Plan: | Berkendreef 6 te Helvoirt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0788.WP16HVTberkndreef6-VA01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan Berkendreef 6 te Helvoirt met identificatienummer NL.IMRO.0788.WP16HVTberkndreef6-VA01 van de gemeente Haaren;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
bed & breakfast is een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor een of enkele nachten (maximaal 1 week) een onderkomen zoeken. Typerend voor bed & breakfast is:
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;
bouwwerk, oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, plaats, inhoud, afstand, object, zoals dat of die rechtens bestaat of mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een bij een woning behorend gebouw, zoals een garage, berging, carport of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat met de woning en dat indien het vrijstaat van de (bedrijfs)woning, niet voor bewoning is bestemd en geen kelder mag bevatten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd, zulks met uitzondering van onderbouwen, kelders en kappen; de eerste bouwlaag is de bouwlaag op de begane grond;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
beplanting rondom een gebouw en/of gebouwen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
handleiding met lijsten met richtafstanden voor aan te houden afstanden tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen);
een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan;
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha zonder een agrarische productiefunctie;
een boerderij die ontstaan is uit het type hallenhuis en behoort tot de hallenhuisgroep;
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan één of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;
bouw van nieuwe bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
functie die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie die in ruimtelijk en functioneel opzicht daarmee duurzaam samenhangt;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark, caravan of tent, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
bewoning van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij door betrokkene niet aannemelijk is of aannemelijk kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt;
een verblijf of afgebakend terrein geschikt voor recreatieve doeleinden waar weinig mensen tegelijkertijd de mogelijkheid hebben om te recreëren, zoals kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld paardrijden, huifkartochten, terras en speelvoorzieningen die ruimtelijk inpasbaar zijn;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
De voor 'Agrarisch met Waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bestaande bebouwing, welke krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
Een uitzondering hierop is de bebouwing gelegen binnen de 'specifieke bouwaanduiding - te slopen bebouwing'. Deze bebouwing voldoet niet aan dit wijzigingsplan en dient gesloopt te worden uiterlijk binnen één jaar na onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan.
Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3, ten behoeve van het bouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Bos', 'Natuur' of 'Water' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van bos, natuur- en/of landschapswaarden, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, gelden de volgende bepalingen:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder a voor het bouwen van een woning meer dan ingevolge die bepaling is toegestaan, binnen een langgevelboerderij , met inachtneming van de volgende regels;
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c voor het vergroten van de inhoud van de woning tot de totale inhoud van de betreffende langgevelboerderij met inachtneming van de volgende regels:
Het gebruik van de gronden conform artikel 5.1 is uitsluitend toegestaan voor zover uiterlijk binnen één jaar na onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan, de landschappelijke inpassing is gerealiseerd overeenkomstig het plan voor de landschappelijke inpassing, zoals dat als bijlage 1 bij de toelichting van het wijzigingsplan is gevoegd. Deze bijlage 1 maakt onderdeel uit van deze regels. De landschappelijke inpassing dient vervolgens in stand te worden gehouden.
Het gebruik van de gronden conform artikel 5.1 is uitsluitend toegestaan indien de bestaande bebouwing uiterlijk binnen één jaar na onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan is gesloopt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - te slopen bebouwing'.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van hetgeen gesteld in artikel 5.4.3, lid a met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van hetgeen gesteld in artikel 5.4.3, lid b met inachtneming van de volgende regels:
De voor ‘Waarde - Archeologie 2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door van een of meer bestemmingen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2, geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperking veehouderijen' is vestiging van en/of omschakeling naar veehouderijen niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in deze regels, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan 'Berkendreef 6 te Helvoirt'.