direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
Plan: De Poelenloop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0770.BPpoelenloop-vast

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 Luchtvaartverkeerszone - Inner Horizontal en Conical Surface (IHCS)

Ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerszone – Inner Horizontal en Conical Surface (IHCS)’ geldt in aanvulling op hetgeen elders in deze planregels is bepaald dat de bouwhoogte van bouwwerken niet meer mag bedragen dan 66 meter boven NAP.

11.2 Luchtvaartverkeerszone - Instrument Landing System (ILS)
11.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerszone – Instrument Landing System (ILS)’ geldt dat die gronden – naast de andere aangewezen bestemming(en) – primair bestemd zijn als invliegroute van het vliegverkeer en het daarbij behorende verstoringsvlak van het Instrument Landing System (ILS) ter waarborging van de vliegveiligheid.

11.2.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in 10.2.1 mag de bouwhoogte maximaal 45 meter bedragen.

11.2.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijking verlenen van het bepaalde in 10.2.2 en toestaan dat een hogere bouwhoogte wordt gerealiseerd indien de werking van het Instrument Landing System (ILS) niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed en voorafgaand aan het verlenen van de afwijking schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van het betrokken Instrument Landing System (ILS).

11.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerszone – Instrument Landing System (ILS)’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te (laten) voeren:
    • 1. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;
    • 2. het ophogen van gronden.
  • b. Het in 10.2.4 onder a vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
    • 1. die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
    • 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het bestemmingsplan geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
    • 3. welke betreffen het normale onderhoud, beheer en gebruik.
  • c. De in 10.2.4 onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, de werking van het Instrument Landing System (ILS) niet onaanvaardbaar negatief wordt beïnvloed.