direct naar inhoud van 5.6 Kabels, leidingen en radarverstoringsgebied
Plan: De Hoef e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002047-1501

5.6 Kabels, leidingen en radarverstoringsgebied

In het plangebied is een gasleiding aanwezig. Volgens de circulaire 'Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen' is een minimale bebouwingsafstand van 14 meter vereist.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002047-1501_0024.png"

Ligging gasleiding

De circulaire wordt op dit moment herzien. De in de circulaire opgenomen afstanden worden in de nieuwe regeling vervangen door een risicobeleid. In overleg met VROM is besloten eventuele nieuwe ontwikkelingen te toetsen aan dit risicobeleid, dat wil zeggen op het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

De plaatsgebonden risicocontour is een grenswaarde. Binnen deze contour mogen zich geen kwetsbare bestemmingen bevinden. Het groepsrisico is een oriënterende waarde. Een eventuele toename van het groepsrisico dient verantwoord te worden.

Door de gasunie is de volgende informatie aangeleverd over de leiding en de bijbehorende veiligheidsafstanden:

leidingnr   Diam.   Ontwerp druk   Belemmerde strook ter weerszijde vd leiding   1%letaliteitsgrens* ter weerszijde vd leiding   100 % letaliteitsgrens* ter weerszijde vd leiding  
Z-523-01   12”   40bar   4 meter   140 meter   70 meter  
  • 1% letaliteitsgrens: uiterste grens waarbinnen beïnvloeding van het groepsrisico mogelijk is
  • 100% letaliteitsgrens: invloed van de leiding dusdanig groot dat toename van bebouwing en bewoning sterk bijdraagt aan verhoging groepsrisico

Aangezien in plangebied de Hoef nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien binnen 140 meter van de hartlijn van de gasleiding is op verzoek van de gemeente door de Gasunie een risicoberekening (Risicoberekening gastransportleiding Z523-01-KR-009 t/m 013. d.d. 2 maart 2009) uitgevoerd.

De risicoberekening geeft aan dat er geen sprake is van een plaatsgebonden risico en levert dus geen rechtstreekse ruimtelijke beperkingen op. Om te bepalen of het groepsrisico toeneemt is de overschrijdingsfactor berekend in de nieuwe en in de bestaande situatie. Zowel in de bestaande als in de nieuwe situatie blijft de overschrijdingsfactor 0,22 (oriënterende waarde is 1). Het groepsrisico neemt als gevolg van de planologische ontwikkelingen niet toe. Verantwoording is dus niet nodig.

Met betrekking tot de gasleiding is sprake van een belemmerde zone van 4 meter aan weerszijde van de leiding, gemeten vanaf de hartlijn van de leiding. Deze zone dient gevrijwaard te blijven van obstakels (dus geen gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en andere objecten die een belemmering opleveren voor de bereikbaarheid van de gasleiding). Deze zone is opgenomen op de plankaart en vertaald in de regels bij het bestemmingsplan.

Het plangebied is tevens gelegen in het radarverstoringsgebied van de vliegbasis Volkel. Dit houdt in dat, teneinde het ongestoord functioneren van radar- en communicatieapparatuur op de vliegbasis te waarborgen, er rond deze vliegbasis een cirkel met een straal van 15 nautische mijl (=27,8 km) geldt, gemeten vanaf de positie van de radar. Binnen dit radarverstoringsgebied dient voor ieder obstakel, hoger dan 65 meter boven N.A.P., te worden berekend of er verstoring van de radar optreedt. De mate van verstoring is afhankelijk van o.a. de hoogte, breedte en opstelling van objecten. Plannen tot het oprichten van hoge bebouwing dienen altijd individueel getoetst te worden door het Ministerie van Defensie (Dienst Vastgoed Defensie, Directie Zuid te Tilburg).