direct naar inhoud van 3.8 Luchtvaart
Plan: High Tech Campus Eindhoven-Klotputten
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80022-0501

3.8 Luchtvaart

Het plangebied is gelegen op enige afstand (ruim 6,5 km) van het luchthaven Eindhoven. Dit is een militair vliegveld met medegebruik door de burgerluchtvaart (Eindhoven Airport).

Wetgeving
Vanaf 1 november 2009 geldt de Wet luchtvaart. Deze wet omvat een nieuw stelsel van besluitvorming en normen voor alle luchthavens, met uitzondering van Schiphol. De luchthaven Eindhoven is een militaire luchthaven en blijft daarmee volledig onder de verantwoordelijkheid vallen van de minister van Defensie. In de systematiek van deze wet zal voor Luchthaven Eindhoven één luchthavenbesluit moeten worden vastgesteld met een militaire geluidsruimte voor militair vliegverkeer en een burgergeluidsruimte voor het commercieel burgermedegebruik. Verder moet in het luchthavenbesluit worden vastgelegd het luchthavengebied, het beperkingengebied (geluidszone, obstakelbeheergebied en vogelbeheersgebied) en één maximum aantal bewegingen recreatief medegebruik. Het luchthavenbesluit moet binnen vijf jaar na inwerkingtreding van de wet worden genomen.

Het in werking treden van de Wet luchtvaart betekent niet dat deze wet en de daarop gebaseerde regelgeving per 1 november 2009 in volle omvang van toepassing zijn op de nu bestaande luchthavens. Het in deze wet opgenomen overgangsrecht voorziet namelijk in een gefaseerde invoering van het nieuwe wettelijke regime voor luchthavens. Concreet betekent dit dat het regime van de Wet luchtvaart pas van toepassing zal zijn als eerst de minister van Defensie een luchthavenbesluit heeft genomen. De minister zal van die mogelijkheid op een nader te bepalen tijdstip gebruik gaan maken.

Voor het bestemmingsplan HTCE is vooruitlopend op de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving en op basis van de vigerende regelgeving nagegaan in hoeverre deze belemmeringen kan opwerpen voor de uitvoering van het plan.

Externe veiligheid en Geluid
Op 29 december 2007 is het Besluit tot aanwijzing van het militaire luchtvaartterrein Eindhoven in werking getreden. In dit besluit wordt tevens de geluidszone vastgelegd. Voorafgaand aan deze procedure is een milieueffectrapportage (m.e.r.) uitgevoerd. In het Milieueffectrapport Militair Luchtvaartterrein Eindhoven (MER) zijn o.a. de gevolgen voor geluid, de luchtkwaliteit en externe veiligheid weergegeven voor de maximaal mogelijke gebruiksruimte van de luchthaven. Het aanwijzingsbesluit komt overeen met planalternatief 2 uit het MER. Uit de rapportage blijkt dat het plangebied in zijn geheel is gelegen buiten de vastgestelde geluidszone (35 Ke-contouren) en niet is gelegen in een beperkingengebied voor externe veiligheid.

Overige belemmeringen
Vanwege de nabijheid van luchthaven Eindhoven moet rekening worden gehouden met een aantal beperkingen die uit gaan van een vliegveld. Het betreft:

  • beperkingen vanwege het obstakelbeheergebied (IHCS);
  • Instrument Landing Systeem (ILS);
  • de vliegfunnels;
  • Bakens.

Het obstakelbeheergebied houdt in dat rondom de luchthaven een obstakelvrij vlak moet worden aangehouden waarin hoogbouw wordt uitgesloten. Het betreft een gebied met een straal van 4 km rond het vliegveld waar maximaal 44 meter hoog mag worden gebouwd (ten opzichte van 21 m N.A.P.). Buiten de zone van 4 km gaat de maximaal toegestane bouwhoogte geleidelijk omhoog. Het plangebied ligt buiten het obstakelbeheergebied.

Voor een goede werking van ILS (hulpmiddel voor landing bij slecht weer) is eveneens een vrije zone noodzakelijk. Het plangebied ligt buiten de ILS.

De vliegfunnels geven hoogtelijnen aan waarboven niet gebouwd mag. De vliegfunnels zijn niet gelegen binnen het plangebied.

In de omgeving van het vliegveld zijn bakens aanwezig om het vliegverkeer te kunnen volgen. Ook een baken dient te beschikken over een bebouwingsvrije zone om een goede werking van het communicatiesysteem met vliegtuigen mogelijk te maken. De toetsingsgebieden behorende bij de bakens liggen voor een deel over het plangebied maar hebben, gezien de maximale hoogtebeperkingen in het bestemmingsplan, geen gevolgen voor de voorziene ontwikkelingen in het plangebied.