direct naar inhoud van Bijlage 4 Uitvoeringsregels bij parkeernormen
Plan: De Bergen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80037-0501

Bijlage 4 Uitvoeringsregels bij parkeernormen

Inleiding

De parkeernormen zijn bedoeld om parkeeroverlast te voorkomen. Er zijn echter altijd situaties die enige flexibiliteit vragen inzake de toepassing van de parkeernormen. Zonder aanvullende uitvoeringsregels zou een project als bijvoorbeeld 'Wonen boven Winkels' nooit uitgevoerd kunnen worden. Vandaar dat voor praktische uitvoerbaarheid de volgende uitvoeringsregels worden voorgesteld.

Minimum en maximum norm

In de huidige systematiek wordt gewerkt met één norm, waaraan bij een bouwaanvraag voldaan moet worden. In de praktijk worden geringe afwijkingen (tot max. 10%) meestal geaccepteerd. In het nieuwe voorstel wordt, conform de CROW-richtlijnen, gewerkt met een minimum en een maximum norm. De parkeereis is nu dat bij een bouwaanvraag op eigen terrein een parkeercapaciteit gerealiseerd wordt die ligt tussen de minimum en de maximum norm. Uitzonderingen zijn in speciale omstandigheden mogelijk en worden hierna uitgewerkt. Als in die gevallen op eigen terrein minder gerealiseerd hoeft te worden en de restcapaciteit in de openbare ruimte wordt opgevangen, dan zal er in principe altijd sprake zijn van een financiële tegemoetkoming. Gezien de juridische beperkingen aan de bestedingen van dergelijke tegemoetkomingen is het wenselijk deze te storten in een separate bestemmingsreserve (Parkeerfonds). Als mocht blijken dat én de parkeerbehoefte niet op eigen terrein kan worden opgelost én er geen (economisch) haalbare alternatief voorhanden is waarmee voorkomen wordt dat de extra parkeerbehoefte wordt afgewenteld op de omgeving, dan zal er vanuit parkeeroptiek over de bouwaanvraag een negatief advies worden verstrekt.

Minder dan de norm

Conform de CROW-richtlijn zal de parkeereis opgebouwd zijn uit een gebruikersdeel en een bezoekersdeel. Per toepassing kunnen deze twee onderdelen leiden tot behoorlijk afwijkende eisen en in sommige gevallen vragen om verschillende oplossingen.

In het centrum hoeft het bezoekersgedeelte van de parkeereis niet noodzakelijk op eigen terrein te worden gerealiseerd. Er kan eventueel daarvoor een beroep gedaan worden op de beschikbare publieke (betaalde) parkeervoorzieningen. Uiteraard blijft een storting in het Parkeerfonds nog steeds noodzakelijk.

Als buiten het centrum (Schilwijken of Rest) redelijkerwijs op eigen terrein niet aan de parkeereis kan worden voldaan, dan kan voor het bezoekersdeel een beroep gedaan worden op de openbare ruimte als na onafhankelijk onderzoek blijkt dat daarmee de parkeerdruk in de directe omgeving (straal van 150m) in de regel onder de 90% zal blijven. Ook in dit geval blijft een storting in het Parkeerfonds noodzakelijk. De kosten van het onderzoek komen voor rekening van de aanvrager. Onder dezelfde voorwaarde is een dergelijk beroep op de openbare ruimte ook mogelijk voor het gebruikersdeel van de parkeereis in geval het de functie wonen betreft. De mogelijkheid om buiten het centrum een beroep te kunnen doen op de openbare ruimte voor het voldoen aan de parkeereis is beperkt tot maximaal 5 parkeerplaatsen per aanvraag.

Van het voldoen aan de parkeereis op eigen terrein kan worden afgeweken, ook voor het gebruikersdeel, indien de aanvrager kan aantonen in de directe omgeving (zie definitie maximale afstand (straal) in tabel) op andere definitieve wijze in de parkeerbehoefte te hebben voorzien. Als dit is door middel van abonnementen in een naburige publieke parkeergarage, dan blijft een storting in het Parkeerfonds noodzakelijk. De reden hiervoor is dat daarmee de beschikbare publieke parkeercapaciteit vermindert. Uiteraard mag het hier niet gaan om parkeerplaatsen die al in andere zin gekoppeld zijn aan een bestaande of nog te realiseren functie, tenzij uit de CROW-tabel “Gelijktijdige aanwezigheid” (zie hierna) blijkt dat dit dubbelgebruik binnen de beschikbare capaciteit naast elkaar kan plaatsvinden.

Bijdragen (schadeloosstelling) Parkeerfonds per niet gerealiseerde parkeerplaats (prijspeil 2008) en maximale straal (hemelsbreed) bij voldoen aan parkeereis op andere locatie:

  Gebruikersdeel   Bezoekersdeel   Max. straal  
Centrum   € 20.000   € 10.000   200 m  
Schilwijken   € 15.000   € 10.000   150 m  
Rest   € 10.000   € 10.000   100 m  

Opmerking:

  • De parkeeroplossing-op-afstand moet een definitief karakter hebben. Dat houdt in dat via een zaakrechtelijke overeenkomst de beschikbaarheid van de plaatsen voor een periode van tenminste 10 jaar is gegarandeerd. Als op enig moment de beschikbaarheid van de parkeercapaciteit komt te vervallen, dan is de eigenaar/gebruiker van dat moment verplicht een alternatieve oplossing te implementeren. Er kan dan in principe geen beroep gedaan worden op parkeercapaciteit in de openbare ruimte.
  • Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in geval van maatschappelijk belang, waarbij het beschikbaar komen van de te realiseren functie belangrijker wordt geacht dan de gevolgen voor de parkeerproblematiek, vrijstelling te verlenen voor het moeten voldoen aan de parkeereis. Daarmee vervalt niet de verplichting voor de aanvrager de volgens de tabel berekende tegemoetkoming te storten in het parkeerfonds. Alleen in bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders besluiten om ook daarvoor een vrijstelling te verlenen.
  • Als bij een bouwaanvraag de parkeereis leidt tot een berekende parkeercapaciteit van minder dan 1,5 parkeerplaatsen en er redelijkerwijs geen mogelijkheid is deze plaatsen op eigen terrein te realiseren, dan mag zonder de verplichting een parkeerbalans op te stellen vrijstelling worden verleend. Uiteraard blijft een storting in het Parkeerfonds verplicht. Dit geldt ook voor belanghebbendengebieden met een hoge parkeerdruk, omdat daar de parkeerdruk met een vergunningensysteem, eventueel incl. wachtlijst, wordt gereguleerd.
  • Voor de genoemde bedragen is het niet altijd mogelijk een parkeerplaats te realiseren. In het centrum, bijvoorbeeld, kost een parkeerplaats in een ondergrondse parkeergarage al snel meer dan €30.000. Afkopen betekent echter niet dat men vervolgens een gratisparkeerplaats heeft. In het centrum zal men nog steeds een abonnement moeten kopen. Ook in de andere gebieden wordt betaling niet uitgesloten.
  • In de tabel zijn ook normen opgenomen voor zogenaamde Kiss & Ride stroken (vooral bij scholen). Omdat deze parkeerplaatsen een duidelijk ander karakter hebben, meer vergelijkbaar met laden en lossen, vallen ze niet onder de afkoopregeling. Als de gemeente zou besluiten ondanks het niet voldoen aan de Kiss & Ride capaciteit toch een bouwvergunning te verstrekken, dan hoeft geen storting plaats te vinden in het Parkeerfonds.
  • Met de voorgestelde bedragen zal het jaren duren voordat het Parkeerfonds een zodanig volume heeft dat vanuit zo'n Parkeerfonds een substantiële bijdrage geleverd kan worden aan het structureel oplossen van parkeeroverlast in specifieke (woon)gebieden. Het is noodzakelijk om hier versnelling in aan te brengen. Aanvullend aan de bijdragen afkomstig van het afkopen van de parkeereis bij ontwikkelingen zou het Parkeerfonds ook gevoed kunnen worden met de (onzekere) opbrengsten uit de 'profit sharing'-regeling van de PPS Parkeergarages met P1, die vanaf 2008 in werking treedt. Op basis van de door P1 gerealiseerde omzetten in 2007 is de verwachting dat deze (jaarlijkse) bijdrage de eerste jaren tenminste €250.000 zal bedragen.
  • In het verleden hebben diverse gemeente ervaring opgedaan met de inrichting van een Parkeerfonds. Niet alle ervaringen zijn positief. In het bijzonder wordt de eis van het moeten realiseren van parkeerplaatsen binnen een bepaalde straal van de bouwontwikkeling als te belastend ervaren. De nieuwe WRO biedt via de grex-wet meer ruimte om als gemeente de eventuele parkeerproblematiek op te lossen. Wat dat precies betekent voor de wijze waarop het Parkeerfonds wordt ingevuld vergt nog wat extra tijd. Vandaar dat het definitieve voorstel over de wijze van invulling van het Parkeerfonds in een apart raadsvoorstel zal worden geformuleerd.

Meer dan de norm

Het is denkbaar dat een aanvrager meer capaciteit wil realiseren dan het maximum zoals dat op basis van de parkeernormen is berekend. Op voorhand is deze mogelijkheid niet uitgesloten, omdat deze meercapaciteit mogelijk kan worden ingezet voor compensatie van naburige ontwikkelingen of ter vermindering van de parkeerdruk in de directe omgeving. Wel zal de gemeente in dat geval eerst moeten onderzoeken wat de consequenties zijn van de mogelijke extra verkeersbewegingen die het gevolg zijn van de meercapaciteit. Als die gevolgen niet wenselijk blijken te zijn, bijvoorbeeld omdat dat teveel ten koste gaat van de verkeersveiligheid of de luchtkwaliteit in de directe omgeving, dan zal de aanvrager gehouden worden aan de maximum parkeernorm.

Als er verkeerstechnisch of milieutechnisch geen bezwaar is tegen de extra capaciteit, dan zal vanuit parkeren geen bezwaar gemaakt worden tegen de bouwaanvraag onder de voorwaarde dat deze extra capaciteit dan ook beschikbaar komt voor derden, eventueel tegen markconforme betaling. Dit kan bijvoorbeeld via abonnementen of publieke toegankelijkheid.

Het parkeerbeleid is ondersteunend aan het mobiliteitsbeleid. Daarin wordt meer en meer gekozen om terughoudend te zijn in het faciliteren van de auto in het gebied binnen de Ring. Vandaar dat in de praktijk van de mogelijkheid van extra parkeercapaciteit boven de maximum norm slechts gebruik gemaakt zal kunnen worden voor locaties aan of buiten de Ring en langs enkele grotere verkeersaders binnen de Ring, zoals John F. Kennedylaan en Prof. Dr. Dorgelolaan.

Andere gebruikers

Als bij een functie ten gevolge van de parkeereis parkeercapaciteit wordt gerealiseerd, dan is deze capaciteit ook primair bedoeld voor de gebruikers en bezoekers van de betreffende functie. Het is de eigenaar van de parkeerplaatsen niet toegestaan de aan de functie gekoppelde capaciteit, geheel of gedeeltelijk, structureel anders in te zetten, tenzij de eigenaar op basis van ervaringscijfers en een actuele parkeerbalans kan aantonen dat het gebruik van de parkeerplaatsen door een andere dan de beoogde doelgroep(en) geen nadelige gevolgen heeft voor de directe omgeving. Bij voorkeur wordt een dergelijke koppeling via een notariële akte afgedwongen.

Verrekening

Ook bij verbouwplannen wordt op basis van de parkeernormen een parkeereis berekend. Daarbij hoeft echter niet volledig gecompenseerd te worden voor eventuele tekorten uit het verleden. De volgende rekensystematiek zal bij (ver)bouwplannen worden toegepast. Op basis van de huidige parkeernormen wordt berekend:

het (fictieve) bezoekersdeel dat bij de bestaande functie in de openbare ruimte wordt opgevangen (x2)

de minimum parkeereis behorende bij de nieuwe functie (y1 gebruikersdeel; y2 bezoekersdeel)

Als minimum parkeereis geldt nu de volgende waarde: als y2 > x2, dan y1 + (y2 – x2), anders y1. Oftewel, het tekort voor het bezoekersdeel uit het verleden hoeft niet te worden gecompenseerd, maar op eigen terrein dient minimaal het gebruikersdeel te worden gerealiseerd.

De maximum parkeernorm blijft onveranderd.

Ook voor nieuwbouwplannen op een locatie met een bestaande functie zal deze systematiek worden toegepast, omdat op deze manier door de realisatie van de bouwplannen de parkeerproblematiek in de directe omgeving niet slechter wordt.

Functies te realiseren op een parkeervoorziening

Bij bouwinitiatieven voor een bestaande gemeentelijke parkeervoorziening moet rekening gehouden worden met de effecten van het verlies van de bestaande parkeercapaciteit. In principe moet het verlies aan capaciteit binnen het project zodanig worden gecompenseerd dat er geen structureel nadelig effect is op de parkeerdruk in de directe omgeving. Bovendien zullen door de gemeente aangegane verplichtingen moeten worden gerespecteerd. In de regel vereist dit maatwerk en aanvullend afspraken tussen aanvrager en gemeente.

Invloedsfactoren (HOV)

Op dit moment wordt binnen de gemeente Eindhoven gewerkt aan de uitbreiding van het HOV-netwerk. Met dit HOV-netwerk verbetert de bereikbaarheid van de locaties in de buurt van HOV-haltes. Ter stimulering van het gebruik van het HOV-netwerk zal binnen de Ring (Centrum en Schilwijken) in de nabijheid van een HOV-halte (minder dan 200 m) het bezoekersdeel van de parkeernorm worden gehalveerd en de maximum parkeernorm gelijk gesteld worden aan de minimum parkeernorm.

Berekeningen

De manier waarop het aanbod aan parkeerplaatsen op eigen terrein bij de functie Wonen wordt bepaald, kan behoorlijk verschillend zijn. Dit is namelijk afhankelijk van de vraag of een garage, oprit of carport als volwaardige of als gedeeltelijke parkeerplaats meetelt. Voor de bepaling van de mate waarin parkeren op eigen terrein door middel van een oprit of een garage voor de functie Wonen meetelt aan de aanbodzijde wordt onderstaande tabel gehanteerd. 

Berekeningsaantallen parkeervoorzieningen bij woningen

Parkeervoorziening   Theoretisch aantal   Berekend aantal   Opmerking  
Enkele oprit zonder garage   1   0,8   oprit minimaal 6,0 meter diep  
Lange oprit zonder garage of carport   2   1,0    
Dubbele oprit zonder garage   2   1,7   oprit minimaal 5,5 meter breed  
Garage zonder oprit (bij woning)   1   0,6    
Garagebox (niet bij woning)   1   0,7    
Garage met enkele oprit   2   1,2   oprit minimaal 6,0 meter diep  
Garage met lange oprit   3   1,5    
Garage met dubbele oprit   3   2,0   oprit minimaal 5,5 meter breed  

Toelichting: In een woonwijk met veel garages en (dubbele) opritten zijn in theorie mogelijk voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig. In de praktijk zal blijken dat een groot gedeelte van het theoretische aanbod niet wordt gebruikt, doordat auto's toch regelmatig op de openbare weg parkeren. Dit gedrag zal veel minder gebeuren in een gebied waarin het parkeren gereguleerd is (betaald parkeren of een gebied voor parkeervergunninghouders). Daarom zal deze tabel alleen worden toegepast in gebieden waar geen sprake is van een parkeerregulering.

Juridisch kader

Bij de inwerkingtrede van de nWro wijzigt ook de Woningwet. In tegenstelling tot de huidige werkwijze mogen dan in de bouwverordening geen parkeernormen meer worden opgenomen. Derhalve moeten deze parkeernormen in nieuw te maken bestemmingsplannen worden opgenomen.

Er komt een overgangsrecht van 5 jaar voor de bestemmingsplannen die nog niet zijn herzien op basis van de nWro.

Gelijktijdige aanwezigheid

De parkeernormen zijn onderverdeeld in functies. In sommige gevallen, met name bij grotere ontwikkelingen, vindt een combinatie van functies plaats. In dat geval dient gekeken te worden naar de momenten in de week waarop per functie de parkeervraag zich voordoet. Op deze wijze is namelijk dubbelgebruik te realiseren, hetgeen uit oogpunt van kostenbesparing en optimaal gebruik van spaarzame ruimte voor alle partijen wenselijk is.

In de CROW-richtlijnen is een tabel opgenomen waarin op basis van ervaringen per functie over de specifieke delen van de week het aanwezigheidspercentage wordt weergegeven. Deze tabel (zie hierna) zal ook in Eindhoven worden toegepast.

Tabel gelijktijdige aanwezigheid:

Gelijktijdige aanwezigheid   Werkdag ochtend   Werkdag middag   Werkdag avond   Koop- avond   Zaterdag- middag   Zaterdag- avond   Zondag- middag  
Woningen   50%   60%   100%   90%   60%   60%   70%  
Detailhandel   30%   70%   20%   100%   100%   0%   0%  
Kantoor   100%   100%   5%   10%   5%   0%   0%  
Bedrijven   100%   100%   5%   10%   5%   0%   0%  
Sociaal cultureel   10%   40%   100%   100%   60%   90%   25%  
Sociaal medisch   100%   100%   30%   15%   15%   5%   5%  
Ziekenhuis   85%   100%   40%   50%   25%   40%   40%  
Dagonderwijs   100%   100%   0%   0%   0%   0%   0%  
Avondonderwijs   0%   0%   100%   100%   0%   0%   0%  
Bibliotheek   30%   70%   100%   70%   75%   0%   0%  
Museum   20%   45%   0%   0%   100%   0%   90%  
Restaurant   30%   40%   90%   95%   70%   100%   40%  
Café   30%   40%   90%   85%   75%   100%   45%  
Bioscoop, theater   15%   30%   90%   90%   60%   100%   60%  
Sport   30%   50%   100%   90%   100%   90%   85%  
Bron CROW (ASVV 2004)