direct naar inhoud van 9.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: VI Buitengebied (Internationale school)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80085-0501

9.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het plan is in het kader van het vooroverleg voorgelegd aan de provincie en het rijk voorzover de belangen van deze overheden in dit kader rechtstreeks in het geding zijn.

Provincie Noord-Brabant

Met de provincie is op 29 september 2010 overleg gevoerd over het plan. De provincie geeft aan dat dit project dient te worden bezien als ontwikkeling in Landelijk Gebied Strijp en alszodanig wordt opgevat als 'rode punt' in het hele gebied. Geadviseerd wordt om een bebouwingspercentage aan het bouwvlak te koppelen.

Verder wordt aangegeven dat een ontheffing op grond van de Verordenig Ruimte noodzakelijk is. De inschatting is dat deze kan worden verkregen.

Per brief van 5 januari 2011 (kenmerk C2002060/2385754) heeft de provincie verder aangegeven dat het voorontwerpbestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Reactie

In het bouwvlak is een bebouwingspercentage, zoals verzocht, opgenomen.

Vrom-Inspectie

De Vrom-Inspectie heeft ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan aangegeven dat het voor een goed functioneren van het ILS noodzakelijk is dat in een gebied rondom de start- en landingsbaan geen verstoring optreedt.

Dit gebied bestaat uit meerdere vlakken met daarbij behorende hoogtes, zowel horizontaal als oplopend. Een object dat beneden de betreffende hoogte blijft zal geen verstoring op het ILS opleveren en zou toelaatbaar kunnen zijn. Een object dat hoger is dan de (zonder meer toelaatbare) betreffende hoogte moet worden getoetst op eventuele verstoringseffecten. Om dit te borgen dienen de maximum toelaatbare hoogtes te worden opgenomen in het bestemmingsplan.

Onderhavig plan is gelegen in het horizontale/ oplopende gebied met een zonder meer toelaatbare bouwhoogte van 40,3 meter boven NAP.

Reactie

In het bestemmingsplan is de maximale bouwhoogte 11 meter. Het stellen van specifieke eisen in dit verband is dan ook niet noodzakelijk.

De toelichting is aangevuld uitleg over de ILS in hoofdstuk 5 .

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

Met de rijksdienst is in het najaar van 2010 het voorontwerpbestemmingsplan besproken. De rijksdienst heeft aangegeven dat het wenselijk is om stedenbouwkundig gezien meer eisen op te nemen ten aanzien van de verhouding van de nieuwbouw tot het bestaande rijksmonumentale karakter van de gebouwen en het terrein.


Reactie

In de regels is in artikel 4 'Maatschappelijk' lid 3 'Nadere eisen' de mogelijkheid opgenomen voor het college om nadere eisen te stellen aan de plaats en afmeting van de nieuwbouw ten behoeve van de bescherming van het stedenbouwkundig ensemble. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de wens van het RCE.