direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen
Plan: Gasthuiswaard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0779.092-VS01

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen en erven en overeenkomstig de in 15.1.2 opgenomen nadere detaillering.

15.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 15.1.1:

a Aan huis verbonden beroep

In een woning mag ook een aan huis verbonden beroep worden uitgeoefend als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 1/3 deel van de oppervlakte van de begane grondlaag van de woonbebouwing, inclusief bijgebouwen tot een maximum van 80 m2;
  • 2. de activiteit mag geen verkeersaantrekkende werking hebben;
  • 3. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • 4. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • 5. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
  • 6. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  • 7. de activiteit mag uitsluitend worden uitgeoefend in de bedrijfscategorie als opgenomen in Bijlage 2 Staat van Aan huis gebonden beroep.
b Parkeren

Het parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan hoofdgebouwen in de vorm van woningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

15.2.2 Hoofdgebouwen - woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
  • a. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • c. de inhoud van woningen (inclusief aan- en uitbouwen) mag niet meer bedragen dan 750 m³.
15.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen, gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" en ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen";
  • b. per aanduiding "bijgebouwen" zijn niet meer dan 2 vrijstaande bijgebouwen toegestaan;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • f. het gezamenlijk oppervlak van de bijgebouwen, mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 300 m².
15.2.4 Ondergrondse gebouwen

Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. ondergronds bouwen is toegestaan tot maximaal 3 m onder peil.
15.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 m.
15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft vrijstaande bijgebouwen;
  • b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis.
15.4 Afwijken van de gebruiksregels
15.4.1 Omgevingsvergunning vergelijkbare activiteit aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.1.2 onder a teneinde bedrijven toe te staan, die qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in 15.1.2onder a toegestane bedrijven maar die niet zijn genoemd in de in de bijlage opgenomen Staat van inrichtingen, mits:

  • a. omtrent de vergelijkbaarheid van de invloed op het milieu en de omgeving advies wordt gevraagd aan een onafhankelijke terzake deskundige.
15.4.2 Omgevingsvergunning mantelzorg in afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.3.1 onder a en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk vanuit een oogpunt van mantelzorg. Omtrent de medische noodzaak wordt hiertoe advies ingewonnen bij een indicatie-orgaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • c. er wordt voldaan aan natuur-, milieuwet- en regelgeving;
  • d. indien sprake is van een geurgevoelig object wordt er voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening;
  • e. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de toegestane bijgebouwen, waarbij ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 mag worden gebruikt;
  • f. de omgevingsvergunning bevat de naam van de zorgbehoevende(n), de naam van de zorgverlener(s) en de aanwijzing van het bijgebouw dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt.