direct naar inhoud van 8.2 Regels
Plan: Carolus - De Herven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002018-1501

8.2 Regels

In deze paragraaf wordt ingegaan op de opzet van de regels bij het bestemmingsplan. De afzonderlijke bestemmingen worden hier besproken, waarbij wordt aangegeven hoe bestaand gemeentelijk beleid in het plan is verwerkt en op welke wijze nieuwe ontwikkelingen in het plan zijn opgenomen.

Hoofdstuk 1: Algemene en technische regels (artikelen 1 en 2)
In artikel 1 aangegeven wat in de overige regels verstaan wordt onder bepaalde begrippen en in artikel 2 hoe bij toepassing van de regels moet worden gemeten.

Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels (artikelen 3 tot en met 6)
Per bestemming is de daarop van toepassing zijnde regels weergegeven. Daarbij is, al naar gelang de bestemming, onderscheid gemaakt in verschillende onderdelen. In lid 1, de bestemmingsomschrijving, wordt, gerelateerd aan de plankaart, aangegeven voor welke doeleinden de desbetreffende gronden bestemd zijn. In lid 2, de bouwregels, wordt bepaald in hoeverre de grond mag worden bebouwd. Daarin worden regels gesteld ten aanzien van de situering, al dan niet gekoppeld aan bouwvlakken en de maatvoering van de bebouwing. In lid 3 komen de gebruiksregels voor en in lid 4 de ontheffing van de gebruiksregels.

Groen (artikel 3)
Binnen deze bestemming is het structuurbepalende groen opgenomen dat de planlocatie bijzonder maakt. Om deze karakteristiek voor de toekomst veilig te stellen is het enkel mogelijk om bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het groen te realiseren die te maken hebben met de functie. Ook de aanleg van fiets- en voetpaden, speel- en sportvoorzieningen zijn binnen deze bestemming toegelaten..

Verkeer (artikel 4)
Deze gronden zijn primair bestemd voor voorzieningen van verkeer. Wegen, fiets- en voetpaden en bouwwerken ten behoeve van de functie mogen binnen deze bestemming worden gerealiseerd.

Water (artikel 5)
Deze gronden zijn primair bestemd voor water en waterberging. De bouwregels van deze bestemming regelen, dat geen gebouwen mogen worden gebouwd. De bouwregels geven wel een regeling voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Deze bestemming kent ook gebruiksregels met bijbehorende ontheffingsmogelijkheden.

Wonen (artikel 6)
Deze bestemming omvat het grootste gedeelte van het plangebied. Binnen deze bestemming is wonen de hoofdfunctie. Voor de grondgebonden woningen is per bouwvlak de woningtypologie, en de maximale nok- en goothoogte aangegeven. Daarbij is per woningtypologie onder andere de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bepaald.
Bij de gestapelde woningbouw wordt in maatvoeringsvlakken het maximale aantal bouwlagen en maximale bouwhoogte aangegeven.

Door middel van een functieaanduiding zijn de locaties aangegeven waar parkeergarages (gedeeltelijk) ondergronds zijn toegestaan.

Binnen de woonbestemming is wel de uitoefening van een aan huis verbonden beroepsactiviteit toegestaan, mits deze ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Dit betekent onder meer dat maximaal 35% van de oppervlakte van de begane grond van de opstallen, tot ten hoogste 50 m², mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroepsactiviteit. Hierbij is eveneens de voorwaarde opgenomen, dat dit niet mag leiden tot een onaanvaardbare verkeersafwikkeling c.q. een onaanvaardbare parkeerdruk. Het uitoefenen van lichte bedrijfsactiviteiten aan huis is uitsluitend toegestaan middels ontheffing. Het betreft lichte ambachtelijke en/of dienstverlenende bedrijfsactiviteiten die niet kunnen worden aangemerkt als aan huis verbonden beroepen, maar qua uitstraling in feite daaraan gelijk zijn.

De bijgebouwenregeling is opgenomen conform de binnen de gemeente geldende erfbebouwingsregeling. Dit betekent dat alle hoofdgebouwen zoveel mogelijk binnen het bouwvlak zijn gebracht. Conform de erfbebouwingsregeling geldt voor bijgebouwen over het algemeen een maximum oppervlak van 75 m², voor percelen die een oppervlak hebben groter dan 600 m², waarbij de ruimte achter de kavel groter is dan 200 m², is toegestaan om bijgebouwen tot een oppervlakte van 100 m² te realiseren.

Hoofdstuk 3: Algemene regels (artikelen 7 tot en met 9)
De algemene ontheffingsregels voorzien in de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om ontheffing te verlenen van het in de regels bepaalde ten behoeve van (zeer) ondergeschikte veranderingen zoals: geringe maatafwijkingen, het beloop van (de aansluiting van) wegen, het oprichten van kunstwerken en zend-, ontvang- en/of siermasten en plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers en lichtkappen. Verder zijn algemene regels opgenomen inzake de uitsluiting aanvullende werking bouwverordening en anti-dubbeltelregel. Deze regels gelden voor het gehele bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels (artikelen 10 en 11)
Hierin zijn de overgangs- en slotregels opgenomen.