Plan: | N631 onderdoorgang spoor Rijen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0784.BPN631spoortunnel-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "N631 onderdoorgang spoor Rijen" met identificatienummer NL.IMRO.0784.BPN631spoortunnel-VG01 van de gemeente Gilze en Rijen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie en de Kwaliteitscriteria 2.2 VTH;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een daarvoor gecertificeerd is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van het woongenot;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid;
de beschikbare hoogte tussen de kruin van de weg en de onderkant van een bouwwerk boven de weg;
natuurlijke elementen die als verbindingsweg fungeren tussen verschillende leefgebieden;
ruimte in, op of onder een gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
een bouwwerk dat dient ter afscheiding van het erf of een terrein;
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, op het gebied van kunst, sport, ontspanning en cultuur;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekt geheel met twee of meer wanden omsloten ruimte vormt;
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur;
de gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan een bouwwerk, met uitzondering van verdiepte liggingen.
een bedrijf dat op eigen terrein binnen of buiten een gebouw gelegenheid geeft tot het beoefenen van de paardensport en al dan niet mogelijkheden biedt voor het verblijf en de verzorging van paarden al dan niet gecombineerd met het fokken, africhten en de verkoop van paarden;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo;
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken;
het vervoer van personen, dan wel goederen, over het spoor per trein;
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt;
ondergrondse, al dan niet gestapelde, verbinding voor motorrijtuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994, waaronder mede wordt begrepen (al dan niet ondergrondse) tunnelopritten, met bijbehorende voorzieningen en voorzieningen voor langzaam verkeer;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen. Voet- en fietspaden worden hier niet onder verstaan.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van het hoofdgebouw en wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen;
een locatie waar zalen worden verhuurd voor feesten en partijen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
wordt gemeten tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a,
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het verbod van lid 3.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor slopen van een bouwwerk kan slechts worden verleend wanneer het cultuurhistorisch waardevolle en beeldbepalende karakter van de aanwezige bebouwing daardoor niet onevenredig wordt geschaad, danwel indien oorzaken van bouwtechnische aard het voortbestaan van het bouwwerk in gevaar brengen.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder c sub 1 ten behoeve van een grotere verticale bouwdiepte van de tunnel met dien verstande dat deze maximaal 8 meter mag bedragen.
Ter plaatse van de functieaanduiding 'langzaam verkeer' zijn de wegen als bedoelt in lid 4.1 onder a niet toegestaan;
Het gebruik van de tunnel ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' voor verkeersdoeleinden is uitsluitend toegestaan indien de gronden binnen de bestemmingen 'Verkeer - Voorlopig 1', 'Verkeer - Voorlopig 2' en 'Verkeer - Voorlopig 4' binnen 1 jaar na de openstelling van de tunnel voor openbare verkeersdoeleinden zijn ingericht overeenkomstig het Groenplan, dat als Bijlage 2 bij deze regels is opgenomen.
Het gebruik van de gronden ten behoeve van de aanduiding 'tunnel' is uitsluitend toegestaan indien de natuurcompensatie opgenomen in Bijlage 3 bij deze regels voor zover betrekking op compensatie ten behoeve van de interim omgevingsverordening wordt gerealiseerd binnen 3 jaar na het moment van onherroepelijk worden van het bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 onder a en toestaan dat de wegas van de N631 maximaal 2 meter van de figuur 'as van de weg' wordt gesitueerd, op voorwaarde dat uit onderzoek blijkt dat er geen strijdigheid is met de Wet geluidhinder.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder c sub 1 ten behoeve van een grotere verticale bouwdiepte van de tunnel met dien verstande dat deze maximaal 8 meter mag bedragen.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 6.1 geldt voor 7 jaar, gerekend vanaf de dag van vaststelling van het bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan de voorlopige bestemming 'Verkeer - Voorlopig 1' wijzigen door de geldigheidstermijn, zoals opgenomen in lid 6.3 te verkorten, waardoor de definitieve bestemming als bedoeld in lid 6.5 op een eerder moment van kracht wordt.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 1' aangewezen gronden zijn, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 6.3, bestemd voor de definitieve bestemming 'Verkeer - Railverkeer', meer in het bijzonder voor:
De voor 'Verkeer - Voorlopig 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 7.1 geldt voor 7 jaar, gerekend vanaf de dag van vaststelling van het bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan de voorlopige bestemming 'Verkeer - Voorlopig 2' wijzigen door de geldigheidstermijn, zoals opgenomen in lid 7.3 te verkorten, waardoor de definitieve bestemming als bedoeld in lid 7.5 op een eerder moment van kracht wordt.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 2' aangewezen gronden, zijn na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 7.3, bestemd voor de definitieve bestemming 'Maatschappelijk - Militair terrein', meer in het bijzonder voor:
Op gronden aangewezen voor 'Verkeer - Voorlopig 2' mogen, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 7.3, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Het is, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 7.3, verboden op of in de gronden met de bestemming 'Verkeer - Voorlopig 2' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod van lid 7.7.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.7.1 zijn toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke en natuurwaarden als beschreven in lid 7.5 niet onevenredig worden aangetast.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 8.1 geldt voor 7 jaar, gerekend vanaf de dag van vaststelling van het bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan de voorlopige bestemming 'Verkeer - Voorlopig 3' wijzigen door de geldigheidstermijn zoals opgenomen in lid 8.3 te verkorten, waardoor de definitieve bestemming als bedoeld in lid 8.5 op een eerder moment van kracht wordt.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 3' aangewezen gronden zijn, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 8.3 bestemd voor de definitieve bestemming 'Horeca', meer in het bijzonder voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 8.3, de bepalingen zoals opgenomen in lid 3.2, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - Voorlopig 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan de voorlopige bestemming 'Verkeer - Voorlopig 4' wijzigen door de geldigheidstermijn zoals opgenomen in lid 9.3 te verkorten, waardoor de definitieve bestemming als bedoeld in lid 9.5 op een eerder moment van kracht wordt.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 4' aangewezen gronden zijn, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 9.3 bestemd voor de definitieve bestemming 'Natuur', meer in het bijzonder voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op deze gronden mogen, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 9.3 ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter.
Parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen zoals bedoelt in 9.5 onder d zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze zijn opgenomen in Bijlage 2.
Het is, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 9.3 verboden op of in gronden met de bestemming 'Verkeer - Voorlopig 4' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 9.8.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.8.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 10.1 geldt voor 5 jaar, gerekend vanaf de dag van vaststelling van het bestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan de voorlopige bestemming 'Verkeer - Voorlopig 5' wijzigen door de geldigheidstermijn zoals opgenomen in lid 10.3 te verkorten, waardoor de definitieve bestemming als bedoeld in lid 10.5 op een eerder moment van kracht wordt.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 5' aangewezen gronden zijn, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 10.3 bestemd voor de definitieve bestemming 'sport', meer in het bijzonder voor:
Op deze gronden mogen, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in 10.3 ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie A' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken worden gebouwd , waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,65 m onder het bestaande maaiveld.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsgunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Indien het gravend archeologisch onderzoek betreft, dan is het verplicht om een Programma van Eisen conform KNA te laten opstellen en deze te laten goedkeuren door het bevoegd gezag.
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA en de kwaliteitscriteria 2.2 VTH, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 11.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 11.4.1 onder c, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie A' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 11.5.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan een door Burgemeester en wethouders vastgestelde deskundige op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de kwaliteitscriteria 2.2 VTH.
De voor 'Waarde - Archeologie D' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken worden gebouwd , waarbij de bestaande oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot of ruimtelijk gewijzigd en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,10 m onder het bestaande maaiveld.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsgunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Indien het gravend archeologisch onderzoek betreft, dan is het verplicht om een Programma van Eisen conform KNA te laten opstellen en deze te laten goedkeuren door het bevoegd gezag.
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA en de kwaliteitscriteria 2.2 VTH, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 12.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 12.4.1 onder c, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie D' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 12.5.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan een door Burgemeester en wethouders vastgestelde deskundige op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de kwaliteitscriteria 2.2 VTH.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Binnen de bouwvlakken van de bestemmingen 'Horeca' en 'Verkeer - Voorlopig 3' tezamen mag maximaal 870 m² aan gebouwen worden gebouwd.
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' wordt gestreefd naar behoud en/of herstel van de cultuurhistorische waarden van de op deze gronden aanwezige bouwwerken. Dit houdt in dat:
Het is verboden de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zodanig te veranderen dat een aantasting ontstaat van de aanwezige cultuurhistorische waarden, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.
Het bepaalde onder artikel 14.4.1 is niet van toepassing voor:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.4.2 wordt slechts verleend indien daardoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de in artikel 14.4.1 bedoelde waarden danwel indien oorzaken van bouwtechnische aard het voortbestaan van het bouwwerk in gevaar brengen.
In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - ILS' (met nummer) ten behoeve van het verstoringsgebied rondom de start en landingsbaan dat de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - ILS - 9' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 30,6 m boven NAP.
In aanvulling op hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Overig IHCS' (met nummer) ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een hogere bouwhoogte dan 56 m boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - IHCS - 1'.
Het is verboden ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - attentiezone waterhuishouding' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 16.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 16.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'monumentale boom' mag, in afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemming(en), niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.4.1 voor zover uit onderzoek (boomeffectanalyse) gebleken is dat de instandhouding van de boom niet wordt bedreigd en nadat ter zake advies is ingewonnen bij een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke boomdeskundige.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), van toepassing.
Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen Gilze en Rijen 2017' als vastgesteld op 3 april 2017;
Ten aanzien van laden en lossen gelden de volgende regels:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "N631 onderdoorgang spoor Rijen".
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De voorzitter, De griffier,