Plan: | Woonlocaties Gassel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0786.BPWoonlocGassel-VA02 |
Doorgehaald en geel gemarkeerde tekst betreft regels die zijn komen te vervallen als gevolg van de gerechtelijke uitspraak.
het bestemmingsplan ‘Woonlocaties Gassel’ met identificatienummer NL.IMRO.0786.BPWoonlocGassel-VA02 van de gemeente Grave.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwde zelfstandige ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap en die vanuit het hoofdgebouw rechtstreeks toegankelijk is.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner van het pand, waarbij de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
humusrijk grondpakket ontstaan door grondomwerking.
onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de minister van OCW) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten (resten uit het verleden).
een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het percentage van gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
een inrichting gericht is op het vervaardigen, bewerken en/of verwerken van producten zoals genoemd in de regels opgenomen bijlage 2, niet zijnde detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en horeca.
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau danwel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1 m boven meetniveau is gelegen.
de totale oppervlakte van de voor beroep- of bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de opslag- en administratieruimten en dergelijke.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
een vrijstaand of aan het hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat zowel ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) als functioneel ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw maar van daaruit niet rechtstreeks toegankelijk is en ten dienste staat van dat hoofdgebouw.
voorzieningen, die horen bij de betreffende bedrijfsvoering of functie en/of bouwvlakken.
een gebouw dat bestaat uit meerdere wooneenheden, al dan niet zelfstandig, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen, zorgvoorzieningen en verpleegvoorzieningen zijn toegestaan;
werken of werkzaamheden die een bodemverstorende werking kunnen hebben op het aanwezige archeologische bodemarchief.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een (boven pel gelegen) doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
bovenste deel van de bodem van bijvoorbeeld een akker dat door menging door ploegen of spitten is ontstaan en humusrijker is dan de ondergrond (zie ook akkerdek). De grondlaag waar de wortels van de planten in groeien. Doorgaans de bovenste 30 cm.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten vrijstaand, twee-aaneen (halfvrijstaand) of aaneengebouwd, waarbij:
zone of gebied dat op de gemeentelijke beleidskaart archeologie is opgenomen.
waarden en kernmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen, verhuren en leveren van goederen geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de in de KNA gestelde kwalificaties van senior archeoloog.
een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, telefoon-/telegraaf-/ telexdienst, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven.
het omzetten van de grond, gemeten vanaf peil met een diepte van minimaal 0,50 m, ten behoeve van het agrarisch gebruik.
de diepte van de bodemverstorende ingreep, gemeten ten opzichte van het maaiveld ter plaatse (straat of terreinniveau).
het omzetten van de grond, gemeten vanaf peil met een diepte van minimaal 0,50 m, ten behoeve van het agrarisch gebruik.
hoekige of ronde uitbouw aan gevel.
bedrijf c.q. inrichting, waarvan voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen:
voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak op het gebied van sport, muziek, kunst, hobby, tuin, vrije tijd en sociaal cultureel vlak.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
De totale vloeroppervlakte van die delen van een gebouw met eenzelfde gebruiksbestemming;
een woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau.
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mag worden gebruikt.
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
wonen in een ondergeschikt deel van een woning als medegebruiker van het pand.
een gebouw, dat dient voor het verlenen van diensten met een administratief karakter en/ of het verrichten van handelingen met een overwegend administratief karakter door bedrijven en (semi)overheidsinstellingen, zonder een publieksgerichte baliefunctie;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de 'Nota Parkeernormen 2014' van de gemeente Grave, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van Grave op 3 december 2013.
gebouwde voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van water, elektriciteit, gas e.d.
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen.
detailhandel, die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdbestemming.
onder meetniveau.
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren.
het gebied (zone) waarbinnen bodemingrepen plaatsvinden die een verstorende werking kunnen hebben op het archeologisch bodemarchief.
voorzieningen ten behoeve van het parkeren, zoals parkeerplaatsen en in- en uitritten.
grens van een bouwperceel.
een dak met een dakhelling van minder dan 20°;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan. Onder een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis wordt mede een bed & breakfast verstaan.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een aan een hoofdgebouw gebouwde, en vanuit dat hoofdgebouw rechtstreeks toegankelijke ruimte, die in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw, maar daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap – en een uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw is.
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag.
Verordening Mobiliteitsfonds 2010 zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Grave op 14 december 2010.
een naar de openbare weg en/of fietspad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw (bij een hoekperceel met een grondgebonden woning is er slechts sprake van één voorgevel).
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
alle water dat zichtbaar aanwezig is (oppervlaktewater) in bijvoorbeeld waterlopen, poelen, vijvers, meren en zeeën, of onzichtbaar aanwezig is (grondwater) zoals freatisch grondwater direct beneden het maaiveld.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan infiltratievoorzieningen, dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen, gemalen, inlaten etc.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een niet naar een weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving zoals deze is opgenomen in 3.1.2.
In het onderstaande is een nadere detaillering van het bepaalde in 3.1.1 opgenomen.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede nutsgebouwtjes die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van nutsgebouwtjes gelden de volgende regels:
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van de maatvoering zoals opgenomen in lid 3.2, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de woningen ter plaatse van de locatie Torenstraat conform
de bestemming 'Wonen' is alleen toegestaan als er ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen
- driftvoorziening' een afscherming conform bijlage 1 is gerealiseerd. Deze voorziening dient vervolgens in
stand te worden gehouden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 3.1.2 onder a teneinde het gebruik van de gronden ten behoeve van een tuin toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals ondergrondse retentievoorzieningen en overeenkomstig het bepaalde in de nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving zoals deze is opgenomen in 4.1.2.
In het onderstaande is een nadere detaillering van het bepaalde in 4.1.1 opgenomen.
Uitsluitend zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan die ten dienste van deze bestemming staan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van de maatvoering zoals opgenomen in lid 4.2, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 4.1.2 onder a teneinde het gebruik van de gronden ten behoeve van een tuin toe te staan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, tuinen, erven, groenvoorziening, parkeervoorzieningen, paden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen e.d. en overeenkomstig de nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving zoals deze is opgenomen in 5.1.2.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1.
Gebruik van ruimten binnen de woning en/of aan-/uitbouwen en bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.5.2 kunnen burgemeester en wethouders het gebruik van ruimten binnen de woning en/of aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, toestaan.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, zoals hoofdgebouwen in de vorm van woningen en aanbouwen en aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen.
Hoofdgebouwen dienen aan de volgende eisen te voldoen:
Voor de aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende regels:
Het plaatsen van hekwerken op een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw is uitsluitend toegestaan indien burgemeester en wethouders de omgevingsvergunning als bedoeld in 5.3.6 verlenen.
In afwijking van het voorgaande geldt voor gebouwen van openbaar nut, zoals voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie, het volgende:
Ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen'.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.2.3 onder a, teneinde de situering van aan- en/of uitbouwen buiten de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarde:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.2.2 onder d teneinde de maximale goot- en bouwhoogte te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarde:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.2.2 onder a, teneinde uitbreidingen van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.2.2 onder e, teneinde een andere kapvorm danwel dakhelling toe te staan, mits er geen sprake is van een onevenredige aantasting van het bebouwingspatroon en van de cultuurhistorische waarden van de monumenten en beeldbepalende panden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van de maatvoering zoals opgenomen in lid 5.2, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 5.2.6 indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het maximaal aantal toegestane woningen en de bouwwijze van woningen als bedoeld in 5.2.2 onder b en c ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1', teneinde maximaal 2 twee-aaneengebouwde woningen toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woon-werk locatie' is een werkfunctie toegestaan met maximale milieucategorie 2, zoals aangegeven in bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten. Hierbij geldt tevens dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de woningen ter plaatse van de locatie Sint-Jansvoort conform de bestemming 'Wonen' is alleen toegestaan als de erfafscheidingen (schuttingen en poorten) aan de achterzijde van de woningen transparant worden uitgevoerd, zodat er voldoende doorzicht naar de achtergelegen kerk behouden blijft, en als zodanig in stand worden gehouden.
Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de woningen ter plaatse van de locatie Torenstraat conform
de bestemming 'Wonen' is alleen toegestaan als er ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen
- driftvoorziening' binnen de bestemming 'Groen' een afscherming conform bijlage 1 is gerealiseerd. Deze
voorziening dient vervolgens in stand te worden gehouden.
In verband met spuitzonering is het ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - spuitzone' verboden de
gronden te bebouwen, de gronden te gebruiken conform de bestemming 'Wonen' en mogen de gronden geen
onderdeel uitmaken van een bouwperceel.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.4.2 onder a en toestaan dat een bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:
Het bevoegd gezag trekt bovengenoemde omgevingsvergunning in, indien de bij het verlenen van de vergunning aanwezige noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 5.4.2 onder b, en toestaan dat een publieksgerichte aan huis verbonden bedrijfsactiviteit wordt uitgeoefend, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het opheffen van het bepaalde in artikel 5.4.7 onder de voorwaarde dat er ter plaatse sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Uitsluitend mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de in 6.1 omschreven doeleinden, en voor de andere daar voorkomende bestemmingen, voor zover:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.
De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Alvorens het bevoegd gezag kan beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende werkzaamheden of andere werken uit te voeren:
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een vergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de diepte van de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 meter en de hoogte niet meer bedraagt dan 3 meter.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q.
bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Voor wat betreft de functie wonen moet per woning ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht en in stand gehouden worden in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Hiervoor dienen de normen zoals opgenomen in de ‘Nota Parkeernormen' van de gemeente Grave (2014) te worden gehanteerd. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
Voor wat betreft functies anders dan wonen moet, indien de omvang, het gebruik of de bestemming van een gebouw of terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht en in stand gehouden worden in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, dan wel op het betreffende terrein, overeenkomstig de in de ‘Nota Parkeernormen' van de gemeente Grave opgenomen normen. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging.
De in 8.2.1 en 8.2.2 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan:
Indien het gebruik of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, overeenkomstig de publicatie 'parkeerkencijfers - basis voor parkeernormering (CROW)' opgenomen normen.
Het bevoegd gezag kan toestemming verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 8.2.1, 8.2.2, 8.2.3 en 8.2.4:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden binnen het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de realisatie van een seksinrichting, onder de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduiding ‘waardevolle bebouwing’ zijn de gronden mede bestemd voor behoud, beheer en/of herstel van de cultuurhistorische en/of architectonische waarde van de bebouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen door de bijlage ‘waardevolle bebouwing’ en verbeelding te wijzigen door waardevolle bebouwing toe te voegen dan wel te verwijderen, mits is aangetoond dat deze bebouwing deze waarden heeft dan wel deze waarden niet meer aanwezig zijn. Alvorens te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij een ter zake kundige commissie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen als bedoeld in 3.1.2 onder b 4.1.2 onder b teneinde een jongerenontmoetingsplaats toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het toestaan van evenementen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit bestemmingsplan teneinde de plaatsing van bouwborden mogelijk te maken, mits:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Woonlocaties Gassel'.