direct naar inhoud van 3.8 Groen
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80096-0301

3.8 Groen

3.8.1 Groenbeleidsplan

Het Groenbeleidsplan 2001, zoals op 5 november 2001 is vastgesteld door de gemeenteraad, heeft als doel het duurzaam veiligstellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende functies. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve en/of ruimtelijk structurerende betekenis.

Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan geeft in een kaart met zes ruimtelijke strategieƫn de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80096-0301_0014.png"

Figuur: Groen en recreatievoorzieningen

Onderhavig plangebied is behoudens een strook aan de rand van het plangebied in de kaart 'Groen en recreatievoorzieningen' uit het Groenbeleidsplan aangeduid als Stad, rood beeldbepalend. In dit gebied wordt als ordeningsprincipe de volgende strategie aangehouden:

Strategie 1: Stad, rood beeldbepalend

In deze gebieden heeft groen een ondersteunende functie aan de stedelijke identiteit ('aankledingsgroen') of een recreatieve functie voor de woonomgeving (parken). Het beleid is gericht op behoud en ontwikkelen van deze groene elementen of functies. Het oppervlak groen binnen deze categorie zou niet verder af moeten nemen. Binnen de aangeduide groenarme buurten (kaart blz. 37 Groenbeleidsplan) wordt gestreefd naar uitbreiding van het groenareaal.

De zuid/zuidoostelijke grens van het plangebied, de Dommelzone, is op de kaart van het groenbeleidsplan aangeduid als Structureel stadsgroen en Natuurontwikkeling nader uit te werken.

Strategie 4: Structureel stadsgroen

Deze gebieden zijn bedoeld voor groene dooradering van de stad, voor intensieve recreatie en ontspanning (parken), natuur en waterberging. Het beleid is gericht op het versterken van de functionaliteit van deze gebieden en het verbinden tot robuuste structuren.

Toevoeging van niet-groene voorzieningen is slechts mogelijk als sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang, als er geen alternatieven voorhanden zijn, als door een 'groen-inclusief ontwerp' de groene kwaliteit tenminste wordt gehandhaafd en als compensatie plaatsvindt van de per saldo verloren deel van de groenstructuur.

In het kader van het project sanering en meandering Dommel door Eindhoven is destijds in 2008 een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening doorlopen. In dit verband zijn in het gedeelte van de Dommel dat binnen het plangebied van het voorliggend bestemmingsplan Binnenstad ligt diverse werken en werkzaamheden (zoals beekherstel waarvan hermeandering een cruciaal onderdeel is) uitgevoerd. Dit project, waarvan de uitvoering en verantwoordelijkheid bij Waterschap De Dommel ligt, is inmiddels voltooid. Vanwege de hoge bebouwingsdichtheid is de ruimte en mogelijkheden voor beekherstel i.c. hwermeandering in dit deel van de Dommel dat binnen het plangebied ligt zeer beperkt. De oevers van de Dommel zijn hier natuurvriendelijk gemaakt. Er zijn daarvoor moerasachtige delen en ruigten aangelegd en versmallingen van de beek uitgevoerd. De tuinen van oa. het Van Abbemuseum is opnieuw ingericht er is een vispassage aangelegd. Met deze werken en werkzaamheden is de instandhouding van deze ecologische verbindingszone gewaarborgd.

3.8.2 Bomenbeleidsplan 2008: Ruimte voor bomen

Het Bomenbeleidsplan 2008 'Ruimte voor bomen' is in april 2008 door de gemeenteraad van Eindhoven vastgesteld. Doel van het bomenbeleidsplan is het ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en het groene imago van Eindhoven. Het Bomenbeleidsplan vormt een bindend kader tot 2020. Het is een strategisch beleidskader voor de instandhouding en versterking van de Eindhovense boomstructuur.

In de bijlage van het bomenbeleidsplan wordt het beleid ten aanzien van bomen op strategisch niveau uitgewerkt. Aandacht wordt onder meer besteed aan de bomenstructuur op gemeentelijk niveau en de cultuurhistorische structuur. Voor concrete projecten wordt aangegeven hoe door middel van een Quickscan Bomen en een eventuele boomeffectrapportage bepaald kan worden of er belemmerende factoren zijn voor bomen binnen de projectgrenzen en 10 meter daar buiten.

Op de kaart waardevolle bomen zijn de locaties van de waardevolle bomen binnen het plangebied aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80096-0301_0015.gif"

kaart waardevolle bomen

Er wordt hier onderscheid gemaakt in particuliere en gemeentelijke waardevolle bomen. Binnen het plangebeid is het aantal gemeentelijke waardevolle bomen vele malen groter dan de particuliere waardevolle bomen. Van de waardevolle bomen is slechts een klein aantal als monumentale boom aangemerkt (zie kaart monumentale bomen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80096-0301_0016.gif"

kaart monumentale bomen

De bescherming van alle bomen binnen het grondgebied van Eindhoven is gewaarborgd met het kapvergunningstelsel zoals dat is vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 (APV). Het verbod om te kappen behoudens vergunning is zeer ruim omschreven waardoor alle ingrepen c.q. activiteiten aan of in de nabijheid van een boom die van invloed zijn op het behoud van de boom worden onderworpen aan voorafgaand toezicht. Hiermee is de bescherming van de particuliere waardevolle bomen gewaarborgd.

De gemeente optredend in de hoedanigheid van eigenaar/beheerder van de openbare ruimte is gehouden aan het (bomen)beleid die de gemeente als publiekrechtelijk bestuursorgaan heeft vastgesteld. Met andere woorden dient de gemeente zich bij de uitvoering van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte te richten op behoud c.q. bescherming van de gemeentelijke waardevolle bomen.

Ook bij nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen heeft de gemeente de mogelijkheid om sturing te geven aan het bomenbeleid. Enerzijds door als privaatrechtelijk persoon bij de gronduitgifte voorwaarden te stellen teneinde het behoud van (waardevolle) bomen te borgen. Anderzijds kan de gemeente als publiekrechtelijk persoon bij planologische besluiten eveneens voorwaardenstellend dit waarborgen.

Met het oog op de deregulering en lastenvermindering voor burgers is hier voor de uitvoering van het bomenbeleid gekozen om niet een dubbele vergunningstelsel toe te passen. Immers met een vergunningstel in het bestemmingsplan voor het kappen van bomen wordt precies hetzelfde beoogd als het vergunningstelsel in de APV. Daarom blijft regulering van het kappen van waardevolle bomen hier achterwege.

3.8.3 Groengebieden/-objecten binnen het plangebied

Binnen het plangebied komen slechts een beperkt aantal groengebieden voor. Op basis van de van het groenbeleidsplan afgeleide kaart overdraagbaarheid openbaar groen, wijk 11 buurt 111 komen binnen het langebied slechts kleine gebieden met structureel groen op stedelijk niveau. Deze betreffen de volgende locaties:

  • Omgeving van het Van Abbemuseum
  • Omgeving Paterskerk, MariĆ«nhage
  • Omgeving villa Ravensdonck
  • Plantsoenen bij het wooncomplex Nicolaas Clopperstraat
  • De oevers van de Dommel en daarop aansluitende plantsoenen (o.m. t.h.v. Van Abbemuseum, De Effenaar)
  • Het binnenterrein grenzend aan de bebouwing aan de Ten Hagestraat en de Smalle Haven (nabij Mercadogebouw)

Onder structureel groen op stedelijk niveau worden begrepen de groengebieden die vanuit het groenbeleidsplan de belangrijkste dragers op het niveau van de hele stad inclusief alle binnen de bebouwde kom aanwezige bossen. Het structurele groen op stedelijk niveau wordt gevormd door de belangrijkste groenaderen binnen het stedelijk patroon. Conform het groenbeleidsplan heeft de structuur hiervan versterking nodig en geldt er bovendien een restrictief beleid. Aantasting van het groen kan alleen aan de orde zijn als er sprake is van een dringend zwaarwegend maatschappelijk belang.