Plan: | Herziening Buitengebied, Postelstraat ong. Esch |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0788.BP17BGPOSTONG-ON01 |
het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied, Postelstraat ong. Esch' van de gemeente Haaren;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0788.BP17BGPOSTONG-ON01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde;
een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening;
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
bed & breakfast is een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten (maximaal 1 week) een onderkomen zoeken. Typerend voor bed & breakfast is:
Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal vanuit een woning en/of daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner, waaronder niet begrepen het verstrekken van logies, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Onder bedrijf of beroep aan huis wordt tevens begrepen detailhandel va internet, zonder opslag en/of verkoop aan huis;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een bij een woning behorend gebouw, zoals een garage, berging, carport of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat met de woning en dat indien het vrijstaat van de woning, niet voor bewoning is bestemd en geen kelder mag bevatten;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergoten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachten het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
beplanting rondom een gebouw en/of gebouwen;
georganiseerde activiteit die gedurende een korte periode relatief veel bezoekers trekt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen, woonwagenstandplaatsen, andere geluidgevoelige gebouwen zoals onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven en geluidsgevoelige terreinen zoals terreinen die horen bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
handleiding met lijsten met richtafstanden voor aan te houden afstanden tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen);
een gebouw, dat binnen een bouwperceel door constructie of afmetingen als het belangrijkste valt aan te merken;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte voor personen jonger dan 65 jaar met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
functie die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdfunctie op een bouwvlak;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
een niet overdekt terrein ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;
de scheiding tussen twee onroerende zaken die niet aan dezelfde eigenaar behoren, niet door dezelfde gebruiker worden benut, dan wel louter kadastraal gescheiden zijn.
een voorziening waarbij in tijden van overvloedige neerslag, water dat niet afkomstig is van uit de grote rivieren, tijdelijk vastgehouden kan worden om wateroverlast op andere plaatsen te voorkomen;
een zomerhuis in de vorm van een onderkomen op wielen, dat, mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op zelfstandige wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhanger van een auto te worden voortbewogen;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, etc.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, gevelisolatie, reclameaanduidingen, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- en/of bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 1 m.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming, gelden de volgende bepalingen:
Als voorwaarde voor het gebruiken of (doen) laten gebruiken van gronden en bouwwerken conform het bepaalde in 3.1 onder a. tot en met f. gelden de volgende regels:
Het is verboden om activiteiten uit te voeren waarbij ingrepen in de bodem plaatsvinden die dieper zijn dan 0,50 m onder maaiveld zoals bestaat bij de inwerkingtreding van dit plan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.3.3 mits uit bodemonderzoek is gebleken dat de ingreep niet leidt tot onevenredige aantasting van het leefklimaat van omliggende gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de doeleinden genoemde waarden.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Als voorwaarde voor het gebruiken of (doen) laten gebruiken van gronden en bouwwerken conform het bepaalde in 4.1 onder a. tot en met e. gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen zoals bedoeld in het bepaalde in 4.2.1 mag slechts worden verleend nadat minimaal 910 m3 grond is afgegraven binnen de bestemming 'Natuur' zoals opgenomen in dit plan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen zoals bedoeld in het bepaalde in 4.2.1 mag slechts worden verleend nadat ophoging is uitgevoerd conform het beeldkwaliteitsplan zoals opgenomen in Bijlage 2 van de regels.
Het bevoegd gezag kan afwijken ten behoeve van de uitoefening van bedrijven en beroepen aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde-Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 5.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door van een of meer bestemmingen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2, geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond tevens bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het waterbergend vermogen van de gronden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 9.1 en toestaan dat een deel van de woning, vrijstaand bijgebouw of bedrijfsgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijbehorend bouwwerk bij de woning voor "bed and breakfast" voorzieningen, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'beekherstelgebied' is vergroting van het bouwvlak enkel mogelijk indien en voor zover daarmee het gebied voor beekherstel niet onevenredig wordt aangetast.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de gronden van een gebied met de aanduiding 'beekherstelgebied', de hierna aangegeven werken, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 10.1.2 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 10.1.2 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheden tot beekherstel. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in deze regels, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Bij de afgifte van een omgevingsvergunning wordt het aantal te realiseren parkeerplaatsen bepaald conform de actuele kencijfers parkeren en verkeersgeneratie van kennisplatform CROW.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1 indien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in lid 13.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.
Met betrekking tot de voorbereiding van de wijziging van het bestemmingsplan, is Afdeling 3.4 (Openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied, Postelstraat ong. Esch' van de gemeente Haaren.