direct naar inhoud van 4.6 Bodem
Plan: Blixembosch Noordoost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80027-0501

4.6 Bodem

Ten behoeve van het bestemmingsplan zijn verschillende bodemonderzoeken uitgevoerd. Ten eerste is voor het gebied waar de woningen zijn gepland bodemonderzoek uitgevoerd door Lankelma Ingenieursbureau en voor het entreegebied is door Grontmij aanvullend bodemonderzoek verricht. Hieronder zijn de resultaten van beide onderzoeken verkort opgenomen. Voor een uitgebreide beschrijving van de onderzoeken en resultaten wordt verwezen naar de rapporten zelf in de bijlagen.

Onderzoek woningbouwgebied

Door Lankelma Ingenieursbureau is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (2008) in het plangebied (Bijlage: Rapport Verkennend bodemonderzoek, Locatie nabij geluidswal, Blixembosch Oost te Eindhoven, 30 mei 2008).

Het onderzoek is gericht op de ontwikkellocatie Blixembosch Noordoost exclusief het 'entreegebied' waar de nieuwe ontsluitingweg is gepland. Voor het 'entreegebied' is apart bodemonderzoek verricht waarvan de samenvatting hieronder is opgenomen. Voor een gedetailleerd beeld van de onderzoekslocatie wordt verwezen naar het bodemrapport zelf.

Uit het geheel aan onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat geen sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Het vermoeden dat plaatselijk (ca. 2 ha) sprake is van dumping van sterk verontreinigde grond wordt middels het bodemonderzoek niet bevestigd. De aangetoonde waarden in zowel grond als het water van beide deelgebieden komen overeen met resultaten van het eerder uitgevoerde (grootschalig) onderzoek in de direct omgeving.

Wel worden plaatselijk (peilbuis B-07 en B046) zeer hoge Ec-waarden (zoutconcentratie) gemeten. Aan de hand van het onderzoek zijn deze gehalte niet eenduidig te verklaren. Het is bekend dat ter plaatse van de stortplaats aan de Tempellaan eveneens zeer hoge EC-waarden worden gemeten, een relatie tot deze stort is gezien de ligging van deze boorpunten niet aannemelijk.
Formeel gezien is de bodem op de locatie niet geheel vrij van bodemverontreiniging. Gezien de aard en mate van de aangetroffen verontreiniging, is nader onderzoek niet noodzakelijk. Er bestaan uit bodemkwaliteitsoogpunt geen beperkingen ten aanzien van het huidig gebruik danwel een wijziging hiervan.

Onderzoek entreegebied

Door Grontmij is aanvullend bodemonderzoek in het entreegebied uitgevoerd (Bijlage: Aanvullend bodemonderzoek ter plaatse van voormalige stortlocatie Esperheide te Eindhoven, definitief, Eindhoven, 30-11-2009). Aanleiding voor het verrichten van het bodemonderzoek vormt de wens om in de toekomst woningbouw ter plaatse mogelijk te maken. Dit bestemmingsplan maakt woningbouw terplaatse niet mogelijk, ook niet door middel van een wijzigingsbevoegdheid omdat de plannen daarvoor momenteel onvoldoende bepaald zijn. Wel maakt het bestemmingsplan ter plaatse, na uitwerking, een ontsluitingsweg mogelijk. Voor het onderbouwen van die bestemming kunnen de resultaten uit dit bodemonderzoek ook gebruikt worden.

Het entreegebied betreft een voormalige stortplaats, genaamd stortplaats Esperheide. Op deze locatie zijn in het verleden reeds een aantal bodemonderzoeken uitgevoerd. Om beter inzicht te krijgen in de aard en samenstelling van het aanwezige stortmateriaal en de verontreinigingssituatie ter plaatse is het aanvullend onderzoek uitgevoerd.

Het onderzoek bestaat uit een vooronderzoek op basis van de beschikbare bodemrapporten bij de Gemeente Eindhoven en een veldonderzoek. Het veldonderzoek bestaat uit boringen, een sleuvenonderzoek en het inmeten van het terrein ten opzichte van NAP en is uitgevoerd in juli en augustus 2009.

Omvang en contour stort

Uit het gehele onderzoek ontstaat het beeld dat de oorspronkelijke geluidswal langs de Kennedylaan volledig bestaat uit grond en geen stortmateriaal bevat. Onder de geluidwal is eveneens geen stortmateriaal aangetroffen. Wel zijn plaatselijk lichte tot matige bijmengingen met puin in de geluidswal aangetroffen. Aan de westelijke zijde van de geluidwal word wel stortmateriaal aangetroffen. Het betreft een voormalige ontgronding die is aangevuld met stortmateriaal.

De oorspronkelijke geluidswal wordt derhalve op basis van de momenteel beschikbare gegevens als oostelijke begrenzing beschouwd. Volgens informatie van de gemeente is voor de aanleg van de geluidwal mogelijk grond gebruikt die vrijgekomen is bij de realisatie van de nieuwe woonwijk aan de westelijke zijde van Esperheide (voormalige volkstuinen).
In een later stadium is de milieustraat en het autowrakkenterein aangelegd. Bij de aanleg van de milieustraat en het autowrakkenterrein is mogelijk ter plaatse stortmateriaal ontgraven en in het talud van de geluidswal verwerkt.

Op basis van de resultaten van het aanvullend onderzoek is een voldoende actueel beeld verkregen van de verontreinigingssituatie ter plaatse van de voormalige stort. Op basis van de verontreinigingssituatie, het digitaal terreinmodel in Civill3D en bepaalde aannames (onder andere met betrekking tot de actuele verontreinigingssituatie ter plaatse van het autowrakkenterrein), kunnen varianten voor herontwikkeling van de locatie worden uitgewerkt en op kosten worden gezet.


Noordoostelijke geluidwal

Ook naar de bodemkwaliteit ter plaatse van de geluidwal. Het rapport ( 'Onderzoek naar bodemverontreiniging Terrein 'Blixembosch-Noord oostelijke geluidwal', Gemeente Eindhoven, Verkennend grondonderzoek, SRE, 27 oktober 2005) is alsnog toegevoegd bij de stukken.

Een beschrijving van de resultaten en de conclusies daarvan is toegevoegd in paragraaf 4.5 'Bodem'. Uit het rapport blijkt dat geen aanwijzingen gevonden zijn dat binnen het terrein potentieel bodembedreigende activiteiten plaatsvinden of hebben plaatsgevonden. Uit de analyseresultaten blijkt verder dat er plaatselijk sprake is van lichte verontreinigingen met PAK, minerale olie, chroom en nikkel. Daarnaast blijkt dat de bovengrond ter plaatse van boorpunt 10 sterk verontreinig is met PAK en minerale olie. Er dient nader onderzoek te worden uitgevoerd naar de omvang van de verontreinigingen om vast te stellen of er mogelijk sprake is van een saneringsnoodzaak. Dit onderzoek is inmiddels uitgezet en de eventuele verwijderingskosten worden geschat op hoogstens Euro 50.000,-.

Conclusie

De conclusie is dat vanuit bodemkwaliteitsoogpunt geen beperking bestaat ten aanzien van het opnemen van de uit te werken bestemming 'Woongebied' en te wijzigingen bestemming 'Verkeer' in het bestemmingsplan. In beide plannen zal te zijner tijd een nadere uitwerking worden opgenomen ten aanzien van de bodemaspecten in relatie tot de definitieve bestemmingen.