direct naar inhoud van 4.4 Externe veiligheid
Plan: XI Buitengebied (Landelijk Strijp - Groen raamwerk fase 1)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80184-0301

4.4 Externe veiligheid

Het externe veiligheid beleid is gericht op het beheersen van risico´s en effecten van calamiteiten en het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen “plaatsgebonden risico” (de ten minste in acht te nemen grenswaarde die niet mag worden overschreden ten aanzien van "kwetsbare objecten", alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde ten aanzien van "beperkt kwetsbare objecten") en het “groepsgebonden risico” (een oriënterende waarde waarvan gemotiveerd mag worden afgeweken).

De gemeenteraad heeft de Visie Externe Veiligheid: 'Risico's de maat genomen' op 19 mei 2009 vastgesteld. Met deze visie wordt richting en uitwerking gegeven aan een verantwoord veilige, integrale invulling van duurzame ruimtelijke ontwikkeling passend binnen de Brainport ontwikkelingen en het Programma Brabant veiliger. In de visie wordt o.a. aangegeven waar ruimte bestaat voor nieuwe risicovolle bedrijvigheid en onder welke veiligheidsverhogende condities dat mogelijk is. Tevens wordt aangegeven waar in de stad geïnvesteerd dient te worden in een beter niveau van beheersbaarheid.
Tot slot wordt beschreven waar de veiligheid in de bestaande woonomgeving door het 'aanpakken' van bestaande knelpunten kan worden verbeterd.

4.4.1 Bedrijven

Binnen het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die vanwege de aanwezigheid of het werken met gevaarlijke stoffen, momenteel nog beperkingen opleveren voor de omgeving.

4.4.2 Transport; wegverkeer, railverkeer, waterwegen, buisleidingen, luchtverkeer
4.4.2.1 Buisleidingen

Voor ruimtelijke plannen in de omgeving van leidingen met een externe veiligheidscontour is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van toepassing. Op grond van dit besluit dienen plannen te worden getoetst aan de grens- en richtwaarde voor het plaatsgebonden risico (PR) en de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico (GR). Voor het PR geldt dat er binnen de risico contour van 10-6 geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde.

Voor het GR geldt, indien er objecten binnen het invloedsgebied liggen, een verantwoordingsplicht. Wanneer een plan consoliderend van aard is of de oriënterende waarde niet wordt overschreden kan bij de verantwoording worden volstaan met het vermelden van:

- de personendichtheid in het invloedsgebied van de buisleiding;

- de mogelijkheden tot bestrijding en beperking van rampen;

- de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen in het plangebied.

Ten aanzien van de laatste twee aspecten dient burgemeester en wethouders de regionale brandweer in staat te stellen om een advies uit te brengen. Wanneer een plan vaststelling leidt tot een verhoging van het GR of een overschrijding van de oriënterende waarde worden ook de volgende aspecten verantwoord:

- het GR per kilometer buisleiding vergeleken met de oriënterende waarde;

- de maatregelen die door de exploitant worden genomen ter beperking van het GR;

- alternatieve mogelijkheden voor een ruimtelijke ontwikkeling met een lager GR en de voor- en nadelen daarvan;

- andere mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van GR.

In verband met de bescherming en het beheer van de leiding, wordt tevens de belemmeringenstrook bestemd. Binnen deze afstand is in beginsel geen bebouwing toegestaan.

Onderzoek

In de omgeving van het plangebied zijn twee planologisch relevante leidingen gelegen. Op deze leidingen zijn de gegevens uit de onderstaande tabel van toepassing.

Tabel: Planologisch relevante leidingen

Soort leiding   diamer   druk (bar)   afstand PR10-6-
contour (m)  
afstand invloeds-
gebied GR (m)  
belemmeringen- strook  

brandstofleiding ruwe olie  

12"  

40  

0  

51)  

5  

aardgastransportleiding
 

12"  

40  

0  

140  

4  

1) De afstanden van de PR 10-6- contour en de liggin van het invloedsgebied van beide leidingen zijn illustratief. Afhankelijk van de specikieke leidingparameters (diepteligging, wanddikte, etc.) gelden voor elke leiding verschillende afstanden.

Beide leidingen hebben geen PR 10-6-contour buiten de belemmeringenstrook. Het bestemmingsplan voldoet derhalve aan de grenswaarde voor het PR. De ontwikkelingen binnen het plangebied zijn buiten het invloedsgebied van de brandstofleiding gelegen. De beoogde ontwikkelingen liggen wel deels binnen het invloedsgebied van de aardgastransportleiding. De toename van het GR binnen het invloedsgebied dient te worden verantwoord.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80184-0301_0023.png"

Figuur 23: risicocontouren spoor

Verantwoording van het groepsrisico

Personendichtheid

Op de wegen binnen het invloedsgebied personen aanwezig zijn. Het gaat hier om een beperkte groep personen (de wegen hebben een lage verkeersintensiteit) met een zeer korte verblijftijd.

Zelfredzaamheid

Ten aanzien van het aspect zelfredzaamheid kan worden opgemerkt dat er binnen het invloedsgebied geen groepen voorkomen die als verminderd zelfredzaam kunnen worden aangemerkt.Voor het overige deel van het plangebied dat binnen het invloedsgebied is gelegen geldt dat het goed is te ontvluchten. De wegen hebben voldoende capaciteit en zijn van de risicobron af georiënteerd.

Bestrijdbaarheid

Ten aanzien van de bestrijdbaarheid geldt dat het plangebied goed bereikbaar is voor hulpdiensten (de locatie ligt aan de provinciale weg en de dichtstbijzijnde brandweerkazerne bevindt zich op 5 minuten rijden van de locatie). Binnen het plangebied zijn voldoende opstelplaatsen (groenstroken en parkeerplaatsen) voor hulpdiensten aanwezig. Er wordt binnen het plangebied veel (goed bereikbaar) open water gerealiseerd dat kan dienen als bluswater.

Toetsing aan de oriënterende waarde

Het groepsrisico bedraagt 1,23 maal de oriënterende waarde. Na realisatie van de beoogde ontwikkeling is de hoogte van het groepsrisico 1,45 maal de oriënterende waarde.

Conclusie

Het bestemmingsplan voldoet aan de grenswaarde voor het PR. Het plangebied ligt deels binnen het invloedsgebied voor het GR van een aardgastransportleiding. Het GR is verantwoord en wordt aanvaardbaar geacht. De volgende overwegingen spelen daarbij een rol:

- de geringe toename van het GR ten opzichte van de oriënterende waarde;

- de goede mogelijkheden binnen het plangebied voor de zelfredzaamheid van personen en de bestrijding van calamiteiten;