direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 2
Plan: De Overlaet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002061-1501

Artikel 8 Gemengd - 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;
  • b. dienstverlening;
  • c. kleinschalige opslagbedrijven en groothandelsbedrijven met bijbehorende showrooms die qua milieubelasting aanvaardbaar zijn ten opzichte van de in de nabijheid aanwezige woningen, waarbij alleen bedrijven zijn toegestaan die geen geluidszoneringsplichtige inrichting zijn;
  • d. bedrijven die qua milieubelasting aanvaardbaar zijn ten opzichte van de in de nabijheid aanwezige woningen, waarbij alleen bedrijven, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, zijn toegestaan van categorie 1 en 2 van de bij deze regels als bijlage behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein' en bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor opslagdoeleinden ten behoeve van de aanwezige bedrijvigheid, met inachtname van het bepaalde in lid 8.5 sub 2 onder b;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens voor woningen, met inachtname van het bepaalde in lid 8.2.2 onder e;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend opslag en/of motorvoertuigenstandplaats;
  • h. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd.

8.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. bouwvlakken mogen voor 100% worden bebouwd, tenzij anders aangegeven in de bestemming;
  • c. de bouwhoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • d. de goothoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mogen woningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
    • 1. er mogen zowel vrijstaande, halfvrijstaande, aaneengebouwde als gestapelde woningen worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
    • 3. de goothoogte zoals aangeduid in de bestemming, mag niet worden overschreden;
    • 4. met uitzondering van vrijstaande woningen zijn woningen minimaal 5,40 meter breed;
    • 5. vrijstaande woningen zijn minimaal 6 meter breed;
    • 6. de afstand tussen de onderlinge achtergevels van de woningen moet minimaal 15 meter bedragen;
    • 7. ingeval vrijstaande woningen worden gebouwd bedraagt de afstand tussen een woonblok met gestapelde woningen, gemeten vanaf de achtergevel tot aan andere woningen, minimaal 20 meter;
    • 8. de afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen mogen niet minder bedragen dan;
      • voor vrijstaande woningen: aan beide zijden 2 meter;
      • voor halfvrijstaande en geschakelde woningen: aan één zijde 2 meter.
    • 9. het bepaalde in artikel 15 lid 15.2.3, lid 15.4.3 en lid 15.5 is van overeenkomstige toepassing.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. terrein- en erfafscheidingen mogen van af de voet gemeten maximaal 1 meter hoog zijn, tenzij de afscheiding achter de voorgevelrooilijn wordt geplaatst. In geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de situering van het laden en lossen op het perceel.
8.4 Ontheffing van de bouwregels
8.4.1 Ontheffing met betrekking tot de parkeervoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.2.1, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien; en
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
8.5 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Als met het plan strijdig gebruik wordt in ieder geval bedoeld het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan:
    • 1. ten behoeve van een seksinrichting;
    • 2. als opslagplaats, stortplaats of bergplaats van afval;
    • 3. ten behoeve van detailhandel.
  • c. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gehandhaafd, tenzij ontheffing als bedoeld in 8.4.1 is verleend.
8.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 8.5 onder a indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.