direct naar inhoud van 9.2 Inspraak
Plan: Carolus - De Herven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002018-1501

9.2 Inspraak

Ingevolge de gemeentelijke Inspraakverordening is voor het voorontwerpbestemmingsplan "Carolus - De Herven" een inspraakprocedure gevoerd. Met ingang van 23 november 2009 heeft het voorontwerp gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen, met de mogelijkheid om binnen die periode op het plan te reageren. Daarnaast is op 7 december 2009 een openbare inspraakavond gehouden. Tijdens deze avond is het plan toegelicht en bestond de mogelijkheid om mondeling op het plan te reageren. Het verslag van de inspraakavond is te vinden in van deze toelichting.

Hieronder zijn de ingekomen inspraakreacties samengevat weergegeven en voorzien van commentaar. In paragraaf 9.2.1 wordt ingegaan op de geplande nieuwbouw achter de percelen aan de Eerste Herven naar aanleiding van de inspraakreacties op dit onderdeel. In paragraaf 9.2.2 zijn de ingediende inspraakreacties per reclamant samengevat en voorzien van een beoordeling, waarbij mogelijk is verwezen naar het algemene commentaar op de nieuwbouw achter de Eerste Herven. Dat een inspraakreactie samengevat is weergegeven, betekent niet dat die onderdelen van de reactie die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De inspraakreactie is in zijn geheel beoordeeld.

9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven

Tegen de geplande nieuwbouw (12 woningen) achter de percelen van de Eerste Herven is door meerdere insprekers bezwaar gemaakt. Men is van mening dat er ter plekke te veel woningen worden gebouwd en dat de afstand van de nieuw te bouwen woningen tot aan de perceelsgrens veel te klein is. Daarbij is er ook onterecht geen rekening gehouden met het feit dat de percelen van de bestaande woningen aan de Eerste Herven zeer ondiep zijn, waardoor de afstand van de achtergevels van de bestaande woningen tot de perceelsgrens uiterst gering is (bij de Eerste Herven 3, 5 en 7 bedraagt deze afstand respectievelijk 5, 3 en 7 meter). Dit geeft een inbreuk op de privacy, het woongenot en het open karakter en groene structuur van dit gebied. Het argument dat de gekozen overgang van de bestaande woningen naar de nieuwe woningen heel gangbaar en ruimtelijk aanvaardbaar is, geldt niet voor een reeds 30 jaar bestaande woonomgeving.
Verder vindt men het stedenbouwkundig argument dat de geplande woningen ervoor dienen te zorgen dat de noord-zuid verbinding als ruggengraat van het plan kan fungeren, buitenproportioneel zwaar aangezet. Het gaat immers om een weg die slechts doodloopt tegen de bestaande Hervensedijk en slechts door een klein deel van de nieuwe bewoners zal worden gebruikt. Dit belang kan niet zwaarder wegen dan de belangen van de woningeigenaren langs de Eerste Herven.

De herontwikkeling van het plangebied is het gebaseerd op het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Zo is op de eerste plaats rekening gehouden met de Ruimtelijke Structuurvisie (2003), waarin wordt gestreefd naar stedelijke verdichting en intensivering van het ruimtegebruik. Het plangebied ligt in de stedelijk hoofdstructuur, in de directe nabijheid van treinstation Oost. Het gebied rondom station Oost wordt samen met sportpark De Vliert (stadion en Sportiom)/Aartshertogenlaan en de vrijkomende terreinen van het Carolusziekenhuis en verpleeghuis De Herven gezien als een kleine stedelijke knoop. Bij herontwikkeling van dit gebied wordt een hoge mate van stedelijkheid nagestreefd.

Verder heeft de gemeenteraad de nota Wonen 2007 vastgesteld. In deze nota is aangetoond dat er in 's-Hertogenbosch een grote vraag is naar huur- en koopwoningen, wat leidt tot een grote druk op de woningmarkt. Dit betekent dat in de periode 2008 tot 2020 in 's-Hertogenbosch zo'n 6.400 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd moeten worden. Als opgave voor het woonbeleid in 's-Hertogenbosch staan vier speerpunten centraal, namelijk de woningproductie (voldoende en gevarieerd bouwen), de doorstroming (terugdringen van de wachttijden en verbeteren van de slaagkansen), bestaande wijken (woningen en wijken verbeteren) en doelgroepen (de juiste woning voor iedereen). Om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar woningen, wil de gemeente 's-Hertogenbosch continuïteit in de woningproductie voor de komende jaren, waarbij tot 2015 wordt uitgegaan van gemiddeld 1.000 nieuwe woningen per jaar. Om deze woningen te kunnen bouwen is het noodzakelijk dat er voldoende plancapaciteit, dus woningbouwlocaties, voorhanden zijn. De locatie Carolus-De Herven wordt voor de middellange termijn (tot 2015) gezien als woningbouwlocatie.

Op 24 januari 2006 heeft de gemeenteraad, als uitwerking van de Ruimtelijke Structuurvisie, ruimtelijke uitgangspunten opgesteld voor de Bruistensingel en omgeving. Per deelgebied (Stationsknoop, Sportpark de Vliert / Aartshertogenlaan en locatie Carolus - De Herven) zijn randvoorwaarden geformuleerd. Voor de herontwikkeling van de locatie Carolus - De Herven betekent dit onder meer dat op deze locatie woningen in een parkachtige omgeving worden gerealiseerd. De bouwhoogte van deze woningen loopt op van 3 bouwlagen (grondgebonden woningen) bij de bestaande woonbuurt De Herven tot 8 bouwlagen (appartementen) op de hoek Bruistensingel / Hervensebaan. De korrelgrootte en stedelijkheid van de bebouwing neemt verder toe naar mate je dichter bij het stationsknooppunt komt.
Feitelijk bestaat het plangebied uit twee deellocaties (=plandelen), het terrein van het Carolusziekenhuis (zuidelijk deel) en het terrein van verpleeghuis De Herven (noordelijk deel), die bij twee verschillende ontwikkelende partijen in handen zijn. Vanuit ruimtelijke optiek is het van belang dat de herinvulling van beide locaties op elkaar aansluit, zodat één stedenbouwkundig plan ontstaat. Dit is door de gemeenteraad ook als uitgangspunt vastgelegd.
Naast deze aansluiting tussen beide deellocaties heeft de gemeenteraad ook uitdrukkelijk aangegeven dat een goede ruimtelijke aansluiting op de belendende woonbuurt gerealiseerd dient te worden.

Conform bovengenoemde ruimtelijke uitgangspunten is met de ontwikkelende partijen voor beide deellocaties afgesproken dat er voor het hele plangebied één stedenbouwkundig plan zou worden opgesteld om de ruimtelijke samenhang tussen beide locaties onderling te waarborgen. In het stedenbouwkundig plan is een noord-zuidverbinding opgenomen, die de Hervensebaan (de entree van het nieuwe woongebied) en de dijk De Herven ruimtelijk met elkaar verbindt en als hoofdontsluiting van het totale woongebied fungeert. Deze verbinding vormt een groene ruggegraat in het nieuwe woongebied en zorgt er tevens voor dat het noordelijk en zuidelijk deel ruimtelijk en functioneel een eenheid vormen. Deze eenheid wordt verder versterkt door aan de oostzijde van deze noord-zuidverbinding woningbouw te realiseren, die een overgang vormt tussen enerzijds de appartementengebouwen en anderzijds de (bestaande) grondgebonden woningen. Qua bouwrichting, kapvorm en materialisatie zullen de nieuwe woningen in het zuidelijk deel en in het noordelijk deel aan de verbindingsas op elkaar worden afgestemd. Dat deze verbinding doodloopt tegen de dijk en slechts door de nieuwe bewoners aldaar zal worden gebruikt, doet niets af aan de stedenbouwkundige samenhang die hiermee tussen beide deelgebieden wordt gecreëerd.

Ten behoeve van de ruimtelijke samenhang tussen beide deelgebieden en ter voorkoming dat achtertuinen direct grenzen aan het openbare gebied, is het derhalve wenselijk dat achter de bestaande woningen aan de Eerste Herven, aan de oostzijde van de noord-zuidverbinding, woningbouw plaatsvindt. Het aanleggen van een groenzone tussen de achtertuinen van de nieuwe en bestaande woningen ter bevordering van de privacy van bestaande bewoners, wordt qua onderhoud, beheer en veiligheid niet wenselijk geacht. Hetzelfde geldt voor de aanleg van een watergang ter plekke. Een bijkomend bezwaar daarbij is dat de aanleg van een waterloop hier dood zou lopen, waardoor de doorstroming van het water, die in stadsdeel Noord al niet goed is, verder wordt belemmerd. Daarmee kan een goede waterkwaliteit niet gegarandeerd kan worden.

Bij de planvorming voor de nieuwbouw achter de Eerste Herven is gezocht naar een zorgvuldige ruimtelijke inpassing in en aansluiting op de bestaande woonomgeving. Het waarborgen van een voldoende woonklimaat voor de bestaande woonomgeving is daarbij als uitgangspunt gehanteerd. Gekeken is naar:

  • het aantal ter plekke te realiseren woningen;
  • de afstand van de hoofdmassa van de nieuwe woningen tot de perceelsgrens (rekening houdende met de afstand van de hoofdmassa van de bestaande woningen tot de perceelsgrens);
  • de hoogte van de nieuwbouw;
  • de woningtypologie.


Ten tijde van de planvorming is een zogenaamde klankbordgroep in het leven geroepen, waarin wijkvereniging De Herven en ondernemersvereniging De Herven zijn vertegenwoordigd. De klankbordgroep is in een aantal bijeenkomsten geconsulteerd over conceptvoorstellen en naar aanleiding van ingebrachte standpunten is steeds bekeken of wijzigingen/verbeteringen in de stedenbouwkundige opzet wenselijk waren en konden worden doorgevoerd. In deze klankbordgroep is o.a. ook gesproken over de bebouwing achter de Eerste Herven. Daarnaast is er ook nog een bijeenkomst geweest met bewoners van de Eerste Herven over de geplande nieuwbouw achter hun percelen. Naar aanleiding van hetgeen in deze bijeenkomsten naar voren is gebracht, zijn er op planonderdelen in de voorfase al diverse wijzigingen doorgevoerd, die zijn opgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan:

  • het aantal woningen is verlaagd van 18 woningen (3 blokken van 6 woningen) tot 12 woningen (3 blokken van 4 woningen);
  • de afstand van de nieuwe woningen tot de achterliggende perceelsgrens is vergroot;
  • de hoogte van de nieuwe woningen aan de achterzijde is beperkt tot twee bouwlagen met kap;
  • de woningtypologie is gewijzigd van rijwoningen in tweekappers / geschakelde woningen om de nieuwe woningen qua verschijningsvorm minder massaal te laten zijn en te zorgen voor meer openheid;
  • de nieuwe woningen krijgen geen dakterras.


Naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties is opnieuw bekeken of nog verbeteringen zijn door te voeren in de voorgestelde stedenbouwkundige invulling op deze locatie. Daarbij spelen enerzijds de belangen van bestaande bewoners aan de Eerste Herven een rol en anderzijds de vaststelling van het Bomenbeleidsplan door de gemeenteraad in januari 2010.
Hoewel de start van de planvorming voor dit project reeds ruimschoots ligt voor de vaststelling van het Bomenbeleidsplan en het Bomenbeleidsplan pas op 1 september 2010 in werking treedt, is de in het kader van dit project opgestelde Bomennotitie geactualiseerd, zodat zo mogelijk nog kan worden geanticipeerd op het nieuwe beleid. In het Bomenbeleidsplan is onderscheid gemaakt naar verschillende boomcategorieën: monumentale bomen (meest bijzondere bomen van de stad), boomstructuren (structurerend waardevol groen op stadsniveau) en sfeerbomen (overige bomen). Voor monumentale bomen en boomstructuren staat het behoud ervan voorop. Voor sfeerbomen is het beschermingsniveau minder streng.
In de Bomenbeleidsnota zelf zijn de in de stad aanwezige boomstructuren aangegeven. Daaruit blijkt dat een dergelijke structuur in het plangebied niet voorkomt. Alle monumentale bomen in de stad zullen worden opgenomen in een lijst. Aangezien deze lijst nog niet beschikbaar is, heeft vooruitlopend hierop een (aanvullende) inventarisatie plaatsgevonden om te beoordelen of in het plangebied monumentale bomen aanwezig zijn. Daaruit is gebleken dat drie van de zes in het plangebied aanwezige monumentale bomen rondom de geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven staan. Aangezien voor monumentale bomen het behoud ervan voorop staat, zijn deze bomen ingepast in het plan. Bij de inpassing van bovengenoemde bomen is tegelijkertijd gekeken of het mogelijk is om de afstanden van de hoofdmassa van de geplande nieuwbouw tot aan de achterliggende perceelsgrens, conform de wens van omwonenden, zo groot mogelijk te maken.
Dit heeft tot gevolg dat ter plekke de bouwvlakken wat zijn verplaatst en de totale omvang ervan is verkleind. Vanaf de waterloop bezien, is eerst een bouwvlak opgenomen voor 3 (geschakelde) woningen. Daarna is enige ruimte opengelaten voor twee monumentale essen, gevolgd door een bouwvlak voor 5 (geschakelde) woningen. Vervolgens is weer enige ruimte opgenomen ten behoeve van één monumentale es en tenslotte weer een bouwvlak voor 3 (geschakelde) woningen.

Deze invulling betekent derhalve dat ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan het aantal te realiseren woningen is verminderd naar 11.

In de huidige planopzet is ervoor gekozen om de afstand tussen de hoofdmassa van de nieuwe woningen en de erfgrens met de bestaande woningen aan de Eerste Herven minimaal 12 meter te laten zijn. Door de hoekverdraaiing in de verkaveling van de nieuwe en de bestaande woningen bedraagt de gemiddelde afstand van de 11 nieuwe woningen tot de achtergelegen perceelsgrens echter veel meer dan 12 meter (circa 16,5 meter).
Het standpunt van insprekers dat onvoldoende rekening is gehouden met het feit dat de percelen van de bestaande woningen aan de Eerste Herven zeer ondiep zijn, waardoor de afstand van de achtergevels van de bestaande woningen tot de perceelsgrens uiterst gering is (bij de Eerste Herven 3, 5 en 7 bedraagt deze afstand volgens insprekers respectievelijk 5, 3 en 7 meter), is onjuist. De afstanden waar men hier op doelt, betreffen voornamelijk afstanden van aan- of bijgebouwen bij de woning tot aan de perceelsgrens. Het betreft zogenaamde erfbebouwing, die ondergeschikt is aan de hoofdbebouwing. Erfbebouwing is onder bepaalde voorwaarden, waaronder bv. een maximale goot- en bouwhoogte, bij elke woning in 's-Hertogenbosch toegestaan. Daarbij is het toegestaan dat er zelfs op de perceelsgrens wordt gebouwd. In de ruimtelijke afweging wordt deze erfbebouwing daarom van ondergeschikte betekenis geacht.
Voor wat betreft de hoogte was in het voorontwerpbestemmingsplan uitsluitend een maximale bouwhoogte opgenomen van 12 meter aan de voorzijde en een maximale bouwhoogte van 7 meter aan de achterzijde. Er was geen maximale goothoogte opgenomen, aangezien het in beginsel de bedoeling was om hier woningen zonder kap te realiseren. Hierdoor zou een woning aan de voorzijde uit 4 bouwlagen (plat afgedekt) kunnen bestaan. Aangezien dit niet strookt met de uitgangspunten zoals vastgesteld door de gemeenteraad, is hiervoor in het bestemmingsplan een wijziging doorgevoerd. Voorzover er sprake zal zijn van een woning zonder kap mag de bouwhoogte aan de voorzijde maximaal 10 meter en aan de achterzijde maximaal 7 meter bedragen. Indien de woning wordt voorzien van een kap mag de goothoogte maximaal 7 meter en de bouwhoogte maximaal 12 meter bedragen. Een bouwhoogte van de kap tot 12 meter is, gelet op de afstanden tot de bestaande woningen en het feit dat een kap een andere ruimtelijke uitstraling heeft, ruimtelijk acceptabel.
Tot slot is in het bestemmingsplan uitdrukkelijk opgenomen dat bij de nieuw te realiseren woningen achter de Eerste Herven, zowel op de hoofdgebouwen als op de bijgebouwen, geen dakterrassen zijn toegestaan. In het voorontwerpbestemmingsplan was dit nog onvoldoende vertaald in de verbeelding en in de regels.


De hier gekozen ruimtelijke invulling, waarbij grondgebonden woningen worden gebouwd, die met de tuinen grenzen aan de tuinen van de bestaande woningen, is een gangbare invulling in een binnenstedelijke woonwijk. Hoewel deze nieuwbouw van invloed is op de woonomgeving van de bewoners van de Eerste Herven, wordt deze invloed, gelet op de invulling met grondgebonden woningen en de reeds doorgevoerde wijzigingen in het plan, echter beperkt geacht. Aan de belangen die bij realisering van de plannen worden gediend (o.a. het streven naar verdichting en intensivering van het ruimtegebruik, vergroten van de woningvoorraad, vergroten van woningdifferentiatie in wijken, de inpasbaarheid van bebouwing in de omgeving) wordt dan ook een zwaarder gewicht toegekend dan aan belangen van omwonenden.

9.2.2 Inspraakreacties


Reactie a, b, c: ingekomen inspraakreacties
Commentaar: gemeentelijk commentaar


Schriftelijke inspraakreacties:

1. De heer J.H. Willems, Eerste Herven 3 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Inspreker vindt dat de hoeveelheid woningen direct achter zijn perceel een te grote inbreuk maakt op zijn privacy en op het open karakter en de groene structuur van dit stukje Herven. Het zal heel wat woongenot wegnemen. Verder vindt hij de afstand van de nieuw te bouwen woningen tot aan de perceelsgrens veel te klein, waardoor van de rust en vrijheid in de tuin niet veel overblijft.
De 12 woningen vormen een lintbebouwing. Het een beetje laten verspringen van de woningen neemt dat niet weg.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.

Reactie b:
De funderingen zorgen ervoor dat er een aaneengesloten barrière ontstaat, waardoor er zeer veel wateroverlast zal ontstaan voor de woningen aan de Eerste Herven. Het water zal immers via de tuinen van deze woningen richting de Eerste Herven lopen. Inspreker is van mening dat daardoor zijn tuin moerassig zal worden en dat er water onder zijn woning zal komen.
Zo'n 15 jaar geleden is de greppel/sloot tussen de tuinen en het terrein van de Herven gedempt in verband met slecht onderhoud. In overleg met de directie van het verpleegtehuis is toen besloten om een drainagebuis in te graven en gedeelte van het terrein van de Herven bij de tuinen van de woningen aan de Eerste Herven te betrekken. Door de nieuwbouw zal dit nu veranderen.
Commentaar:
Voor het totale plangebied heeft de toekomstige ontwikkeling niet of nauwelijks een toename in verhard oppervlak tot gevolg. Ook wordt in voldoende mate voorzien in oppervlaktewater om het afstromende hemelwater in te bergen. Daarmee kan worden voldaan aan het waterbeleid dat aangeeft dat vuil water en hemelwater gescheiden moeten worden gehouden en dat het hemelwater binnen het plangebied moet worden geborgen.
Achter de bestaande woningen aan de Eerste Herven worden nieuwe woningen gebouwd. Ter plekke zal de verharding daardoor enigszins toenemen. Om in de tuinen van omwonenden wateroverlast te voorkomen, is in het verleden een greppel/sloot op de perceelsgrens aangelegd tussen de tuinen van de woningen aan de Eerste Herven en het terrein van verpleeghuis De Herven. Later is deze greppel/sloot vervangen door een drainagebuis op de perceelsgrens.
In de nieuwe situatie zal deze drainagebuis behouden blijven of zal door de ontwikkelaar een vervangende voorziening worden getroffen om wateroverlast te voorkomen, indien deze drainagebuis niet te handhaven is vanwege bijvoorbeeld een nieuw te plaatsen erfafscheiding.

Reactie c:
Inspreker is van mening dat door het plan zijn pand fors in waarde zal dalen.
Commentaar:
Indien inspreker van mening is dat de waarde van zijn pand als gevolg van het bestemmingsplan zal dalen, staat het hem vrij bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek om een tegemoetkoming in planschade in te dienen, als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening.

Reactie d:
Door inspreker worden een aantal alternatieven aangedragen. Een eerste alternatief is dat er minder woningen worden gebouwd en die echt in groepjes staan. Hij denkt daarbij aan 6 woningen (2x3).
Een andere optie is het weer aanleggen van een greppel tussen de percelen aan de Eerste Herven en het terrein van verpleegtehuis De Herven. Zo wordt de afstand tot de nieuwbouw groter en wordt gezorgd voor een betere afwatering. Een laatste optie betreft de bouw van een 3 meter diepe betonnen wand met daarop een voldoende hoge afscheidingsmuur.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.

2. Wijkvereniging De Herven, p.a. Vierde Herven 40 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Inspreker maakt bezwaar tegen de flexibiliteit van de verdeelsleutel voor het woningbouwprogramma en de woningdifferentiatie, waardoor het percentage voor sociale woningbouw en/of middeldure woningen onbeperkt kan worden begrensd ten koste van dure woningen. Inspreker is voorstander van vaste percentages (25% sociaal, 25% middelduur en 50% duur), zodat de beoogde kwaliteit van het woningbouwprogramma beter wordt gewaarborgd en beter aansluit op de kwaliteit van woonwijk de Herven.
Commentaar:
Het definitieve woningbouwprogramma zoals dat nu voorligt voor de locatie Carolus - De Herven en waarover met ontwikkelaars afspraken zijn gemaakt, zijn gebaseerd op de besluitvorming daarover door de gemeenteraad. Dit betekent minimaal 25% sociale sector (huur en koop), minimaal 25% middeldure koop en maximaal 50% dure koop. Er is geen reden aan te nemen dat een dergelijke verdeling aanleiding zal geven om het aandeel dure woningen in het plan drastisch te verlagen. In het bestemmingsplan is o.a. in het oostelijk deel van het plangebied, grenzend aan de bestaande woonwijk De Herven, ook een groot aandeel grondgebonden woningen (vrijstaand, halfvrijstaand of geschakeld) voorgeschreven. Hierdoor wordt zeker gesteld dat de nieuwbouw grenzend aan de bestaande woonwijk De Herven op een goede wijze aansluit op deze bestaande woningen. Deze nieuw te bouwen woningen zullen zonder meer vallen in de dure prijsklasse, die inspreker wenselijk vindt voor waarborging van een zekere kwaliteit van het gebied.
Daarnaast wordt er op gewezen dat er een beeldkwaliteitplan is opgesteld, dat te zijner tijd als toetsingskader voor de hele nieuwbouw in het plangebied zal gaan gelden om de gewenste beeldkwaliteit te waarborgen.


Reactie b:
Het bomenonderzoek van Pius Floris is pas uitgevoerd nadat het ontwerp voor het stedenbouwkundig plan gereed was. Het onderzoek heeft dus nauwelijks invloed gehad. Hoewel wordt aangegeven dat de bestaande boomopstanden over het algemeen van goede tot redelijke kwaliteit zijn, stelt inspreker vast dat een groot aantal bomen zal worden gerooid en dat er weinig inspanning is gedaan om meer bestaande bomen in te passen. Men verzoekt op dit punt om heroverweging.
Verder wordt verzocht zorgvuldig om te gaan met het te handhaven bomenbestand en nieuwe bomen zo vroeg mogelijk aan te planten.
Commentaar:
Ontwikkelaars hebben voor het opstellen van een stedenbouwkundig plan het bureau MTD Landschapsarchitecten ingeschakeld. MTD heeft voorafgaande aan de ontwerpfase het gebied uitvoerig geïnventariseerd. Daarbij zijn o.a. de bestaande bomen en boomstructuren in het plangebied in beeld gebracht. Deze inventarisatie is als basis gebruikt voor de planopzet, waarbij is gestreefd naar het zoveel mogelijk intact laten van de groene allure van het gebied en behoud van bestaande bomen. In de bijeenkomst van de klankbordgroep op 30 oktober 2007, waarin ook de wijkvereniging zitting heeft, is MTD ingegaan op de uitgevoerde inventarisatie van het gebied en is de mede daaruit voortvloeiende planopzet gepresenteerd.
In de bijeenkomst van de klankbordgroep op 1 juli 2008 heeft MTD de gevolgen van de planopzet voor de aanwezige boomopstanden globaal in beeld gebracht. In grote lijnen is aangegeven welke bomen niet en welke bomen wel gehandhaafd kunnen worden en hoe de nieuwe groenstructuur er na de aanplant van nieuwe bomen/struiken uit zou komen te zien. Tijdens deze bijeenkomst is, met name naar aanleiding van opmerkingen over het wel of niet kunnen behouden van de bestaande bomen op en aan het talud langs de waterloop, afgesproken om nader onderzoek te doen naar de kwaliteit van deze bomen.
Vervolgens heeft Pius Floris in september 2008 onderzoek gedaan naar de conditie/kwaliteit van de op basis van de planopzet niet te handhaven bomen en naar de gevolgen van het afgraven van het talud langs de waterloop voor de bomen/beplanting op en aan dit talud. Doel was om te toetsen of de eerdere inventarisatie van MTD tot andere inzichten en/of planaanpassing zou kunnen leiden. Dit onderzoek is meegenomen in de door MTD opgestelde Bomennotitie.
Uit het bovenstaande blijkt derhalve dat de aanwezige groene waarden, op basis van de inventarisatie van MTD en het daarop volgende onderzoek van Pius Floris, wel degelijk uitgangspunt zijn geweest voor planontwikkeling.

Begin 2010 heeft de gemeenteraad het Bomenbeleidsplan vastgesteld. Hoewel de start van de planvorming voor dit project reeds ruimschoots ligt voor de vaststelling van het Bomenbeleidsplan en het Bomenbeleidsplan pas op 1 september 2010 in werking treedt, is de opgestelde Bomennotitie, mede naar aanleiding van ingekomen inspraakreacties op dit onderdeel, geactualiseerd, zodat zo mogelijk nog kan worden geanticipeerd op het nieuwe beleid. Daarbij is ook Pius Floris opdracht gegeven de bomeninventarisatie uit te breiden en alle bomen in het plangebied in beeld te brengen.

In het Bomenbeleidsplan wordt onderscheid gemaakt naar verschillende boomcategorieën: monumentale bomen (meest bijzondere bomen van de stad), boomstructuren (structurerend waardevol groen op stadsniveau) en sfeerbomen (overige bomen). Voor monumentale bomen en boomstructuren staat het behoud ervan voorop. Voor sfeerbomen is het beschermingsniveau minder streng.
In de Bomenbeleidsplan zelf zijn de in de stad aanwezige boomstructuren aangegeven. Daaruit blijkt dat een dergelijke structuur in het plangebied niet voorkomt. Voor de monumentale bomen zal een gemeentebrede inventarisatie worden uitgevoerd. Alle monumentale bomen in de stad zullen vervolgens worden opgenomen op een lijst van monumentale bomen. Aangezien deze lijst nog niet beschikbaar is, heeft vooruitlopend hierop een (aanvullende) inventarisatie plaatsgevonden om te beoordelen of in het plangebied monumentale bomen aanwezig zijn. Daaruit is gebleken dat in het plangebied 6 bomen als monumentaal kunnen worden aangemerkt. Om deze monumentale bomen allemaal te kunnen behouden, is het plan op onderdelen aangepast. Zo zijn de bouwvlakken voor de geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven wat verschoven en is de totale omvang ervan wat verkleind. Vanaf de waterloop bezien, is eerst een bouwvlak opgenomen voor 3 (geschakelde) woningen. Daarna is enige ruimte opengelaten voor twee monumentale essen, gevolgd door een bouwvlak voor 5 (geschakelde) woningen. Vervolgens is weer enige ruimte opgenomen ten behoeve van één monumentale es en tenslotte weer een bouwvlak voor 3 (geschakelde) woningen. Dit betekent dat het aantal woningen hier is verlaagd van 12 naar 11.
Verder is het meest zuidelijke bouwvlak in het noordelijk plandeel (ten noorden van de waterloop) iets in westelijke richting verschoven om de daar aanwezige monumentale plataan te kunnen handhaven.
Ook in het zuidelijk deel van het plangebied is in het plan een wijziging doorgevoerd voor het behoud van de groenstructuur. Voor het gebied grenzend aan het Hervenpad zijn de bouwgrenzen 3 meter in westelijke richting opgeschoven en ten noorden van het klooster is ook de bestemming 'groen' 3 meter vergroot. Hierdoor blijft er ter plekke voldoende maat aanwezig voor behoud van een goede groenstructuur.

Tot slot geeft de Bomennotitie globaal inzicht in de toekomstige groenstructuur van het plangebied. De ambitie is daarbij met name gericht op het realiseren van een duurzame groenstructuur. Op dit moment staan er in het gebied veel populieren en wilgen. Deze bomen hebben een gemiddelde omlooptijd van 50 jaar, waarvan er reeds 35 verstreken zijn. Verder is in het gebied het groenonderhoud- en beheer zeer matig geweest. Dit betekent dat de huidige groenstructuur op meerdere plekken voldoende duurzaamheid en kwaliteit ontbeert. Nu het gebied een volledig andere invulling krijgt, is dit het moment om de niet duurzame bomen en beplantingen te vervangen door nieuw en meer duurzaam groen. Dit zal uiteindelijk ook de kwaliteit van de groenstructuur (op de lange termijn) ten goede komen.
Hoewel in het plan wordt getracht zoveel mogelijk bomen te behouden, is voor transformatie naar een woongebied de kap van bomen onoverkomelijk. Waar mogelijk zullen bestaande bomen verplant worden. Daarbij speelt een rol dat bomen technisch verplantbaar moeten zijn en dat de waarde van de bomen opweegt tegen de verplantkosten. Daarbij kan een rol spelen dat het vanuit efficiency wenselijk is de bomen in de fase van het bouwrijp maken direct op de definitieve plek te kunnen planten. De te kappen bomen zullen per saldo volledig worden gecompenseerd door de aanplant van nieuwe bomen. In de Bomennotitie wordt per deelgebied een globaal eindbeeld voor het groen weergegeven. Voor het gebied grenzend aan de waterloop is, vanwege het feit dat de tuinen van de woningen aan de Tweede Hervendreef grenzen aan deze waterloop en er over de wijze van inrichten veel vragen gesteld zijn, het toekomstbeeld wat verder uitgewerkt. Het in de Bomennotitie aangegeven globale eindbeeld vormt de basis voor de later op te stellen inrichtingsplannen.

Uit het bovenstaande blijkt dat in de planvorming reeds vanaf het begin rekening is gehouden met de aanwezige groenstructuur en bomen en dat de nodige inspanningen zijn en worden gepleegd om het plangebied een groene uitstraling te laten behouden.


Reactie c:
Inspreker is van mening dat er binnen de bestemming 'groen' te weinig ruimte is voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen voor de wat grotere kinderen.
Commentaar:
Als gevolg van dit project zal het woongebied De Herven worden vergroot. In het kader van de inrichting van het openbaar gebied zal worden bekeken of en voor welke leeftijdscategorieën speelvoorzieningen gerealiseerd dienen te worden om een evenredige verdeling van speelplekken over de stad te behouden.
Het toekomstig openbaar gebied in het plangebied is op de verbeelding van het bestemmingsplan bestemd tot 'groen', 'verkeer' en 'water'. Het is niet noodzakelijk dat te realiseren speelvoorzieningen binnen de bestemming 'groen' liggen. Afhankelijk van de uiteindelijke inrichting, o.a. de exacte situering en afmetingen van wegen, is het ook mogelijk dat binnen de bestemming 'verkeer' speelvoorzieningen worden gerealiseerd.
Reactie d:
In de bestemmingbeschrijving van de bestemming 'groen' is opgenomen dat het mogelijk is een verbindingsweg voor hulpdiensten aan te leggen. Deze bepaling is bedoeld voor een verbinding naar de Bruistensingel. Inspreker vreest dat deze bepaling ook kan worden aangewend voor het Hervenpad, waardoor dit pad ook door ander gemotoriseerd verkeer gebruikt kan worden. Verzocht wordt om dit in het bestemmingsplan onmogelijk te maken. Overigens is inspreker van mening dat de bestemmingsplanbepaling over hulpdiensten overbodig is.
Commentaar:
De opmerking van inspreker dat de bepaling in de regels van het bestemmingsplan over een verbindingsweg voor hulpdiensten overbodig is, wordt gedeeld. Deze bepaling zal uit artikel 3.1 worden verwijderd.
Daarnaast wordt opgemerkt dat het niet de bedoeling is dat het Hervenpad in de toekomst zal worden gebruikt om een verbinding te maken met het plangebied voor gemotoriseerd verkeer. Er zullen vanuit het Hervenpad uitsluitend langzaamverkeersverbindingen (voetgangers en fietsers) worden gemaakt naar het plangebied. Om deze reden zal ook het meest zuidelijk gelegen deel van het huidige fietspad Hervenpad worden opgenomen in het bestemmingsplan. Dit gedeelte zal eveneens de bestemming 'groen' krijgen.


Reactie e:
Inspreker is van mening dat er maar één aansluiting op het Hervenpad moet komen voor fietsers en voetgangers in plaats van de drie aansluitingen die nu zijn gepland. Dit komt de veiligheid ten goede en spaart groen.
Commentaar:
Het is wenselijk dat de nieuwe woonwijk voor het langzaamverkeer (voet- en fietsverkeer) wordt aangesloten op het Hervenpad, zodat de bestaande woonwijk en de nieuwe woonwijk met elkaar worden verbonden. De keuze of dit met één, twee of drie aansluitingen dient te gebeuren, zal plaatsvinden via het inrichtingsplan. In dit plan zal tevens verder worden uitgewerkt waar en op welke wijze deze langzaamverkeersverbindingen worden aangelegd. Dergelijke fiets-voetpadverbindingen kunnen zonder grote problemen in het bestaande groen worden ingepast.


Reactie f:
Inspreker verzoekt het meest zuidelijke deel van het huidige fietspad Hervenpad (circa 5 meter) in het bestemmingsplan op te nemen met een groenbestemming, zodat daarop geen weg voor gemotoriseerd verkeer kan worden aangelegd.
Commentaar:
Conform de reactie zal ook het meest zuidelijk gelegen deel van het huidige fietspad Hervenpad worden opgenomen in het bestemmingsplan en zal aan dit gedeelte de bestemming 'groen' worden toegekend.


Reactie g:
Inspreker stemt niet in met de geplande bouw van stadswoningen achter de bestaande woningen van de Eerste Herven om de volgende redenen:

  • De nieuwe woningen staan op te kleine afstand van de bestaande woningen, waardoor de privacy van de huidige bewoners wordt aangetast en de economische waarde van hun woningen zal dalen. Er is geen rekening gehouden met de afstand van de nieuwe woningen tot de achtergevels van de bestaande woningen, terwijl dit volgens inspreker een relevant criterium is. De percelen van de bestaande woningen aan de Eerste Herven zijn immers zeer ondiep, waardoor de afstand van de achtergevels tot de perceelsgrens van bestaande woningen uiterst gering is (bij twee woningen respectievelijk slechts 3 en 5 meter). In de huidige situatie is dit gegeven geen probleem, aangezien het verpleegtehuis en ziekenhuis op grotere afstand staan en deze zelf grote tuinen hebben. De privacy van bestaande bewoners is daarmee gegarandeerd. Wijzigingen in het plan hebben dit probleem onvoldoende weggenomen.
  • Het stedenbouwkundig argument dat de geplande woningen ervoor dienen te zorgen dat de noord-zuid verbinding als ruggengraat van het plan kan fungeren, wordt buitenproportioneel zwaar aangezet. Het gaat immers om een weg die slechts doodloopt tegen de bestaande Hervensedijk en slechts door een klein deel van de nieuwe bewoners zal worden gebruikt. Dit belang kan niet zwaarder wegen dan de belangen van de woningeigenaren langs de Eerste Herven.
  • Het eerder gebruikte argument dat de aldus gerealiseerde overgang van de bestaande woningen naar de nieuwe woningen heel gangbaar en ruimtelijk aanvaardbaar is, zal volgens inspreker wellicht gelden voor een geheel nieuwe situatie, maar niet voor een reeds 30 jaar bestaande woonomgeving.

Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.

Voor wat betreft de opmerking dat de economische waarde van de bestaande woningen aan de Eerste Herven zal dalen, wordt opgemerkt dat het de eigenaren van de betreffende woningen vrij staat bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek om een tegemoetkoming in planschade in te dienen, als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening.


Reactie h:
Inspreker is van mening dat in het voorontwerpbestemmingsplan (verbeelding en regels) voor de geplande woningen achter de Eerste Herven op een aantal punten wordt afgeweken van de in de klankbordgroep gemaakte afspraken.

  • Op de kaart is een bouwhoogte aangegeven van 12 meter en geen goothoogte. Dat maakt woningen mogelijk met 4 bouwlagen zonder kap. De bouwhoogte zal, met inbegrip van de ontheffingsbepalingen, moeten worden beperkt tot twee bouwlagen met een kap (bouwhoogte 10 meter en goothoogte 7 meter) met aan de oostzijde een beperking van de bouwhoogte tot 7 meter.
  • Op basis van de erfbebouwingsregeling kunnen de open ruimten tussen de bouwblokken worden volgebouwd. Ook achter de woningen kan worden bijgebouwd. Met toepassing van een kap mag de hoogte zelfs 4,5 meter bedragen (met een ontheffing zelfs 5,5 meter). Buiten de op de plankaart opgenomen aangegeven bouwvlakken mag geen erfbebouwing worden opgericht. De bepaling onder 6.2.1 onder a dient ook te gelden voor de woningen achter de Eerste Herven.
  • Dakterrassen zijn op het hoofdgebouw en op bijgebouwen via een ontheffing toegestaan. In de regels dient dit onmogelijk te worden gemaakt.

Commentaar:
In de klankbordgroep zijn over de nieuwbouwwoningen achter de Eerste Herven inderdaad een aantal afspraken gemaakt over het te realiseren bouwvolume. Hieronder zal op de door inspreker genoemde punten worden ingegaan.

  • In het bestemmingsplan was voor de betreffende woningen uitsluitend een maximale bouwhoogte opgenomen, aangezien het in beginsel de bedoeling was dat hier platafgedekte woningen zouden worden gerealiseerd. De opgenomen maximale bouwhoogte van 12 meter strookt echter niet met de uitgangspunten die door de gemeenteraad zijn vastgesteld, aangezien daardoor de woning aan de voorzijde uit 4 bouwlagen zou kunnen bestaan. Om deze reden is in het bestemmingsplan een wijziging doorgevoerd. Voorzover er sprake zal zijn van een woning zonder kap mag de bouwhoogte aan de voorzijde maximaal 10 meter en aan de achterzijde maximaal 7 meter bedragen. Indien de woning wordt voorzien van een kap mag de goothoogte maximaal 7 meter en de bouwhoogte maximaal 12 meter bedragen. Een bouwhoogte van de kap tot 12 meter is, gelet op de afstanden tot de bestaande woningen en het feit dat een kap een andere ruimtelijke uitstraling heeft, ruimtelijk acceptabel. Bovendien sluit dit aan bij de afspraak die in de klankbordgroep is gemaakt, dat aan de achterzijde de hoofdbebouwing maximaal 2 bouwlagen met een kap mag bedragen.
  • In het bestemmingsplan is een min of meer standaard erfbebouwingsregeling opgenomen, die in alle bestemmingsplannen in de gemeente wordt opgenomen. Doel daarvan is om aan- en bijgebouwen bij woningen mogelijk te maken, aangezien daaraan in de praktijk veel behoefte bestaat. Deze erfbebouwing kenmerkt zich doordat deze ondergeschikt is aan de hoofdbebouwing. Dat wil zeggen dat de goot- en bouwhoogte beperkt zijn tot maximaal 3 respectievelijk 4,5 meter. Ook is een beperking opgenomen voor de maximaal toegestane bouwoppervlakte. Hierdoor is de ruimtelijke impact van erfbebouwing op de omgeving beperkt.
    Ook voor de omliggende bestaande woningen bestaan mogelijkheden om op eigen erf erfbebouwing te realiseren. Het ontnemen van deze mogelijkheid aan de bewoners van de nieuwe woningen zou leiden tot rechtsongelijkheid, hetgeen niet wenselijk is.
    Voor wat betreft het bezwaar dat via een ontheffing de bouwhoogte van erfbebouwing zelfs 5,5 meter mag worden, wordt opgemerkt dat dit geen direct bouwrecht is. Het blijft een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders om een dergelijke ontheffing te verlenen. Daarbij moet ook voldaan worden aan de aan de ontheffing gekoppelde voorwaarden.
    Gelet op het bovenstaande zal de erfbebouwingsregeling in het bestemmingsplan opgenomen blijven. Bovendien is in de klankbordgroep ook niet afgesproken dat bij de nieuwe woningen geen erfbebouwing gerealiseerd zou mogen worden.
  • De regels zullen zodanig worden aangepast dat bij de woningen achter de Eerste Herven, zowel op de hoofdgebouwen als op de bijgebouwen, geen dakterrassen zijn toegestaan. Artikel 6.2.2 zal worden aangevuld met punt o., waarin is opgenomen dat ter plekke van de aanduiding 'sba-3' geen dakterrassen zijn toegestaan. Daarnaast zal artikel 6.2.4 onder punt e1 zodanig worden aangevuld dat een ontheffing voor een dakterras niet verleend mag worden voor woningen met een aanduiding 'sba-3'.

Reactie i:
Ten zuiden van het zuidelijkste bouwblok achter de Eerste Herven ligt een strook met een verkeersbestemming. Het is inspreker onduidelijk wat het doel ervan is. Indien de gekozen oplossing van de bouwblokken ongewijzigd blijft, waartegen inspreker bezwaren heeft (zie reactie g), kan deze ruimte beter worden benut om de stadswoningen verder uit elkaar te leggen. Ook aan de noordzijde van de stadswoningen tegen de Hervensedijk is daarvoor nog wat ruimte.
Commentaar:
De bestemming van het stuk grond waar inspreker op doelt, heeft in het voorontwerpbestemmingsplan abusievelijk de bestemming 'verkeer' gekregen. In het ontwerpbestemmingsplan zal het gedeelte dat in eigendom is bij de projectontwikkelaar worden toegevoegd aan de bestemming 'wonen'. Het gedeelte in eigendom van de gemeente zal worden toegevoegd aan de bestemming 'groen'.
Voor wat betreft de planvorming voor de nieuwbouwwoningen achter de Eerste Herven wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.


Reactie j:
Op de erfafscheiding aan de achterzijde van de woningen achter de Eerste Herven zal een haag en beplanting op particulier terrein worden aangebracht. Inspreker vraagt zich af hoe een dergelijk voorziening te handhaven is.
Commentaar:
Op enkele afbeeldingen op blz 25 van de toelichting is aangegeven dat op de erfgrens tussen de bestaande woningen aan de Eerste Herven en de nieuwe woningen beplanting zal worden aangelegd. Zoals inspreker terecht constateert is een dergelijke voorziening niet te handhaven. In het stedenbouwkundig plan is om die reden ook afgezien van het opnemen van deze beplanting (zie figuur 6 op blz. 23 van de toelichting). In de afbeeldingen op blz. 25 is deze beplanting abusievelijk blijven staan. In het ontwerpbestemmingsplan zal dit worden aangepast.
Wel is de ontwikkelaar met de bestaande bewoners van de Eerste Herven in gesprek over een te realiseren erfafscheiding. Voordeel voor de bestaande bewoners is dat er dan een collectieve erfafscheiding kan worden gebouwd op de perceelsgrens, zodat zowel de bestaande als de nieuwe bewoners daarover zeggenschap hebben.


Reactie k:
De grondgebonden woningen in het oostelijk deel zullen vrijstaande of twee-onder-één-kapwoningen van maximaal 2 bouwlagen en een kap worden. Volgens de regels en de kaart zal de maximale bouwhoogte, nog afgezien van de algemene ontheffingsregels, 12 meter bedragen. Inspreker vindt dit veel te hoog. Deze hoogte sluit niet aan op de hoogte van de bestaande woningen, die minder dan 10 meter hoog zijn. Aansluiting op de bestaande wijk was een belangrijk uitgangspunt van de gemeenteraad. Een hoogte van 10 meter voor de nieuwe woningen vindt inspreker ruimschoots voldoende. Een hoogte van 12 meter zou het bovendien mogelijk maken in de kap nog twee bouwlagen te realiseren. Verder acht inspreker de uitzonderingsbepaling van artikel 6.2.2 onder k voor wat betreft de genoemde oppervlakte als de hoogte veel te ruim.
Commentaar:
Bij het vaststellen van de ruimtelijke uitgangspunten (24 januari 2006) heeft de gemeenteraad bepaald dat een goede ruimtelijke aansluiting op de belendende woonbuurt gerealiseerd dient te worden. Qua bouwhoogte is in deze ruimtelijke uitgangspunten opgenomen dat deze van 3 bouwlagen bij de bestaande woonbuurt De Herven oploopt tot 8 bouwlagen op de hoek Bruistensingel / Hervensebaan.
In het plan is daarom voor het oostelijk deel van het plangebied gekozen voor grondgebonden woningen. Dit type woning is ook in de bestaande wijk aanwezig. Qua bouwhoogte is gekozen voor 2 bouwlagen met een kap. Gelet op de ruime afstand tot de bestaande woningen aan de Tweede Hervendreef (circa 40 tot 45 meter) is een dergelijke hoogte ruimtelijk aanvaardbaar. Daarbij speelt eveneens een rol dat een kap een andere ruimtelijke uitstraling heeft. In het bestemmingsplan is een maximale goothoogte opgenomen van 7 meter. Dit betekent dat een kap maximaal 5 meter mag bedragen. In een dergelijke kap is het niet mogelijk 2 volwaardige verdiepingen te realiseren. In de punt van de kap kan mogelijk een vliering worden aangebracht. Een dergelijke vliering wordt niet aangemerkt als een afzonderlijke bouwlaag. Bovendien is een vliering voor de ruimtelijke beleving van ondergeschikt belang, zeker nu hier sprake is van grondgebonden woningen die met de voorzijde naar woonbuurt De Herven zijn gericht.
In het bestemmingsplan is een algemene ontheffingsmogelijkheid opgenomen om van de in het plan opgenomen maatvoeringen maximaal 10% af te wijken, indien daarvoor door omstandigheden gegronde redenen bestaan. Deze ontheffingsmogelijkheid is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders en is dus geen direct bouwrecht. Deze algemene ontheffingsbepaling wordt in alle gemeentelijke bestemmingsplannen standaard opgenomen om de nodige flexibiliteit te behouden. De maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 7 en 12 meter voor de woningen in het oostelijk deel van het plangebied blijven dan ook ongewijzigd.
Artikel 6.2.2 onder punt k met de daarin opgenomen oppervlakte- en hoogtemaat is bedoeld voor ondergeschikte bouwonderdelen op de te realiseren appartementengebouwen (gestapelde woningbouw). Een afwijking in hoogte van 4 meter op een oppervlakte van 25m2 kan voor een grondgebonden woning niet ondergeschikt worden genoemd. Dit artikel zal overeenkomstig worden gewijzigd en dus niet van toepassing zijn op grondgebonden woningen. Dat betekent overigens niet dat ondergeschikte bouwonderdelen op grondgebonden woningen, zoals schoorstenen e.d., meegerekend worden voor het bepalen van de maximale bouwhoogte. Vanwege de geringe ruimtelijke impact worden ook bij grondgebonden woningen ondergeschikte bouwonderdelen voor het bepalen van de bouwhoogte uitgesloten. Dit is wettelijk voorgeschreven en als zodanig opgenomen in artikel 2 van het bestemmingsplan.


Reactie l:
De waterloop aan de noordzijde van het plan wordt circa 3 meter versmald. Inspreker maakt daartegen bezwaar en meent dat daarvoor geen noodzaak bestaat. De bestaande waterloop kan worden gehandhaafd en hoeft niet in het bestemmingsplan te worden opgenomen.
Commentaar:
Op de verbeelding van het voorontwerpbestemmingsplan is de bestaande waterloop abusievelijk te smal ingetekend. De bestemming 'water' zal worden verbreed conform de bestaande afmetingen van de waterloop. De waterloop zal derhalve feitelijk gewoon worden gehandhaafd.
Het gedeelte van de waterloop achter de woningen aan de Tweede Hervendreef zal wel in het bestemmingsplan worden opgenomen, omdat dit in het westelijk plandeel (tussen terrein Carolusziekenhuis en terrein verpleegtehuis De Herven) ook gebeurt. Door toekenning van de bestemming 'water' is het behoud van de waterloop gegarandeerd.


Reactie m:
Op de plankaart staat het aantal bouwlagen van de gestapelde bouw aangegeven. Volgens de definitie van een bouwlaag is dat met inbegrip van de parkeerlaag, zeker als die (gedeeltelijk) boven maaiveld ligt. Dit komt niet overeen met de beschrijvingen van het aantal woonlagen in het beeldkwaliteitplan.
Commentaar:
Onder de appartementengebouwen is parkeren voorzien in halfverdiepte parkeergarages. Op twee locaties zullen de appartementengebouwen een hoogte van 8 bouwlagen krijgen. Hiermee zijn de woonlagen bedoeld. Een (half)verdiepte parkeergarage valt niet onder de definitie van een bouwlaag, aangezien een onderbouw wordt uitgesloten. Voor de duidelijkheid zal in de definitie van een bouwlaag (in artikel 1 van de regels) worden aangevuld dat onder onderbouw ook een (half)verdiepte parkeergarage valt.

Reactie n:
In het beeldkwaliteitplan (blz. 26 en 27) is niet aangegeven dat de bouwblokken E2 en E3 conform de plankaart een gedeelte hebben met 4 bouwlagen.
Commentaar:
Het bestemmingsplan geeft het juridisch toetsingskader voor de toegestane bouwhoogte. Het beeldkwaliteitsplan is daaraan volgend. Wel zal het beeldkwaliteitsplan conform de op de verbeelding van het bestemmingsplan opgenomen hoogtes worden aangepast.


Reactie o:
In de legenda van de plankaart is een bouwvlak aangegeven met een doorgetrokken lijn zonder puntjes. In de bouwvlakken is ook een lijn met puntjes aangegeven. Voor inspreker is niet duidelijk wat het verschil is.
Commentaar:
Het voorontwerpbestemmingsplan is opgesteld conform daarvoor landelijk opgestelde standaardregels. In de verbeelding zijn bouwvlakken, aanduidingsvlakken en maatvoeringsvlakken opgenomen. Een bouwvlak betreft een doorgetrokken dikke lijn, die aangeeft waarbinnen de hoofdbebouwing mag worden gerealiseerd. Een aanduidingsvlak betreft een dunne lijn met driehoekjes (puntjes) en een (letter)codering, die aangeeft welke functie of welke bebouwing in het betreffende vlak is toegestaan. Een maatvoeringsvlak betreft een stippellijn, die aangeeft welke maatvoering binnen dat vlak moet worden aangehouden. Deze vlakken kunnen (gedeeltelijk) samenvallen, waardoor ze op de analoge verbeelding wat moeilijker leesbaar kunnen zijn. Bij de digitale raadpleging, bestemmingsplannen dienen vanaf 1 januari 2010 digitaal raadpleegbaar te zijn, is dit geen probleem.
Het ontwerpbestemmingsplan "Carolus-De Herven" zal ook digitaal raadpleegbaar worden aangeboden op www.ruimtelijkeplannen.nl. Het voorontwerpbestemmingsplan was nog niet digitaal raadpleegbaar.


Reactie p:
Wordt met de 25 wooneenheden voor bijzondere doelgroepen, die in de toelichting staan vermeld, bedoeld de op de plankaart aangegeven bouwblokken voor 'zorginstelling', zoals langs de Hervensebaan?
Commentaar:
Op de verbeelding van het bestemmingsplan is de functieaanduiding 'zorginstelling' weergegeven. Ter plaatse van deze aanduiding is een woonzorgvoorziening toegestaan. Dit houdt in bebouwing bestaande uit woningen in combinatie met zorg- en welzijnsvoorzieningen (bv. gezondheidszorg) ten behoeve van de bewoners van deze woningen. Hier kunnen derhalve de wooneenheden voor een bijzondere doelgroep, zoals bv. verstandelijke gehandicapten, worden gerealiseerd.


Reactie q:
Inspreker pleit voor het opnemen van gemeenschappelijke voorzieningen, zoals speelruimte en een wijkcentrum, in het plan. Daarnaast wordt gevraagd na te denken hoe voorkomen kan worden dat nieuwe bewoners op wachtlijsten komen voor kinderopvang en scholen. Gevraagd wordt of het denkbaar is dat de bestemming zorginstelling wordt benut als een combinatie van kinderopvang en wijkcentrum.
Commentaar:
Het ligt voor de hand om bij de inrichting van het openbaar gebied speelvoorzieningen te realiseren. Gelet op de bestaande speelvoorzieningen in de bestaande wijk De Herven valt te denken aan een speelplek voor kinderen van 0 tot 12 jaar. Bij het opstellen van het inrichtingsplan zal pas definitief bepaald worden voor welke leeftijdscategorieën speelvoorzieningen nodig zijn, wat voor soort speelvoorzieningen geplaatst worden en op welke plek deze komen te staan.

Voor wat betreft de scholen kan het volgende worden opgemerkt. De gemeente 's-Hertogenbosch telt 43 basisscholen. Deze zijn zo goed mogelijk evenredig gespreid over de stad met als uitgangspunt dat in iedere wijk een basisschool is gevestigd. Het aantal leerlingen van de basisscholen in de stad (met uitzondering van de uitleggebieden) loopt de komende jaren, ondanks woningbouw/verdichting in bestaande wijken, geleidelijk af.
Het stichten van nieuwe basisscholen is een verantwoordelijkheid van de minister, waarbij strikte wet- en regelgeving van toepassing is. Een nieuwe school in 's-Hertogenbosch kan pas worden gesticht als aantoonbaar is dat er binnen 5 jaar minimaal 268 leerlingen op die school zullen zijn en dat 15 jaar daarna er ook nog minimaal zoveel leerlingen zijn. Bij het berekenen van die aantallen leerlingen is het zogeheten belangstellingspercentage van toepassing. Voor katholiek onderwijs bijvoorbeeld ligt dat belangstellingspercentage voor 's-Hertogenbosch op circa 50%. Dat betekent dat voor het behalen van het aantal van 268 leerlingen op een nieuwe school er 536 kinderen in de basisschoolleeftijd dienen te zijn in een wijk. Voor het stichten van een nieuwe openbare school ligt dat aantal nog hoger omdat daarvoor weer een lager belangstellingspercentage van toepassing is.
In de bestaande stad is er geen enkele wijk of buurt waar door nieuwe woningbouw dit aantal kinderen is te verwachten. Dat geldt ook voor Carolus/De Herven. Het stichten van een nieuwe school in de bestaande stad is dan ook wettelijk niet toegestaan.
Voor Carolus/De Herven is de dichtstbijzijnde basisschool Het Palet aan de Eekbrouwersweg. Gelet op het totale "voedingsgebied" van deze school ligt het niet voor de hand deze school te verplaatsen naar een locatie in of nabij Carolus/De Herven. Dat zou grotere bereikbaarheidsproblemen geven voor kinderen uit die wijken en buurten binnen het voedingsgebied van die school (nog afgezien van de kosten van een dergelijke verhuizing).

Om maatschappelijke functies, zoals een wijkcentrum en/of kinderdagverblijf, in de wijk mogelijk te maken, zullen deze functies ook binnen de aanduiding 'zorginstelling' worden toegestaan.

Reactie r:
Er dient een duidelijke strategie ontwikkeld te worden indien ten gevolge van de huidige economische crisis of een andere oorzaak de nieuwbouw niet direct aansluit op het vertrek van het ziekenhuis en het verpleegtehuis. Voorkomen dient te worden dat een zelfde situatie ontstaat als bv. ter plaatse van de voormalige HAS-terrein of het voormalige GGD-gebouw met alle overlast van dien.
Commentaar:
In beginsel wordt ervan uitgegaan dat het project ondanks de economische crisis geen vertraging zal oplopen. Om te voorkomen dat het plangebied een braakliggend terrein wordt, waardoor voor de bestaande woonomgeving overlast zou kunnen ontstaan en om onnodige sloopkosten te voorkomen (slopen is kostbaar), hebben ontwikkelaars de intentie om de bestaande gebouwen pas te slopen, indien er voldoende nieuwbouwwoningen zijn verkocht. Indien dit zou leiden tot grote vertraging van de sloop van de bestaande gebouwen, hebben ontwikkelaars aangegeven er alles aan te doen om tijdelijke overlast te beperken. In dat kader is het mogelijk dat, in overleg met de gemeente, wordt gekeken naar tijdelijke verhuur van deze gebouwen.
Daarnaast blijft het mogelijk dat door een fasering in de nieuwbouw en het feit dat sloop van bv. het ziekenhuisgebouw in één keer zal plaatsvinden, er toch gedeeltes van het plangebied tijdelijk braak kunnen komen te liggen. Ook in die situatie zullen ontwikkelaars zich ervoor inzetten om eventuele overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken.


Reactie s:
Aandacht wordt gevraagd voor de verkeerssituatie op de Hervensebaan, met name ter plaatse van de aansluitingen van de nieuwe woonwijk. Voorgesteld wordt om een doorlopende middenberm te realiseren vanaf de Bruistensingel tot voorbij de aansluiting van het Hervenpad (met onderbreking ter plaatse van de aansluitingen).
Commentaar:
In de planopzet is gekozen voor twee ontsluitingen van de nieuwe woonwijk op de Hervensebaan. De hoofdontsluiting komt te liggen tegenover de in-/uitrit van het Hervioncollege (Hervensebaan 5). Een tweede ontsluiting komt te liggen direct ten westen van het klooster. Bij de herinrichting van de Hervensebaan en de inrichting van beide kruispunten zal, rekening houdende met de beschikbare ruimte, worden gezocht naar de verkeerstechnisch en verkeersveilig meest optimale oplossing. De middenberm, die in de huidige situatie vanaf de Bruistensingel doorloopt tot Hervensebaan 2, zal in de nieuwe situatie worden doorgetrokken tot aan de nieuwe hoofdontsluiting. De middenberm eindigt hier om een doorsteek mogelijk te maken. De breedte van de middenberm en de lengte van de doorsteek zijn dusdanig dat een auto zich hier kan opstellen.
In oostelijk richting wordt de beschikbare ruimte kleiner, zeker ter plekke van de tweede ontsluiting nabij het klooster. Het is daarom ook niet mogelijk om de hele Hervensebaan te voorzien van fysiek gescheiden rijbanen door een middenberm. Vanuit verkeersoogpunt wordt het verlengen van de middenberm en het creëren van een volwaardige T-kruising (met een ruime doorsteek) voor de hoofdontsluiting van de wijk voldoende geacht.


Reactie t:
De visuele kwaliteit van de waterlopen is nog onvoldoende, terwijl de waterlopen in het voorjaar 2009 zijn uitgebaggerd. Gevraagd wordt om daar bij de uitwerking van de plannen een oplossing voor te zoeken (bv. meer doorstroming).
Commentaar:
Voldoende doorstroming van het water is in het hele watersysteem van de wijk Noord nu reeds een probleem. Dit probleem overstijgt derhalve het plangebied en kan in het kader van het bestemmingsplan niet in zijn geheel worden opgelost. Wel zal in het kader van dit plan worden getracht de doorstroming te verbeteren. Dit gebeurt concreet door de volgende maatregelen:

  • de waterpartij voor de appartementengebouwen wordt ontkoppeld van de waterloop door middel van een gronddam of houten damwand;
  • het hemelwater van het verharde oppervlakte van daken en bestratingen wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater (middels riolen of oppervlakkig/goten).

Reactie u:
Voorzover de nieuwe woningen een paalfundering krijgen, wordt verzocht dit trillingsvrij te doen, zodat schade aan bestaande woningen wordt vermeden.
Commentaar:
Uiteraard zal de ontwikkelaar/bouwer het nodige doen om schade aan eigendommen van derden te voorkomen. Op dit moment is nog niet bekend of een paalfundering nodig is en indien dit zo is op welke wijze deze fundering zal worden aangebracht.
Daarnaast zal de ontwikkelaar/bouwer, voorzover daartoe de aard van de bouwwerkzaamheden en de afstand tot bestaande woningen aanleiding geeft, zogenaamde bouwkundige opnames, voorafgaande aan de bouwwerkzaamheden, laten maken van belendende panden. Bij eventuele ontstane schade kan dan achteraf worden gekeken of de schade daadwerkelijk het gevolg is van de uitgevoerde bouwwerkzaamheden. Overigens is dit een verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar/bouwer en niet van de gemeente.

3. De heer, mevrouw H.A. Baltussen, Vierde Herven 51 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Het plan doet op geen enkele manier recht aan de bestaande situatie van woonwijk De Herven, omdat het plan een aanzet blijkt te zijn tot een grotere hoeveelheid hoogbouw die de gemeente voorziet rondom station Oost. Zowel dit uitgangspunt als het uitgangspunt van de Noord-Zuid as is enkel gebaseerd op de megalomane aspiraties van de gemeente.
Bovendien zal door het enorme aantal van 480 woningen de woningdichtheid in het plangebied veel te groot worden. In vergelijking met de huidige woonwijk De Herven betekent dit een viermaal hogere dichtheid. Gelet op de bestaande situatie zou een veel kleinschaliger project van 100-120 woningen met bij voorkeur alleen laagbouw tot bv. 12 meter hoog veel meer passend zijn. Zeker gelet op de oververzadigde markt.
Commentaar:
De herontwikkeling van het plangebied is gebaseerd op het door de gemeenteraad vastgestelde beleid. Zo is op de eerste plaats rekening gehouden met de Ruimtelijke Structuurvisie (2003), waarin wordt gestreefd naar stedelijke verdichting en intensivering van het ruimtegebruik. Het plangebied ligt in de stedelijke hoofdstructuur, in de directe nabijheid van treinstation Oost. Het gebied rondom station Oost wordt gezien als een klein stedelijk knooppunt. Het gebied sportpark De Vliert (stadion en Sportiom)/Aartshertogenlaan en de vrijkomende terreinen van het Carolusziekenhuis en verpleeghuis De Herven liggen in de directe omgeving van station Oost, zodat daar bij herontwikkeling een hoge mate van stedelijkheid wordt nagestreefd.
Verder is rekening gehouden met de nota Wonen 2007, waarin o.a. het belang van woningproductie voor de komende jaren is aangetoond.
Tot slot heeft de gemeenteraad, als uitwerking van de Ruimtelijke Structuurvisie, ruimtelijke uitgangspunten opgesteld voor de Bruistensingel en omgeving. Per deelgebied (Stationsknoop, Sportpark de Vliert / Aartshertogenlaan en locatie Carolus - De Herven) zijn randvoorwaarden voor herontwikkeling geformuleerd.

Naast bovengenoemd beleid is uiteraard gekeken naar een invulling die recht doet aan de bestaande (woon)omgeving. Dat wil zeggen dat grondgebonden (lagere) woningen grenzend aan de bestaande woonwijk De Herven worden gerealiseerd en meer hogere bebouwing langs de Bruistensingel en Hervensebaan. Deze hogere bebouwing sluit qua bouwhoogte ook aan op de bebouwing aan de overzijde van zowel de Bruistensingel als de Hervensebaan en vormt een opmaat voor toekomstige hoogbouw bij station Oost. Conform de Nota Hoogbouw leent de stationslocatie zich mogelijk voor een 'landmark' dat wil zeggen een hoogte van meer dan 80 meter.

De bebouwingsdichtheid van de bestaande buurt de Herven bedraagt circa 13 woningen per hectare. Door toevoeging van het plangebied aan de Herven neemt deze bebouwingsdichtheid toe tot 24 woningen per hectare. Deze toename wordt met name veroorzaakt, doordat het gebied richting stationsknoop Oost intensiever wordt bebouwd. Grenzend aan de bestaande woonwijk worden in het plangebied uitsluitend grondgebonden woningen gerealiseerd, zodat hiermee ruimtelijk op aanvaardbare wijze wordt aangesloten op het bestaande woongebied.


Reactie b:
De in het plangebied nieuw aan te leggen brug zou volgens de gemeente een mooie ontmoetingsplek kunnen worden voor toekomstige buurtbewoners. De voetgangersbrug in de huidige situatie doet vooral dienst als hangplek met de daarbij behorende overlast voor omwonenden.
Commentaar:
Op de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat het gebruik van een bepaalde plek door hangjongeren en de mogelijke overlast die daardoor door de woonomgeving wordt ervaren, een beheerskwestie betreft, die niet via een bestemmingsplan kan worden geregeld.
De bruggen in het nieuwe plan zijn niet te vergelijken met de situatie van de bestaande voetgangersbrug ten oosten van het plangebied. De twee nieuwe aan te leggen bruggen zijn gelegen aan de centrale weg door het plangebied, waarop ook woningen georiënteerd zullen zijn. Ter plekke zal de sociale controle derhalve groter zijn.


Reactie c:
Indien er 480 woningen gerealiseerd worden (met een gemiddelde van 2,3 bewoners per woning zijn dit circa 1.100 nieuwe bewoners) zullen er ook gemeenschappelijke voorzieningen moeten worden opgenomen. Inspreker noemt een speeltuin en een kleine supermarkt en andere winkels. Voor wat betreft scholen en kinderopvang merkt inspreker op dat er al zeer lange wachtlijsten bestaan. Het niet realiseren van een school en extra kinderopvang zal direct tot grote problemen leiden voor bestaande bewoners (die waarschijnlijk zo nodig al ingeschreven zijn), maar vooral voor nieuwe bewoners die achteraan de wachtlijsten aan kunnen sluiten. Inspreker is van mening dat de meest eenvoudige oplossing is om een veel kleiner aantal woningen te realiseren.
Commentaar:
Voor wat betreft de opmerkingen over speelvoorzieningen en scholen/kinderopvang wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder punt 2q.
Het realiseren van winkels in het plangebied is niet wenselijk. Het gemeentelijk detailhandelsbeleid gaat uit van clustering van winkels in winkelconcentraties. Dit betekent geen solitaire vestiging van winkels en geen toename van verspreide bewinkeling. In stadsdeel Noord zijn op dit moment wijkwinkelcentrum Rompertpassage en buurtwinkelcentra Het Wielsem en De Ploossche Hof aanwezig. Voor stadsdeel Noord volstaan deze winkelcentra. Bij de actualisering van het detailhandelsbeleid zullen o.a. nieuwbouwontwikkelingen, zoals bij Carolus-De Herven, worden meegenomen. Dit kan tot de conclusie leiden dat het verzorgingsgebied van deze centra dusdanig toeneemt dat vergroting van deze centra wenselijk is. De vestiging van winkels in de toekomstige woonwijk Carolus-De Herven is, gelet op het detailhandelbeleid, niet wenselijk.


Reactie d:
Het nieuwe plan doet geen recht aan het huidige groen. Er zal een indrukwekkend aantal van 350 bomen gekapt gaan worden. Het terug te planten aantal van 410 bomen klinkt op papier wel aardig, maar deze bomen zullen veel jonger, kleiner en minder fraai zijn dan het bestaande groen.
Commentaar:
Gelet op het gemeentelijk beleid (het streven naar stedelijke verdichting en intensivering van het ruimtegebruik, het op peil houden van de woningproductie, voldoende en gevarieerd woningbouw) is voor de vrijkomende terreinen van het Carolusziekenhuis en verpleeghuis De Herven door de gemeenteraad gekozen voor herontwikkeling tot een nieuw woongebied. Bij een dergelijke herontwikkeling in een stedelijk omgeving is het onmogelijk om alle bomen te handhaven. Dit neemt niet weg dat het plan op een zorgvuldige wijze is opgesteld, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met bestaande bomen. Eén van de ruimtelijke uitgangspunten is dat de nieuwe woningen in een parkachtige omgeving worden gerealiseerd. Dat betekent dat er, naast behoud van vele bestaande bomen, ook veel nieuwe bomen/struiken zullen worden gerealiseerd om de parkachtige sfeer te creëren.

Naar aanleiding van de inspraak en vooruitlopend op het op te stellen inrichtingsplan is verder ingezoomd op de bestaande en toekomstige groenstructuur in het gebied. Daarbij is voor de toekomst de ambitie met name gericht op het realiseren van een duurzame groenstructuur. Op dit moment staan er in het gebied veel populieren en wilgen. Deze bomen hebben een gemiddelde omlooptijd van 50 jaar, waarvan er reeds 35 verstreken zijn. Verder is in het gebied het groenonderhoud- en beheer zeer matig geweest. Dit betekent dat de huidige groenstructuur op meerdere plekken voldoende duurzaamheid en kwaliteit ontbeert. Nu het gebied een volledig andere invulling krijgt, is dit het moment om de niet duurzame bomen en beplanting te vervangen door nieuwe en meer duurzame bomen en beplantingen. Dit zal uiteindelijk ook de kwaliteit van de groenstructuur (op de lange termijn) ten goede komen.

Uit de uitgevoerde inventarisatie van alle bomen blijkt dat in het plangebied in totaal circa 880 bomen staan. Van de bestaande bomen zullen circa 385 bomen worden gekapt. Circa 75 bomen kunnen binnen het plangebied worden verplant en circa 420 bomen kunnen worden behouden. Verder zijn in het plangebied 6 bomen aangewezen als monumentale bomen. Deze bomen zijn in het stedenbouwkundig plan ingepast en zullen derhalve worden gehandhaafd. Ten behoeve van de nieuwe groenstructuur zullen bovendien zo'n 400 nieuwe bomen worden aangeplant.
In het later op te stellen inrichtingsplan zal een en ander op uitvoeringsniveau verder worden uitgewerkt. Daarbij zullen ook de exacte locaties voor de nieuwe bomen en de omvang van deze bomen worden bepaald.

Tot slot wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder punt 2b.


Reactie e:
De groene intentie van het nieuwe plan is op zich een goede, maar wel zeer eigenaardig. Het blijkt namelijk dat het onderhoud van het bestaande groen soms al een te grote kostenpost is, waardoor het onderhoud matig is of het groen wordt omgevormd tot een onderhoudsarmere groenvoorziening. Het extra groen en de extra kosten die dit met zich meebrengt, leiden tot een grotere druk op het onderhoud van het bestaande groen.
Commentaar:
De terreinen van het Carolusziekenhuis en verpleeghuis De Herven zijn particulier eigendom. Na omvorming tot een nieuwe woonwijk, zullen de wegen en het groen in deze wijk onderdeel gaan uitmaken van het openbaar gebied en derhalve in eigendom komen van de gemeente. Het gaat derhalve om nieuw openbaar gebied, waarvoor extra onderhoudsbudget beschikbaar zal worden gesteld. Wel zullen bij het opstellen van het inrichtingsplan voor het plangebied het toekomstig onderhoud en de daarmee gepaard gaande kosten betrokken worden.


Reactie f:
Inspreker is tegen het vergroten van het wateroppervlak in het plan. Rond de Herven is al veel rommelig water aanwezig door gebrek aan onderhoud. Het is dan ook niet logisch om het water te laten toenemen. Er zou gekozen moeten worden voor het laten afnemen van het wateroppervlak. Door een groter deel van de grond te bebouwen of er gras van te maken, wordt de leefbaarheid verhoogd en zorgt voor de gemeente voor minder onderhoud.
Commentaar:
Eén van de doelstellingen van het waterbeleid (van waterschap en gemeente) is het gescheiden houden van vuil water en schoon hemelwater. Voor berging van het schone hemelwater is het wenselijk dat er voldoende oppervlaktewater aanwezig is. In het plangebied is nu reeds veel oppervlaktewater aanwezig. Vanwege de bergingscapaciteit is het wenselijk dit te behouden. Daarnaast is ervoor gekozen het oppervlaktewater voor een gedeelte langs de Hervensebaan door te trekken, vanwege de belevingswaarde voor de aan dit water gesitueerde woningen.

Inspreker constateert dat er in de huidige situatie veel rommelig water aanwezig is. Dit wordt veroorzaakt doordat er in het hele watersysteem van de wijk Noord nu reeds onvoldoende doorstroming van het water is. Dit probleem overstijgt het plangebied en kan in het kader van het bestemmingsplan niet geheel worden opgelost. Wel zal in het kader van dit plan worden getracht de doorstroming te verbeteren. Dit gebeurt concreet door de volgende maatregelen:

  • de waterpartij voor de appartementengebouwen wordt ontkoppeld van de waterloop door middel van een gronddam of houten damwand;
  • het hemelwater van het verharde oppervlakte van daken en bestratingen wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater (middels riolen of oppervlakkig/goten).

Reactie g:
Voorzover de nieuwe woningen een paalfundering krijgen, wordt verzocht dit trillingsvrij te doen, zodat schade aan bestaande woningen wordt vermeden.
Commentaar:
Uiteraard zal de ontwikkelaar/bouwer het nodige doen om schade aan eigendommen van derden te voorkomen. Op dit moment is nog niet bekend of een paalfundering nodig is en indien dit zo is op welke wijze deze fundering zal worden aangebracht.
Daarnaast zal de ontwikkelaar/bouwer, voorzover daartoe de aard van de bouwwerkzaamheden en de afstand tot bestaande woningen aanleiding geeft, zogenaamde bouwkundige opnames, voorafgaande aan de bouwwerkzaamheden, laten maken van belendende panden. Bij eventuele ontstane schade kan dan achteraf worden gekeken of de schade daadwerkelijk het gevolg is van de uitgevoerde bouwwerkzaamheden. Overigens is dit een verantwoordelijkheid van de ontwikkelaar/bouwer en niet van de gemeente.

Reactie h:
Mede door de economische crisis kent 's-Hertogenbosch al veel slecht lopende bouwprojecten (bv. HAS-locatie en GGD-terrein). Het lukt de gemeente niet deze projecten tot een goed einde te brengen. De markt is oververzadigd en dit zal een negatief effect hebben op de waarde van de bestaande woningen. Het zou beter zijn om het terrein om te vormen tot een mooi park met een beperkt aantal of geen woningen. Indien ervoor gekozen wordt om dit niet te doen om aan het project juist zoveel mogelijk geld te verdienen, dan moet men daar eenvoudigweg voor uitkomen en geen oneigenlijk argumenten gebruiken zoals nu gebeurt.
Commentaar:
Het lijdt geen twijfel dat door de huidige economische situatie de verkoop van woningen momenteel onder druk staat, vanwege een grotere financiële onzekerheid. Dit betekent echter niet dat er sprake is van een oververzadigde woningmarkt. Er is en blijft in de gemeente 's-Hertogenbosch nog immer behoefte aan de bouw van nieuwe woningen (voldoende en gevarieerd bouwen). Dat blijkt o.a. uit de provinciale woningbehoeftecijfers uit 2008, waarin is opgenomen dat in de periode 2008 tot 2020 in 's-Hertogenbosch zo'n 6.400 woningen toegevoegd moeten worden.
Daarnaast is het gemeentelijk beleid gericht op stedelijke verdichting en intensivering van het ruimtegebruik. Dit betekent dat invulling van het plangebied met woningbouw, gelet op de ligging nabij station Oost, wenselijk is (zie ook het gemeentelijk commentaar onder punt 3a).
Daarbij wordt uiteraard rekening gehouden met de bestaande (woon)omgeving en met het uitgangspunt om woningen in een parkachtige omgeving te realiseren. Hierdoor kan een ruimtelijk aanvaardbaar plan worden verwezenlijkt.


Reactie i:
Inspreker stelt vast dat de plannen al een redelijk definitief karakter hebben en dat er weinig beweging was om aan de wensen van omwonenden tegemoet te komen. De houding ten opzichte van de woningeigenaren aan de Eerste Herven wordt schrijnend genoemd.
Commentaar:
De mening van inspreker wordt niet gedeeld. Er ligt nu een voorontwerpbestemmingsplan dat in de inspraak is gebracht. Juist in het kader van de inspraak kunnen reacties over het plan worden ingediend, waarna opnieuw een belangenafweging aangaande het plan plaatsvindt.
Daarnaast is er bij deze planvorming juist in het voortraject, voorafgaande aan het opstellen van een voorontwerpbestemmingsplan, veelvuldig contact geweest met omwonenden en andere belanghebbenden. Er is een zogenaamde klankbordgroep in het leven geroepen, waarin wijkvereniging De Herven en ondernemersvereniging De Herven zitting hebben. De klankbordgroep is in meerdere bijeenkomsten geconsulteerd over conceptvoorstellen. Naar aanleiding van de ingebrachte standpunten is steeds bekeken of wijzigingen/verbeteringen in het stedenbouwkundig model wenselijk waren en doorgevoerd konden worden. Dit heeft ertoe geleid dat er reeds vóór het voorontwerpbestemmingsplan meerdere wijzigingen zijn doorgevoerd in de geplande woningbouw achter de Eerste Herven. Ook is het plan mede naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties nog aangepast.
Voor de planvorming van de nieuwbouw achter de Eerste Herven wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.

4. De heer H.J.M. Bekker, Tweede Hervendreef 23 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Inspreker onderschrijft geheel de zienswijze van Wijkvereniging De Herven (zie inspraakreactie onder punt 2) en herhaalt in zijn reactie de voor hem belangrijkste punten.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder inspraakreactie 2.


Reactie b:
De veiligheid op het bruggetje aan het zuidelijk einde van het Hervenpad en op het Hervenpad zelf laat te wensen over, door zich daar veelvuldig ophoudende jeugd (o.a. gebruik en handel in drugs). Inspreker verzoekt om daar bij het ontwerpen van het bestemmingsplan zoveel mogelijk aandacht aan te geven. Het beperken van het aantal aansluitingen op het Hervenpad kan hieraan een bijdrage geven.
Commentaar:
Het gebruik van een bepaalde plek door hangjongeren en de mogelijke overlast die daardoor door de woonomgeving wordt ervaren, betreft een beheerskwestie, die niet via een bestemmingsplan kan worden geregeld.
Verder is het wenselijk dat de nieuwe woonwijk voor het langzaamverkeer (voet- en fietsverkeer) wordt aangesloten op het Hervenpad, zodat de bestaande woonwijk en de nieuwe woonwijk met elkaar worden verbonden. De keuze of dit met één, twee of drie aansluitingen dient te gebeuren, zal plaatsvinden via het inrichtingsplan. In dit plan zal tevens verder worden uitgewerkt waar en op welke wijze deze langzaamverkeersverbindingen worden aangelegd.

5 . Mr. P.A. M. Wiegman, Tweede Hervendreef 17 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
In de bijeenkomsten met de klankbordgroep is uitdrukkelijk afgesproken dat de grenzen van het gebied beperkt zullen zijn tot de kadastrale grenzen van het Carolusterrein en Psychogeriatrisch ziekenhuis De Herven en dat er dus geen grondpercelen eigendom van anderen (waaronder de gemeente) in het plan betrokken zouden worden. In het voorontwerp wordt hiervan afgeweken, met name aan de kant van het Hervenpad en de waterloop achter de percelen aan de Tweede Hervendreef. Door het niet nakomen van deze afspraak worden belangen van de wijk op een onacceptabele wijze geschaad. Inspreker verzoekt erop toe te zien dat de afspraak wordt nagekomen.
Commentaar:
In de klankbordgroep is nooit afgesproken dat de grens van het bestemmingsplan beperkt zou worden tot de kadastrale grenzen van het Carolusterrein en het terrein van verpleegtehuis De Herven. Aangegeven is dat er uitsluitend gebouwd zou gaan worden op eigen terrein en niet op gemeentegrond.
Daarnaast valt niet in te zien op welke wijze belangen van de wijk worden geschaad door gemeentegrond in het bestemmingsplan op te nemen. De waterloop wordt conform de huidige situatie bestemd tot water. Het gebied tot aan het Hervenpad is in het bestemmingsplan meegenomen om een ontsluiting voor langzaam verkeer (fietsers/voetgangers) mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor de dijk De Herven. Ook hier zal het bestemmingsplan uitsluitend een aansluiting voor langzaam verkeer mogelijk maken.

Reactie b:
Inspreker onderschrijft geheel de zienswijze van Wijkvereniging De Herven (zie inspraakreactie onder punt 2) en herhaalt in zijn reactie de voor hem belangrijkste punten.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder inspraakreactie 2.


Reactie c:
De veiligheid op het bruggetje aan het zuidelijk einde van het Hervenpad en op het Hervenpad zelf laat te wensen over, door zich daar veelvuldig ophoudende jeugd (o.a. gebruik en handel in drugs). Inspreker verzoekt om daar bij het ontwerpen van het bestemmingsplan zoveel mogelijk aandacht te geven. Het beperken van het aantal aansluitingen op het Hervenpad kan hieraan een bijdrage geven.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder inspraakreactie 4b.


6. De heer, mevrouw C.P.J. Pater Tweede Hervendreef 25 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Inspreker onderschrijft geheel de zienswijze van Wijkvereniging De Herven (zie inspraakreactie onder punt 2) en herhaalt in zijn reactie de voor hem belangrijkste punten.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder inspraakreactie 2.


Reactie b:
De veiligheid op het bruggetje aan het zuidelijk einde van het Hervenpad en op het Hervenpad zelf laat te wensen over, door zich daar veelvuldig ophoudende jeugd (o.a. gebruik en handel in drugs). Inspreker verzoekt om daar bij het ontwerpen van het bestemmingsplan zoveel mogelijk aandacht te geven. Het beperken van het aantal aansluitingen op het Hervenpad kan hieraan een bijdrage geven.
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder inspraakreactie 4b.

7. Bewoners Eerste Herven (familie Sprengers Eerste Herven 9 te 's-Hertogenbosch, familie Kroondijk Eerste Herven 7 te 's-Hertogenbosch, familie Schulte Eerste Herven 5 's-Hertogenbosch, familie Willems Eerste Herven 3 te 's-Hertogenbosch, familie Van Herwijnen Eerste Herven 1 's-Hertogenbosch, familie Van Dijk Eerste Herven 4 's-Hertogenbosch en familie Van Rens Eerste Herven 2 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Insprekers vinden van hun bezwaren, die zij via de klankbordgroep en via een bijeenkomst met de bewoners van de Eerste Herven bij herhaling duidelijk hebben gemaakt, niets terug in het voorontwerpbestemmingsplan. Zij vragen zich af of de schriftelijke vastlegging van die contacten wel onder ogen van de gemeenteraad zijn gekomen. In hoofdstuk 9 van het voorontwerp staat: "Resultaten van zowel het overleg als de inspraak zullen in het bestemmingsplan worden verwerkt".
Commentaar:
Het opstellen en het in procedure brengen van het voorontwerpbestemmingsplan is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het college heeft bij het besluit tot het starten van de inspraak de bezwaren van de bewoners van de Eerste Herven meegewogen. Tijdens de planvorming is meerdere malen gesproken met de klankbordgroep, waarin wijkvereniging De Herven en Ondernemersvereniging De Herven zitting hebben. Door de wijkvereniging zijn daarbij de bezwaren van bewoners van de Eerste Herven naar voren gebracht. Ook is er een bijeenkomst geweest met bewoners van de Eerste Herven zelf over de geplande nieuwbouw achter hun percelen. Van deze bijeenkomsten zijn verslagen gemaakt. Naar aanleiding van hetgeen in deze bijeenkomsten naar voren is gebracht, zijn er op planonderdelen in de voorfase al meerdere wijzigingen doorgevoerd.

Daarnaast is voorafgaande aan het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan de gemeenteraad (vergadering van 22 september 2009) gevraagd in te stemmen met de voorgestelde woningdifferentiatie voor dit plan. Tevens is het stedenbouwkundig plan, dat de onderlegger vormt van het voorontwerpbestemmingsplan, daarbij ter kennisname aan de gemeenteraad voorgelegd. De verslagen van de bijeenkomsten van de klankbordgroep en van de bewoners van de Eerste Herven zijn daarbij als bijlage bij het raadsvoorstel gevoegd. De gemeenteraad heeft dus van deze verslagen kennis kunnen nemen.

In hoofdstuk 9 van de toelichting van het bestemmingsplan zullen de resultaten van de inspraak (waaronder deze inspraakreactie) worden opgenomen. Dit kan uiteraard pas nadat het voorontwerpbestemmingsplan voor inspraak ter inzage heeft gelegen. In het ontwerpbestemmingsplan zal hoofdstuk 9 conform worden aangevuld.

Tot slot wordt opgemerkt dat, mede naar aanleiding van de ingekomen inspraakreacties, wijzigingen zijn aangebracht in het ontwerpbestemmingsplan voor de geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven. Hiervoor wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.


Reactie b:
In het hele plan is er aan de rand sprake van een groene zoom dan wel waterloop e.e.a. mede als afscheiding van oud naar nieuw. Achter de percelen van de Eerste Herven is dit niet het geval.
Commentaar:
De randen van het plangebied grenzen allemaal aan het openbaar gebied, met uitzondering van de rand langs de Eerste Herven en het klooster aan de Hervensebaan. Bij de Eerste Herven grenst het plangebied direct aan de tuinen van de bestaande woningen. Mede ingegeven door de keuze voor een noord-zuid verbinding in het plangebied en vanwege een goede ruimtelijke overgang naar de bestaande woonwijk De Herven, zijn in het plan ten oosten van de noord-zuid verbinding grondgebonden woningen opgenomen. Hierbij is ervoor gekozen de nieuwe woningen met de tuinen te laten grenzen aan de tuinen van de bestaande woningen. In stedelijk gebied is dit een heel gangbare invulling.
Het realiseren van een openbare groenstrook tussen de tuinen van de nieuwe en bestaande woningen is vanuit veiligheid en onderhoud niet wenselijk. Bovendien vraagt dit een groot ruimtebeslag.

Overigens is de ontwikkelaar van dit deel van het plangebied inmiddels met de bewoners van de Eerste Herven het overleg aangegaan over de wijze waarop hier een erfafscheiding tussen bestaande en nieuwe tuinen vorm kan worden gegeven.


Reactie c:
De afstand van de achtergevels van de woningen aan de Eerste Herven tot de perceelsgrens van de daarachter te bouwen woningen is uiterst gering. Bij de Eerste Herven 5 is deze afstand 3 meter, bij de Eerste Herven 3 is deze afstand 5 meter en bij de Eerste Herven 7 is deze afstand 7 meter. Bovendien is bij het pand Eerste Herven 5 een substantieel deel van de woning niet op de kaart ingetekend (voorontwerpbestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan). Inspreker vraagt zich af op de raad bij de documentatie wel op het goede been is gezet of dat er weer sprake is van een meetfout.
Oud en nieuw zitten in het plan hier te dicht op elkaar. Er wordt geen recht gedaan aan de natuurlijke overgang van de bestaande woonwijk naar het plangebied. Insprekers vragen zich af waarom hier geen parkachtige omgeving wordt ingericht en waarom de geplande bouwblokken niet gebouwd worden aan de noord-zuid route ten zuiden van de waterloop, waar nu een aaneengesloten massieve bebouwing is gepland.
Commentaar:
In de planopzet is ervoor gekozen om de hoofdmassa van de nieuwe woningen op minimaal 12 meter afstand van de erfgrens met de bestaande woningen aan de Eerste Herven te bouwen. Deze afstand betreft een minimale afstand. Bij één woning bedraagt deze afstand circa 12,5 meter. Bij de overige woningen is deze afstand zelfs groter (van 13 meter tot 22 meter).
De afstanden waar insprekers op doelen, betreffen voornamelijk afstanden van aan- of bijgebouwen bij de bestaande woningen tot aan de perceelsgrens. Het betreft zogenaamde erfbebouwing, die ondergeschikt is aan de hoofdbebouwing. Erfbebouwing is onder bepaalde voorwaarden, waaronder bv. een maximale goot- en bouwhoogte, bij elke woning in 's-Hertogenbosch toegestaan. Daarbij is het toegestaan dat er zelfs op de perceelsgrens wordt gebouwd. In de ruimtelijke afweging is deze erfbebouwing daarom van ondergeschikte betekenis.
De gekozen ruimtelijke invulling waarbij woningen tuin aan tuin grenzen, is een gangbare invulling in stedelijk gebied. De afstanden tussen de nieuwe en bestaande hoofdgebouwen worden hier in ruimtelijke zin aanvaardbaar geacht. Daarbij speelt ook een rol dat op deze locatie geen gestapelde woningen zijn toegestaan maar uitsluitend grondgebonden woningen, waardoor de aantasting van de privacy van bestaande bewoners beperkt blijft.
Voor de wijze waarop de invulling van dit gedeelte van het plangebied tot stand is gekomen en welke afwegingen daarin zijn gemaakt, wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.

Voor wat betreft de opmerking dat bij de woning Eerste Herven 5 een substantieel deel van de woning niet is ingetekend in het voorontwerpbestemmingsplan en in het concept-beeldkwaliteitplan wordt het volgende opgemerkt. Inspreker doelt hier waarschijnlijk op de garage, die in 2006 is gebouwd. Deze garage met een goothoogte van circa 2,6 meter en een bouwhoogte van circa 4,8 meter betreft zogenaamde erfbebouwing en maakt geen onderdeel uit van de hoofdbebouwing. In de ruimtelijke afweging is deze bebouwing meegenomen. Het feit of deze bebouwing wel of niet op een kaart staat, doet daaraan niets af. Wel wordt, zoals hierboven al is opgemerkt, erfbebouwing in deze ruimtelijke afweging van ondergeschikt belang geacht.
Overigens is, in tegenstelling tot wat inspreker aanhaalt, de betreffende garage wel op de verbeelding van het voorontwerpbestemmingsplan ingetekend.


Reactie d:
In de gemeenteraadsvergadering werd dit plan door de voorzitter ingeleid met als twee beslispunten de woningdifferentiatie en de groene kwaliteit. Andere aspecten, zoals ingesproken en besproken in de commissie ROB werden door hem niet genoemd, als zijnde niet relevant. Deze aspecten, o.a. de gevolgen van de geplande nieuwbouw voor de bewoners van de Eerste Herven, gevolgen van mogelijk vertraging in de bouw, overlast en veiligheid van het terrein na sloop dienen volgens insprekers veel meer aandacht te krijgen en in de definitieve besluitvorming te worden meegenomen.
Commentaar:
De gemeenteraad heeft op 22 september 2009 besloten in te stemmen met de voorgestelde woningdifferentiatie en kennis te nemen van het opgestelde stedenbouwkundig plan. Daarbij zijn geen voorwaarden gesteld aan de aspecten, die door inspreker worden genoemd.
Uiteraard is in het kader van de ruimtelijke afweging wel degelijk aandacht besteed aan de genoemde onderwerpen. Voor de gevolgen van de geplande nieuwbouw voor de bewoners van de Eerste Herven wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.
Om te voorkomen dat het plangebied een braakliggend terrein wordt, waardoor voor de bestaande woonomgeving overlast zou kunnen ontstaan en om onnodige sloopkosten te voorkomen (slopen is kostbaar), hebben ontwikkelaars de intentie om de bestaande gebouwen pas te slopen, indien er voldoende nieuwbouwwoningen zijn verkocht. Indien dit zou leiden tot grote vertraging van de sloop van de bestaande gebouwen, hebben ontwikkelaars aangegeven er alles aan te doen om tijdelijke overlast te beperken. In dat kader is het mogelijk dat, in overleg met de gemeente, wordt gekeken naar tijdelijke verhuur van deze gebouwen.
Daarnaast blijft het mogelijk dat door een fasering in de nieuwbouw en het feit dat sloop van bv. het ziekenhuisgebouw in één keer zal plaatsvinden, er toch gedeeltes van het plangebied tijdelijk braak kunnen komen te liggen. Ook in die situatie zullen ontwikkelaars zich ervoor inzetten om eventuele overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken.


Reactie e:
Insprekers concluderen dat de negatieve gevolgen voor de bewoners van de Eerste Herven niet gering zijn: derving woongenot, sterk verminderde privacy, inbreuk op het groene en open karakter van de huidige Eerste Herven, waardevermindering van de woningen, de gevolgen van het vervangen van een op de erfafscheiding aanwezig drainagesysteem, etc.
Commentaar:
Op de eerste plaats wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.

Voor wat betreft de opmerking dat er sprake zal zijn van waardevermindering van de bestaande woningen aan de Eerste Herven, wordt opgemerkt dat het de eigenaren van de betreffende woningen vrij staat bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek om een tegemoetkoming in planschade in te dienen, als bedoeld in artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening.

Voor wat betreft de opmerking over het vervangen van het aanwezige drainagesysteem wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder punt 1b.

8. Café/Restaurant D'n Boerderij, Herven 52/54 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
De nieuwbouw van woningen dichter bij zijn horecabedrijf mag niet ten koste gaan van de wettelijke normering op grond van het Activiteitenbesluit (artikel 2.17 evt. in combinatie met artikel 6.12). Het toelaatbare geluidsniveau binnen de inrichting, het bronvermogen van de installaties en het verkeer binnen de inrichting wordt bepaald door de afstand van de dichtstbijzijnde woningen bepaald. Indien woningen dichter bij de inrichting komen, neemt de geluidsruimte af. Dit mag niet resulteren in een investering voor D'n Boerderij voor extra akoestische voorzieningen.
Commentaar:
Naar aanleiding van deze inspraakreactie is aanvullend onderzoek verricht door Cauberg Huygen. Daaruit blijkt dat de geplande woningen, op een afstand van 30 meter van horecabedrijf D'n Boerderij, in de huidige situatie een belemmering vormen voor de bedrijfsvoering van het horecabedrijf. Om dit te voorkomen kunnen geluidsisolerende maatregelen aan de horeca-inrichting worden getroffen. De ontwikkelaar heeft aangegeven dat hij de benodigde maatregelen voor zijn rekening (uiteraard in overleg met de eigenaar) wil laten uitvoeren.


Reactie b:
Inspreker wil specifieker weten waar de aansluiting van het fietspad op de Hervensedijk gepland staat in verband met de parkeerplaatsen op de dijk en het laden en lossen van leveranciers. Het moet niet zo zijn dat er door de fietspadaansluiting gevaarlijke situaties ontstaan.
Commentaar:
Het bestemmingsplan zelf doet geen uitspraak over de exacte situering van de aansluiting van langzaamverkeer op de Hervensedijk. Dit zal in het nog op te stellen inrichtingsplan worden bepaald. Daarbij zullen belangen van het horecabedrijf worden meegenomen.
De op de dijk aanwezige parkeerplaatsen zullen op termijn worden verwijderd en het parkeren zal daar dan niet langer worden toegestaan. De dijk De Herven is een toeristische fietsroute en autoverkeer op deze route is vanuit verkeersveiligheid niet wenselijk. Inmiddels zijn er aan de Eerste Hervendreef al vervangende parkeerplaatsen aangelegd. Indien het autoverkeer op de dijk is verdwenen, zal een aansluiting voor langzaamverkeer vanuit het plangebied op de dijk niet voor verkeersonveiligheid zorgen.


Reactie c:
Inspreker vindt het van groot belang dat de bomen tegenover D'n Boerderij op de dijk blijven staan en de begroeiing intact blijft. Dit geeft D'n Boerderij en de omgeving zijn unieke karakter. Als het groene karakter minder wordt en er zicht is op de woonwijk, verliest D'n Boerderij bedrijfskwaliteit en dat komt de exploitatie niet ten goede.
Commentaar:
In het nog op te stellen inrichtingsplan zal exact worden bepaald welke begroeiing ter plekke zal worden verwijderd en waar nieuwe beplanting komt. In de opgestelde Bomennotitie wordt wel de inrichtingsvisie voor dit gebied beschreven. Deze zal de basis vormen voor het op te stellen inrichtingsplan.
Om de dijk en het plangebied visueel met elkaar te verbinden, is het noodzakelijk om de dijk duidelijk zichtbaar te maken. Hierbij wordt de beplanting op het dijklichaam losgemaakt van alle beplanting die onder aan de dijk bij de Herven voorkomt. Verder is het wenselijk om de eiken die op de rest van de dijk voorkomen, door te zetten op de kop van de dijk. Op deze manier wordt de dijkstructuur versterkt. Op het dijklichaam zelf zullen slechts een aantal bomen wijken om de langzaamverkeersverbinding te kunnen realiseren.

9. De heer, mevrouw P.J.L. van Berge Henegouwen, Zesde Herven 16 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Enige tijd geleden is het oostelijk gedeelte van de Hervensebaan gereconstrueerd. Daarbij zijn ter hoogte van de uitgang van het klooster en de tegenover gelegen bedrijven middengeleiders aangebracht. Hierdoor is de oversteekbaarheid van de Hervensebaan en daarmee de verkeersveiligheid voor vooral fietsers, ter plaatse sterk verbeterd. Uit voorontwerpbestemmingsplan blijkt niet dat ter plaatse van de twee uitgangen van de woonwijk op de Hervensebaan, de inrichting van de Hervensebaan wordt aangepast. Aangezien blijkens de stukken de verkeersintensiteit niet zal afnemen, stelt inspreker voor om bij beide uitgangen van de woonwijk een zelfde oversteekvoorziening te realiseren.
Commentaar:
Hoewel de Hervensebaan niet is opgenomen in het plangebied, zal de Hervensebaan als gevolg van de herontwikkeling ook de nodige aanpassingen moeten ondergaan. De nieuw te realiseren woonwijk zal op twee plekken worden ontsloten op de Hervensebaan. De hoofdontsluiting komt te liggen tegenover de in-/uitrit van het Hervioncollege (Hervensebaan 5). Een tweede ontsluiting komt te liggen direct ten westen van het klooster. Bij de herinrichting van de Hervensebaan en de inrichting van beide kruispunten zal, rekening houdende met de beschikbare ruimte, worden gezocht naar de verkeerstechnisch en verkeersveilig meest optimale oplossing. De middenberm, die in de huidige situatie vanaf de Bruistensingel doorloopt tot Hervensebaan 2, zal in de nieuwe situatie worden doorgetrokken tot aan de nieuwe hoofdontsluiting. De middenberm eindigt hier om een doorsteek mogelijk te maken. De breedte van de middenberm en de lengte van de doorsteek zijn dusdanig dat een auto zich hier kan opstellen. Bij de hoofdontsluiting zal ook een oversteekplaats voor fietsers worden aangelegd.
Bij de tweede ontsluiting (ten westen van het klooster) zal geen fietsoversteekplaats worden gerealiseerd. Vanuit een oogpunt van verkeersveiligheid is het wenselijker fietsoversteekplaatsen zo mogelijk te concentreren. Dit geeft automobilisten meer overzicht en helderheid waar men overstekende fietsers kan verwachten en waar niet.

Daarnaast zal in het kader van het fietsproject "Lekker fietsen" worden gekeken hoe de Hervensebaan veiliger kan worden ingericht voor fietsers. Onderzocht wordt of een twee-richtingen fietspad mogelijk is. Voordeel van een tweerichtingen-fietspad is o.a. dat het aantal fietsers dat wil/moet oversteken minder wordt.

10. De heer J.B.C. Rathmann en mevrouw R.D. Rathmanna - Mol, Tweede Hervendreef 19 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Inspreker onderschrijft geheel de zienswijze van Wijkvereniging De Herven (zie inspraakreactie onder punt 2) en de zienswijze van de heer Bekker (zie inspraakreactie onder punt 4).
Commentaar:
Verwezen wordt naar het gemeentelijk commentaar onder inspraakreactie 2 en 4.

11. De heer J. Verkuylen, Eerste Hervendreef 8 te 's-Hertogenbosch

Reactie a:
Inspreker schets het stedenbouwkundig beeld van het plangebied zelf en van de directe omgeving. Hij constateert dat de wijk Noord stedelijke kwaliteit mist. Naar zijn mening is de beleving vanaf de routes bepalend voor de stedenbouwkundige kwaliteit. Voor een goede verzoening van de bovenwijkse verkeersfuntie met de woonfunctie dienen de Bruistensingel, de Hervensebaan en de Balkweg te worden voorzien van een zware groenstructuur. Inspreker vraagt zich af wat de stedenbouwkundige visie is op de omgeving van de Bruistensingel, wat voor openbare ruimte de Bruistensingel, de Hervensebaan en de Balkweg worden, wat wordt gedaan om het verkeerslawaai van de Bruistensingel en de Hervensebaan te beperken en wat wordt gedaan om het lawaai van het toenemend aantal goederentreinen te beperken.
Commentaar:
De wijk Noord omvat een groter gebied dan het door de wegen Bruistensingel, Hervensebaan en Balkweg omsloten gebied. De Bruistensingel is een belangrijke entree tot de stad en ligt op de rand van één van de vier groene vingers. De stedenbouwkundige ruimte van de Bruistensingel wordt aan de zuidzijde begrensd door het groengebied De Heinis en aan de noordzijde door grootschalige suburbane stadsuitbreidingen uit de jaren 70. In de op 24 januari 2006 door de gemeenteraad vastgestelde Nota ruimtelijke uitgangspunten Bruistensingel en omgeving is aangegeven dat voor de herontwikkeling naar een woonomgeving van de locatie Carolus en de Herven een duidelijke herkenbare stedelijke presentatie naar de Bruistensingel en de Hervensebaan gerealiseerd dient te worden met behoud van het groene karakter. Voor een goede ruimtelijke aansluiting op het groengebied De Heinis wordt de nieuwe woonbebouwing op de locatie Carolus en de Herven in een parkachtige omgeving geplaatst, waarbij de grootte van de vrij in de parkruimte geplaatste individuele bebouwing naar de stationsknoop toeneemt. De presentatie naar de Hervensebaan is anders uitgewerkt. Hier is achter een met beplanting en water ingerichte strook aaneengesloten woonbebouwing geplaatst om samen met de kantoor- en schoolbebouwing aan de zuidzijde van de Hervensebaan, deze weg ruimtelijk te begeleiden richting stationsknoop.
De openbare ruimte van de Bruistensingel en Balkweg zal door voorgestane herontwikkeling niet veranderen.
De ontsluiting van het nieuwe woongebied vindt plaats via de Hervensebaan. Er komt een hoofdontsluiting tegenover de in-/uitrit van het Hervioncollege (Hervensebaan 5). Een tweede ontsluiting komt te liggen direct ten westen van het klooster. Dit betekent dat de Hervensebaan, als gevolg van de ontwikkeling, ter hoogte van het plangebied heringericht zal worden. Zo zal de middenberm, die in de huidige situatie vanaf de Bruistensingel doorloopt tot Hervensebaan 2, in de nieuwe situatie worden doorgetrokken tot aan de nieuwe hoofdontsluiting. De middenberm eindigt hier om een doorsteek mogelijk te maken. De breedte van de middenberm en de lengte van de doorsteek zijn dusdanig dat een auto zich hier kan opstellen. Bij de hoofdontsluiting zal ook een oversteekplaats voor fietsers worden aangelegd. De tweede ontsluiting (ten westen van het klooster) wordt als T-splitsing zonder middenberm vormgegeven. De Bruistensingel en de Balkweg zullen, qua inrichting, als gevolg van het plan niet wijzigen.

Om de geluidsbelasting van de Bruistensingel en de Hervensebaan terug te brengen, zullen beide wegen, ter hoogte van het plangebied, worden voorzien van geluidsarm asfalt. Dit geeft een geluidsreductie van circa 4 dB ten opzichte van het normale toegepaste wegdektype. Op een aantal nieuw te bouwen woningen zal ook daarna de voorkeursgrenswaarde worden overschreden.
Aan het spoor zelf worden geen maatregelen genomen, aangezien dit erg kostbaar is en niet in verhouding staat tot de geringe overschrijding van de voorkeursgrenswaarde op enkele nieuw te bouwen woningen.
De overschrijding van de voorkeursgrenswaarde op een aantal nieuwe woningen als gevolg van het wegverkeer en het railverkeer is dusdanig gering dat voor deze woningen een hogere geluidswaarde zal worden vastgesteld. Daarbij zal als voorwaarde worden opgenomen dat elke woning met een hogere grenswaarde in ieder geval een geluidluwe gevel (gevel die voldoet aan de voorkeursgrenswaarde) heeft waaraan een verblijfsruimte (bij voorkeur de hoofdslaapkamer) is gesitueerd.


Reactie b:
Insprekerconstateert dat de wijk Noord veel verkeerslawaai ondervindt van de A2. Hij verzoekt de gemeente geluidsmetingen te verrichten en deze te toetsen aan de uitgangspunten van Rijkswaterstaat voor het ontwerpen van de geluidsschermen.
Commentaar:
Voor de verbreding van de A2 zijn afzonderlijke planologische procedures (Tracébesluit en bestemmingsplan) gevoerd. In de planvorming heeft de geluidsbelasting van de A2 voor de omgeving een belangrijke rol gespeeld en zijn de benodigde akoestische onderzoeken uitgevoerd. Daarbij is rekening gehouden met het plaatsen van geluidsschermen. In genoemde procedures is niet gebleken, dat de geluidsbelasting niet zou voldoen aan de eisen die de Wet geluidhinder daaraan stelt. Overigens valt het plangebied buiten de geluidzone van de A2.


Reactie c:
Inspreker wijst op de bedreiging van de wijk de Herven door het alom aanwezige verkeer (de buurt is alleen bereikbaar via drukke wegen) en het daarmee samenhangende verkeerslawaai.
Commentaar:
De situatie, die inspreker schetst, is de reeds bestaande situatie waarin woonwijk de Herven verkeert. Deze staat los van de voorgenomen ontwikkelingen in het plangebied. Bovendien zal door het verdwijnen van het ziekenhuis en het verpleegtehuis het aantal verkeersbewegingen in het plangebied afnemen. Ook zal tussen het plangebied en de bestaande woonwijk geen autoverbinding worden gerealiseerd.


Reactie d:
Het plan Carolus-De Herven doet afbreuk aan het oorspronkelijke plan uit de zeventiger jaren. De teleurstelling van de bewoners van de Eerste Herven is dan ook te begrijpen.
Commentaar:
Door het verdwijnen van het ziekenhuis en het verpleegtehuis komt er een groot terrein in stedelijk gebied braak te liggen. Gelet op het beleid waarin wordt gestreefd naar stedelijke verdichting en intensivering van het ruimtegebruik, ligt een herinvulling van dit terrein (met woningbouw) voor de hand. Bij de herontwikkeling zijn de belangen van de bestaande buurt uitdrukkelijk betrokken, om zo een goede ruimtelijke aansluiting op de belendende woonbuurt de Herven te realiseren. Voor wat betreft de woningbouw achter de Eerste Herven wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder paragraaf 9.2.1 Geplande nieuwbouw achter de Eerste Herven.


Reactie e:
Inspreker vraagt naar de ontwikkelingsmogelijkheden die de gemeente ziet voor horecabedrijf d'n Boerderij aan de dijk en voor de verderop langs de dijk staande oude, beeldverstorende boerenschuren.
Commentaar:
Zowel d'n Boerderij en de betreffende boerenschuren liggen buiten het plangebied en vallen derhalve buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan.

Reactie f:
Inspreker geeft aan dat invulling van het plangebied wezenlijk is voor de toekomst van een groot deel van de wijk Noord. Het stevige aantal woningen is bepaald vanuit financiële overwegingen en niet vanuit stedenbouwkundige kwaliteit. Inspreker betwijfelt of er hierdoor een mooie groene buurt kan ontstaan en is van mening dat sprake zal zijn van een stenige wereld met een groene buitenrand.
Waarom is bijvoorbeeld niet gekozen voor een bebouwingstructuur langs de Bruistensingel en de Hervensebaan, die het verkeerslawaai afschermt.
Commentaar:
Bij de totstandkoming van het plan is op de eerste plaats gekeken of de voorgenomen herontwikkeling op deze locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Daarvoor zijn vooraf ook ruimtelijke uitgangspunten vastgesteld door de gemeenteraad. Binnen deze randvoorwaarden speelt het streven naar stedelijke verdichting en intensivering van ruimtegebruik, mede gelet op de ligging nabij treinstation Oost, een rol. Het aantal nieuw te realiseren woningen dat het plan mogelijk maakt, waarbij tevens groene kwaliteit wordt behouden, wordt op deze locatie aanvaardbaar geacht. Daarnaast is het uiteraard van evident belang, maar secundair aan de ruimtelijke kwaliteit, dat het plan financieel haalbaar is.
Voor wat betreft de opmerking over de bebouwingsstructuur wordt verwezen naar het gemeentelijk commentaar onder punt 11a.


Reactie g:
Inspreker vindt de interne as niet overtuigen. Een as dient te lopen van A naar B en is geen doodlopende straat, zoals in het plan.
Commentaar:
Het plangebied wordt ontsloten op de Hervensebaan. De hoofdontsluiting loopt door zowel het zuidelijk als het noordelijk plandeel richting de dijk. Hiervoor is gekozen om tussen beide plandelen, die in eigendom zijn bij verschillende ontwikkelende partijen, ruimtelijk samenhang te creëren en een overgang te realiseren tussen de in een parkachtige omgeving geplaatste individuele appartementengebouwen aan de westzijde en de grondgebonden woningen aan de oostzijde. Deze as eindigt in ruimtelijke zin in de nabijheid van een appartementengebouw, de Hervensedijk en grondgebonden woningen. Hiervandaan wordt een verbinding gemaakt op de dijk voor langzaamverkeer .Voor het gemotoriseerd verkeer loopt deze hoofdontsluiting dood.
Daarnaast is deze ontsluiting voor het noordelijk plandeel noodzakelijk voor toekomstige bewoners om hun woning te kunnen bereiken. Een ontsluiting op de Bruistensingel is vanuit verkeersveiligheid niet wenselijk en de gemeenteraad heeft zich al eerder uitgesproken tegen het realiseren van een autoverbinding naar de bestaande woonbuurt De Herven.

Reactie h:
Inspreker vraagt zich af hoe het beeldkwaliteitplan juridisch verankerd wordt.
Commentaar:
Het beeldkwaliteitplan zal (tegelijkertijd met het bestemmingsplan) ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd en zal als basis dienen voor de welstandstoets voor de nog op te stellen bouwplannen.


Reactie i:
Inspreker vindt het raar dat circa 400 volwassen bomen worden gekapt en vervangen door nieuw groen.
Commentaar:
Er is een Bomennotitie opgesteld, die globaal inzicht geeft in de toekomstige groenstructuur van het plangebied. De ambitie is daarbij met name gericht op het realiseren van een duurzame groenstructuur. Op dit moment staan er in het gebied veel populieren en wilgen. Deze bomen hebben een gemiddelde omlooptijd van 50 jaar, waarvan er reeds 35 verstreken zijn. Verder is in het gebied het groenonderhoud- en beheer zeer matig geweest. Dit betekent dat de huidige groenstructuur op meerdere plekken voldoende duurzaamheid en kwaliteit ontbeert. Nu het gebied een volledig andere invulling krijgt, is dit het moment om de niet duurzame bomen en beplantingen te vervangen door nieuw en meer duurzaam groen. Dit zal uiteindelijk ook de kwaliteit van de groenstructuur (op de lange termijn) ten goede komen.
Hoewel in het plan wordt getracht zoveel mogelijk bomen te behouden, is voor transformatie naar een woongebied de kap van bomen onoverkomelijk. Waar mogelijk zullen bestaande bomen verplant worden. Daarbij speelt een rol dat bomen technisch verplantbaar moeten zijn en dat de waarde van de bomen opweegt tegen de verplantkosten. De te kappen bomen zullen per saldo volledig worden gecompenseerd door de aanplant van nieuwe bomen.

Reactie j:
Inspreker heeft de volgende opmerkingen/vragen over de regels van het voorontwerpbestemmingsplan:

  • het maximaal aantal te bouwen woningen is niet benoemd;
  • wat zijn de effecten van artikel 6.2.2. i3?;
  • klopt artikel 6.2.3 b?;
  • in artikel 6.3 is geen relatie gelegd met het beeldkwaliteitplan;
  • klopt artikel 6.6 a.1: 50m2?.

Commentaar:

  • Het bestemmingsplan bepaalt middels bouwvlakken en bouwregels de grenzen aan het aantal te bouwen woningen. Deze grenzen zijn afgestemd op het opgestelde stedenbouwkundig plan, dat uitgaat van in totaal circa 470 woningen. Dit aantal is ook in overeenstemming met de door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke uitgangspunten. Bovendien is dit aantal woningen ook vastgelegd in de met de ontwikkelende partijen overeengekomen exploitatieovereenkomst.
  • De appartementengebouwen langs de Bruistensingel kenmerken zich door een hoger en een lager gedeelte. Voor het bouwvlak op de hoek Hervensebaan - Bruistensingel is, middels dit artikel, enige flexibiliteit opgenomen voor de situering van het hogere bouwdeel. Op de verbeelding is voor het hele bouwvlak een maximum van 4 bouwlagen opgenomen. Dit aantal bouwlagen mag voor de helft van het bouwvlak met 3 bouwlagen worden verhoogd.
  • Dit artikel maakt onderdeel uit van de standaard-erfbebouwingsregeling die binnen de gemeente wordt gebruikt.
  • Dat is juist. Het beeldkwaliteitplan zal te zijner tijd ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd en zal als basis dienen voor de welstandstoets voor de nog op te stellen bouwplannen.
  • Dit maximum aantal m2 voor een aan huis gebonden beroeps- of bedrijfactiviteit wordt binnen de gemeente als standaard gebruikt.

Mondelinge inspraakreacties:

Op 7 december 2009 is een openbare inspraakavond gehouden over het voorontwerpbestemmingsplan in café D'n Boerderij, Herven 52/54 te 's-Hertogenbosch. Hierbij waren ongeveer 100 belangstellenden aanwezig. Tijdens deze avond zijn door de aanwezigen verschillende vragen gesteld en opmerkingen gemaakt ten aanzien van het plan. De vragen en opmerkingen zijn tijdens deze avond beantwoord. Hiervoor wordt verwezen naar het verslag van de inspraakavond (zie Verslag inspraakavond 7 december 2009).