7.1 Toepassingsbereik gebruiksdoel
Een werkingsgebied dat op de verbeelding is aangewezen als 'Wonen’ heeft de volgende functies:
- wonen in woningen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen;
- recreatieve voorzieningen in de vorm van kleinschalig kamperen of bed & breakfast;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- het aanbrengen en instandhouden van gebiedseigen (erf)beplanting ter landschappelijke inpassing van gebouwen en verhardingen, een en ander overeenkomstig het erfbeplantingsplan zoals opgenomen in Bijlage 3 Landschappelijke inpassingsplan;
een en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven.
7.2 Specifieke regels over het gebruik
A Verbod
Het is in ieder geval verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken of laten gebruiken voor en/of als:
- vrijstaande bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning;
- een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis.
B Toegestane gebruiksvormen
7.2.1 Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
Het is toegestaan om als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie in een gedeelte van een woning en/of bijbehorende bouwwerk een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit uit te oefenen, mits wordt voldaan aan de volgende beoordelingsregels:
- de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woonbebouwing tot een maximum van 150 m2.
- De bed&breakfast mag bestaan uit maximaal twee kamers met elk maximaal 2 bedden.
- Wanneer bed&breakfast plaatsvindt in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, dan is hierin geen keuken of soortgelijke voorziening toegestaan.
- Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer.
- Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
- Opslag vindt uitsluitend inpandig plaats.
- Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan huis verbonden beroep.
- De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
- De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
- De activiteit mag uitsluitend worden uitgeoefend in bedrijfscategorie 1 of 2 van de in Bijlage 5 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten.
7.2.2 Minicamping
Gebruik van gronden en bouwwerken voor een minicamping is uitsluitend toegestaan via een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.5.6.
7.2.3 Bed & Breakfast
Gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast in een grotere omvang dan genoemd onder 7.2.1 onder 2, is uitsluitend toegestaan via een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.5.8.
7.2.4 Landschapselementen
De functie is mede gericht op behoud van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding ‘landschapswaarden’
7.3 Beoordelingsregels bouwwerken
7.3.1 Algemeen
Met betrekking tot de op te richten bebouwing gelden de volgende regels:
- Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de gebruiksdoelen zoals opgenomen in 7.1, zoals woningen met bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.3.2 Algemene regels voor het bouwen van gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in artikel 7.1 bedoelde functies gelden de volgende beoordelingsregels:
- afstand tot de bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m, tenzij bij bestaande, legale bebouwing de afstand tot de bouwperceelgrens kleiner is, dan geldt dat als minimale afstand;
- afstand tot de as van de als stroomweg aangeduide weg zoals aangegeven op de in de bijlage opgenomen Kaart wegcategorisering bedraagt minimaal 100 m;
- afstand tot de as van de als gebiedsontsluitingsweg aangeduide weg zoals aangegeven op de in de bijlage opgenomen Kaart wegcategorisering bedraagt minimaal 20 m;
- afstand tot de as van de als erftoegangsweg aangeduide weg zoals aangegeven op de in de bijlage opgenomen Kaart wegcategorisering bedraagt minimaal 15 m;
- afstand tot de as van de als onverharde weg aangeduide weg zoals aangegeven op de in de bijlage opgenomen Kaart wegcategorisering bedraagt minimaal 10 m;
7.3.3 Woning
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing op de omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning:
- per werkingsgebied ‘Wonen’ is maximaal één woning toegestaan;
- indien en voorzover binnen een werkingsgebied ‘Wonen’ een aanduiding ‘bouwvlak’ is aangegeven, mogen hoofdgebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak’, tenzij in de regels anders is bepaald;
- de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande goothoogte als maximum:
- de maximale goothoogte geldt voor minimaal 60% van de lengte van de goot;
- de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum;
- de inhoud mag niet meer bedragen dan 650 m3 (excl. aangebouwde bijbehorende bouwwerken), tenzij:
- de bestaande inhoud van de bestaande woning reeds meer bedraagt, welke inhoud dan als maximum geldt;
- indien ter plaatse van de aanduiding ‘maximum volume (m3)’ een afwijkende inhoud is aangegeven geldt deze als maximum inhoud;
- voorzover het een gesplitste woning betreft, geldt de inhoud van vóór de splitsing voor de gesplitste woningen gezamenlijk als totale maximale inhoud;
- in afwijking van het voorgaande: indien het een bestaande (woon)boerderij betreft, dan geldt de inhoud van het hele bestaande boerderijlichaam/bouwmassa daarvan als maximum;
- de dakhelling bedraagt niet meer dan 60º;
- voor herbouw gelden de volgende aanvullende regels:
- de herbouw vindt grotendeels plaats op de plaats van de (voor zover aanwezige) bestaande fundamenten van de woning;
- de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de woning;
- de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
7.3.4 Bijbehorende bouwwerken bij de woning
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing op de omgevingsvergunning voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij de woning:
- De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 150 m2 per hoofdgebouw; tenzij:
- de bestaande oppervlakte meer bedraagt, dan geldt de bestaande oppervlakte als maximum.
- ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwd oppervlak m2 bijgebouwen’ danwel ‘maximum bebouwd oppervlak (m2)’ een afwijkende oppervlakte is opgenomen, dan geldt die oppervlakte als totale maximale oppervlakte per werkingsgebied ‘Wonen’;
- De maximale goothoogte bedraagt 3,2 meter;
- De maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter;
- De dakhelling bedraagt minimaal 0º en maximaal 45º;
- De afstand tussen woning en vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 15 meter, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt dan 15 meter, dan geldt de bestaande afstand als maximum.
7.3.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de in 7.1 bedoelde functies gelden de volgende beoordelingsregels:
- De bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter;
- De bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4 meter, tenzij de bestaande hoogte meer bedraagt, dan geldt de bestaande bouwhoogte als maximum
- Overkappingen mogen worden gebouwd op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw, tenzij de bestaande afstand minder dan 3 meter bedraagt, dan geldt de bestaande afstand als minimum;
- De oppervlakte van paardenbaken bedraagt maximaal 800 m2 tezamen met het deel dat eventueel binnen het werkingsgebied ‘Agrarisch met waarden – landschappelijke en natuurwaarden’ is gesitueerd.
7.4 Maatwerkvoorschriften
Het bevoegd gezag kan door middel van een maatwerkvoorschrift nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing. Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en hun omgeving en ten behoeve van het behoud en herstel van de waardevolle elementen en structuren en de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
7.5 Omgevingsvergunning voor omgevingsplanactiviteit
7.5.1 Vergunningplicht voor het vergroten van de bebouwde oppervlakte bijbehorende bouwwerken
Een omgevingsvergunning voor het vergroten van de bebouwde oppervlakte bijbehorende bouwwerken wordt alleen verleend als voldaan wordt aan de volgende beoordelingsregels:
- er kan een bebouwde oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden toegestaan tot een totaal maximum van 200 m2;
- in afwijking van het bepaalde onder a. kan indien sprake is van sloop van voormalige, legale bedrijfsgebouwen elders, een bebouwde oppervlakte van bijbehorende bouwwerken worden toegestaan tot een totaal maximum van 250 m2;
- sloop van cultuurhistorisch waardevolle en monumentale panden is niet toegestaan;
- er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
- bij monumentale panden is een positief advies van de monumentencommissie vereist;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Bijlage 4) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.2 Vergunningplicht voor vergroting inhoud woning
Een omgevingsvergunning voor het vergroten van de inhoud van de woning wordt alleen verleend als voldaan wordt aan de volgende beoordelingsregels:
- vergroten kan tot een maximum inhoud van 850 m3;
- per 50 m3 vergroting van de woning dient telkens minimaal 500 m2 aan legaal opgerichte bebouwing te worden gesloopt;
- het surplus (alle aanwezige bebouwing boven de standaard maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 150 m2) moet in één keer worden gesloopt en deze sloop moet als voorwaarde aan de omgevingsvergunning worden verbonden;
- geen omgevingsvergunning kan worden verleend indien:
- op deze locatie sloop van de bebouwing al heeft plaatsgevonden,
- sloop kan plaatsvinden in het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling,
- of de sloop al op andere wijze is verzekerd;
- de gesloopte oppervlakte mag slechts éénmaal ten behoeve van nieuwe bebouwing in aanmerking worden genomen;
- er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Bijlage 4) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.3 Vergunningplicht afwijking m.b.t. herbouw
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde onder 7.3.3 een omgevingsvergunning verlenen teneinde de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn, mits aan de volgende beoordelingsregels wordt voldaan:
- de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;
- er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning;
- herbouw van gesplitste boerderij(woningen) is niet toegestaan;
- door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;
- de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit milieuregelgeving;
- er moet voldaan worden aan de Wet geluidhinder de herbouw op de betreffende locatie is milieuhygiënische aanvaardbaar;
- er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Bijlage 4) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.4 Vergunningplicht verkleinen minimum afstand zijdelingse bouwperceelsgrens woningen en/of bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.3.2 teneinde de minimum afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens te verkleinen voor woningen en/of bijbehorende bouwwerken. Hierbij dient aan het volgende te worden voldaan:
- er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- de stedenbouwkundige kwaliteit wordt niet onevenredig aangetast;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
- bij monumentale panden is een positief advies van de monumentencommissie vereist;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.5 Vergunningplicht verkleinen minimum afstand van gebouwen tot de weg
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.3.2 teneinde de voorgeschreven minimum afstand van bebouwing tot de weg te verkleinen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- er mogen geen onevenredige verkeerskundige belemmeringen plaatsvinden;
- er dient voldoende parkeerruimte op het eigen erf aanwezig te blijven;
- de wegbeheerder dient te worden gehoord;
- de stedenbouwkundige structuur mag niet onevenredig worden aangetast;
- indien het een woning of ander geluidgevoelig object betreft, moet voldaan worden aan de Omgevingswet, voor wat betreft het onderdeel geluidhinder;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.6 Vergunningplicht minicamping als nevenactiviteit
A. het is verboden om zonder omgevingsvergunning een minicamping en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, te gebruiken en te realiseren.
B. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen om een minicamping en de daarvoor noodzakelijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, toe te staan in het werkingsgebied ‘wonen’, al dan niet in combinatie met afwijkingen zoals bedoeld in 5.5.2, waarbij moet worden getoetst aan de volgende beoordelingsregels:
- Kampeermiddelen zijn uitsluitend toegestaan op een afstand van minimaal 25 m van de woning van derden;
- Slechts kampeermiddelen zijn toegestaan met een niet-permanent karakter (tenten, tentwagens, kampeerauto's, campers en toercaravans), alsmede maximaal 5 trekkershutten per minicamping;
- De bebouwde oppervlakte van de trekkershutten mag max. 30 m2 bedragen, de goothoogte max. 2,20 m en de bouwhoogte: max. 3,5 m;
- Maximaal 25 kampeermiddelen zijn toegestaan;
- Het bouwperceel, waarvoor de afwijking wordt verleend, mag niet kleiner zijn dan 3000 m2;
- Gebouwde voorzieningen ten behoeve van kleinschalig kamperen zoals sanitaire voorzieningen, zijn uitsluitend toegestaan binnen het werkingsgebied ‘Wonen’;
- De bebouwing vindt plaats binnen de voor deze functie geldende bouwmogelijkheden, met dien verstande dat de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van kleinschalig kamperen maximaal 50 m2 mag bedragen;
- Ondergeschikte en ondersteunende horeca, met een inpandige oppervlakte van maximaal 30 m2 en een buitenpandige oppervlakte van maximaal 70 m2;
- De verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
- Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
- Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Bijlage 4) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.7 Vergunningplicht vergelijkbare activiteit aan huis
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2 teneinde bedrijven aan huis toe te staan, die qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in 7.2.1 toegestane bedrijven maar die niet zijn genoemd in de in Bijlage 5 Staat van bedrijfsactiviteiten, mits:
- Omtrent de vergelijkbaarheid van de invloed op het milieu en de omgeving advies wordt gevraagd aan een onafhankelijke terzake deskundige;
- Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Bijlage 4) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.
7.5.8 Vergunningplicht bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.3 teneinde als nevenactiviteit bij een hoofdgebouw, bed & breakfast voorzieningen e.d., in een grotere omvang toe te staan, mits aan de volgende beoordelingsregels wordt voldaan:
- Deze nevenactiviteit is in de woning en de daarbij behorende aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan;
- Wanneer bed&breakfast plaatsvindt in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, dan is hierin geen keuken of soortgelijke voorziening toegestaan;
- De nevenactiviteit is ondergeschikt van aard;
- Er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de nevenactiviteit plaats;
- De gebruiksoppervlakte niet meer mag bedragen dan 300 m2;
- Ten behoeve van de bed & breakfast voorzieningen zijn maximaal 10 (éénpersoons)bedden toegestaan; permanente bewoning of huisvesting van tijdelijke werknemers is niet toegestaan;
- De verkeersaantrekkende werking van de nevenactiviteit dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
- Het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
- Het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
- Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden van de Afstemmingsnotitie Landschapsinvesteringsregeling De Kempen d.d. 24 augustus 2012 (Bijlage 4) of een vergelijkbaar door de gemeenteraad van Eersel vastgesteld document.