en delen van de binnenstad, die grenzen aan het "kernwinkelgebied". Deze gebiedsdelen zijn als “Gemengd” bestemd. Juist omdat de publiekstrekkende functie er minder groot is, is hier meer ruimte voor wonen, kleinschalige (ambachtelijke) bedrijvigheid, (dienstverlenende )instellingen, ambachtelijke bedrijvigheid en kleinschalige kantoren. Deze functies zijn, voor zover beperkt in omvang en hinder naar de omgeving, dan ook ondergebracht binnen de bestemming “Gemengd”. Uitbreidingsmogelijkheden voor detailhandel wordt hier niet geboden. Bestaande detailhandel wordt specifiek aangeduid met een functieaanduiding, waarbij evenals bij de bestemming Centrum functie-ondersteunende horeca als ondergeschikte functie mogelijk is, mits beperkt tot 20% van het netto-vloeroppervlak van de hoofdfunctie en altijd kleiner dan 35 m2. Het wonen is zowel op de begane grond als op de etages toegelaten. De bestaande verschillende vormen van horeca, zijn met een aanduiding in de verbeelding vastgelegd. Vanwege de gevoeligheid van de horeca-functie is in een een bijlage van deze toelichting aangegeven, welke panden in de bestaande situatie zowel een publieksgerichte (anders dan toilet en keuken gedeelte...) horeca-functie op de begane grond als op de verdieping hebben. In de regels is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze aanduidingen van de kaart te verwijderen, indien dit gewenst wordt geacht als de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.

Daarnaast zijn andere bestaande functies, die niet als algemeen rechtstreeks toelaatbaar in de bestemming zijn opgenomen, zoals parkeervoorziening, de overkluisde binnendieze etc. met een functie-aanduiding in de bestemming opgenomen.

Artikel 9 Groen

De gronden die als “Groen” zijn bestemd betreffen met name de groenvoorzieningen die deel uitmaken van belangrijke openbare groenstructuren, waarvan het van belang wordt geacht dat de gronden een groene inrichting behouden, met bijbehorende fiets en voetpaden (al dan niet (half)verhard), water, speelvoorzieningen en openbare nuts- en verblijfsvoorzieningen.

Het groen langs de Zuid-Willemsvaart is middels een functie-aanduiding tevens bestemd voor de instandhouding en ontwikkeling van natuurlijke en ecologische functies en voorzieningen, zodanig dat voor fauna, en in voorkomende gevallen ook flora, verbindingen ontstaan tussen natuur- en/of natuurontwikkelingsgebieden ten zuiden en ten noorden van het plangebied. Het binnen de bestemming gelegen bergbezinkbassin aan de Westwal is aangeduid met de functie-aanduiding 'specifieke vorm van water-bergbezinkbassin'. De walmuren en vestingwerken binnen deze bestemming zijn vastgelegd middels de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - vestingwerken'. Om ervoor te zorgen, dat het groen langs de Zuid-Willemsvaart minder geschikt zouden worden voor ecologische verbindingszone en behoud en herstel van watersystemen is conform de Provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant een vergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden zijnde opgenomen.

Openbaar snippergroen is meegenomen in de bestemming “Verkeer” en/of “Verkeer-Verblijfsgebied”.

 

Artikel 10 Kantoor

De grootschalige kantoorpanden die in het plangebied aanwezig zijn, zijn als “Kantoor” bestemd. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de panden gelegen aan de Hoge Steenweg/Orthenstraat om de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen', 'Maatschappelijk' of 'Centrum''. Ingeval van 'Wonen"dient de hierbij behorende parkeerdruk op eigen terrein dan wel anderszins wordt opgelost.

Artikel 11 Maatschappelijk

Publieksgerichte maatschappelijke functies (openbare dienstverlening, onderwijs, religie, medische functies e.d.) zijn bestemd als “Maatschappelijk”. Omdat de meeste maatschappelijke gebouwen en bijbehorende erven specifiek zijn ingericht voor hun huidige maatschappelijke functie en uitwisseling tussen diverse maatschappelijke functies vooralsnog niet wenselijk wordt geacht, geldt voor een aantal van deze gebouwen een nadere aanduiding waarmee het gebruik van de gebouwen en gronden wordt gespecificeerd. Van de bestemming afwijkende functies zoals de woon-werkgemeenschap in het voormalig Johannes de Deo aan de Papenhulst en een restaurant zijn aangeduid met een specifieke functie-aanduiding, waardoor voor deze functies een mede-bestemming geldt.

Artikel 12 Verkeer

De wegen met een stroomfunctie, de "Binnenstadsring" zijn bestemd als “Verkeer”. Tot de bestemming horen ook de bijbehorende voet- en fietspaden, groenvoorzieningen die niet behoren tot de hoofdgroenstructuur, bermen, watergangen voor zover het geen hoofdwatergangen en/of Binnendieze en Dieze zijn, parkeervoorzieningen, kleinschalige nutsvoorzieningen en straatmeubilair. Binnen de bestemming is slechts bebouwing van ondergeschikte afmeting en ten dienste van de bestemming toegestaan. De voor de binnenstad van bijzondere betekenis zijnde monumentale vestigingwerken zijn aangeduid met de functie-aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-vestingwerken'.

Artikel 13 Verkeer-Parkeergarage

In deze bestemming zijn gebouwde openbare parkeervoorzieningen opgenomen. Hierbinnen zijn ook fietsenstallingen mogelijk.

Artikel 14 Verkeer-Verblijfsgebied

De andere dan hiervoor onder artikel 12 genoemde wegen in de binnenstad , in vrijwel de gehele binnenstad dus, maken deel uit van het verblijfsgebied, en zijn bestemd als “Verkeer-Verblijfsgebied”. Evenals bij de bestemming “Verkeer” vallen ook hier de voet- en fietspaden, groenvoorzieningen niet behorende tot de hoofdgroenstructuur, bermen, watergangen, geen hoofdwatergangen zijnde, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en straatmeubilair onder de bestemming. Binnen de bestemming is ook de aanleg van terrassen, warenmarkten met ambulante handel en evenementen mogelijk. De overkluisde waterloop van de Binnendieze is middels een functie-aanduiding in de bestemming opgenomen.

De bestaande ondergrondse verbinding van twee detailhandelsvestigingen van één winkelbedrijf onder het maaiveld van de Schapenmarkt/Markt is met een aanduiding in de verbeelding geregeld. De voor de binnenstad van bijzondere betekenis zijnde monumentale vestingwerken zijn aangeduid met de functie-aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-vestingwerken'.

Artikel 15 Water

De waterlopen in het plangebied zijn als “Water” bestemd. Het betreft de Dommel, de Aa, de Zuid-Willemsvaart, de Singelgracht, de Binnenhaven, de Dieze en de Binnendieze. De meeste hebben naast een waterhuishoudkundige functie ook een functie voor de beroepsvaart. De in de Binnenhaven aanwezige ligplaatsen voor woonboten zijn geregeld middels een aanduiding 'woonschepenligplaats'. De aanlegsteigers voor de pleziervaart in de Dommel en Binnenhaven middels de aanduiding 'aanlegsteiger'. Om ervoor te zorgen, dat de Dommel, de Zuid-Willemsvaart en de Aa minder geschikt zouden worden voor ecologische verbindingszone en behoud en herstel van watersystemen is conform de Provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant een vergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden zijnde opgenomen.

De Binnendieze wordt als onderdeel van de te beschermen waarden in het gebied nadrukkelijk genoemd, ook daar waar deze ondergronds of overbouwd zijn, met de gebiedsaanduiding “binnendieze”. Het overbouwen van deze waterlopen is uitsluitend toegestaan indien de bestaande hoogte onder de overkluizing wordt gerespecteerd.

Bruggen die geen deel uitmaken van de openbare verkeersstructuur zijn met een aanduiding binnen de bestemming water geregeld.

Artikel 16 Wonen

De bestaande woningen in het plangebied die buiten het kernwinkelgebied of de uitlopers zijn gelegen zijn tot "Wonen" bestemd. Door bouwvlakken op de kaart is de situering van de woning bepaald.

Op de bijbehorende erven is het mogelijk aan- en bijgebouwen op te richten. In de woning mogen onder voorwaarden niet publieksgerichte aan-huis-verbonden-beroepen en bedrijven worden uitgeoefend, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Via een afwijkingsbevoegdheid kunnen ook publieksgerichte aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven worden toegelaten. In beide gevallen dient de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd te blijven. Diegene, die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.

Indien de beroeps- of bedrijfsuitoefening de gehele begane grond laag omvat, de nevenfunctie daarmee gelijkwaardig of groter is dan de woonfunctie maar het pand bevindt zich wel in een woonwijk of specifieke woonomgeving, dan wordt aan de hoofdbestemming “Wonen (W)” een functieaanduiding toegevoegd waarmee de bestaande niet-woonfunctie kan worden gehandhaafd. Betreft dit detailhandel, dan is tevens functie-ondersteunende horeca als ondergeschikte functie mogelijk, mits beperkt tot 20% van het netto-vloeroppervlak van de hoofdfunctie en altijd kleiner dan 35 m2.

Aanwezige parkeerterreinen en parkeergarages zijn aangeduid met “parkeerterrein” of “parkeergarage”.

Artikel 17 en 18 Waarde-Archeologie 1 en 2 (dubbelbestemming)

Ten behoeve van de bescherming en veiligstelling van archeologische of te verwachten archeologische waarden is - zoals nader toegelicht in paragraaf 3.4.4. van deze toelichting - aan gronden in dit bestemmingsplan de dubbelbestemming Waarde-Archeologie toegekend. Opgenomen is een verbod tot bouwen beneden maaiveld, een algemeen verbod tot slopen (dus ook tot geheel of gedeeltelijk slopen) zonder omgevingsvergunnning en een vereiste van een omgevingsvergunning voor uitvoering van werkzaamheden, geen bouwwerkzaamheden zijnde. Na een verplichte rapportage, waarin de archeologische waarden zijn vastgelegd kan afgeweken worden van het bouwverbod, respectievelijk een omgevingsvergunning voor uitvoering van werkzaamheden, geen bouwwerkzaamheden zijnde of slopen worden verleend. Hieraan kunnen voorwaarden worden verbonden ten behoeve van behoud van archeologische waarden in de bodem of , indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, verplichtingen worden opgelegd als het doen van opgravingen of een verplichting de uitvoering van werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een erkend archeoloog. Het overleggen van een rapportage ter vastlegging van de archeologische waarden is niet nodig, indien - naar het oordeel van burgemeester en wethouders - de archeologische waarde in andere beschikbare informatie afdoende is vastgelegd.

B. Bouwregels

Evenals bij de vigerende bestemmingsplannen het geval was, zijn het belangrijkste kader voor ontwikkelingen de bestaande panden met hun karakteristieke maat en schaal. Uitgangspunt voor het toekennen van de bouwbepalingen is respect voor de bestaande rechten. Vastgelegd zijn de rooilijnen, zijmuren,parcellering, de bestaande kapvorm, nokrichting e.d. . In plaats van het systeem van vastleggen van bouw- en goothoogte etc. per pand op omvangrijke geveltekeningen (zoals voor een groot deel van de binnenstad gehanteerd in de “oude” bestemmingsplannen) zijn thans per pand het aantal bouwlagen en goot- en nokhoogte c.q. hoogte vastgelegd in een matrix, die als bijlage bij de regels is gevoegd. Door het vastleggen van het maximaal aantal lagen in combinatie met maximum goot- en bouwhoogte wordt het kenmerkende beeld van de binnenstad beschermd. Op deze wijze wordt voorkomen dat binnen het bebouwingsprofiel extra bouwlagen kunnen ontstaan. De lagen in een kapverdieping of in een souterrain worden niet aangemerkt als een separate bouwlaag. Dakopbouwen in de vorm van schoorstenen en boven de goot uitstekende lijstgevels zijn eveneens buiten de bepaling gehouden. Gebouwen met platte daken mogen worden voorzien van kap, dakschild of attiek. Om dit mogelijk te maken is als de (maximale)bouwhoogte 4 meter boven de bestaande hoogte van het plat dak aangehouden.

Voor wat betreft de regeling voor aan- en bijgebouwen en erfafscheidingen is de regeling van de vigerende bestemmingsplannen als uitgangspunt genomen, met dien verstande dat het bebouwingspercentage voor erven van 30% is aangepast aan het hedentendage - ook voor beschermde stad- en dorpsgezichten- gangbare percentage van 50%. Een uitzondering hierop vormen de waardevolle grote particuliere binnenterreinen of voortuinen, welke over het algemeen een lager bebouwingspercenteage (5% o.d.) kennen. Aanwezige winterterrassen mogen worden gehandhaafd en herbouwd.

De regels bevatten de mogelijkheid om nadere eisen te stellen aan plaats en afmeting van gebouwen ten behoeve van de karakteristieke samenhangende ruimtelijke structuur en beschermd stadsgezicht, het ensemble van binnendieze en aangrenzende bebouwing, verkeersveiligheid, milieusituatie, laden en lossen e.d..

Ten behoeve van het behoud en de versterking van de ruimtelijke en/of cultuurhistorische en archeologische kwaliteiten van de binnenstad, ligt de nadruk op bescherming van bestaande waarden. Hiervoor is dit ook reeds uitdrukking gebracht bij de beschrijving van de vastlegging van de maatvoering en parcellering en onderdelen van de regels. Ook is binnen een in het bestemmingsplan aangeduide 'cultuurhistorische zone' een verbod tot slopen opgenomen zonder een omgevingsvergunning voor slopen.

Bestaande functies en bebouwing worden gerespecteerd. Hierbij is gepoogd de huidige rechten van eigenaren en gebruikers van bebouwing en gronden in de binnenstad zo veel mogelijk met het voorliggende bestemmingsplan te eerbiedigen.

Het beleid inzake archeologische en cultuurhistorische waarden en de uitwerking daarvan in de voorschriften van dit bestemmingsplan is beschreven in paragraaf 3.4.4 en 3.4.5 van deze plantoelichting.

Ten aanzien van functies voor het openbaar gebied (verkeer, verkeer-verblijf, groen) is bij de maatvoering als uitgangspunt genomen, wat de gangbare maatvoeringen zijn voor de nodige voorzieningen bij deze functies, waarbij tevens het beschermd stadgezicht in ogenschouw is genomen.

C. Gebruiksregels

Het is verboden gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Gebruik van ruimten binnen woningen ten behoeve van de uitoefening van een niet publieksaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Een mogelijkheid tot afwijking is opgenomen voor ondergeschikt gebruik van woningen voor publieksaantrekkende beroeps- en bedrijfsactiviteiten, zoals bijvoorbeeld bed & breakfest.

Daarnaast bevatten de gebruiksregels de gebruikelijke flexibiliteitsbepalingen zoals - binnen bestemmingsmogelijkheden voor bedrijven - het met toepassen van afwijkingsbevoegdheid toelaten van bedrijvigheid, die naar de aard en de invloed op de omgeving, gelijk te stellen is met bedrijven die zijn genoemd in de aangegeven categorieën van de bij deze bestemmingsregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige inrichtingen en inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen betreft.

Opgenomen is de zogenaamde "toverformule" om afwijking mogelijk te maken van het verbod om gronden te gebruiken in strijd met de bestemming, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Hoofdstuk III Algemene regels

In deze paragraaf worden, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, algemene aanvullende regels gesteld.

Artikel 19 Anti-dubbeltelregel

In deze regel is vastgelegd dat grond die in aanmerking moest worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waarvan de uitvoering heeft plaatsgevonden of alsnog kan plaatsvinden, bij de beoordeling van een andere aanvraag om bouwvergunning niet opnieuw in beschouwing mag worden genomen.

Artikel 20 Algemene bouwregels

In dit artikel is een aantal aanvullende bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. De algemene bouwregels bieden extra bouwmogelijkheden voor ondergeschikte bouwdelen zoals luifels, kroonlijsten, overstekende daken e.d..

Artikel 21 Algemene afwijkingsregels

Dit artikel is een algemene aanvulling op de afwijkingsregels, zoals opgenomen in de regels van de bestemmingen. Het betreft hier een standaardregeling die het mogelijk maakt om bij de uitvoering van bouwplannen beperkte afwijkingen van het plan mogelijk te maken.

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels

Opgenomen is een algemene wijzigingsbevoegdheid om de Staten van Bedrijfsactiviteiten te kunnen wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijfsactiviteiten kan worden gewijzigd, indien en voorzover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen van bedrijfsactiviteiten op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.

Artikel 23 Algemene procedureregels

Dit artikel regelt de procedure die burgemeester en wethouders dienen te volgen indien toepassing wordt gegeven aan de in dit plan opgenomen uitwerkings- of wijzigingsregels.

Hoofdstuk IV Overgangs- en slotregels

Artikel 24 Overgangsrecht

In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.

Artikel 25 Slotregel

In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald.