Plan: | VI Buitengebied (Internationale school) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80085-0501 |
Wet bodembescherming
Als sprake is van ernstige bodemverontreiniging dan is de Wet bodembescherming (Wbb) van toepassing. Het doel van de Wbb is in de eerste plaats het beschermen van de (land-) bodem zodat deze kan worden benut door mens, dier en plant, nu en in de toekomst. Bescherming van de waterbodem is geregeld in de Waterwet (2009).
Via de Wbb heeft de Rijksoverheid de mogelijkheid algemene regels te stellen voor de uitvoering van werken, het transport van stoffen en het toevoegen van stoffen aan de bodem.
Op 1 januari 2006 is de Wbb ingrijpend aangepast omdat het beleid met betrekking tot bodemsaneringen veranderde. De Wbb kent een viertal regelingen die alle een ander onderdeel van (land-)bodembescherming voor hun rekening nemen:
• Een regeling voor de bescherming van de bodem waarin ook staat dat degene die de bodem verontreinigd, zelf verantwoordelijk is voor het verwijderen van de vervuiling. De overheid kan dwingen tot sanering als de verontreiniging na 1987 is ontstaan.
• Een bijzondere regeling voor de aanpak van nieuwe bodemverontreiniging die is ontstaan als gevolg van een ongewoon voorval (calamiteit).
• Een regeling voor de verontreiniging die is ontstaan voor de Wbb in werking trad in 1987 (historische bodemverontreiniging). Ook in die gevallen geldt dat de vervuiler zelf de verontreiniging verwijdert. Als er geen vervuiler (meer) is, omdat het bedrijf niet meer bestaat en er geen rechtsopvolger is, zal de sanering door de overheid worden uitgevoerd.
Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden als de bodem, waarop deze ontwikkelingen gaan plaatsvinden, geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel. Bij nieuwbouwactiviteiten dient de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te zijn gebracht.
In het algemeen geldt dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op een schone bodem dienen te worden gerealiseerd.
Besluit bodemkwaliteit
Op 1 juli 2008 is het Besluit bodemkwaliteit (volledig) in werking getreden. Het doel van dit besluit is de bodem beter te beschermen en meer ruimte te bieden voor nieuwe bouwprojecten.
Ook geeft het besluit gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren.Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) is opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit. Het besluit heeft alleen betrekking op steenachtige bouwstoffen. Andere materialen worden in de praktijk ook toegepast als bouwstof maar vallen niet onder dit besluit. Voor grond en baggerspecie in oppervlaktewater en op landbodems gelden aparte regels die ook in het Besluit bodemkwaliteit zijn opgenomen; in tegenstelling tot bouwstoffen kunnen ze weer definitief deel gaan uitmaken van de bodem. Tot slot zijn in het Besluit bodemkwaliteit de kwaliteitsregels voor, ondermeer, bodemonderzoek, bodemsanering en laboratoriumanalyses die worden uitgevoerd door adviesbureaus, laboratoria en aannemers (bodemintermediairs) vastgelegd. Deze regels zijn bekend onder de naam Kwalibo (kwaliteitsborging in het bodembeheer). Kwalibo bevat ook maatregelen om de kwaliteit van ambtenaren die bodembeleid maken of uitvoeren en het toezicht en de handhaving te verbeteren.
Relatie Wbb en Wabo
Als er ontwikkelingen zijn voorzien die gericht zijn op het verblijf van mensen in een gebied en de bodem blijkt verontreinigd te zijn of er bestaat een redelijk vermoeden dat sprake is van een geval van ernstige verontreiniging, dan geldt een aanhoudingsplicht op basis van artikel 6.2 c Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De aanhouding duurt totdat het bevoegd gezag heeft ingestemd met het saneringsplan, dan wel dat het heeft vastgesteld dat er geen sprake is van ernstige bodemverontreiniging ten aanzien waarvan spoedige sanering noodzakelijk is. Er geldt alleen een bodemonderzoeksplicht voor bouwwerken waarvoor een reguliere bouwvergunning is vereist. Een omgevingsvergunning wordt niet eerder afgegeven dan nadat uit onderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.
Projectlocatie
Als gevolg van de activiteiten van Defensie is het terrein sterk verontreinigd. In 2008 is de grond ter plaatse van de voormalige kazerne gesaneerd. In 2008 is gestart met de grondwatersanering ter plaatse van de voormalige BOS pomp 134b (zuidelijk gedeelte) en de voormalige BOS pomp H-H(noordelijk gedeelte). De sanering van het grondwater kan nog enkele jaren duren. Ten behoeve van de grondwatersanering is een waterzuiveringsinstallatie aanwezig waar de leidingen samenkomen van de onttrekkingsputten. Ter plaatse van de voormalige BOS-pomp 134 b is een terrein afgezet met hekwerk om de ondergrondse leidingen en onttrekkingsputten te beveiligen.
Er zijn diverse bodemonderzoeken verricht ('Verkennend onderzoek, SRE Milieudienst, dd 12-1-2009, dossiernr. 1611', 'Nader onderzoek, Tritium, dd 23-09-2009, rapportnr. 463018A', 'Monitoringsrapportage, Hunneman, oktober 2009').
Uit de aangeleverde rapporten van Defensie en het, in opdracht van de gemeente, uitgevoerde bodemonderzoek blijkt dat de grond conform het saneringsplan en de bijbehorende beschikking is gesaneerd. De kwaliteit van de grond staat de planvorming niet in de weg.
Uiteraard dient rekening gehouden te worden met de kabels en leidingen die aangelegd zijn ten behoeve van de grondwatersanering. In dit verband is door middel van een gebiedsaaduiding ('Milieuzone-Grondwatersaneringsgebied') en bijbehorende regels de grondwatersaneringsinstallatie beschermd. Het is mogelijk om, na toestemming van Defensie, een klinkverhardening over een deel van de installatie aan te brengen, mits de peilbuizen goed beschermd worden met een straatpot. Het aanbrengen van andere verhardeningen is niet toegestaan. Om die reden is dan ook een bouw- en aanlegverbod opgenomen in de regels.