Plan: | Chw Locatie Fokmast Goirle |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0785.BP2019004Fokmast-vg01 |
Het bestemmingsplan is met het oog op duurzame ontwikkeling gericht op het in onderlinge samenhang:
het bestemmingsplan "Chw Locatie Fokmast Goirle" met identificatienummer NL.IMRO.0785.BP2019004Fokmast-vg01 van de gemeente Goirle.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig, of hiermee te vergelijken gebied, niet zijnde detailhandel, dat door tenminste één bewoner van een woning in die woning en/of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie blijft behouden, en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke en visuele uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
een agrarische activiteit waarbij door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren agrarische producten worden geproduceerd die (direct) voortkomen uit het gebruik van de bodem.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling, dat voldoet aan de meest actuele versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), met als resultaat het overleggen van een archeologische rapportage zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, een aan huis gebonden beroep: daaronder niet begrepen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, niet zijnde een bedrijfswoning.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein en die kennelijk slechts bedoeld is voor (het huishouden van) een persoon, die eigenaar is van, of werkzaam is in, het op hetzelfde bouwperceel aanwezige bedrijf.
de grens van een bestemmingsvlak.
activiteit waarvoor in het bestemmingsplan een vergunningplicht is gecreëerd en regels zijn gesteld, op basis van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder c en g van de Wabo.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wabo.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect en duurzaam met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een melding op grond van het Besluit uniforme saneringen.
een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten.
de bovenafdichting van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een supermarkt.
een activiteit wordt meer dan 12 maanden niet meer uitgevoerd.
energiewinning uit natuurlijke bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in grote hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aard- en omgevingswarmte.
toepassen van innovatieve toepassingen ten aanzien van energiegebruik, energiewinning en materiaalgebruik, zoals zonnepanelen, sedumdaken, circulair bouwen e.d.
een verbinding tussen natuurgebieden (met nieuwe of herstelde natuur) die deel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland en zijn bedoeld om het migreren van dieren en planten tussen natuurgebieden mogelijk te maken (uitwisseling van genen).
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door natuurlijke, ecologische en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overigen).
het evenementenbeleid van de gemeente Goirle zoals dat geldt op het moment van de aanvraag van een vergunning voor het houden van een evenement;
een vorm van grondgebonden landbouw, zoals beweiding in lage veebezetting en de verbouw van akkerbouwproducten, in hoofdzaak gericht op de instandhouding en/of vergroting van de natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, waarbij de aan de gronden toegekende waarden niet onevenredig mogen worden aangetast.
de fysieke leefomgeving omvat onder andere de volgende thema's:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, niet zijnde een (zee)container.
het gebruiken, doen en laten gebruiken.
bedrijfsactiviteiten gericht op het tijdelijk opslaan van goederen en materialen die uit de openbare ruimte vrijkomen en voor hergebruik geschikt zijn zoals stenen, grond/zand, straatmeubilair en dergelijke.
het geheel van voorzieningen en activiteiten ten behoeve van groenaanleg, waaronder in ieder geval moeten worden verstaan parken, met bijbehorende voorzieningen, zoals verhardingen, waterpartijen, waterberging, watergangen en sloten, speelplaatsen, speel- en trapveldjes waaronder Cruijff-courts, bruggen en andere kunstwerken, straatmeubilair, en dergelijke, alsmede voorzieningen ter ondersteuning van de verkeersregulering en de verkeersveiligheid.
een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkste is.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies worden verstrekt en/of dranken en etenswaren voor directe consumptie worden bereid en/of verstrekt één en ander al dan niet in combinatie met een vermaakfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaakfunctie.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door eigenschappen van het grond en oppervlaktewater en het gedrag er van in het gebied.
de nieuwe watersituatie moet minimaal gelijk zijn aan de uitgangssituatie., waarbij:
zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit.
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van administratieve aard.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
werken en werkzaamheden die plaatsvinden op of aan de oppervlakte van het stortlichaam en waarbij:
Dit kan zich voordoen bij een verandering in de gebruiksfunctie van het terrein of bij concrete handelingen zoals:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
doelen voor de instandhouding, het herstel en het beheer van een Natura 2000-gebied.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, waterhuishoudkundige voorzieningen, (collectieve) energievoorzieningen (onder andere warmte- en koudeopslag), telefooncellen, abri's, apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, en dergelijke.
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder c juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo.
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, licht-, antenne- en vlaggenmasten, windvanen, wolfseinden, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, balkon- en terrashekken en dergelijke, liftschachten, dakkapellen en andere ondergeschikte dakopbouwen en overige overstekende daken.
niet zelfstandige functie, die in ruimtelijk, functioneel en bedrijfseconomisch opzicht ondergeschikt is aan de toegelaten hoofdfunctie.
beneden het peil.
het bedrijfsmatig opslaan en verpakken en verhandelen van goederen voor zover voortvloeiende uit het opslaan en verpakken van goederen, waarbij onder 'goederen' tevens afvalstoffen en grond wordt verstaan, niet zijnde detailhandel.
elke bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde verbonden is en afsluitbaar is.
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van (gemotoriseerd) verkeer.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortbedrijf.
installatie voor het bewerken van bouw- en sloopafval, met inbegrip van alle daarbij gebruikte overige installaties en toestellen.
die vormen van dagrecreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen;
het nachtverblijf voor recreatieve doeleinden, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht buiten het hoofdverblijf, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
een bedrijf gericht op het hergebruik van bouwmaterialen, gericht op circulaire economie, waaronder puinbreken, shredden van houtafval, trommelen van stenen, breken en zeven van steenachtige materialen, opslag en overslag van afval en bouwmaterialen, zeven van grond, gronddepot en afvalsortering.
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, een privéhuis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
de als Bijlage 1 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en installaties.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeerstekens, wegafbakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, (ondergrondse) afvalcontainers, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaarden, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's en andere hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
het uitvoeren, doen uitvoeren en laten uitvoeren .
het aanbrengen van een dichte deklaag in de vorm van bijvoorbeeld klinkers, asfalt of beton.
de totale oppervlakte, buitenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grondlaag, de verdiepingen, de zolder en de aangebouwde bijgebouwen.
een stortplaats voor afval waar het storten beëindigd is vóór 1 september 1996.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, water afvoer, (compenserende) waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, waarbij de goederen via internet worden aangeboden, per post worden geleverd en geen afhaalmogelijkheden bestaan.
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het plan, tenzij anders bepaald.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en enig punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
van het peil tot het laagste punt van het bouwwerk, fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven peil.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt. Onder ondergeschikte bouwdelen worden in ieder geval verstaan plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, licht, antenne- en vlaggenmasten, windvanen, wolfseinden, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, balkon- en terrashekken en dergelijke, dakkapellen, andere ondergeschikte dakopbouwen, liftschachten, en overige overstekende daken.
Binnen 'Bedrijf' zijn de volgende functies toegestaan:
één en ander met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, andere functies en voorzieningen, zoals groen, ecologische waarden, erven en terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, ondergrondse technische infrastructuur en nutsvoorzieningen.
Binnen 'Bedrijf' zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Bij het beginnen of veranderen van activiteiten ten behoeve van de functies opgenomen in lid 4.1.1 moet worden voldaan aan het bepaalde in Artikel 15 en de volgende algemene regels, ongeacht of deze vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn:
Op de gronden en in de bouwwerken zijn de volgende activiteiten ten behoeve van de toegestane functies vergunningvrij toegestaan:
Het beginnen of veranderen van de volgende functies en activiteiten is verboden zonder melding. Bij een melding wordt voldaan aan de procedureregels in artikel 18.1, de in lid 4.2.1 genoemde voorwaarden én de onderstaande aanvullende voorwaarden:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien aan het bepaalde in Artikel 13 en de volgende regels wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan, met een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in:
Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend voor een aangewezen bouwplan als bedoeld in 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, dient het kostenverhaal te zijn verzekerd overeenkomstig artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning voor het aanleggen werken en werkzaamheden uit te voeren binnen een straal van 5 meter van bestaande bomen.
Het verbod als genoemd in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het aanleggen van de in lid 4.4.1 genoemde werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat de bomen geen permanente schade lijden door de werken en werkzaamheden. Dit dient te worden aangetoond middels een onafhankelijke BoomEffectAnalyse.
Het bevoegd gezag kan, conform het geldende kapbeleid, voorschriften opleggen omtrent een herplantplicht, indien het uit te voeren werk noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering en bomen daardoor (permanente) schade lijden of beschadigd raken.
Voor het slopen zijn de regels in artikel 19.2 van toepassing.
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
Binnen 'Bedrijventerrein' zijn de volgende functies toegestaan:
één en ander met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, andere functies en voorzieningen, zoals groen, ecologische waarden, erven en terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, ondergrondse technische infrastructuur, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en waterberging.
Binnen 'Bedrijventerrein' zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Bij het beginnen of veranderen van activiteiten ten behoeve van de functies opgenomen in lid 5.1.1 moet worden voldaan aan het bepaalde in Artikel 15 en de volgende algemene regels, ongeacht of deze vergunningvrij, meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn:
Op de gronden en in de bouwwerken zijn de volgende activiteiten ten behoeve van de toegestane functies vergunningvrij toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
Het beginnen of veranderen van de volgende functies en activiteiten is verboden zonder melding. Bij een melding wordt voldaan aan de procedureregels in artikel 18.1, de in lid 5.2.1 genoemde voorwaarden én de onderstaande aanvullende voorwaarden:
Het beginnen of veranderen van de volgende activiteiten ten behoeve van de toegestane functies is verboden zonder vergunning. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien wordt voldaan aan de in lid 5.2.1 genoemde voorwaarden en onderstaande aanvullende voorwaarden:
Voor het bouwen gelden naast het bepaalde in Artikel 15 ook de volgende regels:
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Bedrijfsgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde
Bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan, met een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in:
Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend voor een aangewezen bouwplan als bedoeld in 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, dient het kostenverhaal te zijn verzekerd overeenkomstig artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning voor het aanleggen werken en werkzaamheden uit te voeren binnen een straal van 5 meter van bestaande bomen.
Het verbod als genoemd in lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het aanleggen van de in lid 5.4.1 genoemde werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat de bomen geen permanente schade lijden door de werken en werkzaamheden. Dit dient te worden aangetoond middels een onafhankelijke BoomEffectAnalyse.
Voor het slopen zijn de regels in artikel 19.2 van toepassing.
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
Binnen 'Groen' zijn de volgende functies toegestaan:
één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, andere bijbehorende functies en voorzieningen, zoals ecologische waarden, ondergrondse technische infrastructuur en nutsvoorzieningen.
Binnen 'Groen' zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Bij het beginnen of veranderen van activiteiten ten behoeve van de functies opgenomen in lid 6.1.1 moet worden aangetoond dat:
Op de gronden en in de bouwwerken zijn de volgende activiteiten ten behoeve van de toegestane functies vergunningvrij toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien wordt voldaan aan het bepaalde in Artikel 15 en de volgende regels:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning voor het aanleggen werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als genoemd in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
Binnen 'Natuur' zijn de volgende functies toegestaan:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding locatiespecifieke toelaatbaarheid voor functies geldt:
één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, andere functies en voorzieningen, zoals groen, ondergrondse technische infrastructuur, alsmede nutsvoorzieningen.
Binnen 'Natuur' zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Bij het beginnen of veranderen van activiteiten ten behoeve van de functies opgenomen in lid 7.1.1 moet aangetoond worden dat:
Op de gronden en in de bouwwerken zijn de volgende activiteiten ten behoeve van de toegestane functies vergunningvrij toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
Voor het bouwen gelden naast het bepaalde in Artikel 15 ook de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, met een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in lid 7.3.1 onder a, uitsluitend voor het bouwen van nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, onder de voorwaarde dat:
Voor het slopen zijn de regels in artikel 19.2 van toepassing.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning voor het aanleggen van werken en uitvoeren van werkzaamheden, de activiteiten uit te voeren:
Het verbod als genoemd in lid 7.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
Binnen 'Verkeer' zijn de volgende functies toegestaan:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding locatiespecifieke toelaatbaarheid voor functies geldt:
één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, andere functies en voorzieningen, zoals ecologische waarden, erven en terreinen, parkeren en stallen, laden en lossen, ondergrondse technische infrastructuur, nutsvoorzieningen alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en waterberging.
Binnen 'Verkeer' zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Bij het beginnen of veranderen van activiteiten ten behoeve van de functies opgenomen in lid 8.1.1 moet worden voldaan aan Artikel 15 en aan het vereiste van verkeersveiligheid.
Op de gronden en in de bouwwerken zijn de volgende activiteiten ten behoeve van de toegestane functies vergunningvrij toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende aanvullende voorwaarden:
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien wordt voldaan aan het bepaalde in Artikel 15 en de volgende regels:
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning voor het aanleggen werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als genoemd in lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Op de gronden is zonder melding of vergunning het normaal beheer en onderhoud ten behoeve van de in dit artikel opgenomen functies toegestaan.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in lid 9.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 is niet vereist voor het uitvoeren van het volgende werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen dan wel de veiligheid van het aangrenzende woon- en leefklimaat en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 9.3.1 wint het bevoegd gezag daarover een schriftelijk advies in bij de beheerder van de ondergrondse leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Het gaat hierbij om de gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachting.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden met een diepte groter dan 30 centimeter uit te voeren:
Het in lid 10.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen waaronder in ieder geval moet worden verstaan ploegen, eggen, het uitbaggeren van sloten en greppels, of werken en werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
De voor 'Waarde - Geomorfologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel of de ontwikkeling van de aardkundige waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken die daar ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen mogen worden gebouwd en/of uitgevoerd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in de in lid 11.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als genoemd in lid 11.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van de in lid 11.3.1 genoemde werken en werkzaamheden wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de voorwaarden dat de werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een onevenredige aantasting van de bodemstructuur.
Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in lid 11.3.1 wint het bevoegd gezag daarover schriftelijk advies in bij een deskundige inzake geomorfologie.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De initiatiefnemer dient bij het aanvragen van een omgevingsvergunning te voldoen aan de vereisten ten aanzien van duurzaamheid, met dien verstande dat tenminste voldaan is aan de vereiste dat:
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, worden overschreden ten behoeve van tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), liftkokers en -schachten, galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
De zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het bouwperceel zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende bouwperceel aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.3.1 indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging van onderhoud van de vrij te laten ruimte.
Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw geldt dat ten behoeve van het parkeren en/of het stallen van auto's in de juiste mate ruimte wordt aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort, met dien verstande dat:
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort.
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.4.1 en/of lid 13.4.2:
De voor 'milieuzone - geurzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geurbelasting.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geen emissiepunten voor geur zijn gelegen of worden aangelegd.
De voor 'veiligheidszone - leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten vanwege een gasleiding.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding':
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 14.2.2 om beperkt kwetsbare objecten toe te staan, mits:
De voor 'veiligheidszone - lpg' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten vanwege een verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG.
In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg':
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' te verwijderen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.
De voor 'overige zone - attentiegebied waterhuishouding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van de hydrologische waarden door middel van het in stand houden van stromingen in grondwatersystemen.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het in lid 14.4.2 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in lid 14.4.2 onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de werken of werkzaamheden geen negatieve effecten hebben op de (grond)waterhuishouding of onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en het herstel van hydrologische waarden.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning wordt advies ingewonnen bij de waterbeheerder.
De voor 'overige zone - reserveringsstrook leidingen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede gereserveerd voor het aanleggen van leidingen.
De gronden als bedoeld in lid 14.5.1 mogen niet worden bebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - in Interim omgevingsverordening toe te voegen NNB' wordt de structuur 'natuurnetwerk Brabant' toegevoegd aan de Interim omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voormalige stortplaats' gelden er, in aanvulling op de regels voor de andere daar voorkomende bestemmingen voor het bouwen of uitvoeren van werken en werkzaamheden nadere regels ter bescherming van het milieu en de gezondheid vanwege een voormalige stortplaats.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
De onder 14.7.2 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de toelaatbaar gestelde functies en/of activiteit. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
De volgende werkzaamheden:
zijn uitsluitend toegestaan indien:
Het transformeren van de gronden aangewezen als 'Bedrijf' en als zodanig gebruiken conform artikel 4 voor een recyclebedrijf is uitsluitend toegestaan indien:
Het transformeren van de gronden aangewezen als 'Bedrijf' en als zodanig gebruiken conform artikel 4 is uitsluitend toegestaan indien op de gronden met de bestemming 'Groen' uiterlijk binnen één jaar na ingebruikname de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en in stand wordt gehouden, conform hoofdstuk 4 van de in Bijlage 2 opgenomen Gebiedsvisie.
Het transformeren van de gronden aangewezen als 'Bedrijf' en als zodanig gebruiken conform artikel 4 voor een recyclebedrijf is uitsluitend toegestaan indien:
Het bevoegd gezag dient de openbare ruimte verkeersveilig in te richten en ingericht te houden.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, worden toegepast, zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan, tenzij expliciet anders is geregeld.
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan 'Chw Locatie Fokmast Goirle' van de gemeente Goirle.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de Gemeente Goirle:
De voorzitter, De griffier,