direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Kom Helvoirt, Lindelaan 21
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.BP1101HVTLINDEP102-OH01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', één vrijstaande woning;
  • b. een beroep aan huis, mits de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60 m²;
  • c. alsmede voor bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en parkeervoorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij vrijstaande woningen aan één zijde minimaal 2 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' bedraagt de goothoogte de maximaal aangegeven goothoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte de maximaal aangegeven bouwhoogte, met dien verstande dat het hoofdgebouw uit maximaal twee bouwlagen mag bestaan;
  • e. de maximale inhoud van het hoofdgebouw bedraagt 650 m³, inclusief bijbehorende bouwwerken in de vorm van aanbouwen.

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen

Bijbehorende bouwwerken en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. gezamenlijke oppervlakte, voor zover gebouwd buiten het bouwvlak, per hoofdgebouw bedraagt maximaal 100 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m², met dien verstande dat voor bijbehorende bouwwerken in de vorm van aanbouwen lid 4.2.1 sub e in acht genomen dient te worden;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 3,25 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 2 meter minder dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte maximaal 5,5 meter mag bedragen.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,25 meter;
  • b. pergola’s 2,25 meter;
  • c. speeltoestellen 3 meter;
  • d. vlaggenmasten 6 meter;
  • e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 meter.

4.2.4 Reclame-uitingen beroep aan huis

Reclame-uitingen ten behoeve van een beroep aan huis voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. maximum oppervlak van 0,20 m²;
  • b. de reclame-uiting dient aan de gevel te worden aangebracht.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 sub a voor het bouwen van al of niet vrijstaande overkappingen, mits:

  • a. deze wordt opgericht op een minimale afstand van 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel, met dien verstande dat:
    • 1. de afstand van de overkapping tot de voorste perceelsgrens minimaal 5 meter is;
    • 2. de oppervlakte maximaal 25 m² is;
    • 3. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 4. er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.

Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a kan slechts worden verleend, mits:

  • b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bijbehorende bouwwerken in de vorm van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

4.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels
4.5.1 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel

4.1 jo. artikel 8 sub a voor het toestaan van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60 m²;
  • b. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • c. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • d. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • e. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een bedrijf aan huis;
  • f. een reclame-uiting voldoet aan de volgende kenmerken:
    • 1. de reclame-uiting dient aan de gevel aangebracht te worden;
    • 2. maximum oppervlak van 0,20 m²;
    • 3. voor zover de reclame-uiting in de bestemming Tuin geplaatst wordt, dient voldaan te worden aan de voorwaarden welke binnen deze bestemming aan reclame-uitingen ten behoeve van een beroep aan huis zijn opgenomen.

Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a t/m f kan slechts worden verleend, indien:

  • g. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • h. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

4.5.2 Gebruik bijbehorend bouwwerk in de vorm van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4 en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
  • c. het bijbehorende bouwwerk in de vorm van een bijgebouw qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de betreffende (bedrijfs-)woning. De afhankelijke woonruimte gelegen is op maximaal 10 meter afstand van het hoofdgebouw;
  • d. de afhankelijke woonruimte gelijkvloers wordt uitgevoerd;
  • e. het betreffende (deel van het) bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bijgebouw voldoet aan de eisen die voor woongebouwen gelden zoals het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
  • f. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • g. de aanvraag geen betrekking heeft op een bedrijfswoning van een bedrijf met een milieucategorie 3 of hoger.
  • h. de omgevingsvergunning verleend op grond van sub a t/m g vervalt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

4.5.3 Bed and breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijbehorende bouwwerken in de vorm van bijgebouwen bij de woning voor “bed and breakfast” voorzieningen, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen, tot een maximum van 60 m² voor “bed and breakfast” wordt gebruikt;
  • b. degene die de activiteiten in de woning of het bijbehorend bouwwerk in de vorm van een bijgebouw zal uitvoeren dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. de activiteiten dienen qua aard, milieubelasting, uitstraling en intensiteit te passen in de woonomgeving;
  • d. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.