direct naar inhoud van 6.4 Planregels
Plan: I Buitengebied (Eikenburg)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80008-0501

6.4 Planregels

De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en overgangs/ en slotregels.

De inleidende regels bestaan uit begripsbepalingen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels.

In de "Begrippen" wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als gebruikte begrippen niet in deze lijst voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het dagelijks taalgebruik.

In het artikel over de "wijze van meten" worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd.


Maatschappelijk (artikel 3)

Aan een groot deel van de gronden binnen het plangebied is de bestemming "Maatschappelijk" toegekend.

Het betreft hier een "verzamelbestemming" ten behoeve van (para)medische, sociaal-culturele, religieuze, educatieve en openbare dienstverlenende (non-profit) instellingen en voorzieningen ten behoeve van sport en ten behoeve van verpleging en verzorging. De binnen het plangebied aanwezige religieuze voorzieningen, scholen en onderwijsvoorzieningen, het sportcomplex, welzijnsvoorzieningen, medische (groeps)praktijken e.d., passen hierbinnen. Ook wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en de woonfunctie ten behoeve van de communiteit van de Broeders vallen onder het begrip "maatschappelijke voorzieningen". Gekozen is voor een flexibele regeling, zodat uitwisseling van alle functies die passen binnen de omschrijving mogelijk is.

Binnen de bestemming zijn eveneens op beperkte schaal kantoren en gebouwen ten behoeve van dienstverlenende bedrijven toegestaan. Deze mogelijkheid is opgenomen ten behoeve van de campus. De kantoren en dienstverlenende bedrijfsfuncties zijn uitsluitend toegestaan, voorzover deze "mede van onmiskenbare betekenis zijn voor de onderwijsfunctie". Er dient dus altijd een relatie met de onderwijstak te zijn. Gedacht wordt aan kantoren en dienstverlenende bedrijven, die tevens dienen als stage- en/of praktijkruimte.

In de regels wordt het aandeel aan zelfstandige kantoren en dienstverlenende bedrijven binnen de campus beperkt, doordat een maximum percentage is opgenomen, tot een maximale vloeroppervlakte van 1.500 m2. Hiermee wordt voorkomen dat een onevenredig groot deel van de campus en van de maatschappelijke bestemming voor de aan de campus gerelateerde bedrijfsmatige functies zal worden gebruikt.

Ten aanzien van de maximale vloeroppervlakte is voorts geregeld, dat de cumulatieve vloeroppervlakte per een of meer aaneengesloten gebouwen minder dan 1000 m2 dient te bedragen. Indien 1000 m2 of meer voor de bedoelde functies wordt gebruikt, dient dit dus over meer gebouwen te worden verdeeld. Deze bepaling is opgenomen in verband met het bepaalde in artikel 6.12, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, waarin is aangegeven dat voor bepaalde "bouwplannen" een exploitatieverordening moet worden vastgesteld. Nu de beperkende bepaling ten aanzien van de cumulatieve vloeroppervlakte is opgenomen, hoeft voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan te worden vastgesteld.

Binnen de bestemming zijn voorts expliciet overnachtingsmogelijkheden (kortdurend verblijf) ten behoeve van de maatschappelijke functies toegestaan. Ook wooneenheden ten behoeve van studenten van de campus zijn toegestaan.

Binnen de bestemming is verder een aanduiding opgenomen waarmee de bestaande begraafplaats wordt bestemd, een aanduiding voor de bestaande kapel, en een aanduiding voor de bestaande dienstwoning bij het Pleincollege Sint Joris.

Door het opnemen van bouwvlakken wordt de situering van de bestaande bebouwing vastgelegd. Voor de bouwvlakken zijn maximum bebouwingspercentages aangegeven. Deze maken een beperkte uitbreiding/ verbouwing van de bestaande bebouwing mogelijk binnen de begrenzing van het bouwvlak, zonder dat een substantiële uitbreiding/ nieuwbouw mogelijk wordt gemaakt. Zo is al bouwvergunning verleend voor de renovatie van diverse paviljoens.

Binnen de bestemming `Maatschappelijk´ zijn tenslotte als bijbehorende functies toegestaan horecavoorzieningen, detailhandelsvoorzieningen, dienstverlenende bedrijven en kantoren, voorzover ten dienste van de maatschappelijke voorziening. Het betreft aan de maatschappelijke voorziening ondergeschikte functies die ten dienst staan van de maatschappelijke voorziening, zoals een kantine en kantoorruimte voor de administratie van de betreffende voorziening. Voor horeca wil dat (zoals vermeld in het gemeentelijke Horecabeleidsplan) zeggen dat de openingstijden van de horeca-activiteit niet ruimer mogen zijn dan die van de hoofdactiviteit, dat de horecavoorziening geen eigen toegang mag hebben en dat er geen separate reclame-uitingen zijn toegestaan.


Natuur (artikel 4)

Aan een aantal gronden bij het landgoed is de bestemming `Natuur´ toegekend. Het betreft gronden die overeenkomstig de ontwerp Verordening Ruimte van de provincie Noord Brabant zijn aangeduid als ´Ecologische hoofdstructuur´. De begrenzing uit de ontwerp Verordening Ruimte is in overeenstemming met de feitelijke situatie niet overgenomen daar waar het bebouwde grond van het landgoed betreft (de gronden ter plaatse van de bouwvlakken), en bijbehorende tuin, aangezien de natuurwaarden hier niet verder ontwikkeld kunnen worden. Ook ter plaatse van de bestaande begraafplaats is de begrenzing niet overgenomen, aangezien hier de gronden voor begraafplaats gebruikt moeten kunnen worden.


Ter bescherming van de aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden is voor bepaalde werken en werkzaamheden een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Voor het toestaan van die werkzaamheden zal getoetst moeten worden of deze de natuurwaarden niet onevenredig aantasten