Plan: | N65 Helvoirt 2019 |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0788.BPN65Helvoirt-0001 |
De A65/N65 is de rijksweg die loopt van de A58 bij Tilburg (knooppunt De Baars) naar de A2 bij ’s-Hertogenbosch (knooppunt Vught). De weg heeft een (boven)regionale verkeersfunctie en is daarnaast ook een belangrijke ontsluitingsweg voor de gemeenten Haaren, Vught en Oisterwijk. In de huidige situatie staan, gezien de toenemende verkeersintensiteit, de leefbaarheid langs, de doorstroming over en de verkeersveiligheid op de N65 onder druk.
De N65 doorkruist de kernen Vught en Helvoirt. De toenemende hoeveelheid verkeer en opstoppingen op de kruisingen veroorzaken een verslechtering van de luchtkwaliteit en geluidhinder in de directe omgeving van de weg. Daarnaast vormt de weg een barrière en zorgt voor een slechte oversteekbaarheid van de verschillende kruisingen voor zowel auto's als het langzaam verkeer. Dit heeft negatieve gevolgen voor de algemene verkeersveiligheid.
Om deze knelpunten te verminderen werkt de gemeente Haaren, samen met Rijkswaterstaat, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Vught, aan de reconstructie van de N65. Voor het project zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:
Figuur 1.1. Doelstellingen reconstructie N65
In de MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Verkenning N65 Vught-Haaren is door een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, provincie Noord-Brabant en de gemeenten Haaren, Vught en 's-Hertogenbosch onderzocht welke maatregelen getroffen kunnen worden om de gestelde doelstellingen te behalen. De MIRT Verkenning heeft geleid tot het Voorkeursalternatief (VKA) met een integraal maatregelenpakket. Het VKA is op 24 maart 2016 vastgesteld door de Stuurgroep N65. Op basis hiervan is door de minister van Infrastructuur en Milieu op 27 juni 2016 een voorkeursalternatief vastgesteld. Hiermee is de MIRT Verkenning afgesloten.
Na afsluiting van de MIRT Verkenning is op 1 september 2016 de Planfase gestart. Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden in de Planfase is het opstellen van een bestemmingsplan. In de bestuursovereenkomst is bepaald dat de beide direct betrokken gemeenten (Haaren en Vught) verantwoordelijk zijn voor het opstellen van de bestemmingsplannen.
Naar aanleiding van een consultatieronde met de omgeving heeft de stuurgroep op 19 maart 2018 besloten het VKA op enkele onderdelen te optimaliseren. De optimalisatievoorstellen hebben geleid tot een vernieuwd VKA, genaamd 'Reconstructie N65'. In de stuurgroep is op 30 mei 2018 besloten de 'Reconstructie N65' verder uit te werken om de ruimtelijke, functionele en financiële haalbaarheid te bepalen en om als basis te functioneren voor het bestemmingsplan N65 en bijbehorende onderzoeken. Op 23 november 2018 werd de reconstructie van de N65 gepresenteerd.
Er zijn, ten opzichte van het oorspronkelijke voorkeursalternatief, vier aanzienlijke veranderingen doorgevoerd in de Reconstructie N65. De vier veranderingen zijn opgesomd in onderstaande tabel (1.2).
Figuur 1.2. Optimalisatie bouwstenen
Dit voorontwerp bestemmingsplan is opgesteld op basis van de Reconstructie N65. Er ontbreken momenteel enkele milieuonderzoeken. Deze onderzoeken zijn in uitvoering of worden geactualiseerd. De definitieve onderzoeken worden in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen.
Het plangebied wordt aan de oostelijke zijde begrensd door de gemeentegrens van Haaren en loopt in westelijke richting tot de aansluiting Monseigneur Zwijssenstraat/Koolhofweg (hectometerpaal 12.0). In figuur 1.3 is het plangebied in haar context weergegeven. Het plangebied bestaat niet alleen uit de gronden van de N65. Ter hoogte van de bebouwde kom van Helvoirt, behoort de kruising Torenstraat/ Molenstraat eveneens tot het plangebied. Tevens is het plangebied vergroot om parallelwegen mogelijk te maken. De gronden behorende bij de te amoveren panden zijn geheel opgenomen in het plangebied.
Figuur 1.3. Luchtfoto met plangebied
Doel van het voorliggend bestemmingsplan is het planologisch-juridisch mogelijk maken van de reconstructie van de N65.
Om de aanpassingen van de reconstructie N65 mogelijk te maken, zijn twee bestemmingsplannen gemaakt: één voor de aanpassingen aan de N65 op het grondgebied van de gemeente Vught ten westen van het spoor en één voor de aanpassingen op het grondgebied van de gemeente Haaren.
Voor het gedeelte van de N65 in de gemeente Haaren gelden in het plangebied de volgende vigerende bestemmingsplannen:
Na dit inleidend hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van de huidige situatie binnen het plangebied. Vervolgens worden de aanpassingen aan de N65 beschreven in hoofdstuk 3. Na dit hoofdstuk komen de relevante beleidskaders op rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 over de omgevingsaspecten wordt nader ingegaan op de milieuaspecten, flora en fauna, archeologie en cultuurhistorie. Vervolgens wordt in hoofdstuk 6 de tijdelijke effecten van de realisatiefase beschreven. In hoofdstuk 7 wordt een toelichting op de planregels (de planregels in combinatie met de verbeelding) gegeven, waarna de financiële haalbaarheid aan bod komt in hoofdstuk 8. Ter afsluiting van de toelichting wordt de procedure die dit bestemmingsplan doorloopt beschreven in hoofdstuk 9.
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de huidige situatie van het plangebied. Naast een korte analyse van het gebied wordt ingegaan op de huidige situatie van de gronden die de bouwstenen voor de toekomstige situatie vormen.
Historie
De N65 is aangelegd in de periode tussen 1810 en 1813 en heeft het karakter van een oude Napoleonsweg. De weg is aangelegd om snelle verplaatsing van Franse troepen en materieel mogelijk te maken. Om die reden loopt de N65 als één vloeiende lijn tussen Tilburg en ’s-Hertogenbosch. Omstreeks 1955 werd het besluit genomen de weg te verbreden naar 2x2 rijstroken. In 1960 werd de verbrede weg geopend. In het Rijkswegenplan van 1968 was een doortrekking van de weg naar de Belgische grens voorzien. Deze ontwikkeling heeft plaatsgevonden, echter is deze weg bekend onder de naam N630.
Structuur
De N65 volgt de contouren van het landschap en wordt begeleid door laanbeplanting of groene flanken (bermen, hagen, bomen etc.). De weg wordt gezien als één van de mooiste en groenste rijkswegen van Brabant. De groene uitstraling wordt versterkt door een aantal boom- en plantenkwekerijen die langs de N65 gevestigd is. De rechte structuur ontleent de weg aan haar historie. De weg doorkruist de dorpen Helvoirt en Vught. Deze doorkruising zorgt ervoor dat Vught functioneel gezien in twee delen gesplitst is. In Helvoirt vormt de N65 een barrière tussen de kern en de verspreid liggende bebouwing in het landelijk gebied ten zuiden van de weg.
Onderstaand beeld geeft een typering van de sferen en kwaliteiten die de weg ontmoet.
Figuur 2.1. N65 vanaf Helvoirt richting Oisterwijk
Er zijn meerdere wegen die in het plangebied kruisen met de N65. Binnen de reconstructie van de weg staan twee kruisingen centraal, de kruising tussen de N65 en de Torenstraat en de kruising van de Kreitestraat/Hoge Raam en de N65. Daarnaast worden parallelwegen en een ecopassage gerealiseerd. In deze paragraaf wordt de huidige situatie van deze gronden beschreven.
De kruising van de Kreitestraat/Hoge Raam is de meest westelijke kruising die in het project N65 wordt aangepakt. Het betreft één van de gevaarlijke kruispunten op de N65. De Kreitestraat en de Hoge Raam zijn beide gebiedsontsluitingswegen met een smal profiel. De geldende snelheidslimiet bedraagt 60 km per uur. De wegen ontsluiten de agrarische percelen in de omgeving van de N65. De N65 is er plaatse van de kruising 2x2 rijstroken breed.
Ter hoogte van de kruising zijn er parallel lopende fietspaden aanwezig. De automobilist moet, om de N65 op te rijden, allereerst het fietspad kruisen. Daarna rijdt de automobilist direct de N65 op (waar een snelheidslimiet van 80 km per uur geldt). Daarnaast is er de mogelijkheid voor automobilisten en langzaam verkeer om de N65 te kruisen, vanaf de Kreitestraat naar de Hoge Raam of andersom. In dit geval worden door, zowel automobilisten als het langzaam verkeer, vier rijbanen waar 80 km per uur gereden wordt gekruist. Dit leidt in de huidige situatie tot gevaarlijke situaties voor alle weggebruikers.
Op figuur 2.2 is de huidige situatie rondom het kruispunt weergegeven. In paragraaf 3.1.1 is de toekomstige situatie van deze bouwsteen nader toegelicht.
Figuur 2.2. Luchtfoto kruising Kreitestraat/Hoge Raam - N65
De kruising Torenstraat met de N65 is de belangrijkste verkeerskruising met de N65 in de kern Helvoirt. Deze gelijkvloerse kruising heeft ter hoogte van de verkeersregelinstallatie (VRI) aan weerszijde van de N65 vier opstelstroken. Na de kruising gaan de vier opstelstroken over in twee rijstroken. De Torenstraat beschikt over 3 opstelstroken en de Molenstraat over twee opstelstroken. Fietsers en wandelaars hebben de mogelijkheid om aan beide zijden van de kruising de N65 over te steken.
Aan de noordwestzijde van deze kruising ligt het dorp Helvoirt, de bebouwing ligt hier voornamelijk op enige afstand van de weg. De overgang naar het dorp wordt gevormd door een groene buffer. Aan de zuidzijde ligt verspreid liggende bebouwing op enige afstand van de weg. Op 300 meter ten zuidwesten van het kruispunt ligt aan de Helvoirtse zijde van de weg een tankstation. Op 400 meter ten noordoosten van het kruispunt ligt aan de andere zijde van de weg ook een tankstation. Op navolgende foto is de huidige situatie rondom het kruispunt weergegeven. In paragraaf 3.1.2 is de toekomstige situatie van deze bouwsteen nader toegelicht.
Figuur 2.3. Luchtfoto kruising Torenstraat met de N65
Ter hoogte van hectometerpaal 8,7 op de N65 wordt, in de toekomstige situatie, een ecopassage gerealiseerd. In de huidige situatie bestaan de gronden uit grasland, agrarische grond en water. De watergang, genaamd Broekleij, is haaks op de N65 gelegen. Middels een duiker onder de weg is de watergang aan de noordelijke en zuidelijke zijde verbonden met elkaar. De Broekleij stroomt door het open landschap van Haaren naar Cromvoirt. In paragraaf 3.1.3 is beschreven hoe de ecopassage in het bestaande landschap wordt ingepast.
Er is, in de huidige situatie, slechts langs een klein gedeelte van de N65 een parallelweg gelegen. Vanaf de Ambachtstraat tot en met de aansluiting op de N65 (hectometerpaal 8,2) is de weg De Dijk gelegen. Deze weg loopt ten zuiden van de N65.
Langs het resterende gedeelte van de N65 is geen sprake van parallelwegen. Hierdoor is het agrarisch verkeer genoodzaakt gebruik te maken van de N65. Gezien de geringe maximale snelheid van agrarische voertuigen hindert dit de overige weggebruikers.
Er is in bijna het gehele plangebied sprake van aan de N65 parallel lopende fietspaden. Deze fietsvoorziening is een belangrijke verbinding tussen de verschillende dorpen en steden die aan de N65 gelegen zijn. In paragraaf 3.1.4 is beschreven hoe deze bouwsteen tot ontwikkeling wordt gebracht.
In dit hoofdstuk wordt de toekomstige situatie geschetst aan de hand van de bouwstenen binnen de Reconstructie N65. De bouwstenen worden afzonderlijk van elkaar toegelicht in woord en beeld.
In hoofdstuk 1 is de nut en noodzaak van de Reconstructie N65 geschetst. Om de knelpunten die er in de huidige situatie bestaan op te lossen, wordt er middels vier bouwstenen een verkeersveiligere en milieuvriendelijkere N65 gecreëerd. In Hoofdstuk 2 is de bestaande situatie van de bouwstenen beschreven. In de navolgende paragrafen wordt nader toegelicht wat de bouwstenen inhouden en welke verbeteringen dit naar verwachting oplevert.
Figuur 3.1. Bouwstenen Reconstructie N65
De ongeregelde gelijkvloerse kruising Kreitestraat/ Hoge Raam - N65 is moeilijk oversteekbaar en verkeersonveilig. In de nieuwe situatie wordt de kruising getransformeerd tot een veilige oversteekplaats voor fietsers en voetgangers.
Oplossing
Om een veilige oversteekplaats voor fietsers te creëren wordt er, ter plaatse van de bestaande kruising, een fietstunnel aangelegd. Deze tunnel is toegankelijk voor fiets- en voetgangersverkeer. Op figuur 3.2 is de toekomstige situatie gevisualiseerd. Vanwege de aanleg van een snelfietsroute tussen Den Bosch en Tilburg, wordt overwogen om het ontwerp van de tunnel aan te passen en de fietstunnel diagonaal onder de N65 door aan te leggen, zodat de fietsers de N65 kunnen kruisen zonder een aantal scherpe bochten te hoeven nemen. Het ontwerp van de fietstunnel is dus nog niet definitief. In het ontwerpbestemmingsplan wordt het definitieve ontwerp van de fietstunnel opgenomen.
Daarnaast dient deze kruising in de huidige situatie als op- en afrit voor de N65. Doordat deze op- en afritten als onveilig beschouwd worden en er parallelwegen aangelegd worden voor het agrarisch verkeer, worden de Kreitestraat en de Hoge Raam in de toekomstige situatie niet aangesloten op de N65. Het is daarom voor automobilisten niet mogelijk de N65 te kruisen of te betreden. De automobilisten kunnen gebruik maken van de parallelwegen (zie paragraaf 3.1.4) en kunnen de N65 betreden via de Torenstraat.
Figuur 3.2. Visualisatie fietstunnel Hoge Raam
Aanpassing bestemmingsplan
Voor de fietstunnel wordt een passende verkeersbestemming opgenomen in het bestemmingsplan.
De gelijkvloerse kruising Torenstraat is, in de huidige situatie, een moeilijk oversteekbare en gevaarlijke kruising. Daarnaast is er, door de aanwezige verkeersregelinstallatie (VRI), sprake van veel afremmend en optrekkend verkeer. in de nieuwe situatie wordt de oversteekbaarheid en verkeersveiligheid verbeterd en het remmen en optrekken aanzienlijk verminderd.
Oplossing
In de nieuwe situatie is de Torenstraat gelegen op maaiveldniveau en kruist over de verdiepte N65. De verdiepte N65 is gelegen in een tunnelbak, circa 4 meter onder maaiveldniveau. Zoals weergegeven in Figuur 3.1 wordt de Torenstraat, ter plaatse van de kruising, ingericht als ovonde. Deze speciale vorm van een rotonde faciliteert een goede uitwisseling van verkeer met de N65 via de op- en afritten. Daarnaast biedt dit een verkeersveiligere en snellere manier om de N65 te kruisen, doordat er geen VRI aanwezig is en het verkeer soepel afgewikkeld kan worden. De ovonde is voor de fietser eveneens een veilige manier om de N65 over te steken.
In de oplossing is daarnaast rekening gehouden met de twee tankstations gelegen ten zuidoosten en noordwesten van het kruispunt. In de oprit naar de N65 is voldoende ruimte opgenomen om de op- en afrit van de tankstations mogelijk te maken.
Ten behoeve van de verkeersafwikkeling gedurende de bouwfase is een tijdelijke N65 benodigd. Deze tijdelijke weg wordt aangelegd aan de noordzijde. De tijdelijke weg leidt tot tijdelijk ruimtebeslag van gronden ten noorden van de N65. In de tijdelijke situatie is er sprake van 2x1 rijbaan. Na realisatie van de N65 en de verdiepte ligging zullen de gronden weer worden hersteld.
Figuur 3.3. Visualisatie ovonde Torenstraat
Aanpassing bestemmingsplan
Voor de aanpassingen aan de kruising wordt een uitgebreide verkeersbestemming opgenomen. Hierbinnen wordt onder andere de verdiepte ligging van de N65 en geluidschermen mogelijk gemaakt.
Voor de tijdelijke N65 wordt bekeken of sprake is van een strijdig gebruik met de huidige én toekomstige situatie. Dit kan bijvoorbeeld optreden als een bestemming agrarisch of groen tijdelijk als parallelweg wordt gebruikt. Voor die gevallen worden aparte voorlopige bestemmingen opgenomen in het bestemmingsplan. De voorlopige bestemmingen regelen dat voor een periode van 5 jaar ter plaatse een tijdelijke N65 gerealiseerd mag worden. Na afloop van die 5 jaar (en dus de realisatie van de reconstructie) wordt de bestemming zo nodig weer gewijzigd, overeenkomstig met het uiteindelijke gebruik.
In de huidige situatie wordt het zuidelijke en noordelijke deel van de watergang Broekleij middels een duiker onder de N65 met elkaar verbonden. De duiker is echter niet toereikend om als oversteekplaats voor verschillende diersoorten te fungeren.
Oplossing
Om te voorzien in een passage voor verschillende diersoorten, wordt een gecombineerde ecopassage (zowel nat als droog) gerealiseerd. In de Reconstructie N65 is besloten om een ecopassage te realiseren, die geschikt moet zijn voor de diersoorten otters, bevers en het edelhert. De ecopassage biedt de diersoorten een veilige mogelijkheid om de N65 te kruisen. Hiermee worden twee gebieden met natuurwaarden (beter) met elkaar verbonden.
De diersoorten zijn hoofdgebruiker van de passage. Het is voor voetgangers eveneens mogelijk om de ecopassage te gebruiken als recreatief wandelpad. De toegankelijkheid voor voetgangers is afhankelijk van de hoogte van de waterstand in de Broekleij. Dit kan bij een hogere waterstand leiden tot een ontoegankelijke situatie voor voetgangers. In figuur 3.4 is de toekomstige ligging van de ecopassage weergegeven.
Figuur 3.4 visualisatie ligging ecopassage
Aanpassing bestemmingsplan
Voor de ecopassage wordt een passende verkeersbestemming en aanduiding opgenomen in het bestemmingsplan, waarmee het ook mogelijk wordt om de constructie van de passage uit te voeren.
Tussen de kruising Kreitestraat/ Hoge Raam- N65 en het dorp Helvoirt zijn in de huidige situatie geen parallelwegen gesitueerd. Hier zijn fietspaden aanwezig. Als gevolg hiervan is het agrarisch verkeer genoodzaakt de N65 te gebruiken, wat een hinderend effect heeft op de verkeersdoorstroming. In de nieuwe situatie is een oplossing geboden door de aanleg van enkele parallelwegen en tevens het gebruik als ecologische verbindingszone mogelijk maakt.
Oplossing
Zowel aan de noordelijk als aan de zuidelijke zijde van de N65 wordt een parallelweg gerealiseerd in de nieuwe situatie.
Noordzijde
Aan de noordzijde wordt de parallelweg vanaf het Schildersstraatje tot aan de Kreitestraat gesitueerd. Deze parallelweg wordt ingericht als autoweg, waar zowel automobilisten, agrarisch verkeer als fietser gebruik van kunnen maken. Om de parallelweg aan de noordzijde sociaal en verkeersveilig te maken worden de woningen Rijksweg 1 en 3 gesloopt. Dit is noodzakelijk omdat deze woningen zeer dicht op de N65 gesitueerd zijn. De woning Rijksweg 7 wordt aangesloten op de parallelweg. Ook ten oosten van de kern Helvoirt wordt een parallelstructuur aangelegd om aangrenzende percelen te ontsluiten.
Zuidzijde
Aan de zuidzijde worden De Dijk en de Antwerpsebaan vanaf het tankstation BP tot aan de Hoge Raam ingericht als parallelweg voor het doorgaande verkeer. Daarnaast wordt er een fietsstraat gerealiseerd aan de zuidzijde van de N65 (zie figuur 3.5). De fietsstraat ontsluit enkele agrarische percelen en is daarom toegankelijk voor bestemmingsverkeer. De automobilist is hier echter te gast. De fietsstraat is onderdeel van een snelfietsroute ten zuiden van de N65. Ter hoogte van het Hoge Raam kunnen fietsers de N65 kruisen via de fietstunnel (Zie paragraaf 3.1.1).
Doordat er een robuuste structuur aan parallelwegen gerealiseerd wordt, hoeft het agrarisch verkeer in de toekomst geen gebruik te maken van de N65. Daarnaast is het hierdoor mogelijk alle (ongeregelde) op- en afritten te sluiten. Binnen het plangebied biedt de kruising met de Torenstraat de mogelijkheid tot uitwisseling van verkeer. Om de robuuste parallelwegenstructuur te realiseren, wordt een (nu onverhard) gedeelte van de Antwerpsebaan en de Gestelsestraat verhard.
Figuur 3.5 visualisatie parallelwegen vanaf de Kreitestraat
Aanpassing bestemmingsplan
Voor de parallelwegen is een passende verkeersbestemming opgenomen in het bestemmingsplan.
De voorgenomen ontwikkeling dient getoetst te worden aan het nationale, provinciale en gemeentelijke beleid. Nieuwe ontwikkelingen dienen in lijn te zijn met dit beleid. In dit hoofdstuk is een beschrijving gegeven van het voor dit bestemmingsplan relevante beleid en is het voornemen hieraan getoetst.
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren. En op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeenten krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening. De SVIR biedt een nieuw en integraal kader voor het rijksbeleid over de ruimte en mobiliteit.
Overheden, burgers en bedrijven krijgen de ruimte om oplossingen te creëren. Zij verdienen het vertrouwen dat ze dat op een goede manier doen. Het Rijk gaat zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten en richt zich op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de belangen voor Nederland als geheel, zoals de hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer, energie en natuur. Ook waterveiligheid en milieukwaliteit (lucht, geluid, bodem, water en externe veiligheid) horen daarbij.
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte verstevigt het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. De verantwoordelijkheid om te sturen in de ruimtelijke ordening wordt door de SVIR nog meer bij de provincies en gemeenten gelegd. Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Dit houdt in dat de betekenis van de nationale structuurvisie voor het provinciaal inpassingsplan zodoende zeer beperkt blijft.
De structuurvisie richt zich op een dusdanig hoog schaalniveau en is als gevolg daarvan ook van een zeker (hoog) abstractieniveau, dat hieruit geen concrete beleidskaders voortkomen voor dit bestemmingsplan. Door decentralisatie van bevoegdheden wordt het relevante afwegingskader, voor zover niet al betrokken in de voorgaande MIRT-verkenning, gevormd door het beleid van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Haaren.
Relevantie plangebied
Het beleid, zoals vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, heeft geen gevolgen voor de voorgenomen ontwikkeling. De afweging voor deze ontwikkeling vindt decentraal plaats.
Naast de SVIR is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) als landelijk beleidskader van toepassing. Het besluit bevat regels voor de juridische borging van een beperkt aantal nationale belangen. Het gaat onder meer over rijksbelangen over rijksvaarwegen, bufferzones, nationale landschappen en het Natuurnetwerk Nederland. Hiermee maakt het Rijk duidelijk waar de provinciale en gemeentelijke plannen aan moeten voldoen. De regels en de verbeelding van de Barro maken duidelijk welke aspecten van belang zijn voor een ruimtelijk besluit.
Relevantie plangebied
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening stelt geen aanvullende eisen aan dit bestemmingsplan.
Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd, en is ‘de ladder voor duurzame verstedelijking’ daaraan toegevoegd. De ladder ondersteunt gemeenten en provincies in vraaggerichte programmering van hun grondgebied, het voorkomen van overprogrammering en de keuzes die daaruit volgen (Bro, artikel 3.1.d). Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van ruimte in stedelijke gebieden.
De toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.
Relevantie plangebied
De Ladder voor duurzame verstedelijking is van toepassing op nieuwe stedelijke ontwikkelingen. In artikel 1.1.1, eerste lid, onder i van het Bro wordt stedelijke ontwikkeling als volgt omschreven: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Het begrip ‘andere stedelijke voorzieningen’ wordt niet nader omschreven in het Bro.
De Afdeling oordeelt in een uitspraak van 18 februari 2015 dat de aanleg van een weg niet als stedelijke ontwikkeling wordt aangemerkt als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid van het Bro. Bij een nieuwe weg hoeft dus niet te worden getoetst aan de Ladder voor duurzame verstedelijking.
In de uitspraak van 18 februari 2015 zoekt de Afdeling aansluiting bij de nota van toelichting bij het Bro. Hierin is opgenomen dat de minister van Infrastructuur en Milieu op 14 november 2011 aan de Tweede Kamer heeft toegezegd om een handreiking beschikbaar te stellen. Deze is in oktober 2012 vastgesteld. In die handreiking staat dat onder het begrip ‘overige stedelijke voorzieningen’ wordt verstaan: accommodaties voor onderwijs, zorg, cultuur, bestuur en indoor sport en leisure.
De Afdeling oordeelt vervolgens dat gelet op de nota van toelichting, maar ook de strekking van de ladder (die er mede op gericht is leegstand tegen te gaan) de in het bestemmingsplan voorziene weg niet wordt aangemerkt als stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid in samenhang met artikel 1.1.1, eerste lid, onder i, van het Bro.
Het initiatief behoeft geen toets aan de ladder voor duurzame verstedelijking. De ladder voor duurzame verstedelijking is niet van toepassing op de reconstructie van de N65, omdat geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling.
De Ladder van Verdaas bestaat uit zeven treden die allemaal doorlopen zijn voor MIRT-verkenning van de N65 in Haaren. Bij het doorlopen van deze 'ladder' wordt nagegaan of de leefbaarheids- en bereikbaarheidsproblemen opgelost kunnen worden zonder nieuwe infrastructuur aan te leggen door in eerste instantie andere opties te onderzoeken.
De eerste trede betreft 'Ruimtelijke Ordening'. Met ruimtelijke ordening kan gestuurd worden in de nieuwe verkeersstromen en de autonome ontwikkeling. Echter, de N65 is een bestaande weg in een bestaande stedelijke omgeving, met nu al een leefbaarheidopgave. De leefbaarheid in Haaren is zodoende niet te verbeteren met trede 1 van de Ladder van Verdaas.
De tweede trede betreft 'Beprijzen'. Door beprijzen neemt de verkeersbelasting op bepaalde wegen af, maar niet dermate dat de leefbaarheids- en bereikbaarheidsproblemen worden opgelost. Aangezien het verbeteren van de leefbaarheid één van de belangrijkste uitgangspunten is voor de Reconstructie N65 is trede 2 niet van toepassing.
De derde trede betreft 'Mobiliteitsmanagement'. P+R, carpoolen en thuiswerken zijn autonome ontwikkelingen die betrokken zijn in verkeersmodellen voor de toekomstjaren. Deze kunnen beperkt bijdragen aan het beperken van verkeersstromen. Echter, op zichzelf zijn de effecten op de leefbaarheid in en bereikbaarheid van de regio marginaal.
De vierde trede betreft 'Openbaar vervoer'. Het openbaar vervoer in de regio bestaat voornamelijk uit bussen. In de plannen is reeds rekening gehouden met het Programma Hoogfrequent Spoor. De effecten zijn meegenomen in de verkeermodellen. Er is echter geen relevant effect op het wegverkeer op de N65.
De vijfde trede betreft 'Benutten'. Bij het tot stand komen van de Reconstructie N65 is gebleken dat het beter benutten van de bestaande N65 - met lokale aanpassingen - een oplossing biedt voor de leefbaarheid en de bereikbaarheid van de regio. Het beter benutten van de bestaande infrastructuur leidt tot een verbetering van de leefbaarheid en de doorstroming.
De zesde en zevende trede 'Uitbreiding bestaande infrastructuur' en 'Aanleg van nieuwe infrastructuur' zijn vanwege voorgaande niet aan de orde.
Relevantie plangebied
De Ladder van Verdaas is doorlopen. Trede 5 is van toepassing voor de aanpassingen aan de N65. De bestaande infrastructuur wordt in de toekomstige situatie beter benut. Daarnaast worden er parallelwegen aangelegd in het kader van het beter benutten van de N65. Trede 6 en 7, uitbreiden bestaande infrastructuur, is niet aan de orde.
De Structuurvisie ruimtelijke ordening is op 19 maart 2014 in werking getreden. De provincie geeft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De provincie kiest voor een duurzame ontwikkeling waarin de kwaliteiten van de provincie sturend zijn bij de ruimtelijke keuzes die de komende jaren op de provincie afkomen. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de kracht en identiteit van Noord-Brabant. De provincie streeft naar een complete kennis- en innovatieregio. Daarvoor zijn een aantrekkelijke woon- en leefomgeving, natuur- en landschapsontwikkeling, een robuust verkeer- en vervoersysteem en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven van cruciaal belang. De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem met aandacht voor hoogwaterbescherming, droogte en biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen. Met aandacht voor cultuurhistorische waarden en de leefbaarheid van kleine kernen. En een gevarieerd en aantrekkelijk stedelijk gebied, met sterke steden, groene geledingszones en uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Met aandacht voor sterke regionale economische clusters, (inter)nationale bereikbaarheid, knooppuntontwikkeling (zowel in de centra als aan de randen van de steden).
De structuurvisie is juridisch (bindend) vertaald in de Verordening ruimte 2014. Indien aan deze Verordening wordt voldaan, zal impliciet ook geen afbreuk worden gedaan aan één van de hierboven genoemde provinciale ruimtelijke belangen.
De Verordening ruimte Noord-Brabant (geconsolideerde versie 15-07-2017) is de juridisch uitwerking van de provinciale structuurvisie en bestaat uit een verbeelding en regels waar gemeenten zich aan dienen te houden bij het opstellen van ruimtelijke plannen en waar belanghebbenden, bij strijdigheid daarmee, zich op kunnen beroepen. Naast algemene geldende regels, zijn er ook specifieke regels die gekoppeld zijn aan bepaalde begrenzingen die terug te vinden zijn op de verbeelding.
Relevantie plangebied
De Verordening ruimte verdeelt het grondgebied van de provincie Noord-Brabant in 4 typen structuren:
Het tracé doorkruist alle vier de structuren. Aan de structuren zijn aanduidingen verbonden die nadere regels stellen voor de vaststelling van bestemmingsplannen. In onderstaande alinea's wordt per structuur de bijbehorende aanduidingen weergegeven. De regels waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen zijn tevens beschrijvend toegelicht.
Bestaand stedelijk gebied (kaartlaag Stedelijke ontwikkeling)
De N65 bij Helvoirt is gelegen naast de structuren 'Bestaand stedelijk gebied, kern in landelijk gebied', zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling in landelijk gebied en integratie stad-land. De ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt (met name de kruising Torenstraat, Molenstraat/Helvoirtseweg, Rijksweg) liggen gedeeltelijk in de structuur bestaand 'stedelijk gebied, kern in landelijk gebied'.
Structuur: Bestaand stedelijk gebied, kern in landelijk gebied
De N65 loopt langs Helvoirt. De N65 zelf valt niet binnen een aanduiding van het stedelijk gebied. Wel ligt de aan te passen kruising Torenstraat, Molenstraat/Helvoirtseweg, Rijksweg gedeeltelijk in de structuur bestaand 'stedelijk gebied, kern in landelijk gebied'. Hoofdregel van het provinciaal beleid is dat stedelijke ontwikkelingen plaats vinden in het stedelijk gebied. Een stedelijke ontwikkeling wordt in de verordening gedefinieerd als 'nieuw ruimtebeslag, dan wel uitbreiding of wijziging van bestaand ruimtebeslag ten behoeve van een samenhangende structuur van stedelijke functies'. Het begrip 'stedelijke functie' is in de verordening niet nader gedefinieerd. Buiten het bestaand stedelijk gebied geldt als uitgangspunt dat er alleen nieuwe stedelijke ontwikkeling mag plaatsvinden indien deze niet binnen bestaand stedelijk gebied van de betreffende kern mogelijk is.
De N65 is een bestaande weg, waarbij aanpassingen ter verbetering van de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid worden gedaan. Deze aanpassingen hebben voor maar een klein gedeelte een permanent (extra) ruimtebeslag. Het overgrote deel van de aanpassingen aan de N65 vinden plaats binnen het bestaande ruimtebeslag van de weg of in het bestaand stedelijk gebied en is niet op een andere locatie mogelijk en daarmee passend binnen de regeling.
Figuur 4.1 Uitsnede kaartlaag 'Stedelijke ontwikkeling'
Conclusie stedelijke ontwikkeling
Het plan voorziet in een stedelijke ontwikkeling en is op een andere locatie niet mogelijk en daarmee passend binnen het beleid. Daarnaast draagt het plan bij aan de leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid van Haaren.
Groenblauwe mantel (kaartlaag Natuur en landschap)
De N65 is, buiten de bebouwde gebieden, gelegen binnen de structuur 'Groenblauwe mantel'.
Structuur: Groenblauwe mantel
De provincie kiest in de Structuurvisie ruimtelijke ordening voor een vitaal en mooi landelijk gebied in Brabant. Deze inzet is uitgewerkt in twee robuuste structuren; de structuur 'gemengd landelijk gebied' en de 'groenblauwe structuur'.
In de groenblauwe structuur kiest de provincie voor een koppeling van het water- en natuursysteem van Brabant. Door meer samenhang in natuur en water worden het landschap en recreatiemogelijkheden versterkt. Deze aanpak maakt het ook mogelijk de gevolgen van klimaatveranderingen voor de natuur en het watersysteem beter op te vangen.
De kruising met de Torenstraat (zie figuur 4.2) is gedeeltelijk gelegen in de Groenblauwe Mantel (GBM). In de GBM dienen infrastructuurmaatregelen een positieve bijdrage te leveren aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken (art. 6.1 Verordening ruimte Noord-Brabant). Op basis van artikel 6.17 Verordening ruimte kan een bestemmingsplan voorzien in de aanleg of wijziging van een gemeentelijke of provinciale weg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De aspecten a en b zijn in hoofdstuk 2 Plangebied in de huidige situatie beschreven. De aspecten c en d zijn toegelicht in hoofdstuk 3 Plan. Voor de aspecten e t/m g is navolgend een onderbouwing opgenomen.
Figuur 4.2 Uitsnede kaartlaag 'Natuur en landschap' nabij kruising Torenstraat-N65
Aangezien het deel van de kruising met de Torenstraat, dat binnen de GBM valt, op dit moment ook grotendeels verhard is, is de verstoring van de GBM minimaal. De aanwezige waarden liggen dan ook met name in de directe omgeving van de N65. Deze waarden worden vergroot door de aanleg van de ecopassage bij de Broekleij en het aanleggen van de helofytenfilter.
De voorgenomen inrichting leidt niet tot het verlies van bijzondere elementen binnen de GBM die bepalend zijn voor de huidige aanwezige waarden. De genoemde landschappelijke structuur en waarden die in samenhang de kwaliteit van het gebied als groenblauwe mantel bepalen, worden door de nieuwe infrastructuur niet aangetast. De ontwikkeling zorgt echter wel voor een klein ruimtebeslag binnen de GBM.
Het beschermingskader van de Groenblauwe mantel schrijft voor dat '…de ontwikkeling gepaard gaat met een positieve bijdrage aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken' (art. 6.1). Om invulling te geven aan deze positieve bijdrage wordt voorgesteld om de bermen en bermgreppels een natuurvriendelijke inrichting en beheer te geven. Daaronder wordt verstaan het creëren van bloemrijke bermen en greppels die ontstaan als gevolg van aanleg en inzaaien met een voor dit doel samengesteld bloemrijk zaadmengsel, gevolgd door een beheer van maaien en afvoeren. Het maaibeheer bestaat uit één keer per jaar maaien van de bermen, met afvoeren van het maaisel. Bovenbeschreven voorstel dient door de Provincie Noord-Brabant te worden goedgekeurd. Het uiteindelijke voorstel wordt in de uitvoeringsovereenkomst geregeld.
Natuur Netwerk Brabant (kaartlaag Natuur en landschap)
De N65 ligt in de permanente en tijdelijke situatie op enkele plaatsen langs de structuur van het 'Natuur Netwerk Brabant'.
Structuur: Natuur Netwerk Brabant (NNB)
In de nieuwe situatie komt ter plaatse van de reconstructiewerkzaamheden NNB-gebied voor. Het betreft een NNB-gebied bij het Helvoirts Broek. Het plangebied loopt echter langs de grens van het NNB- gebied. In de reconstructie N65 en de werkzaamheden daarvoor wordt de NNB niet aangetast. De groene verbinding, die (zoals zichtbaar op figuur 4.3) het noordelijke en zuidelijke deel van Helvoirts Broek met elkaar verbindt, blijft behouden, en wordt zelfs verbeterd.
Figuur 4.3. Groenblauwe mantel en NNB bij kruising Torenstraat met de N65
Conclusie natuur
Het NNB wordt niet aangetast met de reconstructie van de N65. Wel wordt met de aanleg van een ecopassage bij de Broekleij de waarde van de natuur vergroot, aangezien een groter geheel met elkaar verbonden is. Een helofytenfilter zal daarbij zorgen voor een zuivering van het oppervlaktewater voordat het naar de Broekleij stroomt.
Gemengd landelijk gebied (kaartlaag 'Agrarische ontwikkeling en windturbines')
Op basis van de kaartlaag 'Agrarische ontwikkeling en windturbines' ligt het plangebied gedeeltelijk binnen de structuur 'Gemengd landelijk gebied'.
Figuur 4.5 Uitsnede kaartlaag 'Agrarische ontwikkeling en windturbines'
Structuur: Gemengd landelijk gebied
Op basis van artikel 7.18 Verordening ruimte kan een bestemmingsplan dat is gelegen in het 'Gemengd landelijk gebied' voorzien in de aanleg of wijziging van een gemeentelijke of provinciale weg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De aspecten a en b zijn in hoofdstuk 2 Plangebied in de huidige situatie beschreven. De aspecten c en d zijn toegelicht in hoofdstuk 3 Plan. Van de aspecten e en f is geen sprake. De tijdelijke N65 wordt aan de noordelijke zijde gerealiseerd. Deze gronden behoren niet tot het gemengd landelijk gebied. Daarnaast wordt, zoals hierna wordt besproken, in overleg met de provincie bekeken hoe invulling gegeven kan worden aan een groene en blauwe landschapsontwikkeling.
Conclusie gemengd landelijk gebied
Onder voorwaarde dat het plan gepaard gaat met een groene en blauwe landschapsontwikkeling is de aanpassing van de N65 mogelijk. In overleg met de provincie wordt bekeken hoe invulling wordt gegeven aan de groene en blauwe landschapsontwikkeling.
Overige aanduidingen
Op basis van de kaartlaag 'Cultuurhistorie' ligt het plangebied binnen de aanduiding 'Cultuurhistorisch vlak'.
Aanduiding Cultuurhistorisch vlak
In de nieuwe situatie vindt er voor een klein gedeelte permanent ruimtebeslag plaats binnen het 'Cultuurhistorisch vlak'. Dit is ten oosten van Helvoirt. Daarnaast komt de tijdelijke N65 ook gedeeltelijk te liggen binnen het 'Cultuurhistorisch vlak'. De verordening stelt dat ter plaatse van de aanduiding 'Cultuurhistorische vlakken' een bestemmingsplan:
De Reconstructie N65 voorziet voornamelijk in het aanpassen van de bestaande weg en bijbehorende kruisingen. In het kader van de verkenning zijn in het Kader Ruimtelijke Kwaliteit N65 Vught - Haaren (H+N+S, 2015) kernkwaliteiten voor de N65 benoemd.
Figuur 4.6 Uitsnede kaartlaag 'Cultuurhistorie'
Conclusie cultuurhistorie
De reconstructie van de N65 zorgt voor een klein gedeelte voor permanent ruimtebeslag in het 'Cultuurhistorisch vlak'. Daarnaast komt een gedeelte van de tijdelijke N65 ten westen van Helvoirt in het 'Cultuurhistorisch vlak' te liggen. In hoofdstuk 5 zijn de effecten van de Reconstructie N65 op de (cultuurhistorische) kernkwaliteiten beschreven. Hiermee is het aspect cultuurhistorie en de effecten van de Reconstructie N65 hierop voldoende beschreven.
De gemeente Haaren heeft op 22 januari 2015 de Structuurvisie Haaren vastgesteld. Deze structuurvisie beslaat het hele grondgebied van de gemeente Haaren (buitengebied en bebouwde kom). In een structuurvisie wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de komende 10 tot 15 jaar vastgelegd. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de structuurvisiekaart.
Ten aanzien van de gebiedsopgave voor de N65 stelt de gemeente Haaren zich tot doel samen met de regio te komen tot de ontwikkeling van de weg als duurzame schakel in een robuust Brabants wegennetwerk. Het bijzondere karakter van de weg als voormalige Napoleonsbaan moet behouden blijven en rekening moet worden gehouden met de omgevingskwaliteiten. uitgangspunten zijn dat:
er wordt daarbij gestreefd naar het realiseren van robuuste ecologische verbindingen, minder oversteekplaatsen en het herstel van oude landschapsstructuren aan weerszijden van de N65.
De ambities uit de structuurvisie zijn afgewogen in de reconstructie N65. Aan de reconstructie N65 wordt met dit bestemmingsplan invulling gegeven.
In de Integrale landschappelijke en stedenbouwkundige visie, inpassing van geluidbeperkende voorzieningen in de Gemeente Haaren (d.d. 3 oktober 2016) staan de volgende uitgangspunten per deelgebied.
Deelgebied “Langs de kern ten westen van de Julianastraat/Antwerpsebaan”:
Deelgebied “Langs de kern ten oosten van de Julianstraat/Antwerpsebaan”
Deelgebied “Dorpsentree”
Deelgebied N65 door het buitengebied
Het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP) 2010 bevat de gemeentelijke visie en het beleid op het gebied van het lokale verkeer voor korte middellange en lange termijn (2020). De gemeenteraad heeft het GVVP op 3 december 2010 vastgesteld.
Het beleid is uitgewerkt in een wensbeeld voor een aantal thema's. Doorstroming van het hoofdwegennet waaronder de N65 is daarbij een punt dat actief onder de aandacht moet blijven binnen de regio. De beoogde aanpassingen dragen bij aan een betere doorstroming van deze N65 en een betere afwikkeling van het verkeer in het gebied.
Voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, wordt de voorgestelde ontwikkeling getoetst aan diverse milieuaspecten. Voor de reconstructie van de N65 zijn de volgende milieuaspecten relevant:
Doordat er gedurende de bouwwerkzaamheden aan de N65 gebruik wordt gemaakt van een tijdelijke weg, wordt in alle onderzoeken zowel de permanente als de tijdelijke situatie onderzocht. De verschillende onderzoeken worden tijdens de procedure van inspraak en vooroverleg over dit voorontwerpbestemmingsplan uitgevoerd of geactualiseerd aan de hand van het nieuwe ontwerp van de N65. De uitkomsten van de definitieve onderzoeken worden in het ontwerpbestemmingsplan toegevoegd. In de navolgende paragrafen is per milieuaspect een korte beschrijving van het onderzoek weergegeven. Indien mogelijk is aangegeven of er, op basis van eerder uitgevoerd onderzoek, negatieve effecten op het milieu verwacht worden.
Bodem
Er heeft, in de MIRT- verkenning, een beschouwing van de bodemverontreinigingen plaatsgevonden. Er wordt door het adviesbureau Antea Group een historisch bodemonderzoek conform de richtlijnen uit de NEN 5725 uitgevoerd voor de Reconstructie N65. Naar verwachting komen hieruit, op basis van de uitkomsten uit het historisch bodemonderzoek, geen belemmeringen voor het vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient door middel van een verkennend bodemonderzoek de bodemkwaliteit onderzocht te worden.
Water
De Reconstructie N65 gaat uit van een verdiepte ligging van de N65 bij de kruising met de Torenstraat. Dit betekent dat er een grotere opgave ontstaat op het gebied van infiltratie en berging van hemelwater. Daarnaast zullen de gevolgen voor het grondwater beschouwd moeten worden. Er is, door het adviesbureau Arcadis, een onderzoek uitgevoerd omtrent het opvangen van water rondom de N65. In het ontwerpbestemmingsplan worden de uitkomsten van dit onderzoek verwerkt in de waterparagraaf. Het aspect water vormt naar alle waarschijnlijkheid geen belemmering voor uitvoering van het plan.
Archeologie
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu – directoraat generaal bereikbaarheid heeft het adviesbureau Antea Group in februari 2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis daarvan kan worden geconcludeerd dat, ondanks de hoge archeologische verwachtingswaarde, geen sprake is van extra verstoringen op de gronden van de bestaande N65. Voor de te realiseren parallelwegen geldt dat de dubbelbestemming archeologie opgenomen wordt in het bestemmingsplan. Hierdoor zijn de archeologische waarden voldoende geborgd en behoeft er geen nader veldonderzoek uitgevoerd te worden.
Cultuurhistorie
Vanaf de 19e eeuw ontstond een landgoederenzone die zich vanaf ’s-Hertogenbosch in zuidwestelijke richting uitstrekte. Veel van deze landgoederen zijn zichtbaar vanaf de N65 en medebepalend voor het karakter van de N65. In de omgeving van de N65 liggen daarnaast vele monumenten. De beschermde cultuurhistorische waarden zijn opgenomen op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Brabant. Op deze kaart is de N65 aangewezen als onderdeel van het cultuurhistorisch landschap. Dit landschap wordt, door de ontwikkeling, niet aangetast.
Natuur
Er is in 2017 en 2018 reeds een natuurtoets uitgevoerd in het kader van de MIRT- verkenning. Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van het oude ontwerp (VKA). Er wordt, door het adviesbureau Antea Group middels een quickscan onderzocht of de wijzigingen in het ontwerp effect hebben op de natuurtoets. De verschillen hiertussen worden in kaart gebracht. Dit heeft met name gevolgen voor het onderdeel gebiedsbescherming. Naar verwachting wordt er in de Reconstructie N65 minder NNB gebied aangetast. De definitieve onderzoeksresultaten worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.
Verkeer
Met het realiseren van de reconstructie N65 wordt de doorstroming en verkeersveiligheid verbeterd en nemen de wachttijden af. In het ontwerpbestemmingsplan wordt dit verder onderbouwd.
Geluid
Op basis van het vernieuwde ontwerp wordt akoestisch onderzoek uitgevoerd. In het onderzoek zijn de effecten van de voorgenomen wijzigingen in beeld gebracht aan de hand van plausibiliteitstoetsen, GPP toetsen en een onderzoek op woningniveau. Naar verwachting leidt de Reconstructie N65 tot een afname van geluidhinder op de omliggende bebouwing.
Luchtkwaliteit
In het kader van de MIRT-verkenning zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd voor het onderdeel luchtkwaliteit. De concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5) van het VKA zijn berekend op een groot aantal beoordelingspunten langs de N65 en de wegen in Vught en Helvoirt. Op alle beoordelingspunten wordt ruim voldaan aan de grenswaarden van de Wet milieubeheer. Er wordt, op basis van het vernieuwde ontwerp, de meest recente verkeersprognose en de laatste inzichten ten aanzien van emissiefactoren opnieuw onderzocht of er wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd voor het hele N65- project, voor de gemeenten Haaren en Vught. Hierdoor worden aanpassingen in Vught die invloed hebben op de wegen in Haaren, ook meegenomen en beoordeeld.
Bedrijven en milieuzonering
In het plan worden geen aanpassingen gedaan aan bedrijven. Wel wordt een bedrijf aan de Rijksweg gesloopt. De verkeersbestemming heeft geen invloed op de bedrijfsvoering van de zittende bedrijven. In het ontwerpbestemmingsplan wordt nader toegelicht dat het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
Externe veiligheid
Het project komt in essentie neer op het verbeteren of upgraden van een bestaande autoweg waarbij de refentielijn ongewijzigd blijft. De te verkennen verandering heeft geen gevolg voor de omvang en samenstelling van het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit betekent dat er geen nadelige veranderingen kunnen optreden.
Trillingen
Trillingshinder ten gevolge van verkeer op een weg kan optreden bij woningen zeer nabij de weg bij een zachte ondergrond en/of oneffenheden in de weg. De N65 ligt op een relatief stevige zandgrond. Uitgangspunt is dat de nieuwe weg en de overgangen naar de verdiepte liggingen egaal zijn. Hierbij meegenomen dat in de huidige situatie geen trillingshinder van de weg bekend is, is trillingshinder ook bij de reconstructie N65 niet te verwachten.
Milieueffectrapportage
Bij veel projecten is het verplicht om aandacht te besteden aan m.e.r. De N65 is een autoweg. De aanpassing van een autoweg is genoemd in bijlage D van het Besluit m.e.r. Over een lengte van meer dan 5 kilometer vinden op diverse locaties aanpassingen aan de N65 plaats. Dit betekent dat er een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd moet worden. Er is op basis van het VKA een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd. Dit document wordt aan de hand van bovenstaande onderzoeken geactualiseerd.
In een bestemmingsplan zijn de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor een bepaald gebied opgenomen. Het onderhavige bestemmingsplan regelt de inrichting van het gebied door voor de gronden bestemmingen aan te wijzen. Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (kaart) in samenhang met de regels. In deze paragraaf wordt het juridische deel van het bestemmingsplan nader toegelicht.
Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het bestemmingsplan dient te voldoen aan de als bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Dit betekent dat bestemmingsplannen kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling van gegevens en raadpleging daarvan.
Onderhavig bestemmingsplan 'N65 Helvoirt 2019' bestaat uit een verbeelding, de regels en een toelichting. De verbeelding en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden opgenomen en toegepast.
Op de verbeelding krijgen alle gronden binnen het plangebied een bestemming. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. De juridische betekenis van deze bestemmingen en aanduidingen zijn terug te vinden in de regels. Een gedeelte van de informatie op de analoge verbeelding heeft geen juridische betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een kadastrale/GBKN ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding. Bij eventuele verschillen tussen de digitale en analoge verbeelding is de digitale verbeelding juridisch bindend.
De regels bepalen de gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied en geven tevens de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot bouwwerken aan. De regels van het bestemmingsplan 'N65 Helvoirt 2019' zijn opgebouwd conform de door het SVBP2012 voorgeschreven systematiek en omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en ten slotte de overgangs- en slotregels.
In de begripsbepalingen worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om onduidelijkheid door interpretatieverschillen te voorkomen. Er zijn alleen begripsbepalingen opgenomen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Een gedeelte van de begrippen is omschreven in het SVBP en dient letterlijk daaruit te worden overgenomen. Deze begrippen en de voorgeschreven omschrijvingen zijn overgenomen.
Ook over de bepaling van afstanden, hoogtes en oppervlaktes kunnen interpretatieverschillen ontstaan. Om op een eenduidige manier afstanden, hoogtes en oppervlakten te bepalen, wordt in de 'Wijze van meten' uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden. Ook voor de wijze van meten worden in de SVBP2012 regels gegeven, welke in het plan letterlijk zijn overgenomen.
Per bestemming, die op de verbeelding wordt gebruikt, worden bouw- en gebruiksregels opgenomen. De opbouw van de bestemmingen ziet er in beginsel als volgt uit:
In de bestemmingsomschrijving wordt een omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functie(s). De hoofdfunctie(s) worden als eerste genoemd. Indien van toepassing worden ook de aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies genoemd. De ondergeschiktheid kan worden aangegeven door de woorden 'met daaraan ondergeschikt'. De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie binnen de betreffende bestemming.
In de bouwregels is bepaald welke bouwwerken mogen worden opgericht, waarbij in ieder geval een onderscheid wordt gemaakt tussen de regeling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en daar waar van toepassing ook tussen hoofdgebouwen en bijgebouwen. Voorts bevatten de bouwregels, voor zover van toepassing, minimale en maximale maatvoeringen voor de diverse bouwwerken zoals goothoogtes, bouwhoogtes, oppervlaktes en dakhellingen.
Door het opnemen van afwijkingsbevoegdheden wordt flexibiliteit in bestemmingsregels gecreëerd door mogelijkheden te bieden om in beperkte mate af te wijken van de algemeen toegestane bouwregelingen. Deze bevoegdheden zijn niet bedoeld voor afwijkingen van de bouwregels, waarvan de verwachting is, dat ze veelal kunnen worden verleend. In dat geval zijn de bouwregels hierop aangepast. Voor elke afwijking is aangegeven waarvan een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels wordt verleend, de maximale afwijking die met de omgevingsvergunning kan worden toegestaan en meestal de situaties of voorwaarden waaronder een omgevingsvergunning wordt verleend. Het gaat hier om afwijkingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien afwijkingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 van de regels (zijnde algemene regels).
Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening vervallen. In dit artikel was het verbod opgenomen om gronden te gebruiken op een manier die in strijd is met het bestemmingsplan. Derhalve moeten in de specifieke gebruiksregels bepaalde functies concreet worden genoemd als zijnde verboden gebruik. Ook het laten gebruiken moet specifiek worden genoemd.
Door middel van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels kan van de gebruiksregels in het plan worden afgeweken ten behoeve van een concrete vorm van grondgebruik. Dit mag echter niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel kan worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van functies die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies, maar dat via het afwijken geen 'nieuwe' functies kunnen worden toegestaan. Het afwijken van de gebruiksregels dient te zien op kleinere, planologisch minder ingrijpende onderwerpen. Functiewijzigingen en grotere, ruimtelijke ingrepen dienen te worden geregeld via een wijzigingsbevoegdheid, een afzonderlijke bestemmingsplanherziening of via de mogelijkheden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (buitenplans).
Met een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden kunnen specifieke inrichtingsactiviteiten aan een werk of werkzaamheid worden verbonden. Onder deze inrichtingsactiviteiten valt niet het bouwen en het gebruiken. Een vergunningenstelsel wordt opgenomen om extra bescherming aan een specifieke waarde van de bestemming te bieden, zoals landschappelijke of natuurlijke waarden, ecologische waarden of de groen- en/of waterstructuur.
Hierna zijn de binnen het plangebied gelegen bestemmingen afzonderlijk opgenomen.
De meest omvangrijke bestemming is de bestemming 'Verkeer'. Hieronder vallen alle wegen en straten met hoofdzakelijk een verkeersfunctie. Ook voet- en rijwielpaden, onderdoorgangen en tunnels. Overwegen, bruggen en duikers, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en ondergeschikte voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, openbare verblijfsvoorzieningen, straatmeubilair, bijbehorende verhardingen en voorzieningen van algemeen nut vallen onder de bestemming 'Verkeer'.
De gas- en waterleidingen die in het plangebied aanwezig zijn, worden nog geïnventariseerd. Er wordt, in het ontwerpbestemmingsplan, een passende dubbelbestemming voor de leidingen opgenomen.
Artikel 5 Waarde - Archeologie
Er worden geen archeologische waarden in het plangebied verwacht, doordat het overgrote deel van het plangebied in de huidige situatie reeds verhard is. De grond is al meerdere malen geroerd bij het aanleggen van de huidige infrastructuur. Er zijn enkele gronden die in de huidige situatie niet in gebruik zijn als weg, maar bijvoorbeeld als agrarische grond. Om de mogelijke archeologische waarden in deze gronden te beschermen, wordt de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 opgenomen voor het gehele plangebied. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning zullen deze gronden onderzocht moeten worden.
De aanvrager van een omgevingsvergunning dient, voor grondroerende werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 100 m², een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Artikel 6 Waterstaat - Natte natuurparel bufferzone
Er is een Natte natuurparel aanwezig in het plangebied. Hiervoor is een dubbelbestemming opgenomen. De gronden met deze dubbelbestemming zijn , behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische waarden van de bufferzone rondom de natte natuurparel.
Artikel 7 Waterstaat - Natte natuurparel kernzone
Er is een Natte natuurparel aanwezig in het plangebied. Hiervoor is een dubbelbestemming opgenomen. De gronden met deze dubbelbestemming zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische waarden in de kern van de natte natuurparel.
Artikel 8 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Er zijn enkele gronden in het plangebied aangewezen als bestaand overstromingsgebied/inundatiegebied. Deze gebieden zijn doormiddel van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' op de verbeelding opgenomen. Binnen deze gebieden geldt dat ontwikkelingen neutraal of dienstbaar moeten zijn aan de waterberging.
Overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening is de anti-dubbeltelregel opgenomen. Deze regel wordt opgenomen om bijvoorbeeld te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel of een bepaalde oppervlakte van een bouwperceel mogen beslaan, het resterende onbebouwde terrein ook nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Voor het hele plangebied, en dus alle bestemmingen, gelden een aantal algemene bouwregels. Deze hoeven dus niet opgenomen te worden in de afzonderlijke bestemmingen. Het betreffen bouwregels ten aanzien van de bestaande bebouwing, voorzieningen van algemeen nut, ondergeschikte bouwdelen en parkeernormen in relatie tot bouwen.
Ten aanzien van bouwen en parkeernormen geldt dat parkeervoorzieningen in voldoende mate op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd om in de parkeerbehoefte te voorzien.
Voor het hele plangebied, en dus alle bestemmingen, gelden een aantal algemene gebruiksregels. Deze hoeven dus niet opgenomen te worden in de afzonderlijke bestemmingen. Het betreffen gebruiksregels die tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken worden gerekend.
Dit betreft de nadere aanduiding van samenhangende gebieden gelegen over meerdere bestemmingen waarop een nadere regeling van toepassing is. Deze gebiedsaanduidingen hebben met name betrekking op sectorale aspecten die ruimtelijk relevant zijn en waaraan een zonering (aan te houden afstand) is toegekend.
In dit bestemmingsplan betreft het de gebiedsaanduidingen:
In deze regels wordt aangegeven in welke gevallen burgemeester en wethouders bevoegd zijn om af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om, tenzij anders vermeld, afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
In deze regels wordt aangeven welke ruimtelijke procedure doorlopen moet worden voor afwijkingen, werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden en wijzigingen.
In deze regels wordt het overgangsrecht, zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening, overgenomen. Als laatste wordt de slotregel opgenomen, ook zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze regel schrijft voor hoe het plan kan worden aangehaald.
Naast het toetsen van een bestemmingsplan aan diverse milieu- en veiligheidsaspecten, dient het bestemmingsplan ook getoetst te worden aan de uitvoerbaarheid van het plan. Hierbij wordt gekeken naar de financiële haalbaarheid.
Inzake de vaststelling van het VKA en de daarop volgende planfase en realisatie voor de aanpassing van de N65 hebben het Rijk, de provincie Noord- Brabant, de gemeente Vught, de gemeente Haaren en de gemeente 's Hertogenbosch een bestuursovereenskomst getekend in juni 2016. In deze overeenkomst is het taakstellend budget van € 107 miljoen euro vastgesteld. In november 2018 is het besluit genomen om het budget te verruimen, ten behoeve van de Reconstructie N65. Het bestaande budget was niet toereikend om de vernieuwde bouwstenen te realiseren. In deze overeenkomst is het taakstellend budget daarom verhoogd tot € 145 miljoen. Uit dit taakstellend budget worden alle kosten gefinancierd voor de planfase en de realisatiefase. De geluidschermen uit het MJPG worden afzonderlijk door het Rijk gefinancieerd.
De financiële haalbaarheid is anderszins geregeld, waardoor geen exploitatieplan benodigd is. Hiermee is de financiële haalbaarheid voldoende geborgd.
Bestemmingsplan
De bestemmingsplanprocedure conform de Wro wordt beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In de Wro zijn hierop nog enkele wijzigingen beschreven. Samengevat is de bestemmingsplanprocedure als volgt:
Is één van bovenstaande twee gevallen aan de orde, dan mag in principe het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan pas bekend worden gemaakt nadat zes weken zijn verstreken. Het bestemmingsplan wordt daarna voor zes weken ter inzage gelegd waartegen beroep kan worden ingesteld.
Wanneer er geen beroep wordt ingesteld, dan treedt het bestemmingsplan in werking en wordt het bestemmingsplan onherroepelijk. Wanneer een beroep aanhangig is gemaakt treedt het bestemmingsplan in werking maar wordt (vooralsnog) niet onherroepelijk. Bij het instellen van een voorlopige voorziening kan het bestemmingsplan worden geschorst en treedt dan niet in werking.
In de Verkenning N65 is de omgeving op diverse manieren betrokken. Zo zijn informatieavonden en inloopbijeenkomsten gehouden, zijn gedurende het gehele proces regelmatig keukentafelgesprekken gevoerd met direct belanghebbenden en hebben klankbordbijeenkomsten plaatsgevonden. Daarbij is via diverse websites gedurende de verschillende projectfasen informatie gedeeld. Ook de gemeenteraden van Vught en Haaren en Provinciale Staten zijn diverse keren bijgepraat over het project. De stuurgroep heeft de omgeving via pers- en mailberichten geïnformeerd over de voortgang en tussentijdse besluiten.
Informatieavonden
Fase 1; MIRT verkenning
Na de Startbeslissing in mei 2013 is er voor gekozen om een tweetal informatieavonden (november 2013) te houden om geïnteresseerde aanwezigen bij te praten over de startbeslissing en het proces (planning) van de Verkenning N65. Dit was het begin van fase 1, met als doel de omgeving te benutten om te komen tot inhoudelijke verrijking, betere oplossingen en een gedragen bestuurlijke keuze van dit project.
In november 2014 zijn twee informatieavonden (Vught en Haaren) gehouden bij de afronding van fase 1. Het doel was om geïnteresseerde aanwezigen bij te praten over de Notitie Kansrijke Alternatieven (NKA) en het verdere proces (planning) van de verkenning N65.
In april 2015 is een tweetal inloopbijeenkomsten (Vught en Haaren) georganiseerd voor direct betrokkenen met als doel hun te informeren over de mogelijk grote impact van (sommige) alternatieven en varianten op hun directe leefomgeving. In juni zijn twee avonden in Vught gehouden om direct betrokkenen te informeren en in juli is een algemene informatieavond gehouden voor zowel Vught als Haaren.
In november 2015 is er een gezamenlijke informatiebijeenkomst gehouden om de uitkomsten van de quickscan te presenteren. Begin 2016 zijn direct betrokkenen in de vorm van keukentafelgesprekken geïnformeerd over het voorlopige bestuurlijk VKA van december 2015. Tot slot zijn in mei 2016 twee inloopbijeenkomsten (Vught en Haaren) georganiseerd om het VKA te presenteren.
Fase 2; Planfase
Met het publiceren van het vastgestelde VKA in juni 2016 is de planfase gestart. In deze fase worden de ontwerpen verder uitgewerkt. Uiteindelijk leidt dit dan tot een Bestemmingsplan.
Na het nader uitwerken van de schetsontwerpen vanuit het VKA heeft in januari van 2018 een informatieavond plaats gevonden. Op deze avond zijn opmerkingen vanuit de inwoners opgehaald. Hierbij zijn wensen uitgesproken het VKA op een aantal punten te wijzigen. Vanuit de omgeving werd duidelijk de voorkeur voor een tunnelbak boven een fietstunnel uitgesproken. Hiermee is het projectteam verder aan de slag gegaan.
In juni 2018 is in een volgende inwonersavond het nieuwe geoptimaliseerde ontwerp gepresenteerd. Een duurdere oplossing waar nog geen financiële dekking voor was. Aan de inwoners werd gevraagd of dit de goede denkrichting was en of deze optimalisatie aan hun wensen voldeed. De omgeving was positief over deze ontwikkelingen.
Nadat in november de dekking voor het nieuwe ontwerp geregeld was, is een nieuwe inwonersbijeenkomst georganiseerd. Op 10 december 2018 is het nieuwe ontwerp voor de reconstructie van de N65 gepresenteerd aan de inwoners. Voor een groot deel kwam dit ontwerp tegemoet aan de wensen van de inwoners.
Door middel van de hierboven beschreven interactie met de omgeving is draagvlak voor dit ontwerp ontstaan. Vanaf januari 2018 tot en met nu zijn ook vele persoonlijke gesprekken met bewoners gevoerd. Deze keukentafelgesprekken werden gedaan op verzoek van bewoners of op initiatief van de gemeente wanneer zij dat nodig achtten. Daar waar nodig heeft de gemeente de keuzes van het projectteam N65 toegelicht en zo begrip bij de omgeving gecreëerd. Gezamenlijk is ook gezocht naar oplossing voor persoonlijke gevolgen veroorzaakt door het project
De omgeving is maximaal betrokken bij de totstandkoming van dit plan.
Artikel 1.3.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan burgemeester en wethouders overleg met de besturen van bij het plan betrokken waterschappen plegen. Waar nodig plegen zij tevens overleg met besturen van andere gemeenten, met de provincie, de inspecteur voor de ruimtelijke ordening en met eventuele andere diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. De betrokken instanties worden in het kader van dit bestemmingsplan betrokken in het vooroverleg. De reacties van deze instanties worden, indien daar aanleiding toe bestaat, in het plan worden verwerkt.
Dit bestemmingsplan wordt als voorontwerpbestemmingsplan voor éénieder ter inzage gelegd. Het resultaat van deze terinzagelegging wordt in deze paragraaf opgenomen. Daarnaast zullen in het kader van het voorontwerp inloopspreekuren worden gehouden.
Na de fase van vooroverleg en voorontwerp wordt dit bestemmingsplan als ontwerpbestemmingsplan voor één ieder ter inzage gelegd. Het resultaat van deze terinzagelegging wordt in deze paragraaf opgenomen.