direct naar inhoud van Regels
Plan: 'Hoek Houtsestraat - Kromme Haagdijk - Baarsstraat'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0794.1300BPU170161-2000

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 uitwerkingsplan

het uitwerkingsplan 'Hoek Houtstestraat - Kromme Haagdijk – Baarsstraat' met identificatienummer NL.IMRO.0794.1300BPU170161.2000 van de gemeente Helmond;

Artikel 2 Nadere regels

De regels van het bestemmingsplan 'Hoek Houtsestraat - Kromme Haagdijk' met identificatienummer NL.IMRO.0794.1300BP110049-4000 van de gemeente Helmond zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, leidingen, water, (overkluisde) waterlopen, wateropvang- en infiltratievoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden en overige verhardingen.

3.1.2 Voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' geldt, dat het gebruik van een woning uitsluitend is toegestaan, indien en voor zover ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende erfafscheiding' een geluidwerende erfafscheiding als bedoeld in artikel 3.2.3 onder b is opgericht en in stand wordt gehouden.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak", waarbij de voorgevel in een naar de weg gekeerde bouwgrens dient te worden geplaatst;
  • b. de bouwgrens mag niet worden overschreden, met uitzondering van één erker per woning met een diepte van maximaal 1,5 m mits de afstand van de erker tot de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
  • c. de maximum goot- en bouwhoogte bedragen het, ter plaatse van de aanduiding ''maximum goothoogte (m) maximum bouwhoogte (m)', aangegeven maximum;
3.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen "bouwvlak" dan wel "bijgebouwen";
  • b. de gezamenlijke oppervlakte - voor zover niet gelegen ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" - mag per woning in ieder geval maximaal 60 m² bedragen dan wel maximaal 40% van het bij de woning behorende bouwperceel tot een maximum van 100 m² met dien verstande dat in ieder geval 25 m² van de oppervlakte van de aanduiding "bijgebouwen" onbebouwd moet blijven;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen minimaal 3 m achter de voorgevellijn te worden gebouwd;
  • d. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen, behoudens een afwijkende ligging ter plaatse van de aanduidingen "bouwvlak" dan wel "bijgebouwen", in de zijdelingse perceelsgrens geplaatst te worden dan wel minimaal 1 m daaruit, met dien verstande dat:
  • 1. indien het ter plaatse aangeduide "bouwvlak" dan wel "bijgebouwen", direct grenst aan gronden in gebruik voor openbare verkeersdoeleinden of openbare groenvoorziening;
  • 2. bij een vrijstaande woning tussen voorgevellijn en achtergevellijn voor zover de afstand van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelsgrens meer dan 4 m bedraagt;
    deze afstand minimaal 1 m bedraagt;
  • e. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt;
  • f. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt, vermeerderd met de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot een maximum van 6 m.
3.2.3 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 1 m; bij een afstand van 3 m achter de voorgevellijn mag deze bouwhoogte maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a dient ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende erfafscheiding' een geluidwerende erfafscheiding met een bouwhoogte van minimaal 2 m gerealiseerd te worden;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten maximaal 5 m bedraagt;
  • d. de bouwhoogte van brandtrappen maximaal 10 m bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 m bedraagt.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in artikel 3.2.1 om te voldoen aan de eisen van de bouwregelgeving of ten behoeve van een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing;
  • b. het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens, mits:
  • 1. belangen van derden niet onevenredig worden aangetast en;
  • 2. de verkeersveiligheid niet in het geding komt en;
  • 3. er geen eigen parkeerplaats op eigen erf verloren gaat en;
  • 4. er vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaren bestaan.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik als bedoeld in dit bestemmingsplan wordt ten minste verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. permanente of tijdelijke bewoning in bijgebouwen;
  • c. een seksinrichting;
  • d. aan huis gebonden beroepen, in het geval dat;
  • 1. de oppervlakte voor de beroepsuitoefening per woning meer bedraagt dan 30% van de begane grondoppervlakte van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen dan wel in ieder geval meer bedraagt dan 60 m²;
  • 2. door de beroepsuitoefening onevenredige overlast of hinder voor de woonomgeving ontstaat;
  • 3. detailhandel plaatsvindt, niet zijnde detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in direct verband met de betreffende beroepsuitoefening;
  • e. de beroepsuitoefening nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en/of een onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Overige regels

4.1 Parkeren
  • a. Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw dient op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid te worden gerealiseerd en vervolgens in stand te worden gehouden. Er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid indien wordt voldaan aan de 'Beleidsregel parkeernormen Helmond 2017', vastgesteld op 10 februari 2017. Indien deze beleidsregel gedurende de werking van dit plan wordt gewijzigd, dient aan de gewijzigde beleidsregel te worden voldaan;
  • b. Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw waarvoor een behoefte bestaat voor ruimte voor het laden of lossen van goederen dient hieraan op het betreffende perceel tenminste voldaan te worden.
4.2 Afwijken van de parkeereis

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 indien:

  • a. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte en/of laad- en losruimte wordt voorzien;
  • b. uit de bedrijfsvoering (aantoonbaar) blijkt dat minder parkeerplaatsen noodzakelijk zijn;
  • c. geheel of gedeeltelijk wordt voorzien in de aanleg van parkeerplaatsen in het openbaar gebied, mits:
  • 1. door de aard van de bebouwing fysiek geen ruimte is voor de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein;
  • 2. ter compensatie kan worden voorzien in een parkeerplaats in de openbare ruimte;
  • 3. de noodzaak vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing wordt aangetoond.
4.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in artikel 4.2 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden noodzakelijk is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het uitwerkingsplan 'Hoek Houtsestraat - Kromme Haagdijk – Baarsstraat'.