direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: De Grote Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80164-0301

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Maatschappelijk´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;

met daarbij behorende:

  • b. horecavoorzieningen (voorzover behorende tot de categorieën 1 en 2b van de in Bijlage 1 opgenomen Lijst van horeca-activiteiten), culturele en ontspannende voorzieningen, detailhandelsvoorzieningen, dienstverlenende bedrijven, installaties en opslagvoorzieningen voor zover ten dienste van en gerelateerd aan de maatschappelijke voorziening;
  • c. woningen voor zover ten dienste van en gerelateerd aan de maatschappelijke voorziening;
  • d. evenementen, voor zover verband houdend met de maatschappelijke voorziening;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. wegen en paden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' voor een propaantank.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ worden gebouwd;
  • b. de maximale bouwhoogte en de maximale goothoogte van een gebouw zoals op de verbeelding is aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' geldt voor de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte: als bestaand;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geldt voor de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte: als bestaand;
  • f. bij nieuwbouw moeten gebouwen zijn voorzien van een luchtbehandelingssysteem die door één handeling kan worden uitgezet.

6.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwenbuiten het bouwvlak mogen uitdluitend ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gebouwd worden;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75 m2, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 65% van het bebouwbaar erf.

 

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 6 m;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 3,5 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Gebouwen

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en/of bebouwingsbeeld, bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 6.2.1 bepaalde, ten behoeve van het overschrijden van de aanduiding 'bouwvlak' met maximaal 0,2 m ten behoeve van gevelisolatie;

6.3.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat en/of bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 ten behoeve van het bouwen van nutsvoorzieningen voor het opwekken van duurzame energie tot een maximaal oppervlak van 100 m2.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Binnen de aanduiding "Veiligheidszone - hoogspanningsverbinding" zijn geen gevoelige functies, als bedoeld in artikel 1, lid 1.45, toegestaan.