direct naar inhoud van Artikel 15 Leiding - Gas
Plan: Blixembosch Noordoost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80027-0501

Artikel 15 Leiding - Gas

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Leiding - Gas´ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een (ondergrondse) gastransportleiding met een diameter van 12 inch en een maximale druk van 66,2 bar;
  • b. met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Bouwen op grond van andere bestemmingen

In afwijking van het bepaalde bij de andere op de verbeelding aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mogen op of in de gronden binnen het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak behorende bij deze bestemming geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze bestemming.

15.3 Afwijking bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere op de verbeelding opgenomen bestemmingen, ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.2.1, met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de betreffende leiding;
  • b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.

15.4 Omgevingsvergunning om aan te leggen
15.4.1 Vergunningvereiste om aan te leggen

Het is verboden op de gronden met de bestemming `Leiding - Gas´ zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden en/of het anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • d. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.

15.4.2 Uitzonderingen op het vergunningvereiste

Het in artikel 15.4.1opgenomen verbod is niet van toepassing op werken welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

15.4.3 Criteria voor verlenen omgevingsvergunning om aan te leggen

De in artikel 15.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend,

indien het behoud van een veilige ligging van de leiding en de continuïteit van de functie van de betreffende leiding zijn gewaarborgd, met dien verstande dat alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 15.4.1burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de betreffende leidingbeheerder.