De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. water;
b. waterberging;
c. groenvoorzieningen;
d. ter plaatse van de aanduiding 'brug': mede een brug;
e. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone': mede het behoud, herstel en/of versterking van de aanwezige of potentiƫle natuurwaarden;
f. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals openbare verblijfsvoorzieningen, steigers, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, voet- en fietspaden, taluds, bermen, kunstwerken, oeverbeschoeiingen, kademuren, bouwwerken ten dienste van de naastgelegen rijksweg A2 en A59 en dergelijke.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
Op of in deze grond mogen geen gebouwen worden gebouwd.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 meter.
b. In afwijking van hetgeen onder a bepaald mag de hoogte van een brug niet meer bedragen dan 6 m.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden op de gronden met de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
1. het afgraven, egaliseren, aanvullen of ophogen van gronden;
2. het wijzigen van de waterhuishouding of de grondwaterstand en/of het vergroten van de toe- of afvoer van water door bijvoorbeeld het afdammen, stuwen, bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden, en het graven, dempen of anderszins vergroten en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels, anders dan ten gevolge van een uitwerkingsplan voor natuur en landschap.
b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden kan slechts worden verleend indien de in de bestemmingsomschrijving van deze bestemming omschreven waarden niet onevenredig worden aangetast en de werken voor de naast liggende gebieden geen onevenredig nadelige gevolgen hebben.
c. Geen vergunning is vereist voor:
1. werken van geringe omvang;
2. werken het normale onderhoud betreffen;
3. werken ten behoeve van behoud, herstel en /of versterking van aanwezige of potentiƫle natuurwaarden;
4. werken die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.