Plan: | De Grote Beek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80164-0301 |
5.3.1 Checklist watersysteem
Checklist Watersysteem | |
Hoofdwatergang cq open water | Nee |
zijwatergang | Ja, ER 38 & 42 |
Keurgebied binnen plangebied? | Ja |
Binnen 25-100 jaarszone? | Nee |
Binnen boringsvrije zone? | Nee |
Ecologische verbindingszone? | Nee |
Binnen reserveringsgebied waterberging 2050? | Nee |
Attentiegebied EHS | Nee |
Rioolwatertransportleiding | Nee |
Waterschap gemaal | Nee |
Landelijke afvoernorm binnen plangebied | 1,33 l/s/ha |
Verdachte/verontreinigde locaties? | Staan vermeld in de bodemparagraaf |
Infiltratie praktisch mogelijk? | Nee |
Uitwerkingsplicht / wijzigingsbevoegdheid | Ja |
5.3.2 Gebied specifieke eigenschappen m.b.t. water
In het plangebied van de Grote Beek bevinden zicht twee zijwatergangen die in beheer zijn bij Waterschap de Dommel. Centraal wordt het gebied doorkruist door de ER 38 (Groote Beek) in het zuidoosten omsloten door de ER 42. Beide watergangen vervullen een afwaterende functie voor het plangebied en achterliggend gebied.
5.3.3 Oppervlaktewater
Binnen het plangebied zijn diverse (legger) watergangen en waterpartijen aanwezig. De watergangen zijn grotendeels van oudsher aanwezig en zorgen voor de afwatering van het gebied. Op de ER 42, nabij de doorgang onder het spoor, is de grondwaterlozing van Philips Vredeoord aangesloten.
5.3.4 Verharding
Het plangebied bestaat voor het grootste deel uit onverhard terrein. Verspreid op het terrein bevinden zich gebouwen en bijbehorende verhardingen. Over het algemeen zijn de verhardingen aangesloten op het regenwaterstelsel op het terrein. Het regenwaterstelsel loost op het aanwezige oppervlaktewater op het terrein.
5.3.5 Bodemopbouw
De bodemopbouw in dit deel van Eindhoven bestaat uit fijn leemhoudend zand afgewisseld met leemlenzen en is te typeren als (zeer) slecht doorlatend. Zonder het treffen van bodem verbeterende maatregelen wordt infiltratie van hemelwater in de bodem binnen het plangebied niet reëel geacht. Eventueel bekende bodemverontreinigingen zijn toegelicht in de bodemparagraaf van dit bestemmingsplan. Toekomstige ontwikkelingen mogen niet bijdragen aan een verdere verspreiding van de verontreiniging.
5.3.6 Grondwater
In het plangebied bevinden zich enkele peilbuizen. De grondwaterstand fluctueert in de loop van het jaar. Ter indicatie: de grondwaterstand varieert thans tussen de NAP 16,40 & 17,60 m. Het plangebied staat bij de gemeente niet bekend als knelpunt voor wateroverlast door regenval.
5.3.7 Regenwater
Het regenwater dat op daken en wegen valt, stroomt via het gescheiden rioolstelsel overwegend af naar open water binnen het plangebied. Overig regenwater infiltreert, afhankelijk van de doorlatendheid, in de bodem.
5.3.8 Afvalwater
Alle panden in het plangebied zijn aansloten op het gescheiden rioolstelsel van het terrein. Ter plaatse van de Anthony Fokkerweg is een hoofdaansluiting op de gemeentelijke riolering aangesloten die afvoert naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) aan de Van Oldenbarneveltlaan.