direct naar inhoud van Regels

Meerheide

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0770.BPEMeerheide2016-VAST

Artikel 6 Bedrijf – 2

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf – 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de milieucategorieën 2 t/m 3.2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;

  2. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;

  3. uitsluitend parkeerterrein en bijbehorende groenvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’;

  4. opslag en uitstalling;

  5. parkeervoorzieningen;

  6. groenvoorzieningen;

  7. nutsvoorzieningen

  8. wegen, paden en straten;

  9. tuinen, erven en verhardingen;

  10. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

6.2 Bouwregels

 

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De bouwgrens mag uitsluitend worden overschreden met een luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. De overschrijding mag niet meer bedragen dan 1,5 m.

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.

  3. De afstand tot de bestemmingsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m.

  1. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

  2. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven

  3. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

  4. In afwijking van het bepaalde onder d mag de bouwhoogte voor maximaal 60% van het dakoppervlak niet meer bedragen dan 14 m, met dien verstande dat de verhoging uitsluitend is toegestaan ten behoeve van kapconstructies voor daglichttoetreding, het plaatsen van zonnepanelen, een trappenhuis en een liftschacht.

  5. In afwijking van het bepaalde onder a mogen buiten het bouwvlak gebouwen worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

  1. De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 150 m².

  2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  1. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.

  2. Overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  3. De goothoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

  4. De bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

  5. De bouwhoogte van antennes mag niet meer bedragen dan 15 m.

  6. De bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en reclame-uitingen mag niet meer bedragen dan 12 m.

  7. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

  8. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder h voor het bouwen van windmolens of windturbines, met dien verstande dat:

  1. windmolens /windturbines uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak;

  2. windmolens/windturbines zowel vrijstaand als op het dak van een gebouw mogen worden gebouwd;

  3. de hoogte van een windmolen/windturbine niet meer mag bedragen dan 15 meter, gemeten ten opzichte van het peil.

  4. de rotordiameter van een windmolen/windturbine niet meer mag bedragen dan 5 meter.

 

6.4 Specifieke gebruiksregels

 

6.4.1 Opslag en uitstalling

Opslag en uitstalling is uitsluitend inpandig toegestaan.

 

6.4.2 Productiegebonden detailhandel

Productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen, is toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte van het bedrijf.

 

6.4.3 Niet-zelfstandige kantooractiviteiten

Bij de bedrijfsactiviteit behorende, niet-zelfstandige kantooractiviteiten zijn toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte van het bedrijf.

 

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor:

  1. het toestaan van bedrijvigheid die niet voorkomt in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten), met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorieën;

  2. het toestaan van bedrijvigheid in één milieucategorie hoger dan de toegelaten maximale milieucategorie, met dien verstande dat de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorieën.