direct naar inhoud van Regels
Plan: Altenaweg 8, Gilze
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPaltenaweg8-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

plan

het bestemmingsplan 'Altenaweg 8, Gilze' van de gemeente Gilze en Rijen.

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0784.BPaltenaweg8-VG01 met de bijbehorende regels.

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

aan- en uitbouw/aangebouwd bijgebouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

aan-huis-gebonden beroep

vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' in bijlage 1, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen en vergunningbesluit milieubeheer geldt en dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

africhtingsbedrijf voor paarden

een bedrijf gericht op het africhten en trainen van paarden.

agrarisch bedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:

  • a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, waaronder bollenteelt, daaronder niet begrepen sier- en fruitteelt, boomkwekerij en bosbouw;
  • b. boomkwekerij: een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
  • c. bosbouw: de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;
  • d. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder tevens wordt verstaan een paardenfokkerij;
  • e. intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
  • f. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  • g. sierteelt: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen;
  • h. fruitteelt: de teelt van fruit;
  • i. bollenteelt: de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt van bolbloemen;
  • j. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
  • k. paardenfokkerij: het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij waarbij het africhten van en de handel in paarden in ondergeschikte mate plaatsvindt; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardenstalling en manege.

agrarisch grondgebruik

gronden ten behoeve van agrarische activteiten waaronder:

  • a. telen en verbouwen van gewassen;
  • b. hobbymatig houden van dieren.

afhankelijke woonruimte

een bijgebouw/bedrijfsgebouw dat een ruimtelijke en planologische eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.

archeologisch deskundige

een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.

archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

bed & breakfast

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend recreatief verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij een eigen keuken is uitgesloten.

bedrijf

een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.

bedrijfsgebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of twee of meer met wanden omsloten ruimte vormt en in gebruik is ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten.

bestaande afstands-, hoogte-, in houds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; bestemmingsvlakken ten behoeve van bestemmingen die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bestemming te vormen.

Bevi-inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; bouwvlakken ten behoeve van bedrijven die verbonden zijn door middel van de aanduiding 'relatie', worden geacht één bouwvlak voor één bedrijf te vormen.

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van het woongenot.

cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

dienst- of bedrijfswoning

een woning, bij een bedrijf of instelling, bestemd voor de huisvesting (het huishouden) van een persoon die op dat bedrijf werkzaam is.

ecologische verbindingszones

natuurlijke elementen die als verbindingsweg fungeren tussen verschillende leefgebieden.

erf- en terreinafscheiding

een bouwwerk dat dient ter afscheiding van het erf of een terrein.

extensief recreatief medegebruik/recreatief medegebruik

een extensieve recreatieve niet-bedrijfsmatige gebruiksvorm, welke zich beperkt tot bijvoorbeeld wandelen, paardrijden, fietsen, picknicken, kanoën en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie en de daarbij behorende extensieve recreatieve voorzieningen zoals banken, bewegwijzering en picknicktafels, ondergeschikt aan de overige ingevolge de doeleindenomschrijving toegestane bestemming, en dientengevolge niet het primaire c.q. hoofdgebruik betreffende.

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel met twee of meer wanden omsloten ruimte vormt.

hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

logiesgebouw

gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin twee of meer logiesfuncties liggen, die zijn aangewezen op een of meer gemeenschappelijke verkeersroutes.

natuurhuisjes

een permantent gebouw welke wordt gebruikt als bed & breakfast.

nevenactiviteit

een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de in dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bestemming.

overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van maximaal drie gesloten wanden.

opslag

het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.

paardenpension/paardenstalling

het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder paardenpension/paardenstalling worden geen maneges verstaan.

peil

  • a. voor bouwwerken die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg, ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

permanente bewoning

het verblijven in een kampeermiddel, een recreatieverblijf, een verblijfsrecreatief appartement of in een gebouw, geen woning zijnde, met het kennelijke doel om dat kampeermiddel, recreatieverblijf, verblijfsrecreatief appartement dan wel het gebouw als hoofdverblijf te gebruiken.

recreatief nachtverblijf

een stacaravan, chalet, trekkershut of ander recreatief verblijf die naar aard en inrichting is bedoeld voor recratief gebruik waarvan de gebruiks elders hun woonverblijf hebben.

recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen kampeermiddel of logiesgebouw zijnde, die bestemd is voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.

verbeelding

de digitale weergave van het bestemmingsplan.

voorgevelrooilijn

de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.

woning

een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, of een andere daarmede vergelijkbare economische eenheid.

zijdelingse perceelsgrens

de zijdelingse grens tussen twee (of meerdere) percelen.

zonneweide

een terrein waarop zonnepanelen geplaatst zijn.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

anaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.6 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch grondgebruik;
  • b. evenementen;
  • c. recreatief medegebruik;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en (ontsluitings)wegen.

met dien vertande dat:

  • e. tevens het bepaalde in de artikelen 8 en 12 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen geldt dat er op of in gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. erf- of terreinsafscheidingen, veekeringen, tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en permanente boomteelthekken zijn toegestaan buiten bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van veekeringen bedraagt ten hoogste 1,5 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. paardenbakken zijn niet toegestaan.

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - omb' een onderhouds- en montagebedrijf uit de ten hoogste milieucategorie B1;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - Zonneweide' zonnepanelen voor particulier gebruik;
  • c. bedrijfswoning;
  • d. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water en nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en (ontslutings)wegen;

met uitzondering van:

  • f. aan-huis-gebonden beroepen;

met dien verstande dat:

  • g. tevens het bepaalde in de artikelen 8 en 12 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uizondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. geldt dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - zonneweide' zonnepanelen zijn toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - zonneweide' omheiningen rond de zonnepanelen zijn toegestaan;

met dien verstande dat:

  • c. algehele herbouw van de woning uitsluitend mag plaatsvinden op bestaande fundamenten;
  • d. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'vab' het volgende geldt:
    • 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing is in geen geval toegestaan;
    • 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    • 3. het gebruik van kassen is in geen geval toegestaan;
    • 4. van het bepaalde onder 2 kan worden afgeweken indien voormalige agrarische bebouwing wordt gesaneerd, met dien verstande dat het oppervlak van de nieuw op te richten bebouwing maximaal 20% mag bedragen van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken met een maximum van 400 m²;
  • e. overigens geldt het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. opp.   max. inhoud   max. goot hoogte   max. bouw-
hoogte  
dakhelling (min/max)   min. afstand tot zijdelingse perceels-
grens  
min. afstand tot voor gevel lijn   min. afstand tot de bedrijfs-woning (min/max)  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)   één, tenzij anders op de verbeelding aan-
gegeven  

-  
750 m3   5 m   11 m   20° / 55°   5 m   -   - / -  
bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfs woning   -   100 m2     3 m   5,5 m   20° / 55°   5 m   5 m   - / -  
overige bedrijfs-
gebouwen  
-   150 m2     5 m   11 m   20° / 55°   5 m   10 m   2 / -  
overige erf- of terrein-
afscheidingen voor de voorgevel
overige plaatsen  
-   -     -  



1 m

2 m  
- / -
 
-   -   - / -  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   -     -   6 m   - / -   -   -   - / -  

- = niet van toepassing

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Ten behoeve van de herbouw van woningen buiten bestaande fundamenten

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 sub c, teneinde algehele herbouw van een burgerwoning buiten de bestaande funderingen toe te staan met inachtneming van het volgende:

  • a. de herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel;
  • b. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving;
  • c. herbouw leidt tot een betere milieuhygiënische inpasbaarheid;
  • d. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • e. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast.

4.3.2 Ten behoeve van afstand tot de zijdelings perceelsgrens

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 sub e ten behoeve van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mits de voorgenomen afstand nooit minder dan 3 m bedraagt en stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. nieuwe Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. nieuwe Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. detailhandel is niet toegestaan, behoudens bij handelsbedrijven zoals opgenomen in lid 4.1;
  • d. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • e. per bedrijf mag de oppervlakte kantoor niet meer bedragen dan 50% van het totale vloeroppervlak met een maximum van 400 m² per bedrijf.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 sub f ten behoeve van het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen die ten hoogste vallen binnen de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt met inachtneming van het volgende:

  • a. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen mag niet meer dan 60 m² bedragen;
  • b. buitenopslag en buitenactiviteiten ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen zijn niet toegestaan;
  • c. in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
  • d. aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
  • e. ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
  • f. het gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • g. één van de bewoners van het hoofdgebouw dient eigenaar/bedrijfsleider te zijn van het aan-huis-gebonden beroep.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Ten behoeve van het maximaal te bebouwen oppervlak

Burgemeester en wethouders kunnen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de bouwaanduiding 'vab', de maximumoppervlaktemaat ten behoeve van het bebouwd oppervlak wijzigen, met inachtneming van het volgende:

  • a. het bestaande bebouwde oppervlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot, met dien verstande dat het bebouwde oppervlak bij technische en agrarisch verwante bedrijven tot 25% mag worden vergroot;
  • b. de verkeersaantrekkende werking mag niet toenemen;
  • c. er mag geen sprake zijn van een vergroting van de milieubelasting op de omgeving;
  • d. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak, waarvoor het volgende geldt:
  • e. de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming 'Groen - Landschappelijke inpassing' zodat dat de groene inpassing planologisch wordt beschermd.

4.7 Voorwaardelijke verplichting

Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Bedrijf' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zonneweide' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 6, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels, maximaal na 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen;
  • b. landschappelijke inpassing;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  • d. geluidswerende voorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen als nutsvoorzieningen, fiets- en voetpaden, parkeer- en stallingsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

Artikel 6 Groen - Lanschappelijke inpassing

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landschappelijke inpasssing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen;
  • b. landschappelijke inpassing;
  • c. hobbymatig agrarisch gebruik;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  • e. geluidswerende voorzieningen;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen als nutsvoorzieningen, fiets- en voetpaden, parkeer- en stallingsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen;
  • b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • c. hobbymatig agrarisch gebruik;
  • d. ter plaatse van de functieaanduiding 'Bed & Breakfast' twee recreatiewoningen in de vorm van natuurhuisjes;
  • e. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - Zonneweide' zonnepanelen voor particulier gebruik;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en (ontsluitings)wegen;

met uitzondering van:

  • g. aan-huis-gebonden beroepen;

met dien vertande dat:

  • h. tevens het bepaalde in de artikelen 8 en 12 van toepassing is als de gronden zijn voorzien van een dubbelbestemming of een gebiedsaanduiding.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zonneweide' zonnepanelen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zonneweide' omheiningen rond de zonnepanelen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'Bed & Breakfast' twee recreatiewoningen met een maximale oppervlakte van 50 m2 per woning;
  • d. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erfafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

met dien verstande dat:

  • e. algehele herbouw van de woning uitsluitend mag plaatsvinden op bestaande fundamenten;
  • f. de oppervlakte van de bijgebouwen ten behoeve van de bed & breakfast mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • g. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'voormalig agrarisch bedrijf' het volgende geldt:
    • 1. bestaand is toegestaan, maar het uitbreiden van bestaande bebouwing is in geen geval toegestaan;
    • 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    • 3. het gebruik van kassen is in geen geval toegestaan;
    • 4. van het bepaalde onder 2 kan worden afgeweken indien voormalig agrarische bebouwing wordt gesaneerd, met dien verstande dat een bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen is toegestaan van 100 m2, vermeerderd met 25% van het oppervlak aan gesloopte bebouwing, waarbij de totale oppervlakte van bijgebouwen plus de oppervlakte aan te herbouwen bijgebouwen nooit meer mag bedragen dan 200 m².
  • h. overigens geldt het volgende:
  max. oppervlak   max. inhoud   max. goothoogte   max. bouw hoogte   min. afstand zijdelingse perceelsgrens   afstand tot de woning (min/max)   min. afstand tot de voorgevel rooilijn  
Woning (inclusief aan- en uitbouwen)     750 m3   5 m   10 m   5 m      
bijgebouwen en overkappingen bij de woning   100 m2      3 m   5,5 m   5 m   2 m / 10 m   5 m  
erfafscheidingen binnen het bouwvlak:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
buiten het bouwvlak  
     


1 m

2 m

1 m  
     
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde (met uizondering van erfafscheidingen)         6 m        

7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Ten behoeve van de herbouw van woningen buiten bestaande fundamenten

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 4.2 sub c teneinde algehele herbouw van een burgerwoning buiten de bestaande funderingen toe te staan met inachtneming van het volgende:

  • a. de herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel;
  • b. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving;
  • c. herbouw leidt tot een betere milieuhygiënische inpasbaarheid.
  • d. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  • e. door de herbouw het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig wordt aangetast.

7.3.2 Ten behoeve van afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 4.2 sub e ten behoeve van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mits de voorgenomen afstand stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels;

  • a. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'vab' is buitenopslag in geen geval toegestaan;
  • b. permanente bewoning van bijgebouwen, welke worden gebruikt ten behoeve van de burgerwoning is niet toegestaan;
  • c. husivesting van arbeidsmigranten of seizoenarbeiders in de bed & breakfast is niet toegestaan;
  • d. gebruik van de bijgebouwen als solitaire recreatiewoning is niet toegestaan;
  • e. paardenbakken zijn niet toegestaan.

7.5 Voorwaardelijke verplichting
  • a. Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Wonen' is uitlsuitend toegestaan indien de te slopen bebouwing, zoals opgenomen in bijlage 1 van de regels, is gesaneerd binnen 12 maanden na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.
  • b. Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Wonen' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels, maximaal na 1 jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.

Artikel 8 Waarde - Landschap 5

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap - 5' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - bestemd voor behoud, versterking en ontwikkeling van de waarden die samenhangen met het beekdal te weten:

  • a. het reliëf;
  • b. het contrast tussen open weidegebied en beboste gebieden.

8.2 Bouwregels

Met betrekking tot het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt in afwijking van artikel 3 de volgende regel:

  • permanente boomteelthekken zijn niet toegestaan.

8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Afwijken met betrekking tot andere bestemmingen

Indien met betrekking tot het bouwen - ingevolge de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) – een omgevingsvergunning kan worden verleend, wordt hierbij het volgende in acht genomen:

  • Door het verlenen van de omgevingsvergunning mogen de waarden, zoals in lid 8.1 bedoeld, niet in onevenredige mate worden geschaad.

8.3.2 Afwijken ten behoeve van permanente boomteelthekken

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 8.2 ten behoeve van permanente boomteelthekken met inachtneming van het volgende:

  • de waarden, zoals in lid 8.1 bedoeld, mogen niet in onevenredige mate worden geschaad.

8.4 Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt in afwijking van artikel 3 de volgende regel:

  • tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan.

8.5 Ontheffing gebruiksregels
8.5.1 Afwijken met betrekking tot andere bestemmingen

Indien van de gebruiksregels ingevolge de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) een omgevingsvergunning kan worden verleend, wordt hierbij het volgende in acht genomen:

  • door het verlenen van de omgevingsvergunning mogen de waarden, zoals in lid 8.1 bedoeld, niet worden geschaad.

8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.6.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden buiten het bouwvlak uit te voeren:

  • a. egaliseren, ophogen, afgraven, grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm (zoals diepploegen) en ontginnen;
  • b. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, aanleggen van drainage, uitgezonderd het vervangen van bestaande drainage;
  • c. het blijvend omzetten van grasland naar bouwland;
  • d. het aanbrengen van opgaande beplanting, uitgezonderd erfbeplanting;
  • e. verwijderen, vellen of rooien van houtopstanden;
  • f. aanleg van verhardingen > 100 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en kavelpaden).

8.6.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod van lid 8.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. het verwijderen, vellen of rooien van opgaande beplanting in het kader van natuur- en landschapsbeheer betreffen;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

8.6.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waarden, zoals in lid 8.1 bedoeld, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

8.7 Wijzigingsbevoegdheid

Indien met betrekking tot de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) het plan kan worden gewijzigd, wordt hierbij het volgende in acht genomen:

  • door de planwijziging mogen de waarden, zoals in lid 8.1 bedoeld, niet worden geschaad.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 Bestaande maten

Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:

  • a. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
  • b. de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
  • c. ingeval van herbouw is dit lid onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

10.2 Afstanden geurgevoelige objecten ten opzichte van landbouwbedrijven

Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten:

Tabel 3 minimumafstanden tot geurgevoelige objecten

  Inrichting waar landbouw- huisdieren worden gehouden   inrichting waar geen landbouw- huisdieren worden gehouden  
minimumafstand tot objecten categorie I en II   100 m*   50 m*  
minimumafstand tot objecten categorie III, IV en V   50 m*   25 m*  

* Tenzij uit de Geurverordening (vastgesteld d.d. 15 december 2008) blijkt dat een andere afstand tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten in acht genomen moet/kan worden.

10.3 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de onderkant van het bouwwerk (inclusief fundering) bedraagt ten hoogste 4 m onder het peil;
  • c. burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van het bepaalde in sub b indien het hydrologisch belang niet wordt geschaad; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap en de provincie omtrent de vraag of het hydrologisch belang niet wordt geschaad.

Artikel 11 Algemene gebruiksregels

  • a. Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige regels.
  • b. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
  • c. Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid a, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.

Artikel 12 Algemene aanduidingsregels

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

12.1 Overig - IHCS

In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Overig IHCS' (met nummer) ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hogere bouwhoogte dan:

  • a. 75 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 5';
  • b. 80 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 6';
  • c. 85 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'Overig - IHCS - 7';

in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.

12.2 Overig - agrarisch balansgebied

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - agrarisch balansgebied' de volgende regels.

12.2.1 Ontwikkelingen bij recht toegestaan

Op deze gronden zijn ter plaatse van de bestemming Wonen met de specifieke bouwaanduiding 'vab' tevens in de tabel 4 genoemde nevenfuncties toegestaan, met inachtneming van het volgende:

  • 1. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mag ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
  • 2. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse het woonachtig is;
  • 3. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • 4. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan.

Tabel 4 Nevenfuncties, rechtstreeks toegestaan

Nevenfunctie   Max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m2)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie (m2)  
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten   -   100  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)   -   200  

12.2.2 Ontwikkelingen na afwijking toegestaan

Burgemeester en wethouders kunnen bij de bestemming 'Bedrijf' een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het toestaan van de in tabel 5 genoemde en toegestane nevenfuncties met inachtneming van het volgende:

  • a. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
    • 1. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 2. de nevenfunctie dient te worden uitgeoefend door degene die ter plaatse woonachtig is;
    • 3. waarden, zoals aangegeven in de bestemmingsomschrijving mogen niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • 4. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking;
    • 5. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
    • 6. er dient op het eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 7. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan, tenzij anders in tabel 5 is aangegeven;
    • 8. bij een combinatie van nevenfuncties is ten hoogste 500 m² bebouwing toegestaan en mogen ten hoogste 4.000 m² aan gronden in gebruik worden genomen ten behoeve van de nevenfuncties;
    • 9. voor de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
      • kleinschalig kamperen is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    • 10. voor de nevenfunctie aan-huis-gebonden beroepen geldt tevens het volgende:
      • in het kader van de aan-huis-gebonden beroepen is geen horeca en detailhandel toegestaan uitgezonderd horeca en detailhandel ondergeschikt en gelieerd aan het aan-huis-gebonden beroep;
      • aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving.

Tabel 5 Nevenfuncties, na ontheffing toegestaan

Nevenfunctie   max. opp. gronden in gebruik voor nevenfunctie (m2)   max. opp. bebouwing in gebruik voor nevenfunctie (m2)  
huisdierenpension/hondenfokkerij   500   200  
kleinschalige horecagelegenheid/ dagrecreatie (theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij, speelboerderij categorie 1a en 1b)   500   100  
agrarisch georiënteerde dagrecreatie (poldersport, boerengolf)   -   100  
Kleinschalig kamperen (maximaal 25 standplaatsen)   3.000 m2 binnen of aansluitend op het bouwvlak   100  
aan-huis-gebonden beroepen   -   60  

12.2.3 Ontwikkelingen na planwijziging toegestaan

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gronden 'overig agrarisch balansgebied' zodanig wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf op de Altenaweg 6a - één van de in tabel 6 genoemde vervolgfuncties toegestaan is, met inachtneming van het volgende:

  • a. stapeling/cumulatie van vervolgfuncties is niet mogelijk;
  • b. ingeval van planwijziging ten behoeve van de functies waarvoor een beperkt oppervlak van de bestaande bedrijfsgebouwen mag worden gebruikt, dient sloop van de overtollige bebouwing plaats te vinden, waarbij minimaal de helft van de bestaande bebouwing moet worden gesaneerd. Voor zover de bestaande bebouwing meer bedraagt dan de maximale oppervlakten in tabel 3, dient ook deze bebouwing gesaneerd te worden;
  • c. het bepaalde onder b is niet van toepassing indien het cultuurhistorische waardevolle bebouwing betreft;
  • d. er mogen na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen worden gebouwd en bestaande gebouwen mogen niet worden uitgebreid;
  • e. In afwijking van het bovenstaande geldt dat nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd indien en voor zover sloop van alle bedrijfsgebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt dat maximaal 20% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd tot een maximum van 400 m² met dien verstande dat bij de vervolgfunctie Wonen maximaal 25% van de gesloopte gebouwen mag worden teruggebouwd met een maximum van 200 m²;
  • f. in afwijking van het bovenstaande geldt dat bij een bestemmingswijziging naar Wonen:
    • 1. de bebouwde oppervlakte van de voormalige boerderij (bedrijfswoning inclusief inpandige stal/deel) niet mag worden vergroot;
    • 2. de agrarische verschijningsvorm van de voormalige boerderij niet mag worden aangetast;
    • 3. de bestaande situering niet mag worden gewijzigd;
    • 4. de wijziging niet mag leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
    • 5. de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bebouwing mag niet meer bedragen dat 100 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande gebouwen worden toegestaan van 100 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²;
    • 6. indien de wijzigingsbevoegdheid betrekking heeft op een voormalig agrarisch bedrijf, waar gedurende 2 aaneengesloten seizoenen kleinschalig kamperen als nevenactiviteit werd uitgeoefend, mag het kleinschalig kamperen worden voortgezet;
    • 7. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;
    • 8. in afwijking van het bepaalde onder 7, is splitsing toegestaan met dien verstande dat:
      • woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige langgevelboerderijen met een inhoud van minimaal 800 m³ (inclusief inpandige stal/deel);
      • de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen;
      • de beide woningen dienen na splitsing een inhoud te hebben van minimaal 400 m³;
      • per woning mag een vrijstaand bijgebouw van maximaal 100 m² worden opgericht; de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd;
      • de splitsing mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  • g. de opslag van goederen anders dan in gebouwen is niet toegestaan met uitzondering van de vervolgfuncties agrarisch handels- en exportbedrijf, agrarisch loon-/hulptechnisch bedrijf en hoveniersbedrijf, waarbij maximaal 100 m² aan buitenopslag mag plaatsvinden;
  • h. na de bestemmingswijziging dient de specifieke bouwaanduiding 'vab' te worden opgenomen dat aangeeft dat het een vrijkomende agrarische bebouwing betreft en dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet mag worden vergroot;
  • i. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • j. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  • k. bestaande landschappelijke. cultuurhistorische en natuurwaarden in de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • l. er dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak;
  • m. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking.

Tabel 6 Vervolgfuncties na wijziging

Vervolgfunctie   max  
wonen/hobbyboer   woning: bestaand bijgebouwen: 100 m²  
paardenstalling/pensionstalling/stalhouderij   1.000 m²  
dierenpension/hondenfokkerij,   1.000 m²  
recreatief nachtverblijf/kampeerboerderij/trekkershutten met uitzondering van kleinschalig kamperen   500 m²  
overige niet agrarische bedrijven behorende tot de categorieën A en B1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten met uitzondering van detailhandel en horecabedrijven   400 m²  

12.3 Overig - ecologsiche verbindingszone

In aanvulling op hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overig - ecologische verbindingszone' de volgende regels.

12.3.1 Bouwverbod

Op de gronden met de gebiedsaanduiding 'Overig - ecologische verbindingszone' is het niet toegestaan om te bouwen.

12.3.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de gronden met de gebiedsaanduiding 'Overig - ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werkzaamheden uit te voeren: het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties werken;
  • b. Het verbod in sub a is niet van toepassing op werkzaamheden die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen of reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. De werkzaamheden als bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
  • d. Overtreding van het verbod van sub a is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.

12.3.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overig - ecologische verbindingszone' wijzigen in de bestemming 'Natuur'.

Artikel 13 Algemene wijzigingsregels

13.1 Wijziging ten behoeve van verandering van een bouwvlak

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de - voor dat bouwvlak geldende - bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd met inachtneming van het volgende:

  • a. vormverandering dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering/-ontwikkeling;
  • b. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing binnen het bouwvlak waarvoor het volgende geldt:
    • 1. de bestemming van de gronden die worden ingezet ten behoeve van de landschappelijke inpassing dienen te worden gewijzigd in de bestemming Groen zodat de groene inpassing planologisch wordt beschermd;
  • c. de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

 

Artikel 14 Algemene procedureregels

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid ingevolge dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 15 Overige regels

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

16.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Altenaweg 8, Gilze' van de gemeente Gilze en Rijen.