direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Hoogstraat Ruimte voor Ruimte locatie Eersel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0770.BPEhst2001-vast

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen;
  • c. tuinen, erven en verhardingen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.

5.2.1 Gebouwen
a Algemeen
  • a. De maximaal te bebouwen oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30% van het bouwperceel.
  • b. Het aantal woningen per bouwvlak mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven.
b Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag de afstand tot de zijdelingse perceelgrens niet minder bedragen dan 5 m;
  • c. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag de afstand tot de achterste perceelgrens niet minder bedragen dan 10 m;
  • d. de afstand van de voorgevel van het hoofdgebouw tot de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte';
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • g. het hoofdgebouw moet voorzien zijn van een kap met een dakhelling van niet minder dan 35° en niet meer dan 55°.
c Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen dienen op een afstand van tenminste 6 m achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m, tenzij het bijgebouw is afgedekt met een plat dak, in welk geval de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Aan-huis-verbonden beroepen

Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en lichte bedrijvigheid toegestaan bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels van toepassing zijn:

  • a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m².
  • b. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  • c. Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan-huis-verbonden beroep.
  • d. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
  • e. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
5.4.2 Parkeren op eigen terrein

Bij iedere woning dienen twee parkeerplaatsen op eigen terrein te worden aangelegd/aanwezig te zijn.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Ligging en omvang bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen dat een bouwvlak wordt verschoven danwel naar omvang wordt vergroot, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het samenhangend stedenbouwkundig beeld;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. en past binnen de dan geldende regelgeving inzake wegverkeerslawaai.
5.5.2 Toevoegen van een woning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen dat ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied’ maximaal 2 vrijstaande woningen zijn toegestaan, mits:

  • a. de ontwikkeling geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt wordt;
  • b. er geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
  • c. de extra woning past binnen het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
  • d. de ontwikkeling inpasbaar is vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt;
  • e. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
  • f. voldoende rekeningen wordt gehouden met de kwalitatieve en kwantitatieve waterhuishoudkundige situatie;
  • g. een rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarden van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn beschreven, en;
    de archeologische waarden niet (kunnen) worden geschaad door de voorgenomen bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde;
  • h. er geen overige waarden worden aangetast;
  • i. de economische haalbaarheid is gegarandeerd.