Plan: | 3e uitwerking Waterrijk (Kamer 11B) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80255-0301 |
Waterrijk is een woonwijk in Meerhoven. Het vigerende bestemmingsplan Waterrijk voorziet in de bouw van circa 900 tot 1000 woningen. Ten behoeve van de bouw van maximaal 350 woningen is een uitwerkingsplicht (ex. artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening) opgenomen. Het uitwerkingsplan "3e uitwerking Waterrijk (Kamer 11B)" regelt een gedeelte van die uitwerkingsplicht. Hiermee geeft dit uitwerkingsplan een directe bouwtitel. Het gaat om 30 woningen in het plandeel Kamer 11B.
Het uitwerkingsplan "3e uitwerking Waterrijk (Kamer 11B)" bestaat uit een digitale en analoge verbeelding (plankaart) met de daarbij behorende regels waaraan onderhavige toelichting is gevoegd. Naast de digitale versie is er tevens een papieren versie van het uitwerkingsplan beschikbaar. De digitale versie is juridisch bindend.
Het plangebied ligt ten zuiden van de woonwijk Waterrijk in Meerhoven. Hieronder is een luchtfoto opgenomen met de begrenzingen van het plangebied.
Luchtfoto plangebied (rood omlijnd).
Ten behoeve van de woningbouwplannen en de aanleg van de woonwijk met een spilcentrum is het bestemmingsplan 'Waterrijk' opgesteld (vastgesteld door de gemeenteraad d.d.19 november 2013). Daarnaast heeft voor een klein gedeelte, ten behoeve van Hof 11B een reparatie plaatsgevonden in het bestemmingsplan 'I Waterrijk (reparatie Hof 11B)'. Dit reparatieplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 25 november 2014 en omvat exact dezelfde bestemming, ook inhoudelijk, als de bestemming die geldt voor Hof 11B in het bestemmingsplan Waterrijk. Hof 11B zoals opgenomen in het bestemmingsplan Waterrijk en het plangebied opgenomen in het reparatieplan vormt het plangebied van dit uitwerkingsplan. Voor onderhavig plangebied is in beide bestemmingsplannen exact dezelfde uitwerkingsplicht opgenomen. De uitwerkingsplicht brengt voor het college van burgemeester en wethouders de verplichting met zich mee om de bestemming 'Woongebied' nader uit te werken. Het gaat hierbij concreet om het toestaan van woonbebouwing in bouwblokken met een maximale goothoogte en nokhoogte. Hieronder zijn de afbeeldingen opgenomen van een uitsnede van de geldende (moeder)plannen met daarin het plangebied rood omlijnd.
Uitsnede verbeelding moederplan Waterrijk en I Waterrijk (reparatie Hof 11B); plangebied rood omlijd.
Het plangebied '3e uitwerking Waterrijk (Kamer 11B)' is (in voornoemde bestemmingsplannen) gelegen in de bestemming 'Woongebied - Uit te werken'. Aan deze bestemming zijn uitwerkingsregels gekoppeld. Deze geven het kader aan waarbinnen de bestemming dient te worden uitgewerkt. Daarnaast liggen de gebiedsaanduidingen 'milieuzone - boringsvrije zone' en 'veiligheidszone - leiding' over onderhavig plangebied.
Deze toelichting bestaat uit de volgende delen. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 met de beschrijving van het stedenbouwkundig plan. In Hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de omgevingsaspecten die ten behoeve van dit uitwerkingsplan nader zijn uitgewerkt. De juridische vormgeving van het uitwerkingsplan is neergelegd in hoofdstuk 4. Over de financiële aspecten wordt ingegaan in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 gaat ten slotte in op de gevolgde en te volgen procedure inclusief de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
De hoven in Waterrijk zijn gelegen langs de centrale ontsluitingsweg (Waterlinie) en het park Meerland (Waterfront) en zijn daarmee sterk en prominent verankert in de hoofdstructuur van de wijk. De woningen in de hoven zijn gelegen aan gemeenschappelijke binnenpleinen.
Hof 11B is gesitueerd aan de Waterlinie en de zuidentree van Waterrijk. Het hof heeft een karakteristieke u-vorm met de open zijde aan de Waterlinie. Het hof grenst aan de noord- en oostzijde aan een bestaand bosgebied, aan de zuidzijde aan een groenzone en aan de westzijde aan de Waterlinie.
Impressie stedenbouwkundige opzet plangebied
In het hof worden 30 grondgebonden woningen gerealiseerd. De woningen zijn met de voorzijden en de entrees gericht op de collectieve pleinruimte in het hof en met de tuinen en privéruimtes naar de omgeving. Door zoveel mogelijk de tuinzijde aan de buitenkant van de woningen te plaatsen kan er optimaal genoten worden van de natuurlijke elementen in de omgeving. Dit wordt nog enigszins versterkt doordat het hof iets hoger is gelegen dan het omliggende landschap, waardoor vanuit de woningen een beter zicht ontstaat op de omgeving.
De bebouwing van het hof wordt gekenmerkt door een sterk gedefinieerde vorm, maat en architectonische eenheid. Het hof heeft een helder eenduidig uniform karakter. Hiermee vormen de hoven in Waterrijk een duidelijk contrast met de landschappelijke kamers, waar het accent ligt op kleinschaligheid en individualiteit. De overgangen tussen het hof en de omgeving zijn integraal onderdeel van het plan en worden mee ontworpen en aangelegd.
Het binnenplein in het hof wordt ingericht als openbare ruimte met een grote en gevarieerde gebruiks-, belevings- en verblijfswaarde. In het hof is ruimte voor groen en spelen en voor parkeren voor bewoners en bezoekers. Het hof biedt bewoners een verblijfs- en ontmoetingsruimte waarin veilig gespeeld kan worden en waar gezamenlijk evenementen georganiseerd kunnen worden. Als overgang tussen de woningen en het binnenplein is medegebruik van de openbare ruimte onder de pergola mogelijk. Bewoners kunnen hier potten met beplanting plaatsen en een bankje. Bij de inrichting van het hof is gezocht naar een evenwichtige balans tussen parkeren, verharding en groen.
In het hof 11B is er voor gekozen om een deel van het parkeren geconcentreerd op te lossen direct bij de entree van het hof en af te zomen door groen. De grootste ruimte van het hof wordt groen en is autovrij. Hierdoor kan er veilig worden gespeeld. Nagenoeg alle woningen in het hof grenzen direct aan het groen. Het parkeren wordt hier duidelijk en eenduidig opgelost. Het grootste deel van het parkeren wordt gesitueerd aan de buitenzijde van het hof en wordt opgenomen in de bestaande bossen. Door deze inrichting worden de hoven de intieme binnenplaatsen van het plan, het zijn de ruimtes waar het sociale leven van de omringende woningen kan afspelen.
Het hof is niet afgesloten maar vormt verbindingen met de omgeving, de Waterlinie aan de westzijde, het bestaande bosgebied aan de oostzijde en de groenzone en de Strijpse baan aan de zuidzijde van het hof. De hoofdontsluiting van het hof vindt plaats vanaf de Waterlinie.
De planologische en milieuhygiënische aanvaardbaarheid van de realisatie van de woningen binnen dit plangebied is aangetoond bij het bestemmingsplan ‘Waterrijk' waarvan dit uitwerkingsplan onderdeel uitmaakt. De in het kader van het bestemmingsplan Waterrijk uitgevoerde onderzoeken zijn om die reden niet opnieuw beschreven. Alleen de aanvullingen zijn in dit hoofdstuk opgenomen. Het gaat hier om een bodemonderzoek, quickscan flora- en fauna, verkeer en parkeren, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid en de beschrijving van de maatregelen (algemeen) die moeten worden uitgevoerd ten behoeve van de waterhuishouding.
Hoewel reeds uit het moederplan bleek dat de bodem geschikt is voor de functie wonen, is door BK Bodem alsnog een verkennend bodemonderzoek (d.d. 20 februari 2015) uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 1 behorende bij de toelichting. Uit dit onderzoek is gebleken dat zowel in de boven- en de ondergrond als in het grondwater geen verhoogde gehalten met de geanalyseerde parameters zijn aangetoond. De bodem vormt dan ook geen beperking voor het beoogde gebruik (wonen).
In 2014 heeft Ecologica een quickscan uitgevoerd voor een groot aantal deelgebieden binnen Waterrijk. Uit deze quickscan kwam naar voren dat nader onderzoek naar jaarrond beschermde nesten, beschermde planten, vleermuizen en eekhoorn op één of meerdere locaties noodzakelijk was. Naar aanleiding hiervan is door ecologica een aanvullend onderzoek (d.d. 18 februari 2015) uitgevoerd naar de aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten, het belang van het onderzoeksgebied voor vleermuizen, streng beschermde planten, amfibieën en verblijfplaatsen van eekhoorn in kamer 11b in Waterrijk. Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 2 behorende bij de toelichting.
Uit dit nader onderzoek blijkt dat geen ontheffing nodig is. Verder dient verwijdering van vegetatie en het rooien van bomen buiten de broedperiode plaats te vinden. Hiermee zal bij de uitvoering van de werkzaamheden rekening worden gehouden.
Onderhavig plangebied wordt ontsloten via de Waterlinie en Waterkring. Deze ontsluitingswegen voor het gebied zijn voldoende voor het aantal woningen dat gerealiseerd wordt. Verder biedt het plangebied voldoende ruimte om het benodigd aantal parkeerplaatsen te kunnen realiseren.
Het plangebied is gelegen in de geluidzone van de Meerhovendreef. In het verleden (ten behoeve van het bestemmingsplan Meerhoven) is voor de Meerhovendreef een hogere grenswaarde vastgesteld van 55 dB(A) (nu Lden 53 dB). Deze hogere grenswaarde is ook kaderstellend voor de ontwikkeling in dit uitwerkingsplan. Door K+Adviesgroep is een akoestisch rapport, d.d.16 januari 2015, opgesteld waarin onder andere een onderzoek is verricht naar de gevelbelastingen op de woningen van vanwege het wegverkeerslawaai. Uit dit onderzoek is gebleken dat de geluidbelasting op de woningen voornoemde vastgestelde hogere grenswaarde niet overschrijdt.
Regelgeving algemeen
Hoofdstuk 5 (met name onder titel 5.2) van de Wet milieubeheer bevat bepalingen op het gebied van luchtkwaliteitseisen en voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren en wel zodanig dat voldaan wordt aan de daartoe gestelde normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen waardoor ruimtelijke ontwikkelingen toch doorgang kunnen vinden terwijl ondertussen maatregelen worden uitgevoerd die de luchtkwaliteit moeten verbeteren.
Sinds 1 januari 2015 moet voldaan worden aan de Europese grenswaarden: voor stikstofdioxide (NO2) geldt een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en voor fijn stof (PM10) een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en een daggemiddelde van 50 microgram/m3. Het daggemiddelde mag jaarlijks maximaal 35 keer worden overschreden.
Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)
In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' zijn voor bepaalde categorieën projecten grenzen vastgesteld. Op grond daarvan kan worden gesteld dat deze een 'niet in betekenende mate bijdrage' (NIBM) leveren aan de luchtverontreiniging. Deze projecten mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt onder andere voor woningbouwlocaties die:
Voor kantoorlocaties geldt een NIBM-grens van:
Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdrage aan de luchtkwaliteit dient luchtonderzoek uitgevoerd te worden en moet worden getoetst aan de normen.
Kort samengevat dienen nieuwe plannen te worden beoordeeld op basis van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen mits:
Planbeschrijving en toetsing
Conform de uit te werken bestemming in het moederplan 'Waterrijk' kunnen nog maximaal 350 woningen worden gerealiseerd. Dit uitwerkingsplan voorziet in het realiseren van 30 woningen. Het moederplan Waterrijk voorziet in minder dan 3000 nieuwe woningen (in de situatie met 2 ontsluitingswegen). Gesteld kan dus worden dat de realisatie van het dit uitwerkingsplan niet zal leiden tot overschrijding van de luchtkwaliteitseisen. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.
Nabij het plangebied is de gastransportleiding Z-506-01 gelegen. Deze leiding is ook opgenomen in het geldende bestemmingsplan Waterrijk. In het kader van dit bestemmingsplan is het plaatsgebonden risico voor deze leiding berekend (met het rekenprogramma "Carola"), alsmede het groepsrisico. In deze berekeningen zijn ook beoogde woningen in dit plangebied, meegenomen. Hieronder zijn de relevante passages van de paragraaf externe veiligheid uit het bestemmingsplan vermeld.
Door SRE Milieudienst is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) (SRE Milieudienst, nr. 504153, d.d. 1 februari 2012) opgesteld voor de ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding. Uit de berekeningen blijkt dat het plaatsgebonden risico (10-6/jaar) op de leiding ligt. Hierdoor zou volgens het nieuwe beleid op de leiding kunnen worden gebouwd. Echter, er blijft een belemmeringenstrook van 4 meter gelden. Nieuwe ontwikkelingen liggen buiten deze belemmeringenstrook. De ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding vormt geen belemmering voor ontwikkelingen voor wat betreft het plaatsgebonden risico of belemmeringenstrook. Tevens is uit de berekeningen gebleken dat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde is gelegen.
Groepsrisicoverantwoording
Bij het vaststellen van het bestemmingsplan Waterrijk is het groepsrisico verantwoord, conform artikel 12 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Verantwoording van het groepsrisico houdt in dat de hoogte van het groepsrisico bekend moet zijn en tevens de bijdrage van het ruimtelijk plan aan het groepsrisico (verhoging/verlaging). Er moet inzicht gegeven worden in de te verwachten dichtheid van personen in de invloedsgebieden van risicobronnen binnen èn buiten het plan. Verder dient volgens dit besluit advies te worden gevraagd aan de regionale brandweer. Van de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, Proactie en Preparatie Brandweer te Eindhoven is advies ontvangen. Dit advies is verwerkt in de verantwoording van het groepsrisico. Uit dit advies volgde onder andere dat het niet wenselijk is om binnen het invloedsgebied van de buisleiding functies toe te staan voor verminderd zelfredzame personen. Naar aanleiding van dit advies is de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding' op de verbeelding opgenomen. Zoals uit het bestemmingsplan Waterrijk blijkt, wordt het groepsrisico acceptabel geacht.
In de regels van dit uitwerkingsplan (artikel 7.2) is gewaarborgd dat ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' geen functies mogelijk zijn voor verminderd zelfredzame personen.
Momenteel is het terrein van het plangebied onverhard. De bodemopbouw in dit deel van Eindhoven bestaat uit fijn leemhoudend zand afgewisseld met leemlenzen en is te typeren als (zeer) slecht doorlatend. In het gebied variëren de grondwaterstanden in de omgeving tussen 1,9 en 3,0 m-mv. Het gebied ligt in een boringsvrije zone. Grondwerkzaamheden dienen daarom te worden afgestemd met de provincie Noord Brabant. Aangrenzend aan hof 11B ligt een watergang. De watergang heeft een bergende functie en voert het overtollige hemelwater af naar de vijvers Waterrijk.
Checklist Watersysteem | |
Hoofdwatergang cq open water | Nee |
zijwatergang | Ja, Hof 11B ligt aan een watergang die onderdeel vormt van het Watersysteem Waterrijk |
Keurgebied binnen plangebied? | Nee |
Binnen 25-100 jaarszone? | Nee |
Binnen boringsvrije zone? | Ja |
Ecologische verbindingszone? | Nee |
Binnen reserveringsgebied waterberging 2050? | Nee |
Attentiegebied EHS | Nee |
Rioolwatertransportleiding | Nee |
Waterschap gemaal | Nee |
Landelijke afvoernorm binnen plangebied | 0,33 l/s/ha; over dit plangebied zijn echter andere afspraken gemaakt |
Verdachte/verontreinigde locaties? | Nee |
Infiltratie praktisch mogelijk? | Nee (tenzij toepassing grondverbetering) |
Uitwerkingsplicht / wijzigingsbevoegdheid | Ja |
Het toekomstig plangebied zal grotendeels verhard worden uitgevoerd met openbaar groen binnen in het hof. Ter compensatie van deze verhardingstoename zijn er reeds waterhuishoudkundige maatregelen getroffen om hemelwater te bergen en vertraagd af te voeren. Dit is in de vorm van oppervlaktewater binnen het plangebied Waterrijk gerealiseerd.
Het hemelwater, afkomstig van de verharding, wordt via het regenwaterstelsel afgevoerd naar de bovengrondse bergende voorziening. Het vuilwater van de ontwikkeling loost op het bestaande vuilwaterriool in Waterrijk.
Oppervlakten | Huidig m2 | Toekomstig m2 |
Daken | 0 | 1.600 |
Terrein verharding | 0 | 2.475 |
Onverhard terrein | 5.875 | 1.800 |
Totaal | 5.875 | 5.875 |
Overzicht huidige en toekomstige situatie verhardingen
Door realisatie van de ontwikkeling neemt binnen het plangebied het verhard oppervlak met ca. 4.075 m2 toe. Om deze toename te compenseren zijn er reeds hemelwater vertragende voorzieningen gerealiseerd, waarvan hof 11B onderdeel uitmaakt.
De 4.075m2 verhard oppervlak van plangebied zal het hemelwater afvoeren naar het watersysteem Waterrijk.
Bij de inrichting, bouw en beheer fase worden zo min mogelijk vervuilende stoffen toegevoegd aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem. Blootstelling van uitloogbare bouwmaterialen zoals zink, koper en lood aan hemelwater moet tot een minimum beperkt worden. Ook een gifvrij beheer van de buitenruimte (weg- en groenbeheer) levert een belangrijke positieve bijdrage aan de waterkwaliteit en dient aandacht te krijgen bij het uitwerken van het beheersplan voor de ontwikkeling.
Om de wateropgave te compenseren zijn de volgende afspraken gemaakt:
In februari 2015 is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over dit plan. Naar aanleiding van dit overleg is afgesproken dat zowel de terrein- als gebouwverharding wordt aangesloten op de bestaande bovengrondse bergende voorziening van het watersysteem Waterrijk, welke onderdeel uitmaakt van het Waterhuishoudingsplan Waterrijk. Het vuilwater van de ontwikkeling loost op het bestaande vuilwaterriool in Waterrijk. De uitgewerkte versie van het ontwerp dient bij de omgevingsvergunning aanvraag nog ter goedkeuring te worden overlegd. De voorgestelde maatregelen hebben zowel kwalitatief als hydrologische geen ingrijpende effecten op de omgeving. Op 24 februari 2015 heeft Waterschap de Dommel daarom ingestemd met de voorgestelde maatregelen en is het wateradvies afgedaan.
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 lid 2 van het Bro dient bij ruimtelijke ontwikkelingen onderbouwd te worden dat sprake is van zorgvuldig ruimtegebruik. Overprogrammering dient te worden voorkomen. Hieronder wordt met behulp van (de treden van) de zgn ladder voor duurzame verstedelijking onderbouwd dat realisatie van onderhavige ontwikkeling gepaard gaat met zorgvuldig ruimtegebruik.
Actuele regionale behoefte
Kwantitatief
De 30 woningen waarin dit uitwerkingsplan voorziet, maakt reeds deel uit van de zogenaamde harde plancapaciteit. In het kader van het moederplan is reeds verantwoording afgelegd dat de woningbouw die dit uitwerkingsplan mogelijk maakt, past binnen de regionale woningbouwafspraken.
Volledigheidshalve wordt het volgende nog opgemerkt. In het gecombineerde portefeuillehoudersoverleg Ruimte en Wonen/Regionaal Ruimtelijk Overleg Zuidoost Brabant van november 2014 zijn, op basis van de geactualiseerde provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose (2014) en de eerder vastgestelde uitgangspunten, de regionale woningbouwafspraken voor de periode 2014 t/m 2023 vastgesteld. Voor Eindhoven zijn dit 3775 woningen. Dit betreft de netto toename van de woningvoorraad exclusief vervangende nieuwbouw door sloop. In de regionale Agenda Wonen 2014 is voor de eerst komende tienjaarsperiode een overzicht gegeven in hoeverre de plancapaciteit kan voorzien in de geprognosticeerde woningbouwopgave/-afspraken. Het aandeel harde plancapacaciteit voor de tienjaarsperiode bedraagt in het merendeel van de gemeenten in Zuidoost-Brabant gemiddeld 55%. Voor Eindhoven is dit percentage 64%. Daarmee is er, in ieder geval kwantitatief, ruimte om nog harde plancapaciteit toe te voegen.
Kwalitatief
Het programma Wonen 2010-2015 (gemeente Eindhoven) en het meest recente woonbehoefte onderzoek Zuidoost-Brabant van najaar 2014 (opdrachtgever SRE) constateren een grote vraag naar wonen in groenstedelijke woonmilieus zowel voor huurwoningen als koopwoningen. Dit type woonmilieu kenmerkt zich m.n. door eengezinswoningen met een tuin in een groene en ruime woonomgeving. Een dergelijk woonmilieu in Eindhoven is aantrekkelijk voor alle huishoudtypen tot 55 jaar in alle inkomenscategorieën. Waterrijk is een groenstedelijk woonmilieu en beantwoordt daarmee aan de actuele (kwalitatieve) woonbehoefte.
Bestaand stedelijk gebied
Nu sprake is van een actuele regionale behoefte moet worden beoordeeld of deze in bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden gerealiseerd. Dit is het geval. Onderhavig plangebied is namelijk binnen de provinciale Verordening Ruimte 2014 aangeduid als bestaand stedelijk gebied. Daarnaast heeft onderhavig plangebied in het geldende bestemmingsplan de bestemming Woongebied- Uit te werken. Waterrijk is een woonwijk binnen stadsdeel Meerhoven. Watterrijk is als woonwijk reeds gedeeltelijk gerealiseerd. Dit uitwerkingsplan zorgt voor een verdere "invulling" van Waterrijk.
Dit uitwerkingsplan is een uitwerking van het bestemmingsplan 'Waterrijk' (en 'I Waterrijk (reparatie Hof 11B)')). Op grond van artikel 3.6 onder 3 Wro maken de regels van dit uitwerkingsplan deel uit van het bestemmingsplan. Derhalve gelden naast de regels die in deze uitwerking zijn opgenomen, de regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan Waterrijk. In dit uitwerkingsplan is de bestemming 'Woongebied - Uit te werken' uit het moederplan en de reparatie daarvan voor Hof 11B (gedeeltelijk) uitgewerkt. Hiertoe is in het uitwerkingsplan de bestemmingen 'Wonen', 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied' opgenomen. Daarnaast zijn voor de duidelijkheid alle regels van het bestemmingsplan 'Waterrijk', voorzover deze van toepassing zijn op dit uitwerkingsplan, overgenomen. De methodiek van het uitwerkingsplan "3e uitwerking Waterrijk (Kamer 11B)" is gebaseerd op de SVBP2012.
Hieronder zijn de bouwregels, zoals die volgen uit het moederplan, weergegeven.Vervolgens is kort aangegeven hoe hieraan invulling is gegeven in dit uitwerkingsplan.
Woongebied - Uit te werken
Hoofdgebouwen
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Verblijfsgebied
Groen
Geluidwerende voorzieningen
Het uitwerkingsplan voorziet in de bestemmingen 'Wonen', 'Groen' en Verkeer - Verblijfsgebied. Op de verbeelding zijn binnen de bestemming 'Wonen' bouwvlakken en maatvoering opgenomen. Hieruit blijkt dat de geprojecteerde woningen niet hoger dan 11 meter mogen zijn, waarbij de goothoogte niet meer dan 6 meter mag bedragen. Tevens is de aanduiding 'bijgebouwen' opgenomen. In de regels is bepaald dat de aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet hoger dan 3,5 meter mogen zijn, tenzij het bouwwerk met een kap wordt uitgevoerd, dan geldt een hoogte van maximaal 4 meter. De regels ten aanzien van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn verwerkt in dit uitwerkingsplan. Binnen het plangebied is een pergola-achtige constructie voorzien aan de (voorgevel van de) woningen en tussen de woonblokken als verbindingsstuk. Om dit mogelijk te maken is een bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' opgenomen.
Voor de in dit uitwerkingsplan opgenomen bestemming 'Groen' is de bestemming uit het moederplan overgenomen. Hierdoor wordt aangesloten bij de uitwerkingsregels. Omdat de parkeerplaatsen gedeeltelijk in de bestemming 'Groen' zijn gesitueerd, is tevens de functieaanduiding 'parkeerterrein' opgenomen.
Voor de in dit uitwerkingsplan opgenomen bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is de bestemming uit het moederplan overgenomen. Hierdoor wordt aangesloten bij de uitwerkingsregels. Om de hierboven genoemde 'pergola - constructie' mogelijk te maken aan de voorgevel van de woningen en als verbindingsstuk tussen de woonblokken, is de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' opgenomen. In de regels is de hoogte van dit bouwwerk, geen gebouw zijnde geregeld.
Verder vormt het aspect geluid, zoals blijkt uit paragraaf 3.5 geen belemmering in dit uitwerkingsplan waardoor geluidwerende voorzieningen niet nodig zijn.
De gronden zijn in eigendom van de Gemeente Eindhoven en de kosten zullen voor dit plan verhaald worden middels een verkoopovereenkomst. Op deze manier zijn de kosten 'anderszins verzekerd' en was het niet noodzakelijk om een exploitatieplan op te stellen voor het moederplan Waterrijk. Het opstellen van een exploitatieplan is in de Wet ruimtelijke ordening niet gekoppeld aan een uitwerkingsplan, maar aan het uit te werken plan (moederplan). Artikel 6.12 Wro is dan ook niet van toepassing op een uitwerkingsplan.
Het plan wordt in het kader van het vooroverleg niet voorgelegd aan andere gemeenten, de provincie en het rijk omdat de belangen van deze overheden niet direct in het geding zijn. Met het waterschap heeft in februari 2015 vooroverleg plaatsgevonden. Dit is verwerkt in paragraaf 3.6.
Voorafgaand aan het nieuwe Plan van Aanpak 2012 ( door de raad vastgesteld in augustus 2012 ) zijn in de loop van 2012 uitvoerige informatie bijeenkomsten met de buurtbewoners georganiseerd. De gemeente kreeg alleen maar positieve reacties op het nieuwe plan van aanpak waarvan dit plan voor Hof 11B een uitvloeisel was. De buurt was met name te spreken over het feit dat de bouwvolumes zouden worden verlaagd en dat de focus gelegd werd op eengezins, grondgebonden rijenwoningen (waar voorheen werd gedacht aan gestapelde bouw).
Het ontwerp uitwerkingsplan heeft met met ingang van donderdag 25 juni 2015 tot en met woensdag 5 augustus 2015 op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is iedereen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het ontwerp uitwerkingsplan kenbaar te maken. Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van 24 juni 2015 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om de digitale versie van het ontwerp uitwerkingsplan via de gemeentelijke website www.eindhoven.nl/bestemmingsplannen en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen. Naar aanleiding van de tervisielegging is één zienswijze ontvangen.